Meer aandacht voor uitvoerbaarheid van wetten

26 mei 2015, debat - De Kamer sluit zich aan bij de aansporing van de Algemene Rekenkamer aan het kabinet om meer aandacht te geven aan de uitvoerbaarheid van wetgeving.

Op de derde woensdag van mei legt het kabinet in het Financieel Jaarverslag verantwoording af voor het gevoerde beleid. De Kamer bespreekt dat jaarverslag samen met het jaarlijkse rapport van de Algemene Rekenkamer over de uitgaven en inkomsten van het Rijk. 2014 was in wetgevend opzicht een oogstjaar, zegt premier Rutte. Met de Kamer vindt hij het goed dat de Rekenkamer "nu de schijnwerper op de uitvoering zet". De Vries (VVD) constateert dat het kabinetsbeleid vruchten begint af te werpen en vraagt het kabinet om koers te houden. Van Dijck (PVV) ziet het anders: 2014 was "een rampjaar" voor onder meer zieken, studenten en woningbezitters. En Krol (50PLUS) hekelt de ongunstige koopkrachtontwikkeling van gepensioneerden.

Uitvoerbaarheid van het beleid benadrukt

De Rekenkamer bepleit meer aandacht voor de uitvoering van het beleid, ook op het moment dat wetten worden opgesteld. Daar is het kabinet volgens Merkies (SP) bijvoorbeeld bij de veranderingen rond het persoonsgebonden budget in tekortgeschoten: spoed en prestige waren blijkbaar belangrijker. Ook Omtzigt (CDA) vraagt waarom kabinetsbeleid "met stoom en kokend water" moest worden ingevoerd. De haast van het kabinet heeft de uitvoering allesbehalve goed gedaan, constateert Grashoff (GroenLinks). Rutte wijst erop dat met transitiecommissies en veranderingen op onderdelen geprobeerd wordt om de hervormingen en decentralisaties "zachter te laten landen". Vanwege de problemen bij de pgb-uitbetaling geeft het kabinet daar vooralsnog voorrang aan snelheid boven controle, aldus de premier.

Veiligheid vereist extra inspanning

Het gejojo met het budget van de AIVD heeft volgens Koolmees (D66) schade aangericht. Hij vraagt de premier hoe hij terugkijkt op deze "ondoordachte bezuiniging". Onbegrijpelijk dat waarschuwingen zo in de wind zijn geslagen, vindt ook Merkies. De bezuinigingen waren ingrijpend, erkent Rutte, maar inmiddels is het budget voor de AIVD "hoger dan ooit". Dijkgraaf (SGP) vraagt aandacht voor de situatie bij Defensie: omdat het daar "piept en kraakt" is een extra inspanning nodig. Daar sluit Van Klaveren (GrBvK) zich bij aan. Hij wil het defensiebudget met 5 miljard verhogen. De minister-president zegt de motie-Van der Staaij over het belang van voldoende defensiebudget als een belangrijk richtsnoer voor komende begrotingen te beschouwen.

Begin belastingherziening in 2016

Maak snelheid met de aangekondigde belastingherziening! Koolmees dringt aan op spoed. Maar Omtzigt en Dijkgraaf verwijzen naar het ingrijpende plan van staatssecretaris Wiebes (Financiën) om de problemen bij de Belastingdienst aan te pakken en vragen of het überhaupt wel mogelijk is om een belastingherziening door te voeren. Grashoff verwacht een totaalpakket met belastingverlichting én belastingverzwaring, bijvoorbeeld op vermogens en vervuiling. Verklein er de kloof tussen arm en rijk mee, suggereert Slob (ChristenUnie). Het kabinet werkt aan draagvlak en wil in 2016 een begin maken met een "ambitieuze, maar realistische hervorming" van het belastingstelsel, reageert Rutte.

Pleidooi voor cao voor rijksambtenaren

Sluit nu snel een cao af voor het overheidspersoneel. Nijboer (PvdA) spreekt zijn waardering uit voor mensen die in de publieke sector werken en vindt het tijd om ook politieagenten, leraren en verpleegkundigen te laten voelen dat het economisch beter gaat. Daar sluit Slob zich bij aan. Hij vindt het "beschamend dat er nog steeds geen fatsoenlijke cao is afgesloten". Het kabinet staat open voor constructief overleg en hoopt dat de vakcentrales het gesprek willen hervatten, zegt Rutte. Dat laat volgens de premier onverlet dat een cao moet passen binnen de budgettaire kaders van de overheid. Hij deelt de geuite waardering voor rijksambtenaren.

De Kamer stemt 2 juni over de ingediende moties.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.