Donorgegevens kunstmatige bevruchting

12 april, wetsvoorstel – Er komen nieuwe regels voor spermadonoren, waardoor de belangen van donorkinderen beter geborgd worden. De Kamer debatteert hierover met minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport).

In Nederland vinden we het belangrijk dat iedereen gegevens heeft over zijn of haar afstamming, zegt minister Kuipers. Sinds 2004 zijn die gegevens ook door donorkinderen op te vragen. Maar de regering wil nu ook centraal registreren of een donor gebruikmaakt van verschillende klinieken. De nieuwe regels moeten onwenselijke situaties waarbij spermadonoren soms honderden kinderen verwekken, tegengaan.

Voortaan mogen maximaal twaalf vrouwen met geslachtscellen van een donor worden behandeld. Daarnaast wordt de positie van donorkinderen op verschillende andere manieren versterkt. Zo kunnen kinderen van dezelfde donor voortaan desgewenst met elkaar in contact komen.

Beperkingen

De grens van twaalf vrouwen is vooral gebaseerd op risico van "inteelt", constateert Bikker (ChristenUnie, ook namens SGP). Waarom is niet voor een lager maximum gekozen? Zij wijst op de psychische gevolgen van het hebben van heel veel halfzussen en -broers.

Maeijer (PVV) wijst erop dat bij veel Nederlandse klinieken wordt gebruikgemaakt van Deens donorzaad. De Deense spermabank die zich in Nederland heeft gevestigd, werkt volgens haar nog altijd met anonieme donoren. Zijn wensouders hierover goed genoeg voorgelicht, vraagt zij zich af.

Het is goed dat donoren niet meer van kliniek naar kliniek kunnen hoppen, oordeelt Ellemeet (GroenLinks). Maar "massadonoren" kunnen nog altijd zelf actief op zoek gaan naar wensouders. Zij bepleit daarom een Europees registratiesysteem.

Kuipers is bereid om in Europees verband aandacht te vragen voor de belangen van het kind bij donorconceptie. Ook voor de Deense spermabank die in Nederland actief is, gelden Nederlandse regels, benadrukt hij. Dat betekent dat deze geen gebruik mag maken van anonieme donoren.

Opvragen afstammingsgegevens

Nu mag je pas vanaf je 16de een aanvraag doen om je afstammingsgegevens te achterhalen. Maar veel kinderen hebben al eerder existentiële vragen, constateert Paulusma (D66). Onderzoeksinstituut ZonMw geeft in een rapport aan dat er geen ethische redenen voor zo'n leeftijdsgrens zijn. Paulusma wil daarom die leeftijdsgrens uit de wet halen.

Dat is een sympathiek voorstel, meent Kuipers, maar hij voert nu nog gesprekken over de leeftijdsgrenzen met betrokkenen. Hij rapporteert hierover in de loop van dit jaar aan de Kamer. De informatievoorziening en begeleiding van donorkinderen moet zorgvuldig plaatsvinden, benadrukt de minister.

Erfelijke aandoeningen

Als er een erfelijke aandoening in de familie voorkomt, wil je als donorkind daarover geïnformeerd worden, zegt Bushoff (PvdA). Het uitgangspunt is inderdaad dat het donorkind bij bepaalde erfelijke aandoeningen door de betrokken erfelijkheidsarts actief wordt geïnformeerd, reageert Kuipers.

Eiceldonoren

Het debat gaat met name over spermadonoren, maar er is ook een groot tekort aan eiceldonoren, constateert Bevers (VVD). Hij wil weten wat de huidige situatie bij eicelbanken is. De overheid heeft nu geen actieve rol bij de werving. Kan dit heroverwogen worden?

Het tekort is groot, erkent Kuipers, maar hij voelt niet voor een actieve rol van de overheid om dit op te lossen. Dat is een taak van klinieken en eicelbanken. De overheid moet erop toezien dat dit veilig gebeurt. Hij is wel bereid om in gesprek te gaan met klinieken over de knelpunten.

De stemmingen over het wetsvoorstel en de ingediende moties zijn op 18 april.

Zie ook