Wet herziening wettelijke grondslagen kerndoelen

26 november 2025, wetgeving - De Kamer debatteert met staatssecretaris Becking (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) over een wetsvoorstel waarmee de kerndoelen in het onderwijs kunnen worden aangepast.

Kerndoelen beschrijven wat belangrijk wordt gevonden om leerlingen mee te geven. De bestaande kerndoelen in het primair onderwijs stammen uit 2004 en die voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs uit 2006. Iedereen is het erover eens dat een update van de kerndoelen hard nodig is en dat het herzieningsproces erg lang geduurd heeft.

Er komt meer focus op de basisvaardigheden lezen, schrijven en rekenen. En meer aandacht voor digitale geletterdheid en burgerschap. Ook is het de bedoeling om docenten meer richting te geven in het onderwijs dat zij leerlingen aanbieden.

Deze nieuwe wet regelt de juridische grondslag om de kerndoelen vast te kunnen leggen en gaat dus niet over de inhoud van de kerndoelen.

Basisvaardigheden

Rooderkerk (D66) is blij met de nadruk op basisvaardigheden omdat Nederland daar in onderzoeken steeds slechter op scoort. In de initiatiefnota Lezen voor je Leven heeft ze ideeën uitgewerkt over hoe dit verbeterd kan worden. Zo wil ze het vak begrijpend lezen afschaffen en dit terug laten komen in andere vakken.

Als we het fundament niet op orde krijgen, zegt Moorman (GroenLinks-PvdA), doen we onrecht aan onze kinderen en creëren we de maatschappelijke problemen van de toekomst. De kerndoelen herzien kan daarbij helpen, maar er moet meer gebeuren om het onderwijs te verbeteren.

Ook Armut (CDA) maakt zich zorgen over het niveau van de basisvaardigheden. Ze spoort de staatssecretaris aan om te zoeken naar andere mogelijkheden om achterstanden te voorkomen, zoals voorschoolse educatie.

Voor Raijer (PVV) zijn kerndoelen vooral een papieren werkelijkheid, die geen verandering zullen brengen in de "kansenongelijkheidscatastrofe", waartoe linkse onderwijspolitiek in haar ogen heeft geleid.

Boomsma (JA21) vindt dat 30 tot 40 jaar van ideologisch misplaatste onderwijsvernieuwingen veel hebben kapotgemaakt. Dat herstellen we niet door kerndoelen vast te stellen, verwacht hij, omdat goed onderwijs vooral een zaak van de leraren in de klas is.

Kerndoelen

Moeten er wel kerndoelen worden vastgesteld voor veel verschillende onderwerpen? Van der Plas (BBB) heeft daar twijfels over. Onderwijs moet gaan om begeleiden, niet om afvinken, vindt zij. Te veel vastleggen is bovendien in tegenspraak met het geven van vertrouwen aan professionals, in dit geval leraren.

Ook Van Duijvenvoorde (FVD) waarschuwt dat de autonomie van professionals wordt ingeperkt door te strikte, centraal vastgestelde kerndoelen. Want wat is bijvoorbeeld goed burgerschap? De meningen daarover verschillen, zegt hij.

Becking is niet bang voor "Haagse uniformiteit". Er zal nog steeds veel ruimte zijn voor invulling door de scholen zelf. Bovendien zijn het einddoelen, dus het gaat om het resultaat aan het einde van groep 8 of het einde van de onderbouw. Leraren bepalen zelf hóé ze de kerndoelen gaan onderwijzen, benadrukt de staatssecretaris.

Een belangrijk doel van de wetswijziging is voorkomen dat het onderwijsprogramma te overladen wordt. Maar waarom is "gezond gedrag" dan als opdracht opgenomen in de kerndoelen? Stoffer (SGP) heeft daar bedenkingen bij. Het stimuleren hiervan is wat hem betreft niet aan scholen maar aan ouders en samenleving.

Ceder (ChristenUnie) wil juist een aantal onderwerpen wel expliciet in de wet opnemen. Zo wil hij dat leerlingen leren dat ze burger zijn van een Koninkrijk dat breder is dan Europees Nederland. Bij geschiedenis en staatsinrichting zou daar aandacht aan besteed moeten worden. Verder zijn de problemen met schulden onder jongeren reden voor hem om financiële geletterdheid in de wet op te willen nemen.

Artikel 23

In artikel 23 van de Grondwet is de vrijheid van onderwijs geregeld: iedereen mag een school oprichten en deze naar eigen overtuiging inrichten.

Ergin (DENK) hecht hieraan en wil dat hiermee rekening wordt gehouden bij de uitwerking van de kerndoelen voor bijvoorbeeld burgerschap, zodat de pluriformiteit niet (onbedoeld) wordt ingeperkt.

Artikel 23 zou niet boven artikel 1 van de Grondwet mogen worden gesteld, benadrukt Kisteman (VVD). De vrijheid van onderwijs mag er volgens hem niet toe leiden dat leerlingen niet mogen uitkomen voor hun seksuele geaardheid, of dat scholen leren dat een andere godsdienst fout is.

De staatssecretaris erkent dat er spanning kan bestaan tussen grondwetartikelen, maar benadrukt dat een leerling zich altijd veilig moet kunnen voelen op school en dat een school niet in strijd met de wet mag handelen.

De Kamer stemt op 2 december over de tijdens het debat ingediende moties en op 9 december over het wetsvoorstel.

Zie ook

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.
  • Kijk debatten terug via Debat Direct