Wet tegenbewijsregeling box 3

5 juni 2025, wetsvoorstel - De Kamer bespreekt een wetsvoorstel met staatssecretaris Van Oostenbruggen (Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane) om rechtsherstel te bieden aan belastingplichtigen in box 3.

In box 3 van de inkomstenbelasting wordt het rendement op vermogen belast, zoals spaargeld, beleggingen of een tweede woning. De Hoge Raad oordeelde dat niet langer mag worden uitgegaan van fictief rendement. De tegenbewijsregeling biedt rechtsherstel aan belastingplichtigen die benadeeld zijn door het oude stelsel.

Overgang naar nieuw stelsel

Deze wet voelt als tekenen bij het kruisje, vindt Inge van Dijk (CDA). Zij vraagt de staatssecretaris waarom het nieuwe box 3-stelsel niet eerder kan worden ingevoerd. Ook Kouwenhoven (NSC) wil dat de tegenbewijsregeling zo kort mogelijk duurt.

Staatssecretaris Van Oostenbruggen noemt deze wet "een noodzakelijke stap". Hij benadrukt dat alles klaarstaat om vanaf juli aan de slag te gaan met de tegenbewijsregeling. Ook zet hij erop in om per 2028 het nieuwe box 3-stelsel in te voeren, dat uitgaat van werkelijk rendement.

Kostenaftrek

In de tegenbewijsregeling zijn kosten niet aftrekbaar. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om onderhoudskosten of verzekeringskosten. Grinwis (ChristenUnie) wil dat een kostenaftrek aan de tegenbewijsregeling wordt toegevoegd. Hij benadrukt dat dit de wet rechtvaardiger maakt. Ook Vermeer (BBB) noemt het ontbreken van een kostenaftrek "een heikel punt", omdat hierdoor nog steeds niet wordt uitgegaan van werkelijk rendement.

De staatssecretaris meent dat een kostenaftrek leidt tot vertraging, extra complexiteit in de uitvoering en extra kosten. Dat maakt het volgens hem zeer onwenselijk.

Van Eijk (VVD) vraagt aandacht voor eigenaren van rijksmonumenten, die vaak hoge onderhoudskosten maken om een monument in stand te houden, maar deze kosten niet kunnen aftrekken. Ook Vijlbrief (D66) wil weten of de staatssecretaris hier een oplossing voor heeft.

De staatssecretaris geeft aan dat subsidie kan worden aangevraagd voor de kosten van instandhouding van een rijksmonument. Extra fiscale maatregelen zijn volgens hem niet nodig.

Zorgen over uitvoering

Bij deze wet staan alle uitvoeringsvlaggen op rood, zegt Stultiens (GroenLinks-PvdA). Hij constateert dat een enorme personele inzet nodig is voor de uitvoering en vraagt hoe de staatssecretaris hiermee omgaat.

Van Oostenbruggen antwoordt dat de werving van personeel goed loopt. Ook merkt hij op dat er een formulier is ontwikkeld dat geautomatiseerd verwerkt kan worden, waardoor de wet beter uitvoerbaar is.

Voor Stoffer (SGP) zijn concrete verbeteringen van de uitvoering nodig, want een onuitvoerbare wet draagt volgens hem niet bij aan rechtsherstel. Daarom wil hij het voorbeeldformulier van de Belastingdienst verplicht stellen, met de mogelijkheid om aanvullende stukken aan te leveren. Vlottes (PVV) vreest dat de regeling zo complex wordt dat dit belastingplichtigen ervan weerhoudt om er gebruik van te maken.

De staatssecretaris benadrukt dat het formulier zo eenvoudig mogelijk is. Hij vindt het een goede suggestie om dit formulier verplicht te stellen.

De Kamer stemt op 10 juni over het wetsvoorstel en de tijdens het debat ingediende moties.

Zie ook

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.
  • Kijk debatten terug via Debat Direct