Kamer bespreekt Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet

8 oktober 2019, wetsvoorstel - De Kamer spreekt met staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken) over de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet, waarmee een aantal grondeigendomsinstrumenten in de Omgevingswet worden geïntegreerd.

De druk op de grond in Nederland neemt toe, zegt Van Eijs (D66), en daarmee komt de balans tussen het beschermen van grondeigendom en het bevorderen van maatschappelijke doelen verder onder spanning te staan. Zij hoopt dat de nieuwe wet een doortastend en flexibel beleid mogelijk maakt.

Knops benadrukt dat de nieuwe wet een toekomstig en samenhangend pakket van instrumenten bevat waarmee een organische gebiedsontwikkeling mogelijk wordt gemaakt.

Het is een liberaliseringswet, meent Van Gerven (SP), die leidt tot "private lusten en publieke lasten". Hij vreest dat de regie van de overheid te veel wordt beperkt. Bisschop (SGP) is bang dat het "fundamentele eigendomsrecht" te zeer wordt ingeperkt.

Voorkeursrecht

Met de regeling voor het voorkeursrecht wil de staatssecretaris de regisserende rol van de overheid versterken, de onderhandelingspositie van de overheid op de grondmarkt verbeteren en de grondprijzen beter beheersen.

De voorgestelde vervaltermijn bij het voorkeursrecht van tien jaar activeert de overheid onvoldoende, vindt Regterschot (VVD). Zij bepleit een termijn van vijf jaar met een mogelijke verlenging van opnieuw vijf jaar. Staatssecretaris Knops wijst erop dat een voorkeursrecht van vijf jaar voor veel ontwikkelingen te kort is. Bovendien levert een afzonderlijke verlenging extra lasten voor de overheid op.

Zelfrealisatie

Als een projectontwikkelaar grond heeft en over een bouwvergunning beschikt, kan hij gaan bouwen. Maar wat kan een gemeente doen als de ontwikkelaar om welke reden dan ook de grond een paar jaar braak laat liggen?

De zogenoemde zelfrealisatie, waarin grondeigenaren zelf de ontwikkeling van een gebied op zich nemen, kan het publieke belang ondermijnen, betoogt Smeulders (GroenLinks). Hij wil dat er onteigend wordt als een grondeigenaar na drie jaar nog niets heeft gerealiseerd. Nijboer (PvdA) oppert de mogelijkheid van een bouwplicht.

De staatssecretaris wijst erop dat een eigenaar moet kunnen aantonen dat zijn voorgestelde ontwikkeling voldoet aan de eisen die de gemeente stelt. Het is volgens hem aan de gemeente om duidelijke regels op te stellen voor bijvoorbeeld de inrichting en de fasering van een project. Als de ontwikkelaar daaraan niet voldoet, kan de gemeente alsnog onteigenen.

Kostenverhaal

De winsten van projectontwikkelaars moeten goed terechtkomen, betoogt Ronnes (CDA). Het mag niet zo zijn dat aan het eind van de ontwikkeling van een project de gemeenten met de rekening van bijvoorbeeld ontsluitingswegen, de aanleg van parken en de sloop van oude woningen blijven zitten.

Samen met Smeulders (GroenLinks), Nijboer (PvdA) en Van Eijs (D66) stelt Ronnes (CDA) voor om gemeenten, provincies en waterschappen een wettelijke mogelijkheid te geven om in uitzonderlijke situaties publiekrechtelijk bijdragen af te dwingen van ontwikkelaars.

Het ergert Kops (PVV) dat ontwikkelaars en bouwers ook moeten bijdragen in de kosten die verband houden met klimaatadaptatie, energietransitie en mobliteitsconcepten. Hij vreest dat grondeigenaren straks onteigend worden omdat de overheid windmolens wil gaan bouwen. De wet bevat kaders voor onteigening en regels om projecten in het algemeen belang te realiseren, reageert Knops.

De Kamer stemt op 15 oktober over het wetsvoorstel.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.
  • Kijk debatten terug via Debat Gemist