Wet provinciale inbesteding vervoerconcessies afgerond

4 september 2025, initiatiefwetsvoorstel - De Kamer debatteert over een initiatiefwetsvoorstel van De Hoop (GroenLinks-PvdA) en Van Dijk (NSC) dat het regionaal vervoer betaalbaar en open moet houden.

In gebieden waar weinig mensen met het openbaar vervoer reizen, is het niet winstgevend om bussen te laten rijden. Dat betekent duurdere kaartjes of het schrappen van lijnen. Het wetsvoorstel regelt dat provincies het ov in hun regio via een eigen vervoersbedrijf mogen organiseren (inbesteding), zonder dat ze daarvoor een aanbestedingsprocedure hoeven te volgen.

De initiatiefnemers reageren op de inbreng die de Kamer op 1 juli 2025 leverde. Staatssecretaris Aartsen (Openbaar Vervoer en Milieu) treedt op als adviseur van de Kamer.

Marktwerking

Het is tijd voor een trendbreuk, vindt Bushoff (GroenLinks-PvdA): we moeten niet kiezen voor meer markt, maar voor meer regie voor de overheid. Daar zorgt het wetsvoorstel in zijn ogen voor. 

Vijf vervoerders dingen doorgaans mee bij aanbestedingen van regionale ov-concessies. Volgens Veltman (VVD) borgt dit aantal nog altijd voldoende concurrentie. Ze vreest dat provincies die eigen vervoersbedrijven kunnen oprichten, commerciële partijen ontmoedigen om zich in te schrijven op aanbestedingen.

Een paar vervoerders bepalen waar, wanneer en voor wie de bus rijdt, stelt De Hoop. Dat wijst volgens hem op marktfalen. Het wetsvoorstel jaagt de concurrentie juist aan. In dunbevolkte gebieden zijn er vaak maar twee tot drie aanbieders, wat lijkt op een oligopolie, benadrukt Van Dijk. Dat is een situatie met een klein aantal grote aanbieders en veel vraag. De markt is dan niet meer in staat om het ov zo efficiënt mogelijk te organiseren.

Aanbod

Het hoofdlijnenakkoord beloofde meer buslijnen, maar het kabinet gaf eerder aan 335 miljoen euro te willen bezuinigen op het ov, stipt Grinwis (ChristenUnie) aan. Kan de staatssecretaris desondanks garanderen dat er niet meer buslijnen worden geschrapt?

Aartsen deelt de zorgen over de verschraling van het ov-aanbod en benadrukt dat er geld nodig is om dat probleem op te lossen. De staatssecretaris pleit voor een structurele hervorming van het financieringsstelsel van het ov en komt hier met Prinsjesdag op terug.

Kennisdeling

Wingelaar (NSC) vindt dat provincies bij het oprichten van een vervoersbedrijf niet zelf het wiel hoeven uit te vinden. Ze pleit daarom voor de oprichting van een kennisplatform waarin provincies en vervoersregio's hun kennis kunnen delen.

Een dergelijk kennisplatform past niet binnen het budget en past bovendien niet bij de demissionaire status van het kabinet, reageert de staatssecretaris.

Kosten

De overheid maakt altijd meer kosten dan een bedrijf, stelt Boutkan (PVV). Hij vreest dat het regionaal vervoer bij inbesteding duurder wordt.

Uit onderzoek blijkt dat het ov bij inbesteding niet per se duurder is dan bij aanbesteding, antwoordt De Hoop. Inbesteding kan een goede optie zijn wanneer aanbesteding niet werkt, erkent Aartsen. Maar er zijn ook financiële risico's. Een provincie zal bussen moeten kopen, lijnen moeten ontwikkelen en personeel moeten aannemen. Daar moet de provincie niet lichtzinnig over denken, vindt hij.

De Kamer stemt op 9 september over het wetsvoorstel en de tijdens het debat ingediende moties.

Zie ook

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.
  • Kijk debatten terug via Debat Direct