Reiziger moet weer centraal staan

22 juni 2016, debat - De conclusie van de enquêtecommissie Fyra was duidelijk: de reiziger stond letterlijk en figuurlijk in de kou. Kamer én kabinet willen de reiziger weer de eerste prioriteit geven.

In oktober 2015 verscheen het rapport "De reiziger in de kou": het eindresultaat van de parlementaire enquête naar de Fyra. De belangrijkste conclusie van de enquêtecommissie was dat de belangen van de reiziger niet voorop hebben gestaan bij de totstandkoming van de hogesnelheidsverbinding tussen Amsterdam en Brussel. Het hogesnelheidsspoor ligt er, maar de trein is er niet gekomen. Alle partijen die hierin een rol speelden, hebben boter op het hoofd, vindt De Boer (VVD), waardoor zowel de reiziger als de belastingbetaler met lege handen staat. Staatssecretaris Dijksma (Infrastructuur) vindt dat het vertrouwen in het ov en de politiek "een gevoelige deuk heeft opgelopen". Dat vertrouwen wil zij weer terugwinnen.

Privatisering als oorzaak van de problemen?

Smaling (SP) kijkt nog verder terug dan de enquêtecommissie. Volgens hem ligt de kiem van de mislukking van de Fyra in de jaren negentig toen NS "uit elkaar werd getrokken". Deze "halfslachtige verzelfstandiging" is fnuikend geweest. Ook Madlener (PVV) verwijt de Paarse kabinetten verkeerde beslissingen te hebben genomen. Opvattingen over de markt versus de Staat zijn volgens Van Tongeren (GroenLinks) heel bepalend in dit debat, maar "daar gaan we vandaag niet uitkomen". Zij wijst op de aanbevelingen uit het onderzoeksrapport "Privatisering ontspoord" van de Eerste Kamer. Minister Dijsselbloem, als minister van Financiën de enige aandeelhouder van NS, zegt die aanbevelingen van de Eerste Kamer reeds toe te passen.

Twijfels over nut marktverkenning

Dijksma wil een marktverkenning uitvoeren, waarbij ze andere vervoerders vraagt hoe het beter kan op de hsl. Daarmee wil zij NS prikkelen om te verbeteren. Het is lastig om daar iets zinvols uit te laten komen, denkt Van Helvert (CDA). Die vervoersbedrijven zullen echt niet het achterste van hun tong laten zien, denken ook Bruins (ChristenUnie) en onafhankelijk Kamerlid Houwers. Van Veldhoven (D66) stelt voor om de hsl opnieuw openbaar aan te besteden. Dijksma heeft er echter vertrouwen in: de marktverkenning kan inzichten opleveren die van belang zijn. Ook hoeven de vervoersbedrijven niet te vrezen dat zij hun geheimen moeten prijsgeven of dat informatie wordt doorgespeeld naar NS.

ProRail komt dichter bij het ministerie te staan

Omdat het spoor een publieke zaak is, vindt Hoogland (PvdA) het een goede ontwikkeling om spoorbeheerder ProRail dichter bij het ministerie te plaatsen. Ook De Boer is daar niet tegen, maar moet dit nu? Zij vindt dat ProRail juist goed bezig is om orde op zaken te stellen. Ook Van Helvert wil die verbeteroperatie eerst een kans geven. Dijksma is echter vast van plan ProRail meer publiek te maken. De Kamer heeft hier immers eerder zelf om gevraagd. Deze stap hoeft geen gevolgen te hebben voor mensen in de organisatie, maar verandert wel de sturingsrelatie tussen de staatssecretaris en de top van het bedrijf, verzekert zij.

Kamer moet ook hand in eigen boezem steken

De enquêtecommissie heeft ook naar de Kamer zelf gekeken en concludeert dat die wel blafte, maar niet beet. We moeten inderdaad naar onze eigen rol kijken, beaamt Bruins. Ook Smaling vraagt zich af of de Kamer dingen heeft laten liggen: "Zijn wij wel in staat om zaken langdurig te controleren?" Hij betoogt zelfs dat NS door de regering en de Kamer in een moeilijke positie is gebracht: "We hebben het NS niet makkelijker gemaakt". Van Tongeren vindt dat de Kamer haar rollen als volksvertegenwoordiger, controleur en medewetgever beter uit elkaar moet houden.

De Kamer sprak op 19 januari en op 21 januari met de enquêtecommissie zelf over het Fyra-rapport. De moties die bij dit debat met het kabinet zijn ingediend komen op 28 juni in stemming.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort

  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.