Verdeeldheid over intrekken Nederlanderschap

18 mei 2016, wetsvoorstel - Minister Van der Steur (Justitie) wil het Nederlanderschap intrekken van mensen die deelnemen aan een terroristische organisatie. Over dat voorstel wordt heel verschillend gedacht in de Kamer.

Als iemand zich aansluit bij een terroristische organisatie in het buitenland moet diegene het Nederlanderschap afgenomen kunnen worden in het belang van de nationale veiligheid. Intrekking van het Nederlanderschap kan al bij Nederlanders die in vreemde krijgsdienst treden, maar de regering wil dit nu uitbreiden naar terroristische organisaties die op de zwarte lijst staan. Hiermee kunnen we voorkomen dat terugkerende jihadstrijders in Nederland een aanslag plegen, vinden Tellegen (VVD), Van Toorenburg (CDA) en Helder (PVV). "Wie kiest voor terreur verdient het om het Nederlanderschap te verliezen", vindt Van Klaveren (GrBvK). Maar, vragen de tegenstanders, moeten we daar rechtsstatelijke verworvenheden voor opofferen?

Vragen over de juridische vormgeving

Met deze wet krijgt de minister de bestuursrechtelijke bevoegdheid om iemands Nederlanderschap in te trekken. Maar volgens Segers (ChristenUnie) en Swinkels (D66) is hier een degelijke toets door de strafrechter voor nodig. Weliswaar is tegen het besluit van de minister beroep mogelijk, maar ook daarover is discussie. Want hoe kunnen mensen weten dat hun nationaliteit wordt afgenomen? In het kalifaat leest men de Staatscourant immers niet, merkt Van Tongeren (GroenLinks) op. Mede daarom wordt er ook ambtshalve beroep aangetekend door de minister zelf. Dat hoeft van CDA en Van Klaveren niet. Volgens de minister is dit echter nodig vanwege internationale verdragen en om adequate rechtsbescherming te bieden. Recourt (PvdA) steunt het plan, maar stelt voor de wet tijdelijk te maken, zodat die na vijf jaar automatisch vervalt. Coalitiepartner VVD wil wel een permanente wet.

Wet heeft alleen gevolgen voor mensen met dubbele nationaliteit

Van mensen die twee nationaliteiten hebben, kun je er één afpakken, maar wat als iemand maar één nationaliteit heeft? Dan wordt diegene stateloos, zegt Van Tongeren. Daar wordt de wereld niet veiliger van en het is in strijd met internationale verdragen. Tellegen erkent dat probleem, maar vraagt de minister toch om te bekijken of stateloosheid een optie is. Ook Helder vindt de nationale veiligheid belangrijker dan het probleem van stateloosheid. Bisschop (SGP) ziet nog een andere mogelijkheid: als iemand het Nederlanderschap niet afgenomen kan worden, moet diegene een kale nationaliteit krijgen, zonder kiesrecht of de mogelijkheid om een openbaar ambt te bekleden.

Kritiek op effectiviteit en rechtsstatelijkheid

Hoewel ook Gesthuizen (SP) jihadisme wil aanpakken, is zij kritisch over de wet: "We beschermen de rechtsstaat niet door hem gedeeltelijk op te heffen". Net als Segers wijst zij op de kritiek van de Raad van State op de effectiviteit van deze wet. Die ziet namelijk geen meerwaarde ten opzichte van wat er nu al mogelijk is in het strafrecht. Swinkels en Van Tongeren wijzen daarnaast nog op de internationale betrekkingen. Mensen houden niet op met gevaarlijk zijn als je ze hun nationaliteit ontneemt. Dan gaan ze naar een ander land. Schuiven wij onze problemen dan maar op het bordje van andere landen?

De Kamer stemt op 24 mei over het wetsvoorstel en de ingediende moties.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort

  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.