Wijziging van een aantal socialeverzekeringswetten in verband met de quotumheffing

15 januari 2019, wetsvoorstel - Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken) wil af van de heffing voor werkgevers die onvoldoende banen creëren voor arbeidsbeperkten. De Kamer bespreekt haar wetsvoorstel.

In het sociaal akkoord van april 2013 hebben kabinet en sociale partners afgesproken dat er in 2026 125.000 nieuwe banen voor arbeidsbeperkten moeten zijn. De marktsector moet voor 100.000 nieuwe banen zorgen, de overheidswerkgevers voor 25.000 banen.

Omdat het de overheidswerkgevers twee jaar op rij niet is gelukt om het beoogde aantal banen te creëren, zouden zij volgens de wet te maken krijgen met een zogenaamde quotumheffing van 5.000 euro per niet-gerealiseerde arbeidsplaats.

Aangespoord door een motie van de coalitiepartijen past staatssecretaris Van Ark de wet nu aan. Er zal tot uiterlijk 2022 geen quotumheffing worden opgelegd en het onderscheid tussen overheid en markt in de doelstelling van 125.000 plaatsen voor arbeidsbeperkten vervalt.

Nijkerken (VVD) is blij met het voorstel: de doelstelling van 125.000 plaatsen wordt gehandhaafd en praktische belemmeringen voor werkgevers kunnen worden weggenomen. Het maakt mij niet uit waar mensen met een arbeidsbeperking aan werk worden geholpen, zegt Peters (CDA), als het maar gebeurt.

Maar hoe bereiken we het doel als de heffing als stok achter de deur wordt weggehaald, vraagt Jasper van Dijk (SP). Het wetsvoorstel is "een boekhoudkundig trucje" om onder wettelijke verplichtingen uit te komen, meent Mulder (PVV).

Quotumheffing

Van Ark komt in het najaar van 2019 met een wetsvoorstel voor een nieuw, eenvoudiger stelsel met een opslag voor alle werkgevers en een bonus voor die werkgevers die nieuwe banen voor arbeidsbeperkten creëren. Als een werkgever meer mensen aan werk helpt, krijgt hij een hogere bonus.

In het nieuwe stelsel zal volgens de staatssecretaris zeker sprake zijn van een stok achter de deur voor werkgevers die niet leveren, en dat zal "een stok die werkt" zijn.

Álle werkgevers moeten hun verantwoordelijkheid nemen voor een inclusieve arbeidsmarkt, betoogt Renkema (GroenLinks). Hij vraagt de staatssecretaris om te voorkomen dat ook het nieuwe stelsel weer stuit op uitvoeringsproblemen. Dat zegt zij toe.

Bedrijfsleven en overheid

We moeten af van de aparte doelstellingen voor markt en overheid, vindt de staatssecretaris, omdat dat systeem nadelig uitpakt voor overheidswerkgevers. Die kopen namelijk veel diensten in bij werkgevers, bijvoorbeeld schoonmaakwerk en catering. Als die werkgevers daarvoor arbeidsbeperkten in dienst nemen, telt dat mee voor hún doelstelling en niet voor die van de overheidswerkgevers.

De overheid moet het goede voorbeeld geven maar loopt achter, constateert Gijs van Dijk (PvdA). Hij wil de aparte doelstelling voor overheidswerkgevers handhaven, want zij mogen niet achterover gaan leunen. Maar Raemakers (D66) ziet voordelen in de afschaffing van de aparte doelstellingen. Het opheffen van de scheiding tussen markt en overheid kan volgens hem leiden tot een betere samenwerking tussen beide partijen.

De Kamer stemt op 22 januari over het wetsvoorstel en de ingediende moties.

Zie ook

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.
  • Kijk debatten terug via Debat Gemist