Wijziging van de Huisvestingswet

21 juni 2023, wetsvoorstel – De evaluatie van een herziening uit 2014 is voor minister De Jonge (Volkshuisvesting) aanleiding om de Huisvestingswet te wijzigen. De Kamer debatteert over zijn wetsvoorstel dat dit regelt.

Woonruimte is schaars. Minister De Jonge wil gemeenten daarom meer mogelijkheden geven om die woonruimte naar eigen inzicht te verdelen. Zo kan een huizenkoper met beperkte middelen voorrang krijgen boven een koper die ook een duurder huis kan krijgen. Middeninkomens kunnen zo makkelijker een plekje in de stad vinden en starters een woning in hun dorp, denkt De Jonge.

Het wetsvoorstel regelt onder andere de volgende zaken:

  • gemeenten mogen bij uitgifte van huisvestingsvergunningen vaker voorrang geven aan personen met maatschappelijke of economische binding
  • gemeenten krijgen de optie om extra voorrang te geven aan bepaalde beroepsgroepen
  • gemeenten mogen voor het bewonen van koopwoningen tot €355.000 (de grens van de Nationale Hypotheekgarantie in 2022) een huisvestingsvergunning eisen
  • gemeenten kunnen aanpassingen in de woningvoorraad vergunningplichtig maken op basis van leefbaarheidsargumenten

Huisvestingsvergunning koopwoning

De Groot (VVD) ziet niets in de mogelijkheid voor gemeenten om een huisvestingsvergunning te vragen voor bestaande koopwoningen tot €355.000. Het is in zijn ogen onwenselijk als gemeenten indirect gaan bepalen aan wie een woning wordt verkocht. Deze woningen zijn destijds ook onder andere voorwaarden gekocht.

Boulakjar (D66) vindt dat huishoudens de vrijheid moeten hebben om te verkopen aan wie ze dat willen, zonder door allerlei gemeentelijke hoepels te moeten springen. Dat geldt ook voor Pouw (JA21, mede namens BBB en Groep Van Haga): het eigendomsrecht is een basale waarde waarop de overheid niet zomaar mag inbreken.

Maar De Jonge meent dat het eigendomsrecht slechts in geringe mate wordt beperkt, zeker in vergelijking met andere maatregelen. Verkopers hoeven zich geen zorgen te maken of zij geld mislopen; alleen de poule van gegadigden wordt kleiner.

De minister wil "consequent de kant van de woningzoekende kiezen". Hij wijst op de schending van het recht op gezinsleven en vrije vestiging als mensen niet in hun dorp of stad kunnen wonen.

Kops (PVV) is positief over de grens van €355.000 voor "sociale koopwoningen". Deze woningen moeten volgens hem bewoond worden door degenen voor wie ze bedoeld zijn. En een huisvestingsvergunning kan daarbij helpen. Ook Bromet (GroenLinks) denkt dat de "outsiders" op de woonmarkt hiermee geholpen zijn.

De minister wil zich beperken tot woningen tot €355.000, maar in verschillende regio's werkt dit bedrag totaal anders uit, constateert Van Dijk (CDA). De Jonge houdt deze grens aan omdat volgens hem daarmee bijvoorbeeld een verpleegkundige die fulltime werkt en een leraar met een halve baan samen een huis zouden kunnen kopen.

Draagkracht

Er zijn in veel steden grote sociaal-economische verschillen tussen wijken, stelt Beckerman (SP) vast, met grote verschillen in levensverwachting tot gevolg. Zij wil daarom dat gemeenten sociale huurwoningen kunnen toevoegen in villawijken. Dit zijn volgens haar nu de meest gesegregeerde wijken.

De Jonge zegt voorstander te zijn van gemengde wijken, maar ziet praktische bezwaren bij bouwen in een villawijk. De Huisvestingswet biedt volgens hem wel al de ruimte om voorrang te bieden aan bepaalde groepen. Hij zegt toe in gesprek te gaan met corporaties over de vraag of die ruimte voldoende is.

Huisvestingsverordening

Als gemeenten een huisvestingsverordening willen vaststellen, moeten ze met een onderzoek onderbouwen dat er sprake is van schaarste in hun gemeente. Grinwis (ChristenUnie) en Nijboer (PvdA) willen die verplichting voor de komende vijf jaar schrappen. Het is hun ogen namelijk evident dat er sprake is van schaarste.

De Jonge houdt vast aan de verplichting tot onderzoek, want zonder dit "huiswerk" voor gemeenten wordt de wet kwetsbaar. Als maatregelen zonder onderzoek worden genomen, kan een rechter bepalen dat er sprake is van een ongerechtvaardigde inbreuk op het eigendomsrecht.

De stemming over het wetsvoorstel vindt op een nader te bepalen moment plaats.

Zie ook: