Wetsvoorstel : Spoorwegwet 20..

Doel van deze modernisering van de spoorwegwet is de regelgeving zoveel mogelijk toekomstbestendig te maken. Het nieuwe stelsel moet voldoende flexibel zijn om, binnen de EU-kaders, de ontwikkelingen en beleidsdoelen op het gebied van vervoer en bereikbaarheid te faciliteren. Daarom volgt de opbouw van het wetsvoorstel ook zoveel mogelijk de onderwerpen van de Europese richtlijnen voor spoorwegen. Het wetsvoorstel is geordend aan de hand van de Europese richtlijnen over de thema’s toegang, spoorwegveiligheid, technische eisen en machinisten.
In het wetsvoorstel staan hoofdzakelijk de kernverplichtingen voor aanleg, beheer en gebruik van spoorwegen en de toedeling van bevoegdheden. Deze worden in lagere regelgeving nader uitgewerkt. De lagere regelgeving – bestaande uit in principe één amvb en één ministeriële regeling –wordt overzichtelijker gestructureerd. De modernisering van de spoorregelgeving richt zich op alle spoorwegen in Nederland, dus ook op tram- en metrolijnen, bedrijfsspooraansluitingen en toeristische en museumlijnen. Ook daarmee sluit de reikwijdte van het wetsvoorstel aan bij het spoorwegnetwerk zoals dat wordt geduid in de Europese regelgeving.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.

  1. Voltooid: Voorbereiding
  2. Onvoltooid: Debat
  3. Onvoltooid: Stemming
  4. Onvoltooid: Afgedaan

Activiteiten

Procedurevergadering

Tijd activiteit: 10:15 - 11:15