Wetsvoorstel : Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Vbar)

Dit wetsvoorstel maakt, samen met enkele andere wetsvoorstellen, deel uit van een bredere hervorming van de Nederlandse arbeidsmarkt. De voorstellen komen voort uit afspraken die het kabinet in 2023 heeft gemaakt met vakbonden en werkgevers, en zijn gebaseerd op het rapport van de commissie Borstlap uit 2020 en het SER-advies uit 2021.
Het wetsvoorstel heeft als doel meer rechtszekerheid tussen opdrachtgevers en zzp’ers te bieden, schijnzelfstandigheid effectiever te bestrijden en handhaving te verbeteren. Hiervoor wordt een toets geïntroduceerd die bepaalt of iemand een opdracht als zelfstandige mag uitvoeren. Deze toets bestaat uit tien criteria, verdeeld over twee categorieën. De eerste vijf criteria wijzen op werknemerschap en betreffen zaken als inhoudelijke of organisatorische aansturing, bijvoorbeeld wanneer de opdrachtgever bepaalt op welke manier en op welk moment het werk moet worden uitgevoerd, of wanneer de werkzaamheden zijn ingebed in de organisatie van de opdrachtgever. De andere vijf criteria wijzen juist op zelfstandig ondernemerschap, zoals het dragen van ondernemersrisico, de mogelijkheid om zelfstandig te werken en het zich naar buiten toe profileren als ondernemer. Daarnaast introduceert het wetsvoorstel een rechtsvermoeden van werknemerschap bij een laag uurtarief. Wanneer een zelfstandige minder dan 36 euro per uur verdient, kan hij of zij stellen dat sprake is van een arbeidsovereenkomst. Het is vervolgens aan de opdrachtgever om te bewijzen dat dat niet het geval is. Als uit de beoordeling blijkt dat er daadwerkelijk sprake is van een arbeidsovereenkomst, dan krijgt de zzp’er dezelfde rechten als een werknemer, zoals recht op loondoorbetaling bij ziekte, zwangerschapsverlof, ontslagbescherming en een WW-uitkering. De opdrachtgever is in dat geval ook verplicht om premies en belastingen af te dragen.
Dit wetsvoorstel biedt hiermee een duidelijk en hanteerbaar wettelijk toetsingskader dat verduidelijkt wanneer sprake is van werknemerschap en wanneer van werk dat door een zelfstandige kan worden verricht.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.

  1. Voltooid: Voorbereiding
  2. Onvoltooid: Debat
  3. Onvoltooid: Stemming
  4. Onvoltooid: Afgedaan

Activiteiten

Inbreng verslag (wetsvoorstel)

Besluit: Inbreng geleverd.

Tijd activiteit: 14:00 - 14:00

Procedurevergadering

Besluit: Niet controversieel verklaren.

Tijd activiteit: 16:30 - 17:30

Regeling van werkzaamheden

Besluit: In handen gesteld van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Tijd activiteit: 15:10 - 16:00

Wetgevingsproces

  1. 7 juli 2025

    Het wetsvoorstel is ingediend

  2. 2 september 2025

    Regeling van werkzaamheden

    Regeling van werkzaamheden

    Besluit: In handen gesteld van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

  3. 9 september 2025

    Procedures en brieven SZW

    Procedurevergadering

    Besluit: Niet controversieel verklaren.

  4. 8 oktober 2025

    Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het verduidelijken van wanneer sprake is van werken in dienst van een ander in de zin van artikel 610 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en het invoeren van een rechtsvermoeden

    Inbreng verslag (wetsvoorstel)

    Besluit: Inbreng geleverd.

Documenten