Tijdelijke wet uitwisseling persoonsgegevens toeslagenaffaire

29 maart 2023, wetsvoorstel - Minister Weerwind (Rechtsbescherming) wil toeslagenouders van wie de kinderen uit huis zijn geplaatst, beter helpen. Daarvoor is het nodig om persoonsgegevens makkelijker te kunnen uitwisselen. De Kamer bespreekt de wet die dit regelt.

Inzicht krijgen in het aantal toeslagenouders van wie kinderen uit huis zijn geplaatst, deze mensen ondersteuning aanbieden, en reflectie op het eigen handelen door onder andere de rechtspraak en de kinderbescherming. Dit hoopt de minister te bereiken met zijn wetsvoorstel. De aanleiding om hiermee te komen was een debat op 12 mei 2022.

Ik had gehoopt om sneller met een voorstel te komen, zegt de minister, maar privacyregels maken het lastig om de groep waar het om gaat, goed in beeld te krijgen. Daarom komt er een tijdelijke wet om persoonsgegevens van toeslagenouders, hun kinderen en uit huis geplaatste kinderen aan elkaar te kunnen koppelen.

Wetenschappelijk onderzoek

Zouden kinderen zonder het toeslagenschandaal ook uit huis zijn geplaatst? Dit is volgens Omtzigt (mede namens BBB) een prangende vraag die wetenschappelijk onderzoek vraagt.

De minister wil tegemoetkomen aan de wens van Omtzigt door de commissie-Hamer, die onderzoek doet naar de uithuisplaatsingen, de mogelijkheid te geven om onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren. De betrokken organisaties moeten dan wel gedwongen kunnen worden om daaraan mee te werken, benadrukt Omtzigt. Hij wil ook dat de minister over zeven maanden laat weten hoeveel kinderen vóór 2015 uit huis zijn geplaatst.

Mutluer (PvdA) vraagt zich af of wel alle toeslagenouders van wie kinderen uit huis zijn geplaatst, met het onderzoek worden bereikt. Het gaat dan om uithuisplaatsingen voor 2015, vrijwillige uithuisplaatsingen onder drang en ouders die zich niet hebben gemeld als slachtoffer van het toeslagenschandaal.

Weerwind verwacht dat er door het delen van persoonsgegevens een beter beeld ontstaat van de groep, ook van voor 2015. Omdat de affaire teruggaat tot 2005, wil hij hiervoor gegevens van de Raad voor de Kinderbescherming, de Raad voor de rechtspraak en de gerechten gebruiken.

Expliciete toestemming

Staan de gedupeerde ouders achter deze wet en is met hen overlegd over het ter beschikking stellen van persoonsgegevens? Westerveld (GroenLinks) heeft daar twijfels over en benadrukt dat het belang van de betrokken ouders en hun kinderen voorop moet staan.

Kwint (SP) vraagt aandacht voor het terechte wantrouwen van de slachtoffers van het toeslagenschandaal jegens de overheid. De betrokken ouders hebben het recht om met rust gelaten te worden. De persoonsgegevens zouden alleen gedeeld moeten worden na expliciete toestemming. Peters (CDA) begrijpt de argumenten daarvoor, maar vraagt zich af of er dan wel voldoende mensen zullen meewerken aan het onderzoek.

Ook Maeijer (PVV) vraagt aandacht voor ouders en kinderen die de overheid niet meer vertrouwen en trauma's hebben opgelopen door de toeslagenaffaire. Zij waarschuwt dat het wetsvoorstel en de onderzoeken die daaruit voortkomen, ervoor kunnen zorgen dat deze groep benaderd gaat worden door allerlei (overheids)instanties.

Ik heb geworsteld met de vraag of er vooraf uitdrukkelijk toestemming gevraagd zou moeten worden, zegt Weerwind. Hij vreest dat dan onvoldoende ouders zouden reageren, uit wantrouwen of angst, of omdat ze brieven niet openen. Daarom wil hij ouders de mogelijkheid geven om zelf aan te geven dat ze niet willen dat hun gegevens worden gebruikt voor onderzoek en reflectie.

Ondersteuning

De hoop van de minister is om de toeslagenouders beter te ondersteunen. Maar is het Ondersteuningsteam daar wel op berekend, vraagt Raemakers (D66) zich af. Hij dringt aan op het snel opschalen van dit team als de wet een succes blijkt te zijn.

Het ondersteuningsaanbod wordt gedaan aan de ouders en niet aan de kinderen, omdat dit een negatieve impact zou kunnen hebben op kinderen die zich de uithuisplaatsing niet kunnen herinneren. Maar deze kinderen moeten wel geholpen worden, beklemtoont Verkuijlen (VVD).

De Kamer stemt op 4 april over het wetsvoorstel en de tijdens het debat ingediende moties.

Zie ook: