Koffiekamer

De Koffiekamer is in 1790 gebouwd als kleine eetzaal voor erfstadhouder Willem V van Oranje-Nassau. In de periode dat de Raad van State in de Rooksalon (de zaal aansluitend aan de Koffiekamer) vergaderde, werd de Koffiekamer gebruikt als garderobe ofwel ‘jassenkamer’ van de Kamerleden. In 1922 veranderde de zaal weer in een eetzaal, waar de Kamerleden en enkele bevoorrechte personen lunchten en dineerden. Later is de Tweede Kamer deze ruimte gaan gebruiken voor recepties en ontvangsten.

Lijst van Gedeputeerden

Houten wand met de Lijst van Gedeputeerden.
Met de Lijst van Geduputeerden werden Nederlandse overheidsarchieven openbaar gemaakt.

In de Koffiekamer hangt een in 1858 opgemaakte lijst waarop alfabetisch en per provincie de namen van alle afgevaardigden van de Staten-Generaal tussen 1576 en 1796 zijn opgetekend. De lijst is samengesteld door Ludolf Willem Bakhuizen van den Brink, rijksarchivaris van 1851 tot 1865. Hij streefde ernaar de overheidsarchieven in Nederland meer openbaar en beter toegankelijk te maken.

Schilderij Willem van Oranje

Schilderij van Willem van Oranje, tegen een houten wand van de Koffiekamer.
Op het schilderij van Cornelis Kruseman is een ongebruikelijk tafereel uitgebeeld.

In de Koffiekamer is een hoofdrol weggelegd voor Willem van Oranje. In het schilderij wordt hij ten tonele gevoerd als jonge tegenspeler van de Spaanse koning Philips II. Cornelis Kruseman, een van de bekendste historieschilders van de negentiende eeuw, heeft een zeer ongebruikelijk tafereel uitgebeeld. Philips II, die hem zelf als stadhouder had aangesteld, verdenkt hem ervan leiding te geven aan het verzet. Dat verklaart de opgekropte woede, waarmee hij stadhouder Willem hier aanwijst als onruststoker. De scène speelt zich af in 1559 op de rede van Vlissingen. Kruseman koos deze voorstelling om het ontluikende vrijheidsideaal van de Nederlanden en de rol van Willem van Oranje daarin uit te beelden.