Plenair verslag Tweede Kamer, 19e vergadering
Donderdag 27 november 2025

  • Begin
    10:15 uur
  • Sluiting
    0:00 uur
  • Status
    Ongecorrigeerd

Opening

Voorzitter: Van Campen

Aanwezig zijn leden der Kamer, te weten:

De voorzitter:
Ik open de vergadering van donderdag 27 november 2025.

Mededelingen

Mededelingen

Mededelingen

De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mee dat het volgende lid zich heeft afgemeld:

Nobel.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

Hamerstukken

Hamerstukken

Aan de orde is de behandeling van:

  • het wetsvoorstel Wijziging van diverse wetten in verband met het overzetten van bepalingen uit de Vangnetregeling Omgevingswet naar de wet in formele zin, alsmede met het herstellen van wetstechnische gebreken en leemten (36824);
  • het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, de Wet hersteloperatie toeslagen en enkele andere wetten met het oog op het verbeteren van het toeslagenstelsel en het aanpassen van enkele aanvraagtermijnen van bepaalde regelingen inzake de hersteloperatie toeslagen (Wet verbetermaatregelen toeslagen en aanpassing termijnen hersteloperatie toeslagen) (36779).

Deze wetsvoorstellen worden zonder beraadslaging en, na goedkeuring van de onderdelen, zonder stemming aangenomen.

Besluit van de minister van SZW om de afbouw van de regeling om 25% van het minimumloon in te houden terug te draaien

Besluit van de minister van SZW om de afbouw van de regeling om 25% van het minimumloon in te houden terug te draaien

Aan de orde is het debat over het besluit van de minister van SZW om de afbouw van de regeling om 25% van het minimumloon in te houden terug te draaien.


Termijn inbreng

De voorzitter:
Aan de orde is het debat over het besluit van de minister van SZW om de afbouw van de regeling om 25% van het minimumloon in te houden terug te draaien. Ik heet van harte welkom in vak K de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Er zijn vandaag twee maidenspeeches. Dat is een bijzonder moment. Het betreft de maidenspeeches van de heer Ceulemans van JA21 en van de heer Neijenhuis van D66. Dan schors ik na elke maidenspeech voor een enkel ogenblik voor de felicitaties. Maar daar zijn we nog niet, want we zijn eerst aanbeland bij mevrouw Patijn voor haar eerste termijn van de zijde van de Kamer namens de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid. Dat mag u bij het spreekgestoelte doen, tenzij u een ordevoorstel heeft. Gaat uw gang.

Mevrouw Patijn (GroenLinks-PvdA):
Ik had een ordevoorstel. Ik wil de voorzitter vragen om wat meer ruimte voor de interrupties bij de minister te geven. Dat mag wat mij betreft ten koste gaan van de ruimte die we hebben voor de interrupties bij de Kamer.

De voorzitter:
Ik vind het altijd lelijk om een beperkt aantal interrupties te hebben. Ik wil dus proberen om dat niet te doen, maar dat vraagt ook wat van u allen, namelijk dat we de interrupties kort en beknopt houden. 30 seconden is toch echt wel mogelijk, want u heeft ook gewoon vier minuten in uw eigen spreektijd. Laten we het zo doen: u krijgt ruimte voor interrupties, maar ik ga wel ingrijpen als ze te lang duren. Maar eerst heeft u het woord voor uw inbreng namens de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid. Gaat uw gang.

Mevrouw Patijn (GroenLinks-PvdA):
Hartelijk dank, voorzitter. Iedere dag worden tientallen mensen die hun werk verliezen hun huis uitgezet. Dit gaat over gewone mensen, maar ze worden behandeld als tweederangsburgers. Maar het is niet normaal dat een werkgever je vertelt dat je je werk verliest en je dus ook binnen een paar dagen je huis uit moet. Iedere dag worden arbeidsmigranten in steden en dorpen letterlijk op straat gezet omdat hun werk stopt en ze dus hun bed verliezen. De gevolgen zijn voor de arbeidsmigrant en voor hun buren die de overlast ervaren van weer een verhuizing. Weer een dakloze buurtbewoner zonder wc, waardoor mensenpoep wekelijks uit de tuin en portiek geschept moet worden. Weer een dakloze die bij het Leger des Heils aanklopt. Weer een agent die moet omgaan met de vele meldingen van overlast. Maar vooral: weer een beschadigd mens dat de moed had naar Nederland te komen om te werken, maar zonder pardon op straat gegooid wordt. Van het Leger des Heils tot Emile Roemer, van de bewonersgroep tot de FNV, van FairWork tot de Arbeidsinspectie: allemaal zeggen zij dat de stilstand gestopt moet worden, de AMvB alsnog doorgevoerd moet worden en de verstrengeling van huur en loon ontkoppeld moet worden.

Voorzitter. Ik heb een aantal vragen. Die wil ik graag separaat beantwoord hebben. Vindt de minister het belangrijk om de verstrengeling tussen bed en baan te doorbreken, ja of nee? Op 31 januari 2025, na anderhalf jaar verkenning, besloot het kabinet van deze minister, het kabinet-Schoof, de inhoudingsregeling af te schaffen. In het debat van 9 februari is dit besluit gepasseerd in de Kamer. Op 22 augustus stapte ook NSC uit het kabinet. Het kabinet is dan dubbeldemissionair. Vanaf 5 september wordt de minister, Mariëlle Paul, demissionair minister van SZW. In de nota over het ontwerpbesluit van 23 september, achttien dagen na haar benoeming, schrijft de minister over het advies om het besluit naar de Raad van State te sturen: "Niet doen!!" Waarom heeft de dubbeldemissionair minister dit besluit en de wens van de Kamer zonder debat teruggedraaid?

Voorzitter. Deze minister wist dus op 23 september al dat zij belangrijk beleid ging terugdraaien. Zij zegt niemand verder geconsulteerd te hebben en haar besluit enkel gebaseerd te hebben op een brief van VNO-NCW. Op 1 oktober heeft zij de sociale partners mondeling geïnformeerd via haar ambtenaren. Kan de minister uitleggen waarom ze de sociale partners niet zelf geconsulteerd heeft? Pas op 30 oktober, ruim vijf weken na haar besluit, heeft de minister de Kamer geïnformeerd. Eén dag na de verkiezingen. Ik herhaal: één dag na de verkiezingen. Verstopt in een brief over een ander onderwerp. Kan de minister uitleggen waarom zij meer dan vijf weken heeft gewacht de Kamer te informeren? Kan de minister uitleggen waarom ze daarmee gewacht heeft tot de dag na de verkiezingen en waarom ze het advies van haar ambtenaren om dit eerder te doen genegeerd heeft? Kan de minister aangeven of zij denkt dat haar brief invloed zou hebben gehad in de campagne, als zij de brief eerder aan de Kamer gestuurd had? Kan de minister uitleggen waarom ze zei dat ze haar besluit met de sociale partners besproken heeft, maar daar later helemaal niet met die mensen over gesproken blijkt te hebben?

In de brief van afgelopen week schrijft de minister, en ik citeer: "Ten eerste worden kabinetsleden geacht terughoudend te zijn met het versturen van een brief met een beleidswijziging als uw Kamer met verkiezingsreces is." Het is als volgt: een dubbeldemissionaire minister wordt geacht überhaupt geen beleidswijzigingen door te voeren die nog geen halfjaar daarvoor gepasseerd zijn in de Kamer. Deze minister negeerde de Kamer, maar laat vooral de arbeidsmigranten en hun buren in de kou staan. De enige gepaste actie is om alsnog de AMvB door te voeren.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Patijn. Dan geef ik het woord aan de heer Ceder voor zijn inbreng namens de fractie van de ChristenUnie. Gaat uw gang.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Voorzitter. Vijf jaar na de commissie-Roemer moeten we concluderen dat de positie van arbeidsmigranten in Nederland te weinig, nauwelijks, is verbeterd. Nog steeds werken duizenden mensen onder slechte omstandigheden. Zij wonen in erbarmelijke omstandigheden en worden behandeld als stukgoed. Er wordt grof geld verdiend aan de uitbuiting van kwetsbare mensen. Wie zijn baan kwijtraakt, verliest zijn huis en kan eindigen in een tentenkamp langs de snelweg. Roemer bevestigde vorige week dat hij zich schaamt voor de uitvoering van zijn rapport.

Voorzitter. De ChristenUnie vindt dat terecht, want de praktijk in ons land is ook iets waar we ons diep, diep voor moeten schamen. Ondanks de slechte woon- en werksituaties, het grote aantal bedrijven dat de regels aan zijn laars lapt en de geringe pakkans, schrijft de minister dat een groot deel van het rapport-Roemer is uitgevoerd of in uitvoering is. Hoe dan, vraag ik. Vindt zij zelf dat de genomen maatregelen al effect hebben? Is er niet veel meer nodig? Worden die maatregelen ook niet ontweken? Centraal in het rapport staat de loskoppeling van bed en baan. Zonder baan geen bed, en zonder bed geen baan. Terecht rijzen er vragen over het besluit dat de minister nu neemt. Want hoe rijmt zij dit met de belangrijkste aanbeveling van Roemer? Wat is haar argumentatie, zeker gezien het standpunt van de Arbeidsinspectie?

De minister wekt de indruk dat de inhoudingsmogelijkheid vooral een dienst van werkgevers aan werknemers is, maar feitelijk is het toch gewoon een verdienmodel voor werkgevers? Erkent de minister dit? Hoe weegt de minister de voordelen van het behouden van de regeling op tegen het feit dat deze in de praktijk aantoonbaar bewust als verdienmodel wordt gebruikt? Welke maatregelen neemt zij om misstanden waarin de werkgever ook de huisbaas is, tegen te gaan?

Voorzitter. Ook over het proces heb ik vragen. Want waarom neemt de minister dit besluit in een dubbeldemissionaire periode met een kabinet dat rust op 26 zetels in de Tweede Kamer? Ook de timing van de bekendmaking en de wisselende woordvoeringslijn over of er nu wel of niet met de sector is gesproken, is op zijn zachtst gezegd ongelukkig. Hoe reflecteert de minister hierop? Wat had er beter gemoeten?

Voorzitter. De manier waarop Nederland nu met arbeidsmigranten omgaat, is een vorm van moderne slavernij. Het is uitbuiting. Mensen huren een matras in een gedeelde ruimte puur om werk te doen waar Nederlanders zich te goed voor voelen, omdat wij ons online blauw bestellen en verwachten dat pakketjes binnen 24 uur voor de deur moeten liggen. De maatregelen die we vandaag bespreken gaan dit onrecht niet oplossen en ook de scheiding van bed en baan niet realiseren, want zelfs als de inhoudingsmogelijkheid verdwijnt, blijft de werkgever in veel gevallen ook de huisbaas. Arbeidsmigranten hebben nu vaak shortstaycontracten, waardoor ze van de ene op de andere dag dakloos kunnen worden. We zien het in de grote steden.

Echte scheiding van bed en baan vraagt vooral om veel betere huurbescherming. Daarom vraag ik de minister of zij het met mij eens is dat betere huurbescherming essentieel is om de afhankelijkheidsrelatie eindelijk te doorbreken. Is het wetsvoorstel van minister Keijzer hiervoor voldoende of is er meer nodig om deze scheiding daadwerkelijk te realiseren? Wanneer komt het wetvoorstel naar de Kamer en wanneer moeten de maatregelen dan daadwerkelijk ingaan? Wat betekent dit voor de inhoudingsmogelijkheid? Is deze volgens de minister nog steeds noodzakelijk of erkent zij dat we gezien het risico op de instandhouding van een verdienmodel dat we niet willen zo snel mogelijk afscheid moeten nemen van deze regeling? Ik zal op dit punt ook een motie indienen om dat voor elkaar te krijgen en ik hoop uiteraard ook op brede steun.

Voorzitter. Tot slot. Naast de uitvoering van het rapport-Roemer moet namelijk ook de arbeidsvraag naar goedkope arbeid worden verminderd, zoals de Arbeidsinspectie aangeeft. Daar heeft dit kabinet nog niets aan gedaan. Het ibo van afgelopen zomer biedt hiervoor goede handvatten. Ik noem er enkele: een uitzendverbod in risicosectoren, afschaffing van de ETK-regeling en strengere eisen aan nachtwerk. Laatste vraag: wanneer gaat dit kabinet hiermee aan de slag en wanneer voeren we in de Kamer daarover het gesprek?

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Ceder. Het woord is aan de heer Jimmy Dijk namens de fractie van de Socialistische Partij.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Voorzitter. In de jaren zestig en zeventig werden Turkse, Marokkaanse, Spaanse en Italiaanse mensen hiernaartoe gehaald. Die werden "gastarbeiders" genoemd. Ze werden in wijken weggestopt in hokken met meerdere matrassen in één kamer. Soms diende de vloer volledig als kamer. Soms waren het garageboxen. Mensen werden uitgebuit. De taal hoefde niet geleerd te worden, zodat mensen maar lekker afhankelijk konden blijven van de werkgever. Er ontstonden grote problemen in buurten en wijken. We zien daar nu de gevolgen van. Later kwamen de Roemenen, Bulgaren en Polen. Open grenzen, er was vrij verkeer van personen en goederen. Wat zou dat een vooruitgang bieden. Maar voor wie heeft dit gewerkt? Niet voor de mensen waarover ik het net had. Zij worden nog steeds uitgebuit, afgedankt en op straat gegooid. Vanaf 2006 is het aantal arbeidsmigranten in Nederland verviervoudigd tot een aantal van 800.000 tot 1,2 miljoen, maar dat is een schatting. Van 400.000 mensen is dus niet precies bekend of ze er zijn, hoelang ze er zijn en waar ze verblijven. De afhankelijkheidsrelatie die er eerst rondom taal en wonen was, is nu nog heftiger geworden. Hoe kun je uitleggen dat mensen een kwart van hun loon moeten inleveren aan huisvestingskosten? Wie zou daar vrijwillig voor kiezen? Welke vorm van vrijheid is dat? Dat is geen vrijheid. Dat is terug naar de middeleeuwen. Dat is terug naar een tijd van landarbeiders met gedwongen winkelnering. Dat is geen ontwikkeling. Dat is geen vooruitgang. Dat is keiharde achteruitgang.

Deze minister heeft echt iets uit te leggen, aangezien ze op 30 oktober, een dag na de verkiezingen, meedeelt een besluit, waar tijdenlang over gesproken is en waar hier in de Tweede Kamer een meerderheid voor was, eigenhandig terug te trekken en te vertragen, met nu al als gevolg dat dit besluit uitgesteld moet worden. De minister heeft dus echt iets uit te leggen. Dat heeft ze overigens gedaan zonder de Tweede Kamer hierover in te lichten, terwijl ambtenaren haar daarvoor gewaarschuwd hadden. Deze minister heeft meer uit te leggen. In de eerste reacties werd gesteld dat iedereen was ingelicht en dat er gesprekken waren gevoerd. Dat blijkt achteraf dus helemaal niet waar te zijn, behalve voor de Algemene Bond Uitzendondernemingen: daar blijft het een beetje vaag.

Voorzitter. Bij dit soort debatten moet je altijd de vraag stellen: wie heeft er belang bij het terugdraaien van dit besluit? Heeft iemand een arbeidsmigrant gevraagd? Iemand? Dat is ook een vraag aan de minister. Wie heeft er belang bij dit besluit? Heeft iemand een arbeidsmigrant gevraagd? Heeft u dat gedaan, minister? Kiezen die er vrijwillig voor om een kwart van hun loon in te leveren? Wie zijn er geraadpleegd? Dat is ook de vraag. En dan stel ik weer de vraag: heeft u arbeidsmigranten gesproken?

De voorzitter:
Via de voorzitter, meneer Dijk.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Voorzitter, heeft iemand hier in de zaal arbeidsmigranten gesproken en gevraagd wat zij hiervan vinden?

Voorzitter. Al die rapporten, al die adviezen moeten uitgevoerd worden. Ja, ook die van de commissie-Roemer, zeker. Maar de minister heeft met haar rare en eigenstandige besluit vertraging in de afbouw van deze afhankelijkheidssituatie veroorzaakt. Dat is heel schadelijk. Deze Tweede Kamer moet zichzelf serieus nemen. Dus ik kijk naar het CDA. Ik kijk naar D66. Staan jullie dit toe? Vinden jullie het normaal dat een Kamer niet wordt ingelicht als een minister eigenstandig een besluit terugdraait? Waarom heeft de minister dit besluit genomen en waarom voelde zij zich hiertoe gemachtigd?

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Dijk. Dan is het woord aan de heer Boon voor zijn inbreng in eerste termijn namens de fractie van de Partij voor de Vrijheid.

De heer Boon (PVV):
Dank u wel, voorzitter. De PVV wil fors minder arbeidsmigratie omdat Nederland de huidige instroom eenvoudigweg niet meer aankan. Nieuwe onderzoeken laten zien dat er gewoon veel meer arbeidsmigranten zijn dan er al werd gedacht: tussen de 1,6 en 1,8 miljoen arbeidsmigranten. Daarom zet de PVV grote vraagtekens bij dit besluit van een dubbeldemissionair kabinet, dat in een overgangsfase de afbouw van de 25%-regeling terugdraait, een maatregel met enorme gevolgen voor werknemers en de migratiestromen naar Nederland. Dat is politiek onbegrijpelijk en democratisch onverdedigbaar.

Nog opmerkelijker was de timing: één dag na de verkiezingen. Eén dag. Waarom? De PVV vraagt nogmaals of er achter de schermen druk is uitgeoefend en door welke partijen of lobby's dat is gebeurd. Want bepaalde werkgevers hebben hier belang bij. Deze regeling houdt het verdienmodel van goedkope arbeidsmigratie in stand. De Arbeidsinspectie noemt het zelfs een "stimuleringsregeling voor arbeidsmigratie". Door de automatische inhouding van 25% van het minimumloon worden arbeidsmigranten kunstmatig goedkoop gehouden. Want elke extra migrant levert direct op voor die werkgever. Daardoor loont het om steeds maar nieuwe migranten Nederland binnen te halen. Ze worden zelfs binnengehaald zonder selectie, zelfs zonder fatsoenlijk werk of fatsoenlijke huisvesting. Het resultaat voor de Nederlanders is duidelijk: een voortdurende aanzuigende werking. Een systeem waarin werknemers volledig afhankelijk blijven van hun werkgever voor een baan en een bed. Dat vergroot het risico op misbruik, uitbuiting of zelfs huisuitzetting.

Daar stopt het niet. Want deze praktijk verstoort ook ónze woningmarkt. Uitzendbedrijven kopen onze woningen op en bieden ver boven de marktprijs, omdat de inhoudingen hun inkomsten garanderen. Dat gaat ten koste van het lokale woonaanbod, ten koste van de Nederlanders die dringend een betaalbare woning zoeken. Toch kiest het dubbeldemissionaire kabinet voor een maatregel die de instroom verder kan vergroten, terwijl de druk nu al enorm is. Deze regeling is geen neutraal instrument maar een financiële stimulans voor goedkope arbeid. Onze jongeren kunnen geen huis meer vinden. Onze buurten hebben steeds meer overlast. Onze zorg, onze veiligheid en ons onderwijs staan op omvallen, maar dit kabinet laat de deur gewoon openstaan. Dit houdt een schadelijk verdienmodel overeind. Het ondermijnt de positie van de Nederlandse werknemers en jaagt de instroom verder omhoog, terwijl Nederland nu al overbelast is. De PVV zegt: "Genoeg. Stop dit verdienmodel. Zet de belangen van de Nederlanders weer op één."

Tot slot. Ik ga afronden. We hebben nog één vraag aan de minister: hoe kijkt zij aan tegen het pleit in de EU voor werkgeversvergunningen voor werknemers uit andere EU-landen? Als Nederland de instroom werkelijk wil terugdringen, moet dit gesprek toch juist in Brussel worden gevoerd? Is de minister bereid om dat eindelijk op te pakken zodat Nederland weer regie krijgt op wie hier komt werken?

Voorzitter, tot zover.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Boon. Ik zie een interruptie van de heer Ceder van de ChristenUnie.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Over dat laatste, dat je in Europa veel meer voet bij stuk moet houden, zijn we het eens. Ik heb met volgens mij de heer Dijk, of in ieder geval met de SP, meerdere moties ingediend om ook bilateraal met landen afspraken te maken, zodat we als Nederland gewoon de regie hebben. Ik weet dat oud-PVV-collega Mooiman een paar maanden geleden een motie heeft ingediend om de shortstaycontracten ook onder de huurbescherming te laten vallen. Op grond daarvan heeft minister Keijzer vervolgens gezegd dat ze dat gaat doen met een wetsvoorstel.

De voorzitter:
Uw vraag is?

De heer Ceder (ChristenUnie):
Mijn vraag is dat ik het voornemen heb om vandaag dan ook een voorstel te doen, namelijk om dat voorstel van mevrouw Keijzer door te laten gaan. Dat zou betekenen dat shortstaycontracten onder de huurbescherming komen en dat dan ook de scheiding tussen bed en baan mogelijk gemaakt wordt. Daardoor zorg je ervoor dat arbeidsmigranten een betere huurbescherming hebben, maar ook dat je een contract kunt beëindigen zonder dat mensen dan vervolgens op straat belanden of anderszins alsnog in een benarde positie zitten. Mijn vraag is of de PVV zoiets zou kunnen steunen.

De heer Boon (PVV):
Het voorstel dat mevrouw Keijzer heeft aangekondigd, steunen wij. Daar zijn wij zeer positief over. Dit heeft ook betrekking op een motie van de heer Mooiman van de PVV, zoals u aangaf. Ik begrijp niet precies wat uw motie toevoegt, maar als die het kan versnellen …

De voorzitter:
De motie van de heer Ceder!

De heer Boon (PVV):
Excuses, voorzitter. Het is de motie van de heer Ceder. Ik begrijp niet wat zijn motie eventueel toevoegt. Maar als die het versterkt, verbetert, dan ben ik zeker bereid om daar positief naar te kijken.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Boon. Ik zie nog een interruptie, van de heer Van Houwelingen.

De heer Van Houwelingen (FVD):
De PVV is kritisch op arbeidsmigratie en dat zijn wij ook. Mij verbaast dan toch het volgende. De Boon merkte het net zelf op. We hebben natuurlijk binnen de Europese Unie die Detacheringsrichtlijn. Iedereen kan hier eigenlijk gaan werken als die maar voor een Europees uitzendbureau werkt; dat vindt u ook een groot probleem. Ja, dat gaat natuurlijk nooit veranderen. De EU is helemaal niet van plan om dat te hervormen. Het punt dat ik wel vaker in een debat maak: de enige manier is om uit de Europese Unie te gaan als je weer controle wil krijgen over je grenzen. Dat wil de PVV niet meer, dus misschien dat de heer Boon dat kort zou kunnen toelichten. Dat begrijp ik namelijk maar niet.

De heer Boon (PVV):
Nee, u, de voorzitter, de heer Van Heiningen, Van Pijnigen …

De voorzitter:
Van Houwelingen.

De heer Boon (PVV):
Van Houwelingen!

De voorzitter:
Dat was een samenvoeging!

De heer Boon (PVV):
Hij begrijpt het inderdaad niet. De voorganger van de minister had in Europa juist een heel collectief verzameld van verschillende landen die van het misbruik van die A1-detachering af wilden. Dat is juist de weg die we op moeten gaan. We kunnen in Europa veel meer bereiken, maar dan moeten we niet altijd toegeven. We moeten niet altijd buigen. We moeten eens een keer recht blijven staan en een keer echt met de vuist op tafel slaan en gewoon eisen. Daar was de vorige minister heel goed mee bezig. Ik hoop dat deze minister ook doorgegaan is met het aanpakken van het misbruik van de A1-constructies. Misschien dat ze straks in haar termijn ook even iets kan zeggen over wat nu de stand van zaken is, want wij hadden daar hele goede hoop op.

De heer Van Houwelingen (FVD):
Aan de ene kant waardeer ik uw passie. Ik wil hier niet de partypooper zijn, maar het probleem is natuurlijk dat dit binnen de Europese Unie nooit gaat veranderen. U weet dat een van vier basisprincipes het vrije verkeer van diensten en ook het vrije verkeer van werknemers is. Dat vrije verkeer van diensten en werknemers is dus de kern van de Europese Unie. Laat ik de vraag dan maar zo stellen: kan de heer Boon één voorbeeld geven waarin de Europese Unie dat vrije verkeer van diensten aan banden heeft gelegd, teruggedraaid, zodat de Europese Unie dus strenger is geworden op het vrije verkeer van arbeidsmigranten?

De heer Boon (PVV):
De PVV is inderdaad een hele positieve partij. Wij zitten ook in Europa, in tegenstelling tot u. We zien dat er een nieuwe wind waait. We zien de veranderingen komen; we zien de uitslagen die straks gaan komen in Frankrijk en er gaat verandering komen in Duitsland. Er staat een massale verandering in Europa voor de poort, die wij binnen moeten zien te halen. Als we dat doen, dan kunnen we eindelijk dat vrije werknemersverkeer aan banden leggen. Wij zijn daar heel positief over, verwachten dat dat gaat lukken en zetten ons daar keihard voor in.

De voorzitter:
Tot slot.

De heer Van Houwelingen (FVD):
Tot slot. Daarover verschillen wij dus met de PVV. Wij denken echt dat dit wensdenken is. De enige manier om dit aan banden te leggen en weer controle te krijgen over onze eigen grens, is door uit de Europese Unie te stappen.

De voorzitter:
Dank u wel. Daarmee was u aan het einde gekomen van uw inbreng. Dan is nu het woord aan de heer Van Houwelingen voor zijn inbreng namens de fractie van Forum voor Democratie. Gaat uw gang.

De heer Van Houwelingen (FVD):
Dank u, voorzitter. We spreken vandaag met elkaar over het wel of niet behouden van een regeling die het voor werkgevers — in de praktijk zijn dat dus vaak uitzendbureaus — mogelijk maakt maximaal 25% van het wettelijk minimumloon in te houden en die te gebruiken voor het realiseren en het betalen van huisvesting van arbeidsmigranten. In de huidige praktijk betekent dit dat arbeidsmigranten hun woning kunnen verliezen bij het verlies van hun werk. Wat Forum voor Democratie betreft is dit wenselijk. Immers, een arbeidsmigrant komt hiernaartoe voor arbeid. Wanneer er geen sprake meer is van arbeid, is er geen reden meer om hier te blijven. Deze regeling bevordert daarmee dus het tijdelijke karakter van arbeidsmigratie en dat is een goede zaak, vinden wij. Daarbij is het natuurlijk wel van belang dat arbeidsmigranten die geen werk meer hebben ook daadwerkelijk terugkeren naar het land van herkomst. Vandaar is dus onze vraag aan de minister: op welke manier zet het kabinet zich in voor de terugkeer van arbeidsmigranten wanneer zij hun baan verliezen?

Tot zover vindt de minister ons dus aan haar zijde. De minister laat echter ook weten te werken aan een wetsvoorstel voor betere huurbescherming voor arbeidsmigranten. Daarmee worden werk en huisvesting weer losgekoppeld, waardoor een arbeidsmigrant zonder een baan juist makkelijker in Nederland zou kunnen blijven wonen. Dat lijkt ons dus geen goede zaak. Om dezelfde reden hebben wij ook onze twijfels bij het extra geld dat de minister wil steken in de opvang van dakloze arbeidsmigranten. Natuurlijk vinden ook wij dat het beter is dat een arbeidsmigrant die zijn baan verliest tijdelijk in een daklozenopvang zit in plaats van op straat te belanden en rond te zwerven. Maar het zou nóg beter zijn om arbeidsmigranten te helpen terug te keren. In hoeverre wordt er in die daklozenopvang ingezet op een zo snel mogelijke terugkeer van de arbeidsmigrant? Dat is onze tweede vraag aan de minister.

Forum voor Democratie wil alleen waardevolle en noodzakelijke arbeidsmigranten en in het ideale scenario helemaal geen arbeidsmigranten. Zolang honderdduizenden Nederlanders thuis zonder werk zitten, kan het niet zo zijn dat er massaal arbeidsmigranten naar Nederland worden gehaald voor werk dat ook Nederlanders zouden moeten kunnen doen. Arbeidsmigranten drukken de lonen, remmen daarmee de innovatie en vergroten de druk op onze sociale voorzieningen en natuurlijk vooral op de woningmarkt. Ze verdwijnen soms in de illegaliteit of worden dakloos, met alle sociale gevolgen van dien. Dit nog los van de schrijnende situatie, die terecht werd genoemd, waarin arbeidsmigranten in ons land, ver weg van hun familie en ver weg van hun huis, zich soms bevinden. In sommige buurten of wijken waar veel arbeidsmigranten wonen, voelen Nederlanders zich minder thuis, al was het maar omdat daar niet of nauwelijks meer Nederlands wordt gesproken. Laten we niet vergeten dat de ontworteling en de gigantische sociale problemen die worden veroorzaakt door de massa-immigratie weliswaar grotendeels, maar niet uitsluitend op het conto van asielmigratie te schrijven zijn. Ook arbeidsmigratie is een onderdeel van de massa-immigratie waar ons land zo onder te lijden heeft.

Forum voor Democratie is daarom zeer kritisch op arbeidsmigratie. Wij pleiten voor een greencardsysteem voor arbeidsmigranten met unieke kennis en kunde waar in ons land gebrek aan is. Om die redenen steunen wij het plan van minister Paul om de huidige inhoudingsregeling in stand te houden. Wij zijn namelijk voorstander van de combinatie tussen werk en woning voor arbeidsmigranten. Daar gaat het ons om. Iemand die zijn werk verliest, verliest immers zijn reden om in Nederland te verblijven. De inhoudingsregeling terugdraaien zou bovendien voor nog meer druk op de woningmarkt kunnen zorgen. Nu regelt de werkgever het huis immers vaak zelf, via speciale flexprojecten. Met het afschaffen van de regeling gaan arbeidsmigranten op de reguliere woningmarkt meedingen naar woningen. Ook dat zou onwenselijk zijn. Daarom steunen we het voorstel van de minister om deze regeling te behouden, maar blijven wij in algemene zin zeer kritisch op de steeds grotere druk die arbeidsmigratie op onze samenleving legt.

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Houwelingen. Dan zijn we aangekomen bij een heugelijk moment, namelijk de maidenspeech van de heer Ceulemans. Hij zal zijn inbreng leveren namens JA21. Bij een maidenspeech is het gebruikelijk dat er geen interrupties worden gepleegd. Gaat uw gang, meneer Ceulemans.

De heer Ceulemans (JA21):
Dank u wel, voorzitter. Het is een eer om vandaag de eerste keer het woord te voeren in de plenaire zaal. Ik ben trots om dat te mogen doen namens de partij waarbij ik vanaf het allereerste begin, volgend jaar alweer vijf jaar geleden, betrokken ben en die nu sterker dan ooit in het politieke landschap staat.

Het onderwerp waarover we het vandaag hebben, namelijk arbeidsmigratie en dan vooral de schaduwzijde daarvan, gaat me persoonlijk aan het hart. Ik woon op Rotterdam-Zuid, in een wijk met een van de hoogste percentages Midden- en Oost-Europese arbeidsmigranten van Nederland. In wijken zoals de mijne worden iedere dag opnieuw twee dingen heel duidelijk. Ten eerste zijn veel arbeidsmigranten mensen met een indrukwekkend arbeidsethos. Zij doen werk dat wij niet willen of kunnen doen en zijn iedere dag in touw voor onze economie en een betere toekomst voor henzelf. Maar ook is duidelijk dat het gewoon compleet ontspoord is. De open grenzen van de EU leiden tot grote problemen in onze straten. Wijken zijn in korte tijd onherkenbaar veranderd, de sociale cohesie staat er zwaar onder druk en het straatbeeld is steeds vaker het toneel van Oost-Europese daklozen.

Natuurlijk zal arbeidsmigratie altijd in zekere mate nodig blijven. Maar arbeidsmigratie naar Nederland heeft ongecontroleerde vormen aangenomen. Het is een verdienmodel dat het economische en maatschappelijke belang van Nederland in veel opzichten niet meer dient. Het is een systeem waarvan de negatieve gevolgen op het bordje van de samenleving worden geschoven: van uitbuiting, dakloosheid en verloedering tot een neerwaartse spiraal richting Nederland als lagelonenland en een eigen beroepsbevolking die praktisch werk verleert. De jaarlijkse nettotoename van tienduizenden arbeidsmigranten met tegelijkertijd 400.000 mensen in de bijstand is gewoon niet uit te leggen.

In de visie van JA21 wordt arbeidsmigratie daarom weer beperkt tot een gereguleerde vorm van migratie, die per definitie van tijdelijke aard is en die uitsluitend bedoeld is om aantoonbare tekorten op onze arbeidsmarkt te dichten, niet om Nederlands personeel te vervangen of om complete bedrijfstakken op arbeidsmigratie te laten drijven. Onze inzet is daarom gericht op het beperken van arbeidsmigratie en het tegengaan van de misstanden die daarmee gepaard gaan.

Door die bril hebben wij dan ook gekeken naar het besluit van minister Paul om het plan van haar voorganger Van Hijum terug te draaien. Als het aan deze minister ligt, mogen werkgevers voorlopig 25% op het minimumloon blijven inhouden voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Er is de afgelopen weken veel gezegd, geschreven en gespeculeerd over het handelen van de minister, over de vraag hoe zij tot haar besluit is gekomen, over met wie ze daarover wel of geen contact heeft gehad en over de timing van het bekendmaken ervan. Ze nam het besluit op de dag na de Tweede Kamerverkiezingen, terwijl ze al vijf weken eerder tot haar conclusie was gekomen.

Over dat laatste punt schept de brief van de minister van 20 november niet bepaald duidelijkheid. Sterker nog, ze slaagt erin om met één korte alinea nog meer onduidelijkheid te zaaien. De Kamer pas daags na de verkiezingen informeren zou tegelijkertijd te maken hebben gehad met terughoudendheid vanwege het verkiezingsreces en met het feit dat het overleg met het ministerie van VRO pas op 29 oktober gereed was. Welke van de twee is het nou? Was het een bewuste keuze of was de boel gewoon niet eerder rond? Graag een reactie.

Voorzitter. Maar nog veel belangrijker dan al die reconstructies is wat ons betreft de vraag of de minister inhoudelijk het juiste besluit heeft genomen. Geeft het in stand houden van de inhoudingsmogelijkheid, zoals de minister wil, ons meer grip op arbeidsmigratie dan het afbouwen ervan? Hoewel het zeker geen zwart-witdiscussie is, hebben wij daar grote vraagtekens bij.

Als argument voor het handhaven van de inhoudingsmogelijkheid geeft de minister aan dat het werkgevers stimuleert om huisvesting voor arbeidsmigranten te regelen. Tevens wijst ze op flankerend beleid dat al is ingezet om misstanden tegen te gaan. Dat flankerende beleid wás echter al ingezet. Het was nooit een kwestie van of-of, maar van en-en. Daarnaast kunnen werkgevers ook zonder de inhoudingsregeling huisvesting blijven regelen, zeker als dit gebeurt als uiting van goed werkgeverschap, zoals de minister aangeeft. JA21 steunt daarom ook het uitbreiden van mogelijkheden voor tijdelijke huisvesting op het eigen terrein van werkgevers.

Het huidige systeem werkt echter een verdienmodel voor met name uitzendbureaus in de hand. Dat heeft een aanjagende werking op arbeidsmigratie tot gevolg. De Arbeidsinspectie geeft ronduit aan dat de inhoudingsregeling werkgevers stimuleert om arbeidsmigranten in dienst te nemen in plaats van Nederlands personeel, precies het tegenovergestelde van wat JA21 beoogt.

Daarnaast is, gelet op de jarenlange toename van het aantal Midden- en Oost-Europese daklozen, moeilijk vol te houden dat de huidige werkwijze dakloosheid voorkomt. Het afbouwen van de inhoudingsregeling kan ertoe leiden dat er minder woonruimte voor arbeidsmigranten vrijkomt. Dat zal aan de voorkant dan echter een remmende werking op arbeidsmigratie hebben, terwijl het handhaven van de regeling arbeidsmigratie aan de voorkant stimuleert en vervolgens bij baanverlies snel tot dakloosheid kan leiden, met alle gevolgen van dien voor de leefbaarheid in onze steden.

Voorzitter, ik rond af. Zoals ik al zei, is deze discussie niet zwart-wit, maar voor ons staat vast dat het huidige systeem onhoudbaar is. Er zijn altijd argumenten te bedenken om iets niet te doen, maar dat station is wat ons betreft gepasseerd. Er zijn stappen nodig, ook al liggen die gevoelig, om arbeidsmigratie te beperken. Het besluit van deze minister lijkt wat ons betreft in strijd daarmee.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Er mag geroffeld worden.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:
Meneer Ceulemans, ik wil u verzoeken zo dadelijk de felicitaties in ontvangst te nemen voor het rostrum, nadat ik zelf de eer heb gehad om u te feliciteren. Ik schors de vergadering voor een enkel ogenblik.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering en geef het woord aan de heer Van den Brink voor zijn inbreng namens de fractie van het Christen Democratisch Appèl. Gaat uw gang.

De heer Tijs van den Brink (CDA):
Meneer de voorzitter. In 1969 arriveerde een jongeman vanaf Sicilië voor vakantie in Utrecht. Die vakantie beviel zo goed dat hij op een dag besloot hier werk te zoeken. Letterlijk binnen een uur vond hij werk. Via via wist hij ook aan woonruimte te komen, een keurige kamer.

Zo soepel als dat toen ging, gaat het lang niet altijd. Ik ben pas twee weken woordvoerder op dit dossier, maar dat is me al wel duidelijk. Woonruimte vinden is voor iedereen moeilijk, dus zeker ook voor arbeidsmigranten. Daarom is het op zichzelf niet gek dat werkgevers zich inspannen om ook woonruimte te vinden voor arbeidsmigranten die ze naar Nederland halen; verantwoordelijke werkgevers bekommeren zich immers om hun personeel. Gelukkig zijn er veel werkgevers die dat op een goede manier doen. De vraag is of het een goed idee is om de huur voor die woonruimte dan ook meteen maar in te houden op het minimumloon. De vorige minister vond van niet; de huidige minister is die mening wel toegedaan. Die wijziging van beleid, en zeker ook het moment waarop die beleidswijziging is gecommuniceerd, heeft geleid tot dit debat. Waarom moest dat op de dag na de verkiezingen? Dat zou ik graag van de minister willen weten. Waarom is die beleidswijzing niet aan allerhande betrokken partijen gemeld, terwijl dat prima kon? Mijn fractie hecht aan een goede omgang met de Kamer en een goede omgang met werkgevers en vakbonden. Daarom graag een reactie van de minister op dit punt.

Wat betreft de inhoud is mijn fractie van mening dat de koppeling tussen wonen en werken de afhankelijkheid van de arbeidsmigrant ten opzichte van de werkgever versterkt. Van die afhankelijkheid willen we graag af. Dat migranten onmiddellijk hun woonruimte verliezen als hun arbeidscontract wordt beëindigd, is zeer onwenselijk. De minister bevestigt in haar brief van afgelopen donderdag dat dat nog steeds voorkomt. Mijn vraag daarbij: heeft de minister zicht op hoe vaak dat voorkomt? Inmiddels is in de uitzend-cao afgesproken dat het wooncontract nog een maand doorloopt na afloop van het werkcontract. Kunt u ons op de hoogte houden van hoe die cao-afspraken uitwerken in de praktijk? Kunnen we hierover een evaluatie van u verwachten? Tegelijkertijd is de vraag wat er gebeurt als de inhoudingsregeling wordt losgelaten. Vindt de arbeidsmigrant dan überhaupt woonruimte of wordt dat lastiger, zoals sommigen vrezen?

Meneer de voorzitter. Dat is de spanning die op dit dossier staat en die ik ook terughoor als ik betrokken organisaties spreek. De Arbeidsinspectie, die toch ook onder uw verantwoordelijkheid valt, is stellig: stop met deze inhoudingsregeling. Werkgevers zien dit volgens de inspectie als een verdienmodel. Op deze manier verdienen ze twee keer: een keer via het werk en nog een keer via de woning. Ook hier een vraag om grip te krijgen op de omvang van het probleem: kunt u ongeveer aangeven op welke schaal werkgevers verdienen aan dit model?

Voor mijn fractie is het van groot belang dat we fatsoenlijk omgaan met arbeidsmigranten. Arbeidsmigranten zijn geen gebruiksvoorwerpen waarmee werkgevers naar hartenlust kunnen schuiven en schipperen. Het zijn mensen, die een menswaardige behandeling verdienen. De uitbuiting van arbeidsmigranten moet echt stoppen. Mijn indruk is dat op papier inmiddels veel maatregelen zijn uitgevoerd die door de commissie-Roemer zijn aanbevolen. Omdat de sector heel groot is geworden en toezicht en handhaving niet op orde zijn, gaat er echter nog steeds veel mis. Daarom is het belangrijk dat de afhankelijkheid van arbeidsmigranten van de werkgevers kleiner wordt. Het afschaffen van de inhoudingsregeling kan daarbij helpen, tenzij die afschaffing juist leidt tot grotere problemen voor arbeidsmigranten. Ik snap de zorgen van de minister op dit punt, maar ik heb toch de neiging de te grote afhankelijkheid van arbeidsmigranten ten opzichte van de werkgevers zwaarder te wegen.

Een van de aanbevelingen van het aanjaagteam is het integreren van de keurmerken voor huisvesting van de arbeidsmigranten. Dat blijkt nu volledig stil te liggen. Mijn vraag aan de minister is: waarom komt dit maar niet van de grond en wat doet u eraan om deze gesprekken vlot te trekken?

Mijn fractie ziet ook dat de afschaffing van de inhoudingsregeling kan leiden tot de komst van minder laagbetaalde arbeidsmigranten. Het wordt dan immers ingewikkelder om het hele pakket van wonen, werken en reizen rond te krijgen.

Tot slot. De arbeidsmigrant waarover ik in het begin van deze bijdrage sprak, is mijn schoonvader. Hij is hier uiteindelijk gebleven en heeft jarenlang een bijdrage geleverd aan de economie, tot volle tevredenheid van hemzelf en van zijn werkgevers. Het kan dus wél, zouden ze bij D66 zeggen. Ondertussen onderhield mijn schoonvader een prachtig gezin. Ik ben hem daar tot op de dag van vandaag dankbaar voor.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van den Brink. Zie ik een interruptie van mevrouw Patijn? Ja. Gaat uw gang.

Mevrouw Patijn (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Het was geen maidenspeech, maar het was sowieso een mooie inbreng. Uw collega heeft met mij op 12 maart een motie ingediend, niet alleen om de regeling door te voeren maar vooral om de regeling nog sneller door te voeren dan gepland was. Staat u daar nog steeds achter?

De heer Tijs van den Brink (CDA):
Wij zijn niet voor de stapsgewijze afbouw die in het voorstel van meneer Van Hijum zit. Als we overgaan tot het afschaffen, willen we dat dus graag in één keer helemaal doen.

Mevrouw Patijn (GroenLinks-PvdA):
De motie roept op om dat meteen te doen, dus niet over een jaar maar meteen en in één keer. Staat u daar ook nog steeds achter?

De voorzitter:
Staat de heer Van den Brink daarachter?

Mevrouw Patijn (GroenLinks-PvdA):
Excuus, voorzitter; ik hoor het mezelf zeggen.

De heer Tijs van den Brink (CDA):
Om daar iets over te zeggen, wacht ik de antwoorden van de minister af.

Mevrouw Patijn (GroenLinks-PvdA):
Dus als ik het goed begrijp zegt het CDA na een debat dat we hierover gehad hebben in februari, waarin we heel duidelijk hierover hebben gesproken, waarbij er een verkenning is geweest en we afspraken hebben gemaakt en erachter stonden, en waarin mevrouw Van Dijk en ik ook een motie hebben ingediend om het in één keer af te schaffen: daar denken wij nu wellicht weer anders over.

De heer Tijs van den Brink (CDA):
Dat laten we afhangen van de antwoorden die de minister ons zo meteen geeft.

De voorzitter:
Een interruptie van de heer Dijk, SP.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Gefeliciteerd met uw nog-niet-maidenspeech maar wel uw eerste bijdrage in deze Kamer.

De heer Tijs van den Brink (CDA):
Dank u wel.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Andere partijen hebben het ook al opgebracht: er is ook een systeem waarmee je het probleem gelijk bij het fundament aanpakt. Je kunt bijvoorbeeld gaan werken met tijdelijke werkvergunningen, waardoor je de werkgever alleen de mogelijkheid geeft om een werkvergunning te krijgen als er huisvesting en bijvoorbeeld een zorgverzekering georganiseerd is. Ik heb dit in de campagne geopperd en kreeg toen veel hulde en lof van met name partijen aan deze kant van de Kamer. Ik mis het CDA hier een beetje, als christendemocratische partij die toch ook wel begrijpt dat we regulering van de markt nodig hebben als het om arbeidsmigratie gaat. Kan de heer Van den Brink mij toelichten waarom het invoeren van tijdelijke werkvergunningen geen goede oplossing zou zijn?

De heer Tijs van den Brink (CDA):
Ik sluit niet uit dat wij daarvoor zijn, omdat wij ook al in ons verkiezingsprogramma "geen bed, geen business" hebben staan: als je het niet goed geregeld hebt, dan moet je ervoor zorgen dat de arbeidsmigranten hier niet naartoe komen. Die koppeling lijkt me dus verstandig.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Dan kom ik daar zo meteen nog even bij u op terug, want ik wil u niet ergens voor het gaatje prutsen, om het zo maar even te zeggen.

De heer Tijs van den Brink (CDA):
Dank u wel.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Ik zeg dit omdat het me verbaasd heeft. In de campagne hadden heel veel partijen er veel lof voor, maar toen ik het een paar weken geleden in stemming bracht, kwam er geen meerderheid. Ik miste eigenlijk GroenLinks-Partij van de Arbeid en de christendemocraten, waarvan ik toch verwacht dat ze de markt willen reguleren. Dit kán. Als er sociale ontwrichting plaatsvindt in het land van herkomst én hier, dan kun je tijdelijke werkvergunningen invoeren en hoef je niet uit de Europese Unie te stappen, zoals Forum voor Democratie zou doen. Dus ik kom hier zo meteen bij u op terug.

De heer Tijs van den Brink (CDA):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan zijn we aangekomen bij het tweede heugelijke moment van deze dag: de maidenspeech van de heer Neijenhuis, die hij zal verzorgen namens de fractie van D66. Gaat uw gang.

De heer Neijenhuis (D66):
Voorzitter, dank u wel. Het is een eer om hier vandaag te mogen staan. Ik heb jarenlang als medewerker veel debatten mogen ondersteunen hier. Dan zit je daar op de achterste rij. Mijn plek is nu één rij daarvoor. De grap werd bij de beëdiging al snel gemaakt: al die moeite voor één metertje naar voren … Maar het is zeker een enorme eer en verantwoordelijkheid om nu hier te staan. Ik wil alle kiezers van harte bedanken voor hun vertrouwen.

Voordat ik inga op de inhoud, vertel ik eerst graag iets over mijn achtergrond. Mensen die mij goed kennen, weten dat ik al mijn hele leven zing in een koor, het Kamerkoor Midden Gelderland. Hoewel mijn ouders ook altijd zorgden dat ik bij een sportvereniging zat, weet ik inmiddels: zingen in een koor is misschien wel de meest echte teamsport die er bestaat. Je kunt je niet verstoppen achter iemand anders. Je kunt niemand overschreeuwen. Je kunt het echt alleen sámen doen, anders klinkt het niet: door iemand op te vangen als een inzet even misgaat, door elkaar aan te moedigen als het na lang oefenen eindelijk lukt en door elkaar aan te spreken. En als iemand dan reageerde met "ja, ja, ja, ik ga mijn best doen", dan antwoordde onze dirigent steevast met: je best doen is niet genoeg, het gaat erom dat je het goed doet. Dat vergt toewijding en precisie. Voorzitter, wees gerust, ik zal vandaag niet voor uw Kamer gaan zingen, al zou een Tweede Kamerkoor misschien verrassend verbindend kunnen werken hier in Den Haag. Maar ik zal wel met diezelfde toewijding en precisie mijn werk als Kamerlid trachten te doen.

Nederland is een prachtig land en we kunnen samen ontzettend veel. Maar er zijn ook grote problemen, die te lang vooruit zijn geschoven en om een grondige, rechtvaardige aanpak vragen. Daar wil ik vanuit deze Kamer aan bijdragen. Dat begint altijd bij de inhoud. Als raadslid in Ede heb ik gemerkt dat je echte resultaten voor mensen niet vindt in de ophef van de dag, maar in politiek handwerk: door dossiers in te duiken, door vragen te stellen, door goed te luisteren naar mensen én door dat door te zetten in duidelijke keuzes en plannen, waarbij problemen niet alleen op papier worden opgelost, maar in het land zelf, met mensen, voor mensen. Te lang zijn problemen door blijven sudderen: het woningtekort, het stikstofslot, het gebrek aan richting voor een toekomstbestendige economie. Dat is niet omdat politici hun best niet deden, maar, in de woorden van mijn dirigent, omdat goede inhoudelijke resultaten uitbleven. Het kabinet-Rutte III werd al "de laatste kans van het midden" genoemd. Dat is acht jaar geleden. Daarmee zitten we nu diep in de blessuretijd van de verlenging. De politiek moet nu leveren.

Voorzitter. Die urgentie voel ik ook bij het onderwerp van vandaag. Ook arbeidsmigratie is namelijk zo'n dossier waar Den Haag al jaren over spreekt, nota's over schrijft, rondetafels over instelt en onderzoeken over uitzet. Maar wie hierbuiten kijkt, ziet nog steeds de mensen in het bos slapen omdat ze als arbeidsmigrant uit hun huis zijn gezet zodra ze hun baan kwijtraakten. Dat gebeurt niet alleen hier in Den Haag, maar ook in Ede, waar ik vandaan kom. Je ziet nog steeds complete sectoren die draaien op onderbetaald werk uit het buitenland, terwijl andere sectoren, die cruciaal zijn voor onze welvaart, de bouw, de zorg, de techniek, juist schreeuwen om talentvolle vakmensen. Dat vraagt om een grondige herziening van de economie waar we voor kiezen met elkaar. Laten we daar met elkaar knopen over doorhakken. Ja, dat vergt moedige keuzes. Laten we juist daarom niet alleen ons best doen; laten we het goed doen, op de inhoud, voor de mensen die op ons rekenen. Dat vraagt dus om een grondige herziening van de economie waarvoor we nu precies kiezen.

Maar in plaats van een debat daarover, hebben we vandaag een debat over een langverwachte maatregel om huis en baan beter te scheiden voor arbeidsmigranten, waar eigenlijk al lange tijd geleden een knoop over was doorgehakt. De dag na de verkiezingen werd het door een diep, je zou bijna kunnen zeggen "driedubbeldemissionair" kabinet opeens teruggedraaid. Daar heb ik nog wel vragen over. Kan de minister uitleggen hoe deze weging is gegaan, vooral vanuit het perspectief van het gehele kabinet dat zij vertegenwoordigt, dat in februari een besluit neemt en daar in oktober op terugkomt? Op basis waarvan is dat gebeurd? Is de minister het ermee eens dat deze regeling nog steeds afgeschaft dient te worden wanneer dat op een goede en zorgvuldige manier kan gebeuren, of is deze maatregel wat haar betreft nu echt ingetrokken om niet meer terug te komen? Welke gedachte zat achter dat besluit?

Eerder is ook een motie van mijn collega Paternotte aangenomen over bedrijfseffectrapportages. Wordt deze motie nu uitgevoerd? Zou die stok niet een veel betere manier zijn om goede huisvesting af te dwingen dan die wortel van de inhouding, die ook vaak terechtkomt bij bedrijven die hun zaken helemaal niet goed op orde hebben voor hun werknemers?

Arbeidsmigranten weten ook nog te weinig over hun rechten en mogelijkheden, ondanks het uitbreiden van informatiepunten van Work in NL, die ik van harte ondersteun. Hoe beziet de minister de rekentool die arbeidsmigranten helpt om inzicht te krijgen in een redelijke huurprijs?

Voorzitter. Laten we op die manier vandaag niet alleen ons best doen, maar laten we het eindelijk goed doen, vanuit de inhoud, voor alle mensen die op ons rekenen.

Dank u wel.

De voorzitter:
Er mag geroffeld worden!

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Neijenhuis. Ik denk dat ik namens de hele Kamer spreek als ik zeg dat ik hoop dat we uw zangstem toch nog een keer hier plenair gaan horen. Ik schors de vergadering. U mag de felicitaties hiervoor in ontvangst nemen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering en geef het woord aan mevrouw Martens-America, als laatste van de zijde van de Kamer. Zij zal haar inbreng leveren namens de fractie van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie.

Mevrouw Martens-America (VVD):
Voorzitter. Arbeidsmigranten zijn essentieel voor onze samenleving, omdat onze economie harder groeit dan het aantal mensen dat wij kunnen opleiden, omdat er onvoldoende Nederlanders zijn voor de banen die er zijn, omdat we veel seizoenswerk hebben, en ga zo verder. Deze banen worden vervuld door mensen die naar ons land komen om geld te verdienen, omdat de omstandigheden hier wellicht gunstiger zijn dan in het land waar zij vandaan komen, of omdat hier familie woont. De redenen lopen uiteen, maar de conclusie is: wij hebben hen nodig. Echter, ik wil wel gezegd hebben, ook al gaat het daar vandaag niet over, dat het voor de VVD essentieel blijft dat we minder afhankelijk worden van arbeidsmigranten.

Voorzitter. Juist daarom is het van belang dat wij hen juist behandelen. Want in een nieuw land, met nieuwe regels en onduidelijkheid, kan misbruik van deze groep in de hand worden gewerkt. Daar moeten wij ons tegen verzetten. Het is dan ook goed dat de afgelopen jaren stappen zijn gezet om misbruik te voorkomen en de rechtspositie van arbeidsmigranten te verbeteren. Het debat dat wij vandaag voeren, heeft mijn fractie dan ook gesteund.

Voorzitter. Maar het is wel belangrijk om twee zaken los te koppelen van elkaar: het beleid, dus de inhoudelijke keuzes, en het proces. Laat ik beginnen met dat laatste. Daar heeft mijn fractie vragen over. Net als voor eenieder hier aanwezig kwam de brief op 30 oktober voor mij als een verrassing, niet omdat wij de inhoudelijke redenering van de minister niet konden volgen, maar wel omdat hij simpelweg onverwachts kwam. Het is al meermaals gevraagd, maar kan de minister er dan toch eens op reflecteren waarom dit op dat moment moest? Had dit op een andere manier gekund, wellicht in een separate brief, zoals al eerder is genoemd? Dan hadden we dit debat vandaag wellicht over de inhoud kunnen hebben, in plaats van over het proces. De timing, de dag na de verkiezingen, voelt toch wat ongemakkelijk aan, maar klopt het dat de reden hiervoor was dat er ambtelijk nog een hoop moest worden afgestemd?

Voorzitter. Dan de inhoudelijke keuze van de minister om het voorgenomen besluit niet door te zetten. Zowel de keuze van de vorige minister van SZW als het besluit van deze minister om het voorgenomen besluit niet door te zetten heeft voor mijn fractie onduidelijkheden en onvolmaaktheden. De minister schetst in haar brief dat het zoeken is naar het beste besluit. Voor mijn fractie is het van belang dat arbeidsmigranten die hierheen komen enerzijds niet overgeleverd zijn aan de grillen van malafide werkgevers en anderzijds niet overgeleverd zijn aan een onmogelijke woningmarkt, met dus een kans op werkloosheid en dakloosheid. Het is dus zoeken naar een oplossing die het best in de buurt komt van ideaal. Voor ons valt of staat het dus met het flankerende beleid, waar in meerdere brieven over wordt gesproken. Wat doen we aan risicovolle afhankelijkheden van arbeidsmigranten van hun werkgever? Kan de minister dan toch toelichten, ondanks haar besluit om dit nu aan te houden, welke extra flankerende maatregelen er zullen worden genomen?

Voorzitter. Klopt het dat het ambtelijke advies destijds richting de vorige minister negatief was over het voorgenomen besluit om het te gaan afbouwen? Wat heeft deze minister doen besluiten om alsnog dat advies te volgen en ervoor te kiezen om deze afbouw nu niet voort te zetten?

Voorzitter. De woningmarkt is een enorme uitdaging voor iedereen, zeker wanneer je nieuw bent in een land, de taal niet machtig bent en wellicht moet rondkomen van een minimumloon. De VVD wil de maatschappelijke uitdagingen die arbeidsmigranten met zich meebrengen niet afwentelen op de samenleving maar wil de werkgever hiervoor verantwoordelijk houden. Maar wanneer we deze maatregel niet afbouwen, welke stok ziet de minister dan nog om in het geval van misbruik harder te kunnen optreden tegen werkgevers die misbruik maken van arbeidsmigranten? Welke stok zou er zijn wanneer de minister toch doorgaat met die afbouw van die 25%?

Recent kwam er een brief van de minister van VRO. Het is goed dat er in navolging van verschillende rapporten, waaronder het rapport-Roemer, nu concrete stappen worden gezet, maar ik wil graag reflectie. Het is al eerder genoemd. Zijn dit de maatregelen die we nemen, of heeft deze minister wellicht nog meer in haar koker? Is de minister het met mij eens dat we, wanneer die maatregelen zijn ingevoerd, de maatregel die we vandaag bespreken wellicht in een ander daglicht moeten bezien en alsnog kunnen afbouwen? Voor mijn fractie geldt dat we de lijn om de afbouw nu door te kunnen zetten, volgen, zeker omdat we niet direct een alternatief hebben voor de arbeidsmigranten zelf. We houden zorgen over de afhankelijkheid van de werkgever. Ik kijk uit naar de antwoorden.

De voorzitter:
Een interruptie van mevrouw Patijn.

Mevrouw Patijn (GroenLinks-PvdA):
We hebben in februari een debat gehad over dit onderwerp. De VVD heeft toen wel wat aarzelingen uitgesproken, maar heeft zich geschaard achter de lijn van de toen niet-demissionaire minister. Dat was een besluit van het kabinet. Er is eenheid van kabinetsbeleid, dus ik neem aan dat de VVD er ook achter stond. Ik hoor nu toch wel wat twijfel in dit debat. Ik vraag mij af of u daar eens op kunt reageren.

Mevrouw Martens-America (VVD):
Zeker. Ik denk dat de minister in haar brief, ondanks dat de brief onverwachts kwam, een twijfel schetst die mijn fractie ook heeft, dus ik ben benieuwd naar de antwoorden, ook over de stok die we hebben richting werkgevers wanneer we die 25% zouden afbouwen. Dit antwoord is hier ook al eerder gegeven door een andere partij: ik wacht de antwoorden van de minister graag even af. Dan heb ik wellicht een oordeel in de volgende termijn. Ik ben gewoon benieuwd naar die antwoorden.

Mevrouw Patijn (GroenLinks-PvdA):
Ik begrijp niet dat er, nu wij dit debat hebben, een ander standpunt ingenomen wordt. Ik vind het wel interessant om dat van mevrouw Martens-America te horen. Kennelijk gebeurt dat omdat een demissionair minister een ander besluit wil nemen, met de steun van inmiddels 26 Kamerleden. Meestal hebben we over een onderwerp gewoon één keer een debat en dan wordt er een besluit genomen. Dat was in dit geval ook aan de orde. Vindt mevrouw Martens-America dat we dit besluit nu helemaal opnieuw moeten gaan overwegen en een nieuw debat moeten gaan voeren over dit onderwerp? Volgens mij is de kern dat er een besluit is teruggedraaid dat gewoon door de Kamer is geaccepteerd en doorgevoerd, maar dat er geen nieuwe feiten zijn ontstaan.

Mevrouw Martens-America (VVD):
Goed dat ik dat even kan verhelderen. Ik dien vandaag ook een motie in met de heer Ceder om te zorgen dat we hier alsnog mee doorgaan. Deze weg is ingezet. Er zijn alleen heel veel onduidelijkheden op dit moment, bijvoorbeeld: wat is het alternatief voor de arbeidsmigrant wanneer die de particuliere verhuurmarkt opgaat en welke stok hebben wij nog om te zorgen dat werkgevers een zorgplicht houden voor arbeidsmigranten? Dat zijn voor mij open eindjes. Maar wellicht kan ik mevrouw Patijn geruststellen, omdat ik vandaag met de ChristenUnie inderdaad een voorstel indien om hier op termijn toch mee door te gaan. Daar zit dus geen standpuntverandering in.

De voorzitter:
Afrondend, mevrouw Patijn.

Mevrouw Patijn (GroenLinks-PvdA):
In de kern is volgens mij de afspraak gemaakt dat de regeling op 1 januari zou ingaan en dat die in vijf jaar afgebouwd zou worden. In die vijf jaar blijft diezelfde controle op de kwaliteit van huisvesting bestaan, want in die situatie is er nog steeds SNF-certificering nodig. Ik begrijp dus niet waarom die afbouw niet gewoon op 1 januari ingaat, zoals nog geen halfjaar geleden afgesproken met de Kamer, uiteindelijk met instemming van de VVD.

Mevrouw Martens-America (VVD):
Ik hoor geen vraag.

De heer Ceulemans (JA21):
Ik hoor mevrouw Martens-America zeggen dat ze arbeidsmigratie ook wil beperken en dat Nederland minder afhankelijk moet worden van goedkope arbeidskrachten uit het buitenland. Hoe kijkt zij in dat licht bijvoorbeeld aan tegen wat de Arbeidsinspectie zegt, namelijk dat deze regeling werkgevers juist stimuleert om arbeidsmigranten in plaats van Nederlands personeel in dienst te nemen?

Mevrouw Martens-America (VVD):
Een terechte vraag. Ik denk dat deze regeling verre van ideaal is. We zien en lezen in de brieven van deze minister dat er nog te veel afhankelijkheden zijn die lucratief zouden kunnen zijn voor werkgevers. Volgens mij moeten we die eruit halen. Die vraag zou ik ook willen doorgeleiden naar de minister. In een van de antwoorden op vragen van mevrouw Patijn werd ook gezegd dat er wel degelijk afhankelijkheden zijn die risico's met zich meebrengen. Dit is ook precies het onderwerp waarvan ik had gehoopt dat we het er vandaag langer over zouden hebben met z'n allen. Daar moeten we stappen op gaan zetten. Maar ik vind het zorgwekkend dat, op het moment dat wij zeggen dat de werkgever helemaal niet meer verantwoordelijk is, wij die ook niet meer kunnen aanspreken op zijn zorgplicht en de kwaliteit van woningen. Volgens mij zijn beide maatregelen dus niet ideaal en moeten we hier nog lang over debatteren.

De heer Ceulemans (JA21):
Veel flankerend beleid is al van kracht of is in gang gezet. U zegt: het is zorgwekkend dat werkgevers dadelijk niet meer aan te spreken zijn. Maar juist de Arbeidsinspectie zegt dat door de huidige regelgeving werkgevers gestimuleerd worden om mensen uit het buitenland te halen, waardoor je meer problemen naar binnen haalt, waarover u zich ook zorgen maakt. Kunt u, nogmaals, een keer ingaan op de vraag hoe u kijkt naar wat de Arbeidsinspectie daarover zegt? En weegt u bij wat de minister gaat doen ook mee dat het gevolg zou moeten zijn dat hier minder arbeidsmigranten naartoe komen?

De voorzitter:
"Kan mevrouw Martens-America daarop ingaan?"

De heer Ceulemans (JA21):
Kan mevrouw Martens-America daarop ingaan?

Mevrouw Martens-America (VVD):
Ja, uiteraard wil ik dat nog een keer doen, maar mijn antwoord blijft hetzelfde. Je ziet dat beide maatregelen, dus zowel het besluit van de voorganger van deze minister als het besluit van deze minister, verre van ideaal zijn. Het punt dat u maakt, is juist. Daarom hoop ik ook dat we samen op zoek kunnen naar hoe we de afhankelijkheid en eventueel het verdienmodel eruit kunnen krijgen. Maar we zullen een weging moeten maken. Nogmaals, zoals ik eerder ook tegen het lid Patijn heb gezegd: ik ga vandaag een voorstel indienen om toch door te gaan met deze maatregel, rekening houdend met het feit dat we deze grote groep arbeidsmigranten nu afhankelijk maken van de particuliere verhuurmarkt, die ook voor mensen met het inkomen dat u en ik hebben geen feest is vandaag de dag.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Tot en met 30 oktober was dit kabinet gewoon voornemens om deze regeling af te gaan bouwen vanaf 1 januari. Deze minister heeft daar eigenhandig een stokje voor gestoken, zonder de Kamer in te lichten. En de VVD zegt nu: wij komen met een voorstel om het vertraagd later alsnog te gaan doen. Waarom komt u niet met een voorstel om het op 1 januari gewoon wel te doen? Iedereen is voorbereid en alles ligt klaar.

De voorzitter:
Via de voorzitter, meneer Dijk.

Mevrouw Martens-America (VVD):
Omdat ik heel erg benieuwd ben naar de antwoorden van deze minister en omdat ik hoop dat we hier een debat voeren dat ook over de inhoud gaat, ondanks dat het proces de aanleiding was om dit debat nu te voeren. Er zijn wel degelijk heel veel zorgen. Ik ken de heer Dijk als iemand die het liefst niemand zou overlaten aan de verhuurmarkt op dit moment, laat staan arbeidsmigranten met een minimumloon. Die zorg heeft mijn fractie ook. Op het moment dat deze minister die zorgen kan wegnemen, zullen we dat in daglicht bezien. Maar de heer Ceder en ik hebben goed gekeken naar het voorstel dat er ligt. Wellicht kunnen we elkaar straks in de schorsing, buiten de microfoon, nog vinden over een voorstel.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Wat de SP betreft: zo snel mogelijk. Maar ik hoor van de VVD niet één argument om het niet gewoon door te laten gaan per 1 januari. Alles was klaar; alles was voorbereid. Het enige wat er is gebeurd, is dat deze minister, of eigenhandig of in gesprekken met belanghebbenden, een andere afweging heeft gemaakt. Maar er is geen enkele reden om het niet vanaf 1 januari te gaan doen. Ik hoor niet één nieuw argument, niet één nieuw verhaal. Het kan gewoon. 1 januari kunnen we dit doen. Laten we daar een meerderheid voor zoeken, in plaats van het voorstel van u en de heer Ceder, dat weer voor uitstel zorgt, waardoor er nog meer nieuwe mensen afhankelijk worden van hun werkgever voor werk en woonplaats. Het is onacceptabel om langer te wachten.

Mevrouw Martens-America (VVD):
Ik hoor niet direct een vraag. De insinuatie die de heer Dijk maakte in het eerste deel van zijn bijdrage laat ik maar even voor wat het is. Ik heb wel degelijk een argument aangedragen. De heer Dijk is het alleen niet eens met mijn argumentatie. Dat is natuurlijk een verschil. De heer Dijk en ik kunnen hier ook op zoek gaan naar dingen waarover we het wél eens zijn met elkaar. Dat betreft dat er op dit moment voor arbeidsmigranten die hiernaartoe komen geen alternatief is om zelf een woning te vinden. Op het moment dat dat er wel is, en de minister mijn vragen heeft beantwoord over welke stok wij richting werkgevers hebben om de zorgplicht, waar ik de heer Dijk net over hoorde, toch bij de werkgevers neer te leggen, en ik er comfort in heb dat daar geen misbruik van wordt gemaakt, dan steun ik de voorstellen van de heer Dijk. Op dit moment heeft mijn fractie daar nog heel veel vragen over. Daarom denk ik dat het goed is dat wij hier een inhoudelijk debat over voeren.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Dit is echt een onbegrijpelijke redenering van de VVD. U heeft wel argumenten genoemd, maar u noemt argumenten om uw verhaal aan te passen aan de gekke beslissing van deze minister om dit voorstel eigenhandig uit te stellen. Daar bouwt u een argumentatie omheen. Het debat is allang geweest en de beslissing is allang genomen. U had zichzelf serieus moeten nemen als Kamerlid, hier moeten gaan staan en tegen uw eigen minister moeten zeggen: we hebben met elkaar het besluit genomen dat het 1 januari moet gebeuren. Waarom kiest de VVD er nu niet gewoon voor om dit 1 januari te gaan doen? De discussie is allang geweest.

De voorzitter:
Meneer Dijk, wilt u wel via de voorzitter spreken? Anders gaat u volgende week dinsdag gewoon trakteren als we hier weer plenair bij elkaar zijn met z'n allen.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Die uitdaging ga ik aan.

Mevrouw Martens-America (VVD):
Ik kan de heer Dijk geruststellen: ik neem mijzelf wellicht niet zo serieus, maar ik neem mijn werk enorm serieus; dat weet u van de VVD. Nogmaals, ik vind het zo jammer dat we hier de verschillen benadrukken, omdat de heer Dijk en ik eigenlijk exact hetzelfde willen. De zorgen die ik heb over wat er gebeurt met de verantwoordelijkheid van werkgevers en hun zorgplicht voor deze groep arbeidsmigranten, die hierheen komen voor onze economie en samenleving, lijken mij terecht. Ook ik heb aangegeven dat ik ben overvallen door de timing en de brief die de minister heeft gestuurd. De heer Dijk en ik verschillen wat dat betreft dus niet zo veel in onze inbreng. Ik wil alleen de antwoorden van de minister zorgvuldig afwegen en hier een heel duidelijk piketpaaltje slaan. De heer Ceder en ik zijn het eens geworden over het feit dat we vinden dat we moeten gaan afbouwen. De verschillen zijn dus niet zo groot. Daarom hoop ik zo dat we in de schorsing kunnen kijken waar we in grote meerderheden in dit huis elkaar kunnen vinden.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Martens-America. Daarmee zijn we, eerder dan verwacht, aan het einde gekomen van de eerste termijn van de zijde van de Kamer.

De beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:
Dat heeft wat gevolgen voor het nader herziene schema. Dat heeft u op de mail, maar ik ga u daar ook in meenemen. Ik schors nu tot 12.00 uur. Dan zullen om 12.00 uur de stemmingen plaatsvinden over alle amendementen die zijn ingediend bij het pakket Belastingplan 2026 en de ingediende moties. Vervolgens gaan we om 13.15 uur, bij de aanvang van de middagvergadering, stemmen over de wetten van het pakket Belastingplan 2026 en over de incidentele suppletoire begroting inzake de bestrijding van drones. Aansluitend zullen we aanvangen met de beantwoording van de zijde van het kabinet in de eerste termijn van dit debat. De vergadering is geschorst tot 12.00 uur.

De vergadering wordt van 11.19 uur tot 12.04 uur geschorst.

Stemmingen

Stemmingen


Stemmingen Belastingplan 2026

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2026) (36812).

(Zie vergadering van 25 november 2025.)

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde zijn stemmingen, om te beginnen bij punt 1, stemmingen in verband met wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2026) (36812). Er is één stemverklaring van mevrouw Van Eijk, namens de fractie van de VVD.

Mevrouw Van Eijk (VVD):
Voorzitter. De belastingdruk voor verhuurders in box 3 is te hoog. De VVD heeft daarom een amendement ingediend om het forfaitaire rendement te verlagen zodat een woning verhuren lonend blijft. Dat is goed voor huurders en verhuurders. Het amendement-Grinwis om het forfaitaire rendement te verlagen, steunen wij niet. Dit amendement kiest ervoor om de eigen woning zwaarder te belasten en gebruikt belastingopbrengsten uit de toekomst om de lastenverlichting nu te betalen. Dat steunt de VVD niet. We hopen daarom dat de Kamer ons amendement voor een lagere box 3-belasting aanneemt. Zo geven we verhuurders lucht.

De voorzitter:
Dank u wel. In deze stemmingsronde zullen wij alleen stemmen over de ingediende amendementen en de artikelen. De eindstemming over het wetsvoorstel volgt, zoals de Kamer heeft verzocht, later vandaag.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Stultiens (stuk nr. 106, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK en Volt voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 106 voorkomende gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Van Eijk/De Groot (stuk nr. 104, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van 50PLUS, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD en FVD voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 104 voorkomende gewijzigde amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Grinwis (stuk nr. 71, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van 50PLUS, de SP, DENK, Volt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en de PVV voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 71 voorkomende gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Dobbe (stuk nr. 55) tot het invoegen van een onderdeel Aa.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK en Volt voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Teunissen (stuk nr. 31, I) tot het invoegen van een onderdeel Aa.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK en Volt voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 31 voorkomende gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Grinwis/Oosterhuis (stuk nr. 102, I) tot het invoegen van een onderdeel Aa.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 102 voorkomende gewijzigde amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Grinwis c.s. (stuk nr. 47, I) tot het invoegen van een onderdeel Aa.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, de ChristenUnie, de SGP, BBB, JA21, FVD en de PVV voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 47 voorkomende gewijzigde amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Dassen (stuk nr. 64, I) tot het invoegen van een onderdeel Da.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, de PvdD, Volt en de ChristenUnie voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 64 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het nader gewijzigde amendement-Stoffer (stuk nr. 110, I) tot het invoegen van een artikel IIBIS.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de ChristenUnie, de SGP, JA21, FVD en de PVV voor dit nader gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit nader gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 110 voorkomende nader gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Stultiens (stuk nr. 50, I) tot het invoegen van een artikel aIIA.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB en de PVV voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 50 voorkomende gewijzigde amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

In stemming komt het nader gewijzigde amendement-Dobbe (stuk nr. 107, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, FVD en de PVV voor dit nader gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit nader gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 107 voorkomende nader gewijzigde amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Dobbe (stuk nr. 67, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, FVD en de PVV voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 67 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Jimmy Dijk/Dobbe (stuk nr. 103, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK en FVD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 103 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Vermeer (stuk nr. 25, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van BBB, JA21, FVD en de PVV voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 25 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Stoffer (stuk nr. 30, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van DENK, de SGP, BBB, JA21, FVD en de PVV voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 30 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Inge van Dijk (stuk nr. 100, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van DENK, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, BBB, JA21, FVD en de PVV voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 100 voorkomende gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Teunissen (stuk nr. 37) tot het invoegen van een artikel IXA.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK en de PVV voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Dobbe (stuk nr. 61, I) tot het invoegen van een artikel IXA.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK en de PVV voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Stultiens (stuk nr. 69) tot het invoegen van een artikel IXA.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, de ChristenUnie en de PVV voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Dassen (stuk nr. 66) tot het invoegen van een artikel XA.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, de PvdD en Volt voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Dassen (stuk nr. 65, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, de PvdD en Volt voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 65 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Ergin (stuk nr. 33).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdD, DENK, FVD en de PVV voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Stultiens/Van Oosterhout (stuk nr. 59) tot het invoegen van onderdelen Ba en Bb.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt en de ChristenUnie voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het nader gewijzigde amendement-Vermeer (stuk nr. 63, I) tot het invoegen van onderdelen Ba tot en met Bh.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van BBB, FVD en de PVV voor dit nader gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit nader gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 63 voorkomende nader gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Stultiens/Van Oosterhout (stuk nr. 39, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt en D66 voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 39 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Ergin (stuk nr. 46, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, DENK, FVD en de PVV voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 46 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Grinwis (stuk nr. 32, I) tot het invoegen van een artikel XXXIIIA.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van 50PLUS, de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, Volt, D66, de ChristenUnie en het CDA voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 32 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Vermeer c.s. (stuk nr. 41, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, DENK, de SGP, BBB, JA21 en FVD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 41 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Beckerman (stuk nr. 70) tot het invoegen van een artikel XXXVB.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdD, DENK en de PVV voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Teunissen (stuk nr. 24) tot het invoegen van een artikel XXXVB.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD en Volt voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Teunissen/Jimmy Dijk (stuk nr. 74) tot het invoegen van een artikel XXXVB.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdD, DENK en FVD voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Teunissen (stuk nr. 36) tot het invoegen van een artikel XXXVB.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdD en DENK voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Vermeer (stuk nr. 49) tot het invoegen van een artikel XXXVB.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van BBB, JA21, FVD en de PVV voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Vermeer (stuk nr. 52).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van BBB, JA21, FVD en de PVV voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Inge van Dijk/Grinwis (stuk nr. 73) tot het invoegen van een artikel XLVIA.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, Volt, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, BBB, JA21 en FVD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Van Eijk c.s. (stuk nr. 109).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21 en FVD voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemmingen moties Belastingplan 2026

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2026),

te weten:

  • de motie-Vlottes over de btw op boodschappen op 0% zetten en dit dekken door het budget voor ontwikkelingshulp te schrappen (36812, nr. 76);
  • de motie-Van Eijk c.s. over een oplossing uitwerken voor de verzilveringsproblemen in de Wbso (36812, nr. 77);
  • de motie-Van Eijk/Grinwis over het inzagerecht conform de Wet stroomlijning fiscaal inzagerecht in werking laten treden (36812, nr. 78);
  • de motie-Van Eijk c.s. over krachtig inzetten op een gelijk speelveld en behoud van de concurrentiekracht van het Europese en Nederlandse bedrijfsleven (36812, nr. 79);
  • de motie-Van Eijk c.s. over binnen de verdere implementatie van de Wmebv hoge prioriteit geven aan de digitale bezwaarfase (36812, nr. 80);
  • de motie-Stultiens/Jimmy Dijk over structureel in de gaten houden of een nieuwe buffelboete dreigt te ontstaan en indien nodig ingrijpen (36812, nr. 81);
  • de motie-Stultiens over met een voorstel komen om de taakstelling fiscale regelingen en constructies alsnog te halen (36812, nr. 82);
  • de motie-Stultiens c.s. over de budgettaire opgave bij de aanstaande voorjaarsbesluitvorming zo veel mogelijk invullen met alternatieve maatregelen (36812, nr. 83);
  • de motie-Inge van Dijk c.s. over de Wet stroomlijning fiscaal inzagerecht verder uitwerken met de mogelijkheid tot aanvullende inzage in het fiscaal dossier (36812, nr. 84);
  • de motie-Inge van Dijk c.s. over een voorstel voor het inpassen van de structurele indexering van de schijfgrens binnen het budget van de Wbso (36812, nr. 85);
  • de motie-Hoogeveen over een beleidskader met de voorwaarden voor en maximale bandbreedte van het beperken van de tabelcorrectiefactor (36812, nr. 86);
  • de motie-Hoogeveen over het onderzoek naar de effecten van de vliegbelasting actualiseren (36812, nr. 88);
  • de motie-Frederik Jansen/Vermeer over de meest recente verhoging van de accijns op tabak terugdraaien (36812, nr. 89);
  • de motie-Frederik Jansen over de expatregeling versneld afbouwen (36812, nr. 90);
  • de motie-Teunissen over de btw op diergeneeskundige zorg verlagen naar 0% (36812, nr. 91);
  • de motie-Teunissen over aansluiten bij de internationale coalitie van landen voor het extra belasten van premiumvluchten en privéjets (36812, nr. 92);
  • de motie-Teunissen over een eenduidige, juridische houdbare en uitvoerbare definitie van huishoudapparaten (36812, nr. 93);
  • de motie-Grinwis c.s. over een nationale handling fee voor pakketjes van buiten de Europese Unie (36812, nr. 94);
  • de motie-Grinwis c.s. over een onderzoek naar de bijdrage van de fiscaliteit aan meer reparatie van huishoudelijke apparaten en andere productgroepen (36812, nr. 95);
  • de motie-Grinwis c.s. over alsnog een mkb-toets en een ATR-advies betreffende invoering van een pseudo-eindheffing voor fossiele leaseauto's (36812, nr. 96);
  • de motie-Grinwis c.s. over fiscale knelpunten in de samenwerking tussen melkveehouders en akkerbouwers wegnemen (36812, nr. 97);
  • de motie-Jimmy Dijk over het afschaffen van het belastingvoordeel voor private equitymanagers en een oplossing zoeken voor start-ups en scale-ups (36812, nr. 98);
  • de motie-Jimmy Dijk over het niet doorvoeren van de btw-verhoging op logies (36812, nr. 99).

(Zie vergadering van 25 november 2025.)

De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Teunissen stel ik voor haar motie (36812, nr. 91) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:
De motie-Hoogeveen (36812, nr. 88) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet zich bij de beoordeling van weglek- en concurrentie-effecten van de vliegbelasting baseert op onderzoek waarin recente fiscale maatregelen in andere Europese landen niet volledig zijn meegenomen;

constaterende dat de luchtvaart- en luchthavenbranche al concrete signalen afgeeft dat passagiers bij hogere kosten uitwijken naar buitenlandse luchthavens;

overwegende dat deze ontwikkelingen de concurrentiepositie van Nederlandse luchthavens aantoonbaar beïnvloeden en de bestaande onderzoeken daardoor niet langer een actueel beeld geven van weglek- en concurrentierisico's;

verzoekt de regering het onderzoek naar de effecten van de vliegbelasting te actualiseren op basis van de nieuwe situatie in meerdere Europese landen, inclusief de geconstateerde weglek- en concurrentie-effecten, dit te differentiëren naar de vijf grote luchthavens, en dit voor het Belastingplan 2027 met de Kamer te delen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. ??, was nr. 88 (36812).

De motie-Grinwis c.s. (36812, nr. 96) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet per 1-1-2027 een pseudo-eindheffing wil invoeren voor fossiele leaseauto's;

overwegende dat uit Ipsosonderzoek blijkt dat deze maatregel naar verwachting leidt tot grotere uitwijkeffecten dan waar het kabinet mee rekent, en dat daarmee de pseudo-eindheffing mogelijk minder bijdraagt dan beoogt aan het doel van het kabinet om EV-gebruik te stimuleren;

overwegende dat belastingen niet onder de definitie van regeldruk vallen, maar er wel degelijk sprake kan zijn van verhoogde regeldruk voor ondernemers vanwege hogere administratieve lasten en nalevingskosten;

verzoekt de regering deze uitwijkeffecten te monitoren, met name de overstap naar de wat oudere fossiele auto's en de gevolgen in het kleinere mkb, en de Kamer daarover regelmatig te rapporteren, en als uitkomsten daar aanleiding toe geven deze te betrekken in de besluitvorming over de pseudo-eindheffing en/of het flankerende beleid in de belastingplannen de komende jaren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. ??, was nr. 96 (36812).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Vlottes (36812, nr. 76).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van BBB, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Eijk c.s. (36812, nr. 77).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21 en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Eijk/Grinwis (36812, nr. 78).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Eijk c.s. (36812, nr. 79).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van 50PLUS, DENK, D66, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21 en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Eijk c.s. (36812, nr. 80).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Stultiens/Jimmy Dijk (36812, nr. 81).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van 50PLUS, de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, de ChristenUnie, het CDA, BBB en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Stultiens (36812, nr. 82).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, de ChristenUnie en JA21 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Stultiens c.s. (36812, nr. 83).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en de VVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Inge van Dijk c.s. (36812, nr. 84).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van 50PLUS, de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van JA21 ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Inge van Dijk c.s. (36812, nr. 85).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van 50PLUS, de SP, GroenLinks-PvdA, Volt, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21 en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Hoogeveen (36812, nr. 86).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdD, DENK, BBB, JA21 en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Hoogeveen (36812, nr. ??, was nr. 88).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van 50PLUS, DENK, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Frederik Jansen/Vermeer (36812, nr. 89).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van BBB, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Frederik Jansen (36812, nr. 90).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdD, DENK, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Teunissen (36812, nr. 92).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Teunissen (36812, nr. 93).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Grinwis c.s. (36812, nr. 94).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Een beetje orde in de zaal alstublieft.

In stemming komt de motie-Grinwis c.s. (36812, nr. 95).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van 50PLUS, de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Grinwis c.s. (36812, nr. ??, was nr. 96).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Grinwis c.s. (36812, nr. 97).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van 50PLUS, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Jimmy Dijk (36812, nr. 98).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, BBB en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Jimmy Dijk (36812, nr. 99).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van 50PLUS, de SP, DENK, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemmingen Overige fiscale maatregelen 2026

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2026) (36813).

(Zie vergadering van 25 november 2025.)

De voorzitter:
In deze stemmingsronde zullen wij alleen stemmen over de ingediende amendementen en de artikelen. De eindstemming over het wetsvoorstel volgt ook hier later vandaag. Eerst de amendementen.

In stemming komt het amendement-Grinwis/Oosterhuis (stuk nr. 9, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 9 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van Eijk (stuk nr. 10).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Volt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, JA21, FVD en de PVV voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemmingen Wet differentiatie vliegbelasting

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag in verband met differentiatie van het tarief van de vliegbelasting (Wet differentiatie vliegbelasting) (36815).

(Zie vergadering van 25 november 2025.)

De voorzitter:
Ook tijdens deze stemmingsronde zullen we alleen stemmen over de amendementen. De eindstemming over het wetsvoorstel volgt later vandaag.

In stemming komt het amendement-Grinwis/Ceder (stuk nr. 6).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van 50PLUS, de SP, DENK en de ChristenUnie voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Teunissen (stuk nr. 11) tot het invoegen van een artikel IA.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, Volt en de ChristenUnie voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Teunissen (stuk nr. 12) tot het invoegen van een artikel IA.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt en de ChristenUnie voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Stultiens c.s. (stuk nr. 13) tot het invoegen artikel ia.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van 50PLUS, de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemming Wet stroomlijning fiscaal inzagerecht

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en enkele andere wetten in verband met het stroomlijnen van het fiscale inzagerecht (Wet stroomlijning fiscaal inzagerecht) (36816).

(Zie vergadering van 25 november 2025.)

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat dit wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.


Stemming Tweede wet aanpassing Wet minimumbelasting 2024

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Tweede wijziging van de Wet minimumbelasting 2024 in verband met de in december 2023, juni 2024 en januari 2025 internationaal overeengekomen administratieve richtsnoeren en een aantal overige technische wijzigingen (Tweede wet aanpassing Wet minimumbelasting 2024) (36817).

(Zie vergadering van 25 november 2025.)

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van 50PLUS, de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB en de PVV voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemming Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling minimumbelasting

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Wet minimumbelasting 2024 in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) van de Raad van 14 april 2025 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen (Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling minimumbelasting) (36818).

(Zie vergadering van 25 november 2025.)

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van 50PLUS, de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21 en de PVV voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemming Wijziging van de Wet milieubeheer

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de nadere operationalisering van het mechanisme voor een koolstofcorrectie aan de grens (36819).

(Zie vergadering van 25 november 2025.)

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van 50PLUS, de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21 en de PVV voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemming Incidentele suppletoire begroting inzake bestrijding van drones

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (K) voor het jaar 2025 (Incidentele suppletoire begroting inzake bestrijding van drones) (36858).

(Zie wetgevingsoverleg van 26 november 2025.)

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van 50PLUS, GroenLinks-PvdA, de PvdD, Volt, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemming motie Incidentele suppletoire begroting inzake bestrijding van drones

Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (K) voor het jaar 2025 (Incidentele suppletoire begroting inzake bestrijding van drones),

te weten:

  • de motie-Ellian over drones die een dreiging vormen voor militaire installaties en justitiële locaties op veilige wijze neerhalen (36858, nr. 3).

(Zie wetgevingsoverleg van 26 november 2025.)

De voorzitter:
De motie-Ellian (36858, nr. 3) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Ellian en Van den Berg.

Zij krijgt nr. ??, was nr. 3 (36858).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Ellian/Van den Berg (36858, nr. ??, was nr. 3).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van 50PLUS, de SP, GroenLinks-PvdA, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de PvdD ertegen, zodat zij is aangenomen.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze stemmingen. Er zal geschorst worden en bij aanvang van de middagvergadering gestemd worden over de wetten van het pakket Belastingplan 2026 en over de incidentele suppletoire begroting inzake de bestrijding van drones.

De vergadering wordt van 12.26 uur tot 13.18 uur geschorst.