Uitgelicht : EU-informatievoorziening

De commissie voor Europese Zaken debatteert op donderdag 10 februari 2022 over de EU-informatievoorziening. Namens het kabinet is minister Wopke Hoekstra van Buitenlandse Zaken aanwezig.

europa_stockfoto.jpg

Volg live

Het debat vindt plaats in de Suze Groenewegzaal. Via deze website kunt u live meekijken of meeluisteren. Of kijk via de app en website Debat Direct.

Agenda en verslag

U kunt hier alle stukken doornemen die bij deze vergadering horen. Zodra het woordelijk verslag van deze vergadering klaar is, kunt u dit ook via deze link lezen. Ter voorbereiding op dit commissiedebat heeft rapporteur van de commissie Roelien Kamminga (VVD) een rapport opgesteld waarin zij een viertal aanbevelingen doet om meer grip te krijgen op de EU-besluitvorming. 

Informatievoorziening

Om te zorgen dat de Kamerleden goed op de hoogte zijn van wat er in Europa speelt, zijn er afspraken gemaakt over wat het kabinet hierover deelt. Dit noemen wij de informatievoorziening. Dit wordt ieder jaar door de commissie Europese Zaken met het kabinet besproken. Dit is belangrijk omdat Kamerleden dan op tijd weten wanneer en hoe zij moeten inspringen. Zo kan de Kamer haar controlerende taak goed uitoefenen.

Raadsbijeenkomsten

Niet alleen de minister van Buitenlandse Zaken deelt informatie over de Europese Unie. Elke vakminister houdt zich op zijn of haar manier bezig met de EU en deelt daarover relevante informatie met de Kamerleden. EU-informatie komt dus niet alleen via het ministerie van Buitenlandse Zaken maar van alle ministeries. De ministers en staatssecretarissen komen regelmatig samen met hun collega’s uit de andere Europese lidstaten. Ze doen dat in zogenoemde Raden. Bij de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, JBZ-Raad in het kort, komen bijvoorbeeld bewindslieden bijeen van de ministeries die gaan over Justitie en Binnenlandse Zaken.

Voordat zo’n Raad plaatsvindt krijgt de Kamer een geannoteerde agenda van het ministerie. Hierin geeft het ministerie extra informatie over de onderhandelingen en de Nederlandse inzet voor die agendapunten.

Kamerleden hebben voorafgaand aan de Raad een overleg met de bewindspersoon om de Nederlandse inzet te bespreken. Op deze manier kunnen de leden de bewindspersoon laten weten wat ze van de inzet vinden, daar vragen over stellen en eventueel vragen om een aanpassing ervan.

Fiches

Nadat een voorstel van de Europese Commissie is uitgekomen, stelt het kabinet een zogenaamd fiche op. Hierin beschrijft het kabinet het voorstel en geeft het een eerste oordeel. Het fiche vormt de inzet van de Nederlandse onderhandelaars in Brussel.

Ook voor fiches geldt dat die op tijd aan de Kamer moeten worden aangeboden zodat de leden zich hier over kunnen buigen en met de bewindspersoon bespreken.

In het jaarlijkse werkprogramma van de Europese Commissie staan al veel voorstellen die het komende jaar uitkomen. Uit die lijst kunnen Kamercommissies aangeven welke zij extra belangrijk vinden om uitgebreider te bespreken met de bewindspersoon. De voorstellen krijgen de stempel ‘prioriteit’. Het kabinet geeft in dat geval meer informatie. Belangrijk is dus dat deze informatie tijdig bij de Kamer binnen is.