Debat over Invoeringswet Omgevingswet

19 februari 2019, wetsvoorstel - De nieuwe Omgevingswet moet per 1 januari 2021 in werking treden. De Kamer bespreekt de invoeringswet met minister Ollongren (Binnenlandse Zaken).

Hoe gebruiken we de ruimte in Nederland voor wonen, werken, recreëren en verplaatsen? Dat wordt geregeld in het omgevingsrecht, dat nu in tientallen wetten en regels vastligt. De Omgevingswet bundelt het omgevingsrecht in één wet met als doel eenvoudige en toegankelijke regels voor iedereen.

Met de invoeringswet wijzigt de minister de Omgevingswet op een aantal onderdelen. Daarnaast wordt een aantal andere wetten gewijzigd of ingetrokken. Verder bevat de invoeringswet bepalingen voor het overgangsrecht.

Ollongren wil met de nieuwe ruimtelijke regelgeving recht doen aan de verschillen tussen regio's en gemeenten. Zij benadrukt dat in het nieuwe stelsel de gebruiker centraal staat, de participatie wordt verbeterd en de besluitvorming wordt versneld.

AMvB's

De wet biedt kaders, maar concrete normen worden in algemene maatregelen van bestuur uitgewerkt. Kops (PVV) wijst erop dat daarbij de democratische controle van de Kamer in het gedrang kan komen. Hij wil voorkomen dat via die AMvB's de aanleg van windmolenparken, moskeeën of azc's "erdoor geduwd" wordt.

De democratische legitimatie is niet in het geding, reageert Ollongren, want het parlement wordt vroegtijdig betrokken bij het opstellen van de AMvB's. Zij wijst erop dat de Raad van State positief geadviseerd heeft over het stelsel. De aanleg van bijvoorbeeld een windmolenpark blijft volgens de minister een gemeentelijke kwestie.

Gemeenten

Gemeenten moeten een omgevingsplan opstellen, waarin onder meer bestemmingsplannen worden gebundeld. Van Gerven (SP) vreest dat het beleid minder inzichtelijk en voorspelbaar wordt als elke gemeente eigen normen stelt. De lokale democratie zal goede afwegingen maken over lokale hinder, verwacht de minister. Als de hinder de gemeentegrens overstijgt, dan moet de gemeente samenwerking zoeken met andere gemeenten, de provincie of het Rijk.

Is er wel een goede balans tussen het beschermen van belangen en het benutten van de ruimte in Nederland nu het college van burgemeester en wethouders meer macht krijgt, vragen Van Eijs (D66), Smeulders (GroenLinks) en Ronnes (CDA). Moet de "hoogste baas van de gemeente", de gemeenteraad, geen grotere rol krijgen?

Volgens de wet heeft de gemeenteraad adviesrecht bij vergunningen die afwijken van het omgevingsplan. Ollongren stelt voor om dat adviesrecht aan te vullen met de verplichting voor het college van burgemeester en wethouders om af te zien van vergunningverlening als de raad daartegen is.

Veel gemeenten hebben nog geen omgevingsplan opgesteld, zegt Laan (VVD). Heeft dat geen gevolgen voor de landelijke bouwopgave? Als de Omgevingswet in werking treedt, moet iedere gemeente een omgevingsplan hebben, antwoordt de minister. De bouwopgave wordt volgens haar niet beïnvloed door een nog niet geldende wet.

Smeulders (GroenLinks) wil voorkomen dat in de versnelde vergunningverlenging "zachte waarden" als milieu en gezondheid in de lokale afweging het onderspit delven. Hij wil dat de gemeenten hierbij door het Rijk ondersteund worden. Ollongren zegt een overzicht toe van alle ondersteuning die het Rijk de gemeenten biedt.

Planschade

Als je huis in waarde daalt door een bouwproject ernaast, lijd je planschade. Met de nieuwe wet kan 5% van die schade niet verhaald worden. Te veel, vindt Ronnes (CDA). Hij wil uitgaan van 2%, conform de huidige Wet ruimtelijke ordening. In die wet staat "ten minste 2%", reageert de minister. Zij wil af van de onzekerheid die dat voor gemeenten oplevert.

Soms is er planschade, soms zijn er ook planbaten, betoogt Nijboer (PvdA). Als een metrolijn wordt aangelegd, stijgen panden in de buurt vaak enorm in waarde. Moeten die baten niet ten goede komen aan de gemeenschap? Een planbatenheffing vind ik ongewenst, antwoordt de minister.

Eigenaren moeten de aanleg van kabels en buizen gedogen en krijgen daarvoor een schadevergoeding. Een vergoeding voor het gebruik van de kabels en buizen vindt de minister niet noodzakelijk. Maar Bisschop (SGP) vindt zo'n gebruiksvergoeding wel wenselijk als het gaat om kabels en buizen van commerciële bedrijven.

Digitaal Stelsel Omgevingswet

Het Digitaal Stelsel Omgevingswet is volgens de minister een belangrijk hulpmiddel voor een goede uitvoering van de Omgevingswet. Het stelsel moet alle informatie over de fysieke leefomgeving bevatten, inclusief aanvragen, meldingen en dergelijke.

Het digitale stelsel moet echt begrijpelijk en gebruiksvriendelijk voor de inwoners zijn, benadrukt Van Eijs (D66). En ook voor het mkb, voegt Bisschop (SGP) toe. Wanneer krijgt de Kamer een eerste proeve te zien, vraagt Laan (VVD). De minister zegt dat dit voorjaar een try-outversie beschikbaar zal zijn. Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet is het stelsel klaar, verzekert zij de Kamer.

De Kamer stemt op 5 maart over het wetsvoorstel en de ingediende moties.

zie ook

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort

  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.

  • Kijk debatten terug via Debat Gemist