Veel vragen over koopkrachtontwikkeling

11 april 2018, debat - De economie groeit voorspoedig. Waarom merken veel burgers dat nauwelijks in hun portemonnee? De Kamer debatteert met minister Koolmees (Sociale Zaken) over de brede koopkrachtontwikkeling.

De economische groei ligt boven de 3%, de overheid heeft een begrotingsoverschot en de bedrijfswinsten bereiken recordniveaus. Maar de koopkracht van burgers stijgt dit jaar gemiddeld met naar schatting slechts 0,6%.

Oppositiewoordvoerders zijn kritisch over het kabinetsbeleid. Zo spreekt De Jong (PVV) van "een schandalig lage koopkrachtontwikkeling" en het "belazeren van hardwerkende Nederlanders". Maar Wiersma (VVD) wijst op de voor 2019 aangekondigde lastenverlichting waarvan burgers zullen profiteren.

Kwetsbare groepen

De koopkracht van met name werkloze 55-plussers en gepensioneerden blijft al jaren achter, benadrukt Van Brenk (50PLUS). PvdA'er Van Dijk laakt de behandeling van mensen met een arbeidsbeperking: die gaan er door het kabinetsbeleid fors op achteruit.

In de begroting voor 2018 zijn maatregelen genomen om de koopkracht van uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden te ondersteunen, betoogt minister Koolmees. Zo zijn de zorgtoeslag en de ouderenkorting verhoogd.

Verdeling nationale koek

De arbeidsinkomensquote, het deel van het nationaal inkomen dat naar de productiefactor arbeid gaat, is de afgelopen decennia gedaald naar 73% in 2016. De minister zou de oorzaken daarvan moeten onderzoeken, vindt Van Weyenberg (D66). Heerma (CDA) vraagt om daarbij ook te kijken of de lonen minder gestegen zijn door de toegenomen flexibilisering.

Door het afbreken van werknemersrechten en het stimuleren van flexwerk wakkert de regering de concurrentie op arbeidskosten aan, stelt Van Kent (SP). Dit verklaart volgens hem de achterblijvende loonontwikkeling. Ă–zdil (GroenLinks) waarschuwt voor het "eroderen van de middenklasse": kap met het hand-op-de-knipbeleid.

De koopkrachtcijfers suggereren dat slechts een beperkt deel van de economische groei naar werknemers gaat, erkent minister Koolmees. Maar in werkelijkheid komt volgens hem een groter deel van de nationale koek bij de huishoudens terecht. Dit gaat vooral naar mensen die vanuit een uitkering een baan vinden en naar de stijgende zorguitgaven.

De Kamer stemt op 17 april over de ingediende moties.

Zie ook

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort

  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.

  • Kijk debatten terug via Debat Gemist