Wijziging Participatiewet en enkele andere wetten

4 september 2019, wetsvoorstel - De Participatiewet maakt onderscheid tussen samenwonende tweedegraads bloedverwanten en andere samenwonenden. Ongeoorloofd, meende de Hoge Raad. Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken) wil het onderscheid daarom uit de wet halen.

Iedereen heeft recht op bijstand, staat in de Participatiewet. De hoogte daarvan wordt deels bepaald door de vraag of je gehuwd of alleenstaand bent. Daarnaast worden de inkomens en vermogens van ongehuwd samenwonenden met een gezamenlijke huishouding bij elkaar opgeteld om de hoogte van de bijstandsuitkering te bepalen.

Bij de instelling van de Participatiewet en enkele andere wetten is besloten ouders en kinderen niet aan gehuwden gelijk te stellen. Ook geldt een uitzondering voor tweedegraads bloedverwanten, dus broers en zussen, grootouders en kleinkinderen.

Het onderscheid tussen samenwonende tweedegraads bloedverwanten en andere ongehuwde samenwonenden is onterecht discriminatoir, oordeelde de Hoge Raad. Daarom komt Van Ark met een wetsvoorstel om deze uitzondering uit de wet halen, "om deze prachtige voorziening ook op de lange termijn in stand te kunnen houden".

Ideologische discussie

Nijkerken (VVD) zit er principieel in: de bijstand is een laatste vangnet, dus is het logisch dat naar alle inkomsten van een huishouden gekeken wordt. Zij vindt het dan ook terecht dat de uitzondering voor tweedegraads bloedverwanten uit de wet gaat. Het gaat om een veel breder principe, vindt Renkema (GroenLinks) juist. Wil je dat mensen voor elkaar zorgen? Dan moet je ze daar niet financieel voor straffen, is zijn stelling.

Waarom schrijft de staatssecretaris dat ze geen andere keuze had, vraagt Stoffer (SGP) zich af. Was verruiming van de regeling geen serieuze optie? Iedereen wordt met deze wet te grazen genomen, stelt Jasper van Dijk (SP). Hij wil de oorspronkelijke regeling verbreden naar alle gezamenlijke huishoudens waarin iemand een zorgbehoefte heeft.

Financiële gevolgen

Peters (CDA) vindt het wetsvoorstel een logisch gevolg van de uitspraak van de Hoge Raad, maar zou graag cijfers zien. Om hoeveel mensen gaat het überhaupt? Hij wil van de staatssecretaris niet alleen nader onderzoek welke mensen getroffen worden door de wetswijziging, maar ook maatwerk waar dat nodig mocht blijken.

Het kabinet weet niet om welke mensen het gaat en wat de financiële gevolgen voor hen zullen zijn, constateert Gijs van Dijk (PvdA). "Deze groep verdient niet zo veel onduidelijkheid en quatsch."

Raemakers (D66) is blij met de uitzonderingsregeling die in de wet is opgenomen voor schrijnende gevallen. Daarmee kan namelijk voorkomen worden dat mensen onnodig in een instelling voor langdurige zorg belanden omdat de zorg thuis niet meer financieel houdbaar is. Wel pleit hij voor een langere overgangstermijn, zodat iedereen zich goed kan voorbereiden.

De Kamer stemt op 10 september over de tijdens het debat ingediende motie en het wetsvoorstel.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort

  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.

  • Kijk debatten terug via Debat Gemist