Plenair verslag
Tweede Kamer, 97e vergadering
Woensdag 18 juni 2025
-
Begin10:15 uur
-
Sluiting0:00 uur
-
StatusOngecorrigeerd
Opening
Voorzitter: Tielen
Aanwezig zijn 140 leden der Kamer, te weten:
Aardema, Aartsen, Van Baarle, Bamenga, Baudet, Becker, Beckerman, Bevers, Bikker, Bikkers, Blaauw, Bontenbal, Boomsma, Boon, Van den Born, Boswijk, Boutkan, Bromet, Bruyning, Buijsse, Van der Burg, Bushoff, Van Campen, Ceder, Chakor, Claassen, Crijns, Dassen, Deen, Tony van Dijck, Dijk, Diederik van Dijk, Inge van Dijk, Olger van Dijk, Dobbe, Dral, Eerdmans, Van Eijk, Ergin, Erkens, Esser, Faddegon, Flach, Gabriëls, Graus, Grinwis, Peter de Groot, Haage, Van Haasen, Heite, Heutink, Hirsch, Van der Hoeff, Holman, De Hoop, Van Houwelingen, Idsinga, Daniëlle Jansen, Jetten, Joseph, Kahraman, Kathmann, Van Kent, Kisteman, Klaver, Koops, Kops, De Kort, De Korte, Kostić, Kouwenhoven, Kröger, Krul, Lahlah, Van der Lee, Markuszower, Martens-America, Van Meijeren, Meulenkamp, Michon-Derkzen, Mohandis, Mooiman, Edgar Mulder, Mutluer, Nijhof-Leeuw, Van Nispen, Nordkamp, Oostenbrink, Paternotte, Patijn, Paulusma, Pierik, Pijpelink, Piri, Van der Plas, Podt, Pool, Postma, Rajkowski, Ram, Rep, Richardson, Rikkers-Oosterkamp, Rooderkerk, De Roon, Saris, Six Dijkstra, Slagt-Tichelman, Smitskam, Sneller, Soepboer, Stoffer, Stultiens, Thiadens, Thijssen, Tielen, Timmermans, Tseggai, Uppelschoten, Valize, Vedder, Van der Velde, Veltman, Verkuijlen, Vermeer, Vijlbrief, Vlottes, Vondeling, De Vree, Aukje de Vries, Van Vroonhoven, Van Waveren, Van der Werf, Westerveld, White, Wijen-Nass, Wilders, Wingelaar, Yeşilgöz-Zegerius en Van Zanten.
De voorzitter:
Goedemorgen allemaal. Het is woensdag 18 juni en ik open de vergadering van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Mededelingen
Mededelingen
Mededelingen
De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mee dat er geen afmeldingen zijn.
Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.
Informele Raad voor Toerisme d.d. 23-24 juni 2025
Informele Raad voor Toerisme d.d. 23-24 juni 2025
Aan de orde is het tweeminutendebat Informele Raad voor Toerisme d.d. 23-24 juni 2025 (21501-30, nr. 672).
Termijn inbreng
De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Informele Raad voor Toerisme. Ik heet de minister van Financiën, de heer Heinen, van harte welkom. Hij voert als waarnemend minister van Economische Zaken dit debat met ons. En "ons", dat zijn in dit geval de heer Thijssen namens de fractie van GroenLinks-PvdA en mevrouw Martens-America namens de fractie van de VVD. De heer Thijssen heeft dit debat aangevraagd en ik geef hem als eerste het woord in dit tweeminutendebat.
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Ik wilde de waarnemend minister van EZ dit tweeminutendebat niet ontzeggen, dus toen moesten we het maar door laten gaan.
Voorzitter. Serieuzer: klimaatverandering. In alle sectoren daalt de CO2-vervuiling maar bij het toerisme stijgt die. Dat gaat een keer fout, met gevolgen voor honderdduizenden banen en miljarden euro's omzet. Er liggen plannen, maar die werken dus niet. Het dilemma is natuurlijk, zoals altijd, dat als Nederland te snel gaat, dat dan een concurrentienadeel oplevert tegenover de andere lidstaten.
Het is daarom goed dat de minister naar de Raad gaat. Is de minister het met GroenLinks-PvdA eens dat de lidstaten elkaar op deze manier gevangen houden? En is de minister het met mij eens dat, als de klimaatcrisis op deze manier inderdaad groter wordt, minstens even belangrijk, de sector met al deze banen niet toekomstbestendig is? Het is goed dat het kabinet de bevindingen uit het onderzoek Envision 2030, dat concludeert dat het toerisme prima kan groeien, mits het aantal gevlogen kilometers afneemt, gaat inbrengen bij de Raad en de Raad dus wil aansporen op effectieve gezamenlijke actie. Immers, de Glasgowverklaring stelt dat in 2030 — dat is al over vijf jaar — de uitstoot gehalveerd moet zijn.
Welke concrete additionele actie wil de minister dat de Raad gaat ondernemen? De huidige plannen zijn immers onvoldoende en de antwoorden van de minister zijn van stuitende vrijblijvendheid, met niet eens een inspanningsverplichting. In de beantwoording zegt de minister niets over de uitstoot van cruisereizen. Hoe gaat hij die sector toekomstbestendig maken? Tot slot zegt de minister in zijn antwoord op mijn vraag over een verbod op fossiele reclames dat daarvan nog de juridische haken en ogen moeten worden uitgezocht. Maar ondertussen weten we dat de gemeente Den Haag zo'n verbod heeft en dat dit ook stand heeft gehouden bij de rechter. Waarom kan de minister dit dan niet gewoon doen? Ik hoop dat daar een toezegging op kan komen, maar voor de zekerheid dien ik toch ook maar een motie hierover in.
De voorzitter:
Voordat u dat doet, is er een interruptie van mevrouw Martens-America.
Mevrouw Martens-America (VVD):
We willen de minister deze leuke interruptiedebatten natuurlijk niet onthouden. Toch even een vraag. De heer Thijssen en ik hebben veel werkbezoeken gedaan, ook de afgelopen tijd, en volgens mij maakt de heer Thijssen zich net als de VVD zorgen over de rol van ons eigen continent tussen China en de macht van de VS in. Als wij nu in Europa zeggen dat het vliegverkeer minder moet en dat die hubs minder moeten, hoe ziet de heer Thijssen dan de rol van Europa tussen China en de VS in?
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Zoals de heer Draghi zegt — en ik ben dat wel met hem eens, ook op basis van de werkbezoeken die wij hebben gedaan — strijdt de Europese economie een langzame doodstrijd en hebben we echt werk te verrichten om die economie toekomstbestendig te maken. Een van de belangrijkste aanbevelingen die Draghi heeft gedaan, is dat wij moeten overschakelen op schone technologie en schone energie, want dan daalt de energieprijs. In de schone technologie kunnen wij de concurrentie met China en de VS aan. Hij zegt niets over vliegreizen. Hij zegt niet "als we maar het continent rond kunnen blijven vliegen, dan kunnen we de concurrentiestrijd winnen van China en Amerika".
Ik vraag de minister overigens niet om vliegen te verbieden. Ik vraag hem om fossiele reclames te verbieden. Dat is ook gedaan door de gemeente Den Haag, zodat die sector mensen niet gek kan maken door te suggereren dat ze moeten gaan vliegen om gelukkig te worden, om meer geld naar vliegreizen te laten gaan. We moeten nadenken over hoe je op een fijne manier vakantie kunt hebben zonder dat er eindeloos wordt gevlogen.
Mevrouw Martens-America (VVD):
Als liberaal geloof ik dat de mens zelf mag bepalen waar hij of zij gelukkig van wordt, dus daar is volgens mij de overheid niet voor nodig. Maar de vraag blijft natuurlijk staan. Ja, de heer Draghi schrijft natuurlijk niets over vliegen, maar het verschil tussen GroenLinks-PvdA en de VVD is dat wij inzien dat deze sector een overgangsfase nodig heeft, dat je niet nu kan zeggen: we stoppen met vliegen, we laten de hubfunctie die Amsterdam heeft, en die voor enorm veel banen zorgt in de regio, verdwijnen, omdat wij nu vinden dat er geen fossiele reclames meer mogen worden gemaakt. Is de heer Thijssen het dan niet toch eens met de VVD dat je niet het kind met het badwater moet weggooien en dat we eerst moeten zorgen dat die duurzame economie van de grond komt, voordat we gaan zeggen: wij willen die hubfunctie niet meer? Want dat is natuurlijk wel wat er gaat gebeuren.
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Ik wil toch nog heel even reageren op de liberale waarden van mevrouw Martens. Ik zeg niet dat mensen niet meer mogen kiezen. Ik zeg dat bedrijven er niet miljarden tegenaan moeten gooien om het gedrag van heel veel mensen te gaan bepalen. Dat is waar ik een verbod op vraag. Ik vraag een verbod op fossiele reclames, zodat mensen zelf kunnen bepalen hoe ze op een zo'n fijn mogelijke manier hun vakantie willen vieren, zonder dat dat aangejaagd wordt door een industrie die het klimaat vervuilt en daarmee probeert winst te maken.
Dan de vraag over de hubfunctie van het vliegen. Vliegen heeft uiteraard een functie in onze economie. Daarom stel ik ook niet voor dat die functie moet verdwijnen. Ik zeg wel dat we met z'n allen een heel erg groot klimaatprobleem hebben. Als we dat niet beteugeld krijgen, dan hebben we pas een heel groot economisch probleem. Daar moet de luchtvaartsector gewoon in mee. Alle sectoren hebben dat door en daardoor daalt de CO2-emissie. Die daalt niet genoeg; daar kunnen we het ook over hebben. Maar bij de luchtvaartsector stijgt die emissie, dus vraag ik van deze minister het volgende. Zes jaar geleden zijn er al afspraken gemaakt. Ondertussen zie ik nog steeds niet dat die CO2-vervuiling daalt. Er moet nu eens actie ondernomen worden, zodat die CO2-vervuiling op langere termijn echt naar beneden gaat.
De voorzitter:
We gaan verder. U heeft elf seconden voor uw motie.
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Oké.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de CO2-uitstoot in de toerismesector stijgt, terwijl de CO2-uitstoot in alle andere sectoren in de economie daalt;
constaterende dat de toerismesector op dit pad niet toekomstbestendig is, wat een risico is voor honderdduizenden banen;
overwegende dat reclames het gedrag van consumenten beïnvloeden;
constaterende dat de gemeente Amsterdam een verbod op fossiele reclames heeft ingevoerd en dat dit stand heeft gehouden bij de rechter;
verzoekt de regering om bij de Raad te pleiten voor een Europees verbod op fossiele reclames;
verzoekt de regering om op zo kort mogelijke termijn een verbod op fossiele reclames in te voeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Thijssen.
Zij krijgt nr. 674 (21501-30).
Ik hoorde dat u zei "gemeente Amsterdam", maar in uw betoog had u het over Den Haag. Misschien moet u dus nog even naar de motie kijken. Goed, we gaan verder naar de volgende spreker. Dat is mevrouw Martens-America. O, zij had zich voor nul minuten ingeschreven en we hebben al wel naar haar kunnen luisteren, dus dat is mooi. Ik kijk even naar de minister. We schorsen twee minuutjes. Daarna is de termijn van de minister. Tot zo.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Ik hervat het tweeminutendebat over de Informele Raad voor Toerisme. Ik geef het woord aan minister Heinen.
Termijn antwoord
Minister Heinen:
Dank aan de heer Thijssen dat dit tweeminutendebat is aangevraagd. Daardoor kan ik deze snuffelstage plenair afronden. Ik heb erg genoten van deze tijdelijke functie. Ik zeg er gelijk bij dat alles wat ik hier toezeg natuurlijk voor mijn opvolger is.
Dan ga ik naar de vragen van de heer Thijssen. Hij had een aantal vragen, die ik ook begrijp, maar laat me daar het volgende over zeggen. In de eerste plaats was er een vraag of ik het met de heer Thijssen eens ben dat we, zoals hij eigenlijk in een meer retorische zin zegt, elkaar gevangenhouden en de klimaatcrisis daarmee vergroten. Daar ben ik het niet mee eens. Het klopt dat het terugdringen van emissies natuurlijk belangrijk is. Dat is een doel dat hier niet ter discussie staat. Terugdringen van emissies kan door gebruik te maken van bijvoorbeeld andere vervoersmiddelen. Daar wordt natuurlijk al op ingezet. Ik zie ook vaak intrinsieke motivaties van mensen die andere vervoersmiddelen kiezen, al is het natuurlijk lastig om met de trein naar een eiland ver weg te gaan. Terugdringen van emissies kan ook door verduurzaming van de schepen en de luchtvaart. Bedrijven doen al veel op dit gebied. Bedrijven bieden duurzame opties aan. Het is dus niet zo dat de sector niet toekomstbestendig is. De sector is ermee bezig. Meer generiek werken we natuurlijk aan klimaatbeleid om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Daar is mijn collega, minister Hermans, druk mee bezig.
In het verlengde daarvan had de heer Thijssen ook een vraag over de bevindingen van Envision 2030. Hij zei dat het goed is dat het wordt onderzocht, maar vroeg of het kabinet dat ook kan inbrengen bij de Raad. Dat zal ik of mijn opvolger ook doen. De groei van de CO2-uitstoot is natuurlijk een probleem. Ook de Europese Commissie erkent dat. Er is zeker ruimte om duurzame mobiliteit te agenderen, dus ik zal dat doorgeleiden naar mijn opvolger, zodat die dat ook in de Raad kan bespreken.
Voorzitter. De heer Thijssen had de vraag, ook weer in het verlengde hiervan, hoe de minister het cruisetoerisme toekomstbestendig wil maken. Er zijn al wat initiatieven. Meer specifiek: vanuit het Klimaatfonds zijn middelen beschikbaar gesteld voor bijvoorbeeld walstroom, om de uitstoot als het schip aangemeerd is terug te dringen. Tegelijkertijd, wanneer het gaat over het terugdringen van broeikasgassen, moeten we echt kijken naar generiek beleid. Ook als econoom pleit ik er zeer voor dat je bijvoorbeeld de scheepvaart onder het ETS, het Emissions Trading System, brengt. Het ETS is wereldwijd een enorm succes. Dat leidt ertoe dat broeikasgassen gereduceerd worden. Maar daar sturen we generiek op, en niet specifiek op sectoren.
Dan kom ik bij de motie. Maar er zat eigenlijk nog een vraag voor, want de heer Thijssen vroeg of het kabinet alvast werk kan maken van een verbod op fossiele reclame. Hij wees naar een voorbeeld op lokaal niveau — dat was inderdaad in Den Haag — waarin een verbod standhield. Ik moet er wel bij zeggen dat deze uitspraak een kort geding betrof. Het ging ook over een lokaal verbod, dus we kunnen hieruit nog geen conclusies trekken over wat het betekent voor nationaal beleid. Maar los daarvan moet ik er wel bij zeggen dat ik geen voorstander ben van het verbieden van reclames voor specifieke sectoren. Ik denk dat je dan het verkeerde beleid voert, want het volgende is dat je vleesreclames gaat verbieden en dan krijg je verbod na verbod na verbod, terwijl het doel het reduceren van broeikasgassen is. Daar maak je dus generiek beleid voor. We zien ook dat het lukt om die broeikasgassen te verminderen en dat is volgens mij ook iets om trots op te zijn, maar ik denk niet dat reclame verbieden werkt. Daarmee heb ik ook gelijk de toelichting gegeven waarom ik de motie van de heer Thijssen ontraad.
De voorzitter:
Dat roept een vraag op bij de heer Thijssen.
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Ja, één vraag. Jammer dat de motie wordt ontraden. Het is wel goed dat deze VVD-minister zegt dat CO2 echt een probleem is en dat die doelen blijven bestaan; dat is denk ik heel belangrijk. Het is ook goed dat hij die studie, de Envision 2030, in gaat brengen bij de Raad en gaat zeggen dat toerisme echt wel kan groeien, maar dat als de vliegkilometers afnemen ook de CO2 misschien naar beneden kan. Ik hoor alleen geen enkele concrete maatregel. Op mijn voorstel voor een verbod op fossiele reclame zegt de minister: nee. Al het beleid dat er nu is … Er wordt veel gedaan, maar emissies stijgen. Mijn vraag was dan ook: wat gaat de minister nou aan concrete additionele actie vragen of voorstellen in de Raad?
Minister Heinen:
Laat ik eerst met het positieve beginnen: ik ben verheugd om te horen dat de heer Thijssen zegt dat hij wil dat we kijken naar hoe specifieke economische sectoren kunnen groeien en tegelijkertijd kunnen kijken hoe we de uitstoot van broeikasgassen kunnen verminderen. Ik denk dat als we op die manier naar de problematiek kijken met elkaar in dit parlement, we echt ergens gaan komen. In het verleden is ook weleens gepleit om te krimpen als economische groei. Ik denk juist dat als wij streven — niet de heer Thijssen, maar meer in algemene zin — naar economische groei en tegelijkertijd kijken of wij de broeikasgassen kunnen verminderen, wij dan echt het pad voorwaarts hebben gevonden met elkaar.
Dan vraagt de heer Thijssen specifiek om met concrete maatregelen te komen. Ik wijs erop dat mijn snuffelstage morgen ten einde komt, dus als de heer Thijssen het goedvindt zal ik dit doorgeleiden naar mijn opvolger. Ik zal hem vragen om, als dit nodig is, u nog vóór de Raad te informeren over de acties die hij dan inbrengt in de Raad om precies dit doel te bereiken, namelijk een duurzame sector die wel kan groeien en tegelijkertijd de uitstoot van broeikasgassen kan verminderen.
De voorzitter:
Dank u wel.
De motie op stuk nr. 674 is ontraden.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Over de motie zal vanmiddag nog worden gestemd … Is dat zo? Ik ben even in verwarring. Daarover wordt morgenmiddag gestemd. Dat was mijn verwarring, excuses daarvoor. Over de ingediende motie zal morgen worden gestemd.
Dank aan de leden. Ik schors even kort, want dan gaan we door met een ander debat.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Voorjaarsnota 2025
Voorjaarsnota 2025
Aan de orde is het debat over de Voorjaarsnota 2025 (36725).
Termijn inbreng
De voorzitter:
Ik hervat de plenaire vergadering van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van woensdag 18 juni 2025. Aan de orde is het debat over de Voorjaarsnota. Dat betekent dat wij het debat doen in begrotingsvolgorde, zoals dat heet, dus eerst de grootste ... O nee, we doen het op volgorde van grootte van een fractie; ik kijk niet goed. Dat betekent dat we zo beginnen met de bijdrage van de PVV en dat we vervolgens het hele pad aflopen. Nee, we doen het toch in begrotingsvolgorde; jongens, jongens. Eerst de grootste oppositiepartij. Ik weet dat de PVV zich die positie graag toedicht, maar dat is niet zo, meneer Van Dijck. Ik geef zo het woord aan de grootste oppositiepartij en daarna aan de grootste coalitiepartij en zo werken we de lijst af. Ik had het volgende bedacht. Let u alstublieft even op, leden. Ik moet beide bewindspersonen ook nog welkom weten. Ik had het volgende bedacht: zes interrupties in de eerste termijn van de Kamer en zes in de eerste termijn van het kabinet. We gaan proberen of u dat zelf kunt verdelen. Als u liever tien interrupties op Kamerleden heeft dan zes op het kabinet, dan kan dat. Maar in totaal krijgt u dus twaalf interrupties in de eerste termijn. U kent mij een beetje: ik ben streng op de lengte. Als het te lang duurt, dan tel ik ze gewoon dubbel.
Zo gaan we het doen. Ik zie geen bezwaren; da's mooi. Een hartelijk welkom aan de minister van Financiën, minister Heinen, en aan de staatssecretaris Fiscaliteit, meneer Van Oostenbruggen. We gaan beginnen met de bijdrage van de GroenLinks-PvdA-fractie, de grootste oppositiepartij, bij monde van de heer Van der Lee.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Mag ik de voorzitter nog één vraag stellen? Wat is te lang?
De voorzitter:
De echte Voorzitter, die zich liet verontschuldigen, zegt dat dat 45 seconden is. Ik ga niet tot op de milliseconde kijken, maar u weet het best, meneer Van der Lee. Doe uw best.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. In een zeer wanordelijk proces voorafgaand aan de Voorjaarsnota kwam de al heel wankele rechtse coalitie tot een tijdelijk politiek overlevingspakket. Bewindslieden werden gereduceerd tot stempelmachines. Het oplossen van grote maatschappelijke vraagstukken rond woningtekort, stikstof, klimaat en veiligheid werd driftig vooruitgeschoven, en met wat strooigoed betaald uit eigen zak probeerde men de grote onvrede onder de burgers van dit land af te kopen. Het nettoresultaat is nog meer stilstand, want er wordt geen enkele betekenisvolle vooruitgang geboekt.
De hele voorjaarsonderhandeling bleek niet meer dan een farce te zijn, waarbij het vooral ieder voor zich was en vandaag ver boven morgen werd gesteld. De verzwakte coalitiepartijen maken weliswaar goede sier met extra geld voor Defensie, geld dat Defensie eigenlijk al had, maar weet nog niet hoe de hoge NAVO-norm van 3,5% gefinancierd moet worden. Daar is een nieuw kabinet voor nodig. Dat nieuwe kabinet is ook nodig voor de noodzakelijke doorbraken op dossiers zoals stikstof, klimaat en de beschikbaarheid én betaalbaarheid van woningen. Dat laatste vraagstuk knelt des te meer nu in reactie op de vlucht van Wilders het minderheidskabinet vrijwel direct de huurbevriezing en boodschappenbonus heeft geschrapt.
De rekening van de overige plannen gaat naar de middenklasse, het onderwijs en de zorg. Mensen met een gewoon inkomen gaan meer belasting betalen. Per saldo betekent de Voorjaarsnota een lastenverzwaring voor burgers van netto 400 miljoen euro in de komende vier jaar, terwijl de belastingverlaging voor bedrijven over diezelfde periode 1,6 miljard is. Wederom wordt de burger dus bedonderd. Snapt dit kabinet niet dat het gat tussen de winst en de arbeidsinkomensquote al te groot is? Of wil de minister dit gat bewust nog verder vergroten?
Ook superpijnlijk is dat er vanwege tegenvallers op de SZW-begroting gekort wordt op de aanpak van problematische schulden van mensen die totaal in de knel zitten. Zeer kwalijk is ook de ingreep in het budget voor de meest kwetsbare leerlingen. Hoezo gelijke kansen? Hoezo heeft de jeugd onder dit beleid de toekomst? Kwetsbare jongeren die jeugdzorg nodig hebben — als ze die überhaupt al krijgen — worden vervolgens ook nog geconfronteerd met een rekening, met een forse eigen bijdrage. Wil het kabinet een streep zetten door deze asociale voornemens?
Het is zonneklaar: PVV, VVD, NSC en BBB waren en zijn niet in staat om echte oplossingen te bieden voor de grote problemen in dit land. GroenLinks-PvdA heeft die oplossingen wel. Onze oplossingen vereisen echter wel dat een nieuw kabinet wordt geformeerd, want wij willen en zullen heel veel andere keuzes maken.
In dit debat wil ik de nadruk leggen op twee speerpunten: de betaalbaarheid van wonen en huren en het schrappen van de bezuiniging op het onderwijs. Over zorg kunnen we na Prinsjesdag nog flink met elkaar in debat gaan. De minister zegt in zijn brief dat hij de motie van de SP, die met onze steun is aangenomen, niet uitvoert. Nou, dat zullen we zien. Maar die motie is aangenomen, en daar komen we na Prinsjesdag op terug.
Ik ga in op wonen en de woonkosten. Door de val van dit kabinet en de direct daarop volgende inperking van de huurbevriezing staan huurders in de kou. Zij worden immers geconfronteerd met recordhuurstijgingen en krijgen geen compensatie. Daarom willen wij dat huurders die alsnog krijgen. Het motto is "belofte maakt schuld", en daarom willen wij dat er wél extra compensatie komt via een hogere huurtoeslag. Dat kan helaas pas per 1 juli 2026. Tegelijkertijd geldt dat de dekking die wij daarvoor willen inzetten, ook pas mogelijk is per 1 juli 2026. Ik heb ook gezien dat de ingreep om de bevriezing ongedaan te maken, heeft geleid tot een gat op de begroting van deze minister van een half miljard. Beide zouden gefinancierd kunnen worden door het inperken van de landbouwvrijstelling, een totaal ondoelmatige regeling. In tweede termijn zal ik dit in een motie voorstellen.
Ook de anti-onderwijscoalitie is gevallen. De christelijke partijen voelden zich, denk ik, genaaid — misschien is het onparlementair om het zo te zeggen — want zij hebben eerst een deal gesloten en worden vervolgens alsnog geconfronteerd met een extra half miljard aan bezuinigingen in de Voorjaarsnota. Lekker onderhandelen met deze ex-coalitie. Ik denk dat ze daar spijt van hebben. Maar goed, dat hoor ik straks.
Wij waren, zijn en blijven tegen de totale bezuiniging op onderwijs, want die brengt schade toe, juist aan de meest kwetsbare leerlingen. Vandaag wordt voor de deur nog deze actie gevoerd: u kunt zien wat op de flyer staat. We hebben op dit vlak een amendement ingediend. Het is goed gedekt en kent een aantal lastenverzwaringen op ondoelmatige regelingen. Ik hoop dat de minister het oordeel daarover aan de Kamer laat, want hij vertegenwoordigt een kabinet in demissionaire status, en wij vinden het cruciaal dat het onderwijs versterkt wordt in plaats van verarmd, zoals met dit beleid wordt beoogd.
En ik heb nog drie andere punten. De koppeling van het budget voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking ...
De voorzitter:
Voor u aan die drie punten begint, geef ik het woord aan mevrouw Aukje de Vries voor een interruptie.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ja, want ik heb natuurlijk het amendement gelezen. Ik moet eerlijk zeggen: zo kennen we de GroenLinks-PvdA-fractie weer. De partij die staat te juichen ...
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
U vindt ons consistent. Fijn!
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
De partij die staat te juichen als bedrijven uit het land vertrekken. En dit is denk ik ook wat Nederland te wachten staat als GroenLinks-PvdA de grootste partij wordt. Maar de vraag is wel: de dekking komt bij het bedrijfsleven vandaan. U heeft dat kunstje al eerder geflikt bij de vorige kabinetsval. De bedrijven werden in onzekerheid gedompeld. Nu gaat u nog een keertje verder. De vraag is wel: al die mensen voor het onderwijs, waar u nu voor pleit, waar moeten die straks een baan hebben? Waar moeten die straks werken? Want al die bedrijven zijn onzeker, gaan Nederland verlaten, en die banen gaan op de tocht staan.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ja, dit is weer de bekende VVD-riedel waarin ze de lobby van het bedrijfsleven klakkeloos napraten, terwijl de feiten gewoon anders zijn. Ik noemde al de winstquote; die is alleen maar gestegen, ten koste van wat mensen verdienen door noeste arbeid. Bovendien, een van deze maatregelen komt letterlijk uit het VVD-verkiezingsprogramma, het doorgerekende VVD-verkiezingsprogramma. Dit zijn hele fatsoenlijke dekkingen. Er wordt goed verdiend in het Nederlandse bedrijfsleven. Alleen zien we — dat doet deze Voorjaarsnota ook weer — dat de lasten verzwaard worden voor gewone burgers en verlicht worden voor het bedrijfsleven. Nou, dat vinden wij een verkeerde keus. En wij zijn heel consistent. Wij hebben deze dekking ook al het afgelopen jaar aangegeven, toen we bij Prinsjesdag over deze bezuiniging spraken en de noodzaak om die van tafel te halen; dus wij herhalen die voorstellen. En uit de doorrekening van ons vorige programma kwam er, ondanks die lastenverzwaringen, een prima beeld.
De voorzitter:
Mevrouw De Vries, in tweede instantie.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Mijn vraag wordt niet beantwoord waar die mensen dan straks allemaal moeten gaan werken. Maar zo kennen we GroenLinks-PvdA ook. Kijk, gisteren is het debat geweest over defensie. Volgens mij was de enige oplossing die GroenLinks-PvdA daar had om ook daarvoor de rekening bij het bedrijfsleven neer te leggen, door een of andere "solidariteitsheffing voor de veiligheid" of iets dergelijks. Komt dit daar nog bovenop? Of zegt u: nee, we gaan daar weer andere keuzes voor maken?
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Het is niet juist dat dat de enige dekking is. Bovendien is er ook nog een verschil met de bijdrage die we vragen van het Nederlandse bedrijfsleven, dat het toch ook belangrijk zal vinden om in een veilige omgeving actief te zijn. Overigens, bij ons, in ons doorgerekende verkiezingsprogramma, steeg de werkgelegenheid — zeg ik er maar even bij. Maar de solidariteitsheffing is breder; die gaat ook naar mensen, gewone burgers die rijk zijn en zich een zich een extra bijdrage kunnen veroorloven. Daarnaast — en dat is een twistpunt met de VVD — vinden wij dat er op dit moment wel degelijk meer geld geleend kan worden. Daar is ook een Europese afspraak over gemaakt. En daar komt nog bij — die discussie moet ik er misschien niet bij slepen, maar dat doe ik lekker toch — dat het cruciaal is dat alle lidstaten in een vergelijkbaar tempo die defensie-uitgaven verhogen. Er zijn lidstaten die nu al niet die 2% halen en al een schuld hebben van boven de 100%, dus dan heb je ook eurobonds nodig, ook in de vorm van gezamenlijk lenen voor giften. Wij kijken gewoon anders dan de VVD tegen de financiering van deze grote opgaven aan. Maar de karikatuur dat het "alleen maar weer ten koste van het bedrijfsleven gaat", slaat dus nergens op.
De voorzitter:
Mevrouw De Vries, in laatste instantie op dit punt.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Nou, dat weet ik nog niet, voorzitter. Zo kennen we echt de GroenLinks-PvdA wel: lasten bij het bedrijfsleven verhogen en dan ook nog eens een keer de rekening gaan doorschuiven. Maar de vraag is wel: heeft u wat geleerd van het vorige amendement? Er is toen een heel grote reactie geweest in het bedrijfsleven. Bedrijven zeiden: wij kunnen het hier niet meer volhouden. U kunt wel nee lopen schudden, maar dat is gewoon wel het geval. U heeft die reactie gezien: de onzekerheid; de gevolgen voor ons investeringsklimaat; de gevolgen voor ons vestigingsklimaat. Wat heeft u geleerd van de vorige keer?
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Nou, wat ik geleerd heb — dat is een les die ik al vele jaren in de politiek meedraag; volgens mij al 27 jaar — is dat ik dat dreigement van bedrijven al 27 jaar hoor bij iedere maatregel die hun onwelgevallig is. Ik kijk gewoon naar de cijfers en zie gewoon dat er goed verdiend wordt in Nederland en dat de winsten gestegen zijn, ook in verhouding tot wat mensen verdienen uit arbeid. En de werkloosheid is ook laag in Nederland. Dus het zijn allemaal dreigementen. Ik koop niks voor dreigementen. Ondertussen betalen gewone mensen de rekening en worden ze voortdurend door de VVD bedonderd, die roept dat ze opkomt voor de middenklasse. De feiten zijn anders. Ook deze Voorjaarsnota weer: de lasten worden verzwaard voor de middenklasse en verlicht voor de bedrijven. Dat is niet de keuze waar GroenLinks-PvdA voor staat. Daar zal deze campagne over gaan. We zullen zien, na 29 oktober, wie het gelijk aan zijn zijde zal hebben.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Tot slot, voorzitter. U zegt dat het een dreigement is. Er zijn hoofdkantoren vertrokken. Je weet dat je, als de beslissingen hier niet meer worden genomen, gewoon op achterstand raakt. De GroenLinks-PvdA-fractie kiest hier weer voor lastenverzwaring, maakt het de bedrijven moeilijk, zorgt dat de banen op de tocht komen te staan en schuift de rekening ook nog eens door naar de toekomst door maar te zeggen: we laten het tekort wel oplopen. Zo kennen wij GroenLinks-PvdA, en dat is wat we krijgen als u de grootste partij zou worden. Wij zullen er alles aan doen om ervoor te zorgen dat dat niet gebeurt.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Wat betreft het frame dat bedrijven zouden vertrekken: die hoofdkantoren zijn vertrokken. Bij Shell en Unilever gebeurde dit vanwege de dubbele-aandelenstructuur en vanwege het feit dat het management al jarenlang liever in Londen zat dan in Nederland. Dat is gewoon onomstreden. Je kunt het ook nalezen in boeken. Lees het boek van Jeroen Smit over Unilever, Het grote gevecht. DSM is vertrokken, maar waarom? Omdat het een Zwitsers bedrijf heeft overgenomen en in de onderhandelingen akkoord is gegaan met het verplaatsen van het hoofdkantoor. Dat had niets te maken met het fiscale klimaat in Nederland. Het idee dat het vestigingsklimaat in Nederland louter en alleen bepaald wordt door fiscaliteit is ook onzin. Men wil hier zitten, omdat we de gateway to Europe zijn, een uitstekende infrastructuur hebben, een van de meest interconnected digitale landen ter wereld zijn, een hoogopgeleide bevolking hebben en een prettige samenleving hebben, omdat we daar collectief in investeren. Dat zijn redenen waarom men in Nederland wil investeren.
De heer Flach (SGP):
De heer Van der Lee lijkt namens GroenLinks-PvdA tegen het bedrijfsleven te zeggen: gaat u vooral rustig slapen; u dreigt al 27 jaar, maar u heeft het hier beter dan waar ook ter wereld. En toch zien we bedrijven vertrekken uit de Rotterdamse haven. Dat zijn gewoon de feiten. Daar hebben we de laatste tijd behoorlijk wat berichten over gezien. Dat heeft te maken met een combinatie van een aantal factoren, die volgens mij echt heel gevaarlijk is voor de stand van onze economie. Dat heeft te maken met een gebrek aan voldoende goed opgeleide vakkrachten, hoge duurzaamheidseisen en zeer onvoorspelbare, wispelturige belastingen. GroenLinks-PvdA kan toch niet de ogen blijven sluiten voor dat gevaar en zeggen: de lasten kunnen nog wel verder verhoogd worden voor het bedrijfsleven en we zien wel wat er dan gebeurt? Dat is toch een gevaar dat we met elkaar onder ogen moeten zien? De banen komen dan echt op de tocht te staan.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Uw analyse klopt gewoon niet. Kapitalisme is creatieve destructie. Je ziet in iedere markt dat nieuwe spelers opstaan, dat overproductie kan plaatsvinden in bepaalde markten. Je ziet bijvoorbeeld dat er wereldwijd een overproductie van hoogovens is. Dat gaat ergens betekenen dat hoogovens moeten sluiten. Het is echt niet zo dat louter het overheidsbeleid maakt en bepaalt of bedrijven in een land wel of niet investeren. Dat is gewoon marktwerking. Dat hoor ik helemaal niet in uw analyse. Ik vind dat heel vreemd, juist van de SGP, die het kapitalisme altijd in brede zin omarmt. Marktwerking leidt soms tot de keuze van bedrijven om te stoppen met een activiteit of die te plaatsen op een plek waar ze vanuit hun kostenstructuur denken dat er meer toekomst in zit. Soms profiteren wij daarvan. Zo zijn na de brexit bedrijven overgekomen uit Groot-Brittannië. Er zijn ook bedrijven uit andere delen van Europa, zelfs andere delen van de wereld, die in de gateway to Europe, Nederland, actief willen zijn. Dat is gewoon economie.
De heer Flach (SGP):
Dit is toch wel bijzonder. Kennelijk is de boodschap die de heer Van der Lee namens GroenLinks-PvdA geeft aan al die duizenden mensen die werken bij Tata Steel, de oude Hoogovens, of andere bedrijven: uw baan zal er op termijn aangaan, maar dat is nu eenmaal economie; dat is nu eenmaal zo. Maar ik sprak de heer Van der Lee niet aan op marktwerking …
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
U luistert niet. U luistert gewoon niet.
De voorzitter:
Meneer Flach is aan het woord.
De heer Flach (SGP):
Ik sprak de heer Van der Lee niet aan op marktwerking, ik sprak hem aan op overheidskeuzes die we maken. Die zijn onvoorspelbaar. Die bepalen op dit moment of bedrijven blijven of weggaan. Marktwerking is van alle tijden, maar wij maken hier als overheid keuzes die ervoor zorgen dat bedrijven massaal de grens over willen.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ja, maar dat zijn keuzes op terreinen als verduurzaming en de transitie, waarop een jojobeleid wordt gevoerd, ook onder invloed van rechtse partijen, die niet consistent Nederland en Europa op een duurzame koers willen zetten. Dat zijn echt langetermijntrajecten. Daar moet je consistent in zijn. In het fiscale beleid is het normaal en logisch dat je soms aanpassingen doet in tarieven of in ondoelmatige regelingen. Dat lijkt mij fatsoenlijke politiek.
De heer Flach (SGP):
Dit zijn algemeenheden. Daar kunnen we niks mee. Het gaat om realistisch duurzaamheidsbeleid. Dat zie ik juist niet terug bij GroenLinks-PvdA. Als er duurzaamheidseisen worden opgelegd op het gebied van waterstof, terwijl die waterstof er helemaal niet is, jaag je bedrijven de grens over. Ik denk dat het hoog tijd is voor een ondernemersakkoord, waarbij we over politieke lijnen heen voor de komende tien jaar gewoon zekerheid gaan geven aan bedrijven, en niet voortdurend maar aan die makkelijke knop van belastingverhoging draaien. Het gaat erom dat we afspreken wat we daar als overheid dan voor terug gaan doen. Gaan we de netcongestie dan oplossen? Gaan we dan vakkrachten opleiden enzovoorts? Het wordt tijd voor een eerlijke, betrouwbare overheid voor de ondernemers, in plaats van dat ze gebruikt worden als melkkoe, net zolang tot ze uitgemergeld de grens over gaan.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Op één punt naderen we elkaar. U noemt het geloof ik een werkgeversakkoord en wij noemen het een loonakkoord, een Wassenaar 2.0. Wij zijn ook bereid om als overheid bepaalde afspraken te maken en bepaalde investeringen te doen, in ruil voor een aantal stappen die het bedrijfsleven moet zetten. Maar wat ik zie gebeuren de afgelopen jaren, is dat de lasten voor het bedrijfsleven alleen maar verlaagd worden en die voor de burgers verhoogd worden, elke keer met dezelfde riedel. Ik denk dat dat niet de route is waarmee we verder komen met Nederland.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Het is duidelijk weer campagnetijd. GroenLinks-PvdA sorteert voor op afschrikwekkende lastenverhogingen op het gebied van vermogen en op het gebied van bedrijven. Meneer Van der Lee wimpelt dit richting collega Flach af en weg, maar feit is dat al bij de vorige doorrekening — toen lag er nog niet een enorme opgave voor Defensie — het CPB bij de enorme verhoging van de vermogensbelasting door GroenLinks-PvdA, bij die enorme percentages die GroenLinks-PvdA opschreef, fijntjes opmerkte: door grondslagversmalling zal de opbrengst minder zijn dan ex-ante, dus initieel, door GroenLinks-PvdA werd ingecalculeerd. Een ander voorbeeld is de CO2-boekhouding. Die was bij GroenLinks-PvdA zogenaamd fantastisch op orde; nationaal haalde GroenLinks-PvdA fantastische resultaten. Maar keek je onderaan de streep, netto, naar wat het voor de wereld opleverde, dan moest je constateren dat GroenLinks-PvdA een emissie-imperialist was die heel veel uitstoot buiten de grenzen organiseerde. Dat zijn de gevolgen als je te veel lastenverzwaringen doet op het gebied van de vpb en het vermogen, maar ook als het gaat om het aanscherpen van milieuregels en klimaatbeleid, omdat we hier nou eenmaal niet op een eiland zitten. Erkent GroenLinks-PvdA dat en leren ze van de fouten van de vorige doorrekening en van het vorige programma?
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ik denk dat je dit soort dingen in proportie moet zien en ook weer op basis van de feiten. De zin van het CPB die u noemt, is een kwalitatieve zin. Die schreven ze op, terwijl ze geen doorrekening hadden geleverd over een langere periode. Dat kwam mede door de val van het kabinet, maar net als u zaten wij vast aan een doorrekening met een beperkte looptijd. Dan kun je zo'n kwalitatieve zin opschrijven, maar als je geen inzicht hebt in de effecten, kun je daar niets mee doen.
Als ik dan verder kijk naar wat er per saldo aan lastenverzwaringen werd voorgesteld, dan is dat nog geen half procent van onze economie. U moet dus niet doen alsof de wereld eindigt door een aantal van deze terechte lastenverzwaringen. Kijk alleen al naar de ondoelmatige fiscale regelingen. De Rekenkamer gaf het ook weer aan: we geven 30 miljard euro uit aan dingen die eigenlijk helemaal niet doen waarvoor ze bedoeld zijn. Dat is nog veel meer dan de nettolastenverzwaringen in onze doorrekening. Maak daar dus geen karikatuur van.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Het is meneer Van der Lee die hier in de overdrive gaat, niet ik. Wij als ChristenUniefractie hebben er helemaal geen moeite mee om sommige lastenverzwaringen op te schrijven, maar dan wel reëel, zonder dat je daarmee je grondslag uitholt en zonder dat je weglekeffecten organiseert naar het buitenland. Want van klimaatdoelen halen door de-industrialisatie knapt de wereld niet op en daarvan zijn onze eigen werknemers, bedrijven en ondernemers de pisang.
Dan die grondslagversmalling. Nee, dat was niet een kwalitatieve zin; dat betekende dat het opbrengstbedrag minder was dan initieel op basis van sec de maatregel verwacht had kunnen worden. Het is dus niet alleen een kwalitatieve zin; het heeft gelijk doorwerking in de opbrengst die GroenLinks-PvdA daarmee ophaalt. Ik geef dus alleen maar mee: alsjeblieft, hou maat bij de noodzaak om geld te gaan schrapen voor onder andere de enorme Defensie-uitgaven — dat is nieuw ten opzichte van de vorige doorrekening — want anders schildert GroenLinks-PvdA zich toch een beetje naast de reële werkelijkheid. Is de heer Van der Lee dat met me eens?
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Nee, want u claimt hier zowat een monopolie op wat de reële werkelijkheid is. Ik bedoel: waarom hebben we dit parlement en waarom hebben dit debat met elkaar? Omdat we verschillend kijken naar de toekomst en omdat we verschillend kijken naar welke belangen nu prioriteit moeten krijgen. Dat betekent dat je bepaalde keuzes moet maken. Het klopt natuurlijk dat we niet alles tegelijkertijd kunnen doen. Er wordt veel te veel gratis bier beloofd, door veel partijen. De helft van dit parlement heeft het niet eens doorgerekend of misschien nog wel meer dan de helft.
Ik zag bij deze coalitie bij de onderhandelingen rond de Voorjaarsnota ook idiote dingen gebeuren. Neem wat er rond de huurbevriezing gebeurde. Dat was een krankzinnige ingreep met enorme repercussies voor de woningbouw, als die was doorgegaan. Wij zijn verantwoord bezig. Wij komen altijd met doorrekeningen. Die doorrekeningen lopen rond en daar zitten scherpe politieke keuzes in. Maar het komt wel daar neer waar de sterkste schouders zitten; die gaan bij ons de lasten dragen. Wij roepen niet "we ontzien de middenklasse" of "we komen voor jullie op", terwijl ondertussen elke keer de middenklasse wordt gepakt. Want dat is wat deze coalitie voortdurend doet en ook in deze Voorjaarsnota. Daar kunt u toch niet voor weglopen?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Sterker nog, ik denk dat het GroenLinks-PvdA zelf is geweest die de lont in het kruitvat heeft gestoken qua huurbevriezing met een initiatiefwetsvoorstel, maar dat terzijde.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Maar wel met compensatie, hè.
De voorzitter:
Meneer Grinwis.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik ga met alle plezier de degens kruisen met de heer Van der Lee tijdens de verkiezingscampagne, op basis van doorgerekende plannen. Ik ben het namelijk helemaal met hem eens dat elke partij die weigert met haar verkiezingsprogramma naar de CPB-dokter te gaan, in die zin geen knip voor de neus waard is. Dat ben ik dus helemaal met de heer Van der Lee eens …
De voorzitter:
Nee, meneer Van der Lee. Meneer Grinwis is nog aan het woord.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Maar ik geef aan GroenLinks-PvdA mee: kies alsjeblieft voor realistische maatvoering. Anders maakt u zich ook wel een heel makkelijk mikpunt, niet alleen voor de VVD, maar zelfs voor mijn partij.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Daar ben ik totaal niet bang voor. Als een van de partijen hier in het parlement een mikpunt is, dan is dat mijn partij. Daar zijn we trots op, daar zijn we fier op. Dat betekent namelijk dat we duidelijke keuzes maken, een herkenbare positie innemen en heel duidelijk aan Nederland laten zien voor welke belangen wij opkomen. Dat zijn niet de belangen van de bedrijfslobby, die altijd dreigt: als je dít doet, vertrekken we. Ja, jongens, daar komen we niet verder mee met elkaar.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik zou een hele boom op kunnen zetten over verantwoord financieel beleid, waar GroenLinks-PvdA twee moties heeft ondersteund die 5 miljard hebben gekost zonder enige dekking. Ik ga het op een andere manier proberen. Geconstateerd is dat GroenLinks-PvdA het niet erg vindt dat de hoofdkantoren van Shell en Unilever vertrekken, dat bedrijven uit de Rotterdamse haven vertrekken en niet investeren. Dat hebben we nu geconstateerd. Maar u heeft wel altijd een groot geloof in het rapport van Draghi. Dat gaat over de concurrentiepositie van Europa, van Nederland. Wat denkt u dat de voorstellen die u doet, betekenen voor het concurrentievermogen in deze hele onrustige wereld, waar heel veel gebeurt en waar we eigenlijk gewoon zekerheid aan bedrijven zouden moeten geven?
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Wij hebben dat rapport ook goed gelezen. Een van de dingen die Draghi zegt, gaat over het comparatieve voordeel, in economentermen. Oftewel: waar is Europa goed in en waar is een groeimarkt? Dat is in de verduurzaming. Daar moeten we veel meer tempo op maken. Dat geeft mondiaal mogelijkheden voor ons en onze bedrijven. Daar moeten we dan wel op doorpakken en niet op vertragen, zoals rechtse partijen bepleiten. Draghi heeft het ook over een investeringsgat van rond de 800 miljard, niet alleen in termen van verduurzaming, maar ook in het slaan van een digitale slag met elkaar. Dat geld moet ergens vandaan komen. Dat kan privaat, maar dan moeten we stappen maken in de kapitaalmarktunie. Maar het vraagt ook om publieke investeringen. Dan moet je ook die investeringspiek voor je rekening willen nemen. Maar dat wil men ook niet, want alles moet zuinig. En o wee als we iets lenen aan een andere lidstaat, want dan gaat het wel helemaal mis in Europa. Dan lees je Draghi niet op een goede manier. Dat doen wij wel, dus wij zijn pro-Europa. Ik was trouwens aangenaam verrast — ik was op het VVD-congres — dat mevrouw Zegerius op dit punt een stap lijkt te maken. "Yeşilgöz-Zegerius" moet ik inderdaad zeggen, de volledige naam, Dilan. Ik zag bij de VVD zelfs een verschuiving. Ik hoop dat dit er ook toe leidt dat we dit gezamenlijk oppakken in Europa en niet elke keer maar roepen: die zuidelijke landen moeten eerst hun begroting op orde krijgen voordat we gezamenlijk in Europa in de grote projecten investeren, zoals een Europese grid of een Europese chipindustrie. Dat is hoe we de toekomstige economie kunnen versterken en de concurrentie met China en de Verenigde Staten aan kunnen gaan.
De heer Vermeer (BBB):
De heer Van der Lee had echt niet naar het congres hoeven te gaan om te zien dat de VVD af en toe wat naar links opschuift, maar dat terzijde. In uw amendement geeft u heel duidelijk weer dat u ook de woningbouwcorporaties aan wil pakken. Uw voorstel van dekking voor de vennootschapsbelasting en het percentage voor de renteaftrek gaat gevolgen hebben voor de woningbouw en voor de corporaties. Waarom neemt u dat niet mee in uw afweging?
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ik heb aangegeven dat willen we de echte uitdagingen oppakken, er een nieuw kabinet, een nieuwe formatie, nodig is. Een van onze plannen is om de corporaties uit de vpb te halen.
De heer Vermeer (BBB):
Dus u wilt ze nu eerst beperken in hun mogelijkheden en dan straks erop gokken dat u een meerderheid kunt vinden om ze vervolgens weer uit die vpb te halen en daarmee een gigantisch gat te creëren? Hoe gaat u dat gat, als u de vpb voor corporaties af wil schaffen, dan dekken? Dat moet eigenlijk in de overweging van het amendement meegenomen worden.
De voorzitter:
Hoe gaat meneer Van der Lee ...
De heer Vermeer (BBB):
Sorry, voorzitter.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Meneer Van der Lee heeft daarover nagedacht. Deze belastingmaatregelen kunnen niet lopende het jaar worden ingevoerd. Dat kan op z'n vroegst per 1 januari 2026 en voor sommige kan dat misschien nog een jaar later. Dan zul je met een kasschuif moeten werken, maar dan hebben we al verkiezingen gehad, dan is er ruimte om in het Belastingplan al wijzigingen aan te brengen en dan is er mogelijk een nieuw formatieakkoord om de andere stappen die wij ook graag willen, te realiseren.
De heer Vermeer (BBB):
Nogmaals, ik krijg geen antwoord op de vraag hoe meneer Van der Lee dat nieuwe gat gaat dekken. Hoe rijmt hij dat met de woorden van de heer Timmermans, die hier gisteren zei dat het voor onze veiligheid en een ronkende economie nodig is dat de verduurzaming doorgaat, dat het bedrijfsleven geholpen moet worden en dat de defensie-industrie gestimuleerd moet worden? Ik heb terecht, in meerdere debatten, al opgemerkt: wanneer gaat GroenLinks-PvdA nou eens in elk debat hetzelfde verhaal vertellen, in plaats van in debat A te pleiten voor veiligheid en in debat B het hele bedrijfsleven af te breken?
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Dit is wederom een idiote karikatuur, en dat van een partij die nooit een programma heeft laten doorrekenen. Als u kijkt naar hoe wij onze plannen financieren, dan ziet u dat wij altijd komen met een compleet plaatje dat rondloopt. Dat zal ook bij de komende verkiezingen weer zo zijn. Ik zou zeggen: maakt u zich geen zorgen; wij zorgen ervoor dat zaken gefinancierd worden. Maar wij kiezen niet alleen maar voor de route van bezuinigen. Dat wordt altijd geroepen door partijen aan de rechterkant, maar dat wordt nooit helemaal ingevuld. Het loopt nooit rond in de zin dat alles wat men wil, alleen maar via bezuinigingen kan worden gefinancierd, maar dat terzijde; die strijd gaan we in de campagne voeren met elkaar.
Er zijn twee manieren om een gat te dekken. Dat is ten eerste door te bezuinigen op andere dingen en dat is ten tweede door de lasten te verzwaren voor hen die het kunnen dragen. En er is nog een derde manier; die gaat over schuld. Je kunt tijdelijk meer lenen. Zeker als het gaat om defensie zal dat ook Europabreed gebeuren; er zijn zeventien lidstaten die dat al gaan doen. Dat gaan wij ook doen.
De heer Vermeer (BBB):
Ik constateer alleen dat de heer Van der Lee wel ingaat op mijn vraag, maar er geen antwoord op geeft. Hij werpt allerlei rookgordijnen op. Als éénzetelpartij hadden wij niet de capaciteit om ons programma te laten doorrekenen in de zeer korte verkiezingsperiode van vorige keer. Gelukkig staan we er nu anders voor en zullen we dat wel laten doen. Dat is dan nieuws voor u, namelijk dat zelfs rechtse partijen, zoals u dat noemt, een doorrekening laten maken. Maar doorrekening of niet, het gaat mij om het punt dat in debat A gezegd wordt dat de industrie gestimuleerd moet worden, maar dat in debat B door dezelfde partij wordt gezegd dat die moet worden afgebroken. Gaat de heer Van der Lee daar nu eens werk van maken? Gaat u gewoon eens in de fractie met elkaar praten en het beleid op elkaar afstemmen?
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Dat is helemaal niet nodig, want bij ons hebben we dat gewoon doordacht. Er zijn andere manieren om de industrie in Nederland te versterken dan alleen maar fiscaal dingen weg te geven. Dat is meestal ondoelmatig. Dat blijkt ook uit evaluaties, maar dan draaien we dat niet terug, want dat vinden we te eng, om de een of andere reden. Er is voor 30 miljard aan ondoelmatige fiscale regelingen, terwijl je veel gerichter bepaalde vormen van activiteit, die hoogwaardig zijn in Nederland, kunt stimuleren. Wij hebben niet bezuinigd en wilden ook niet bezuinigen op het Groeifonds of op innovatie. Dit zijn allemaal keuzes die dit kabinet maakt. Daar is terecht kritiek op, van de Raad van State, van DNB, van het CPB, van het IMF: er wordt te weinig geïnvesteerd. Investeren kun je ook voorfinancieren, maar dan moet je wel iets meer willen lenen. Maar ja, die keuze wordt dan ook niet gemaakt. Dan maak je het jezelf wel moeilijk. Dat is het politieke meningsverschil dat al langer bestaat en in deze campagne zal worden uitgevochten.
De voorzitter:
Ik nodig u uit om verder te gaan met uw betoog.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel. Ik wil nog drie punten maken. De koppeling van het budget van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is niet volledig hersteld, terwijl een motie uit de Eerste Kamer daar wel toe opriep. Wij vinden het echt schadelijk en onterecht dat een norm die we vele decennia hebben gevolgd en waar we ons altijd aan hebben gecommitteerd, niet wordt nageleefd. Wat ons betreft doen we daar iets aan, maar dat zal verder worden uitgediscussieerd bij de behandeling van de suppletoire begroting. Ik wijs trouwens op een dekking die wat mij betreft ook voor dit jaar zou kunnen worden ingezet: het verkopen van aandelen Air France-KLM. Daar kopen we helemaal geen zeggenschap voor. Nederland wilde de bonussen tegenhouden, maar 80% van de aandeelhouders stemde dat weg. Waarom hebben we die aandelen? Nou, goed, dat heb ik al eerder bepleit.
Dan wil ik toch ook nog iets zeggen over de begrotingsregels. Heel vaak krijgen wij als oppositie het verwijt dat we de begrotingsregels schenden. Ik wou er toch wel op wijzen dat het kabinet dat ook in forse mate doet. Alle drie de regels die bestaan over kasschuiven worden geschonden. Alle drie! Dat wordt door de Raad van State ook uitvoerig toegelicht. Er is ook een krankzinnige hoeveelheid aan kasschuiven omdat er toch behoorlijk sprake is van saldosturing. Daar kun je voor kiezen, maar wees er dan eerlijk over en erken ook dat je op die punten je eigen begrotingsregels niet volgt. Neem niet alleen de oppositie de maat als die iets voorstelt wat botst met begrotingsregels.
Tot slot wil ik nog wel een opmerking maken. Die wet over de 2% is gisteren aangenomen. Ik blijf toch wel zitten met de vraag hoe we daar nou in de toekomst mee omgaan, dus als we de 3,5% van de echte NAVO-norm moeten invullen en er geen nationale norm is vastgelegd in een 2%-wet. Hoe kijkt de minister daarnaar? Hoe gaan we ervoor zorgen dat er internationaal geen verwarring over ontstaat als wij op basis van onze eigen norm minder presteren op de NAVO-norm, waar we op afgerekend worden? Dat is toch superongelukkig? Ik ben wel benieuwd hoe de minister van Financiën daarnaar kijkt. Alleen al over het afgelopen jaar scheelde dat 6 miljard. Dat is het verschil tussen de berekeningswijzen. Daar kunnen we toch niet de toekomst mee in?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van der Lee. Dan geef ik het woord aan de heer Tony van Dijck. Hij spreekt namens de fractie van de PVV.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Voorzitter, dank je wel. De handschoenen zijn uit, dus het wordt vandaag een leuk debat.
Voorzitter, de Voorjaarsnota. Zoals jullie allemaal hebben kunnen zien, hebben we vorige maand keihard onderhandeld over deze nota. De PVV heeft zich ingezet om de Nederlander weer op één te zetten. Wij wilden dat de mensen meer geld te besteden hebben om de rekeningen en de dure boodschappen te kunnen betalen. Dat was onze inzet. Daarom hebben we zo hard onderhandeld. We hebben de hele nacht doorgehaald. Pas tegen het einde van de ochtend waren we eruit. Er lag een akkoord. De VVD kreeg meer geld voor Defensie, de BBB kreeg extra geld voor boeren en de Nedersaksenlijn, NSC kreeg extra geld voor sociale zekerheid en de WIA, en de PVV kreeg extra lastenverlichting door het bevriezen van de sociale huren en een boodschappenbonus. Iedereen blij, zou je denken. Zelfs de btw-verhoging op cultuur en kunst ging van tafel. Nou, applaus van de heer Grinwis is op z'n plaats; dank je wel.
Onze inzet was veel meer, maar dat zat er helaas niet in. Wij wilden bijvoorbeeld, samen met NSC en BBB, de meevallersformule inzetten, aangezien het overheidstekort in de afgelopen jaren tientallen miljarden lager uitkwam dan eerder werd begroot, de zogenaamde "onderuitputting". We hebben het allemaal gezien. Al die tijd kwam het tekort boven de -1% uit. Dat was de reden om de meevallersformule te gebruiken. Maar deze demissionair minister van Financiën dacht daar helaas anders over. Misschien kan hij hier nog een keer uitleggen hoe die meevallersformule precies werkt. Er was dus discussie over de vraag of we terug in de tijd of vooruit in de tijd kijken. Het lijkt me moeilijk om tekorten te voorspellen als je vooruitkijkt in de tijd. Maar goed, ik laat het aan de minister van Financiën.
Nederland heeft ook nog eens de laagste schuld in 30 jaar: 45% van het bbp. Het tekort blijft al jaren ruim onder de 3%. Ook in toekomstige jaren blijft het tekort ruim onder de 3%. Je zou denken dat dat dus extra ruimte biedt voor extra uitgaven of extra lastenverlichting. Maar het adagium van deze minister is: er worden geen begrotingsregels geschonden en de schulden worden niet doorgeschoven. Ook daar liepen we dus tegen de lamp. Wat bleef er nog over? We moesten in deze Voorjaarsnota alle tegenvallers zelf oplossen binnen de smalle marges van de begrotingsregels. Kortom, alles moest keurig worden gedekt. Dat is gelukt. Er kwam extra geld voor Oekraïne — 5 miljard — Defensie, gemeenten, asielopvang, Brussel, ontwikkelingshulp, stikstof en kinderopvang. En om de blunders van de rijksoverheid weg te poetsen kwam er extra geld voor de WIA, box 3 en Groningen. Cumulatief werden de overheidsuitgaven met meer dan 30 miljard opgeplust tot en met 2030. Dat is cumulatief; ik tel even de mutaties voor de komende vijf jaar op.
Als PVV hebben we geknokt voor juist de gezinnen, want die hebben grote moeite om rond te komen. Die zitten niet in die 30 miljard. Na de grootste huurstijging in 30 jaar, vorig jaar, kregen we het dus voor elkaar om de huren voor twee jaar te bevriezen — dat was toch wel het minste — en een extra bonus te regelen voor toeslagenontvangers, als tegemoetkoming voor de dure boodschappen. Een gezin zou er dan zo'n €100 per maand op vooruit kunnen gaan, maar de woningcorporaties zelf werden ook nog eens gecompenseerd met meer dan een miljard. Me dunkt.
Nou, ik heb het gezien: de wereld was te klein, met mevrouw Spies voorop. We moesten geloven dat de hele bouw zou stilvallen. Er zou geen huis meer worden geïsoleerd of worden gebouwd als die huren zouden worden bevroren. Dat klonk haar vriendin, minister Mona Keijzer, als muziek in de oren, want zij zag dat plan helemaal niet zitten. Maar twee jaar geleden zijn de huren ook bevroren — niet met een wet, maar gewoon met een ministeriële regeling — en toen hoorde je niemand. Dat gebeurde zowel vier jaar geleden als twee jaar geleden. Als wij het doen, is de wereld te klein.
Voorzitter. Deze spin is natuurlijk pure bangmakerij. Het lijkt wel ingestoken. Volgens het Economisch Instituut voor de Bouw is deze reactie zwaar overdreven. Er kan gewoon doorgebouwd worden. Deze huurbevriezing kan makkelijk worden opgevangen en hoeft de bouwambities niet te raken. Lees de notitie Vele wegen naar Rome: reageren op huurbevriezing. Geld is niet het probleem waardoor de bouw stilvalt, maar eerder de stikstof. De investeringscapaciteit is weliswaar van 110 miljard naar 80 miljard gedaald, maar is nog steeds ruim voldoende om volop te kunnen bouwen tot 2030. Dus: in plaats van zich druk te maken over deze huurbevriezing, konden ze zich beter druk maken over de bouw en over de stikstof.
Maar toch, voorzitter. Met zo veel tegenwerking, zo veel tegenkracht, ging ons hele plan van tafel. De huren knallen over twee weken gewoon weer omhoog met 4,5%. En passant wordt ook nog even onze boodschappenbonus geofferd. Het is deze 1,5 miljoen gezinnen die het moeilijk hebben, niet gegund. Het is schandalig wat de PVV betreft: wel miljarden voor Oekraïne, Brussel, Afrika, Defensie, klimaat en stikstof, maar geen cent voor Henk en Ingrid. Ze worden doorverwezen naar de voedselbank. Tot zover de bestaanszekerheid.
De voorzitter:
Meneer Idsinga heeft een interruptie voor u.
De heer Idsinga (NSC):
De heer Van Dijck sprak net over de huurbevriezing en hij sprak over de boodschappenbonus. Hij sprak ook over tegenwerking. Nou zijn wij er weleens van beticht dat wij altijd tegenwerken. Door de PVV worden wij daar vaak van beticht. Is de heer Van Dijck het met mij eens dat wij hierbij niet hebben tegengewerkt?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Over het algemeen is NSC wel de grootste tegenwerker die op ons pad is gekomen, maar misschien zou het in dit geval kunnen dat NSC ons niet heeft tegengewerkt; chapeau. Maar toen de Raad van State kwam met dat negatieve advies, kwam de rechtsstatelijkheid weer om de hoek kijken voor NSC. Ik weet niet wat dan uw reactie was geweest. Maar in principe kunnen we zeggen: deze keer niet.
De heer Idsinga (NSC):
Deze keer niet. Ik heb een persoonlijke vraag aan de heer Tony van Dijck. Ik hoor zijn betoog over het verlagen van de btw op de boodschappen naar nul.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Daar heb ik het nog niet over gehad.
De heer Idsinga (NSC):
Dan komt u daar straks op. Dit is allemaal briljant, zou ik bijna zeggen. Waarom hebben we dat zelf niet bedacht?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Dank je wel.
De heer Idsinga (NSC):
Daar wil ik eens een keer met de heer Tony van Dijck nader over praten. Daar wil ik gewoon nader over praten. Ik zou hem willen uitnodigen om vanavond met mij naar een café hier in de buurt te gaan. Dat is een heel mooi café. Daar hebben ze namelijk gratis bier. Gaat de heer Tony van Dijck op mijn uitnodiging in?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ja, ik wil graag weten waar dat café is.
De voorzitter:
We doen niet aan terugvragen. U moet gewoon antwoord geven.
De heer Idsinga (NSC):
Ik lees het als een ja, maar ik wil wel een waarschuwing geven aan de heer Tony van Dijck. In dat café met gratis bier is de bediening heel erg slecht. Er staat een mevrouw achter de bar. Ze stapelt glazen op, die laat ze vervolgens uit haar handen vallen en dan geeft ze iemand anders de schuld. Dan komt de eigenaar aangesneld. Dan zou je denken "dan krijgt ze op haar donder", maar nee, de eigenaar steunt haar vervolgens ook nog. Dus het is best wel een merkwaardig café. De laatste keer dat ik er was, dacht ik: "Gratis bier? Fantastisch!" Toen ik mijn jas aan had en wilde weggaan, kreeg ik een rekening onder mijn neus geschoven van €150. Toen zei ik tegen de eigenaar: "Hoe kan dat nou? Want er stond 'gratis bier'"? Toen zei hij: "Ja, het bier is gratis, maar u heeft ook zes bitterballen gehad en u bent ook naar de wc geweest, dus wilt u even afrekenen? Want de kachel moet wel ergens van branden." Ik voelde me belazerd. Kan de heer Van Dijck zich dat voorstellen?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Nou, dat ligt eraan. Als die ondernemer van tevoren goed heeft geventileerd richting zijn klanten dat het bier gratis is, maar dat de bitterballen €200 kosten, had u het kunnen weten. Dan is het gewoon een slimme ondernemer.
De voorzitter:
Dat verleidt meneer Idsinga toch tot een vierde interruptie.
De heer Idsinga (NSC):
Een slimme ondernemer, maar ik voelde me wel belazerd.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Dat kan, maar dat ligt dan meer aan u dan aan de ondernemer.
De voorzitter:
Meneer Ergin heeft ook een vraag voor u.
De heer Ergin (DENK):
Eigenlijk is de vraag die ik wil stellen of er ook halal bitterballen zijn, maar volgens mij krijg ik daar geen antwoord op.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Die lust ik niet.
De heer Ergin (DENK):
Vorig jaar stond ik ook hier. Vorig jaar hadden wij ook een Voorjaarsnota, die heel warrig, heel chaotisch was. Toen stelde ik de vraag aan de PVV: waarom peilt u voor de verkiezingen al die kiezers en waarom mijdt u na de verkiezingen al die kiezers? Ik sta hier een jaar verder opnieuw. De PVV zit niet meer in het kabinet. De heer Van Dijck kan grote woorden spreken: wij gaan het regelen, wij zitten nu in het kabinet, de zon gaat weer schijnen, Nederland is gered. Mijn vraag aan de PVV is: wat heeft u in die elf maanden tijd voor de Nederlander betekend? Wat heeft u voor die mensen gedaan die moeite hebben om de boodschappen te betalen? Wat heeft u gedaan?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Dat is een terechte vraag. Wij hebben inderdaad elf maanden lang gestreden om iets te doen aan de koopkracht van de burgers. We zien allemaal dat heel Nederland het gewoon heel zwaar en heel moeilijk heeft. Alles is veel te duur geworden en mensen trekken het gewoon niet meer. Dat ziet iedereen. Wij hebben inderdaad zo veel als we konden aan dat paard getrokken, maar wij kregen er ook niet veel beweging in. Dat is een van de redenen ... Wij hadden maar twee wensen. Dat is de asielinstroom stoppen en de koopkracht van de burgers verbeteren. Met deze Voorjaarsnota hadden we het voor elkaar: toch €100 extra per maand voor gezinnen die het moeilijk hebben. Dat is toch een kleine boodschappenkar. Dat ligt eraan, want als je naar Duitsland gaat, is het een grote boodschappenkar. Maar zelfs dat wordt nu van tafel geveegd, onder het motto van: nee, dat gunnen we de gezinnen niet. Maar ze komen niet aan de 5 miljard voor Oekraïne en de 3,7 miljard voor Defensie. Dat rijtje dat optelt tot 30 miljard, blijft allemaal in stand. Dat half miljardje dat wij er voor de burgers hebben weten uit te slepen, was ons en de burgers niet gegund. Kunt u zich voorstellen dat wij dan zeggen: genoeg is genoeg; wij zijn weg?
De heer Ergin (DENK):
Er is iemand geweest die het land veel meer een dienst heeft bewezen dan de PVV. Die heeft bijgehouden hoeveel verkiezingsbeloftes de PVV heeft verbroken. Dat zijn er 300. Dat zijn 300 beloftes. Ik heb hier een heel document. Pagina 1: de huren zouden omlaaggaan. Pagina 2: er zou geen eigen risico in de zorg meer zijn. Pagina 3: de brandstofprijzen in Nederland zouden lager worden. Nederland is het duurste land ter wereld. Pagina 4: boodschappen zouden goedkoper worden. Die zijn duurder dan ooit. Zo kan ik paginalang doorgaan. Waar zijn al die beloftes van de PVV, die de PVV tijdens de verkiezingen doet, tijdens verkiezingsdebatten, bij al die talkshows en bij alle bijeenkomsten die ze organiseren? Waar zijn al die beloftes, zou ik aan de PVV willen vragen.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik weet niet hoelang u hier rondloopt, maar zolang wij geen 76 zetels halen, is het heel moeilijk om al die beloftes in te vullen. Maar het is een goeie oproep: stem 29 oktober allemaal op de PVV en zorg dat we meer dan 75 zetels halen. Dan worden al die 300 beloftes ingelost; maakt u zich geen zorgen. Uw stem heb ik volgens mij, zo te zien.
De heer Ergin (DENK):
Ik kom tot een conclusie, want de heer Van Dijck maakt hier natuurlijk allemaal grapjes. Dat mag hij allemaal doen. Dat laat zien in hoeverre de PVV de kiezer serieus neemt. De PVV bedondert de kiezer, de PVV belazert de kiezer en de PVV liegt de kiezer voor. De PVV heeft niets, helemaal niets gedaan in de afgelopen periode. De PVV heeft al die verkiezingsbeloftes verbroken. De PVV is dus niks anders dan een partij voor volksverraad. U verraadt het volk. U doet helemaal niks voor ze. Het enige wat u doet ... De banken daar zijn weer helemaal leeg; uw Kamerleden komen niet eens opdagen bij belangrijke debatten. U doet helemaal niets. De PVV is niets anders dan de partij voor volksverraad.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Goed zo, dat was mooi ingestudeerd allemaal. De vertegenwoordiger van DENK weet toch ook dat je je verkiezingsprogramma schrijft in de veronderstelling dat je een meerderheid in dit huis hebt? Dat is je inzet. Vervolgens ga je in coalitieonderhandelingen maximaal realiseren wat je in dat verkiezingsprogramma hebt neergezet. Ik neem aan dat DENK ook bezig is met een verkiezingsprogramma en daarin niet schrijft wat ze denken te realiseren na coalitieonderhandelingen, maar wat ze denken te realiseren als DENK een meerderheid hier in dit huis zou hebben. Zo werkt het. Maar misschien kunnen we dat een keer bilateraal bespreken als u met uw verkiezingsprogramma begint.
De heer Flach (SGP):
Ik probeer iets meer rust terug te brengen in het debat. Iedereen die opkomt voor de belangen van gezinnen kan op steun van de SGP rekenen. Ik hoorde de heer Tony van Dijck zeggen: de PVV heeft geknokt voor de gewone gezinnen. Toch heeft de PVV tijdens de onderhandelingen in die nacht een bezuiniging op het kindgebonden budget geaccepteerd. Is dat dan een soort foutje door de slapeloosheid? Hoe is dat te verklaren?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Dat zijn dus de keuzes. Er moest extra geld bij voor de kinderopvang. Er moest geld bij vanwege de veronderstelde tegenvallers bij de WIA. Dus dan zoeken we waar er nog iets te halen is. De WW was ook zo'n maatregel; die had voor ons ook niet gehoeven. Maar we hebben toch een gat dat gedicht moet worden en dan zoeken we het dáár, waar het het minst pijn doet. Het kindgebonden budget is de vorige keer flink verhoogd en nu een klein beetje verlaagd. Dat zijn de keuzes die je maakt in zo'n nacht. Het is niet voor iedereen rozengeur en maneschijn. Nu wordt dat kleine beetje rozengeur en maneschijn, namelijk het bevriezen van de huren en de boodschappenbonus, er ook uit gesloopt. Dat is mijn grootste teleurstelling. Dan vragen we ons bijna af: wat hebben we die hele nacht zitten doen?
De heer Flach (SGP):
Dat vraag ik me in dit verband ook af, want ik vind het dan toch wel wat cynisch dat juist de gezinnen met middeninkomens kennelijk de rekening moesten betalen. Het knippunt is ergens bij de €60.000 terechtgekomen. Dat zijn de gezinnen die het juist heel erg lastig hebben, omdat ze buiten allerlei regelingen vallen. Misschien zijn dat wel de "werkende armen". Ik zie het dan maar als een bedrijfsongeval, maar ik hoop erop dat de PVV ook wil meewerken aan het herstel daarvan, om te kijken of we het knippunt niet hoger kunnen leggen. Mensen die een ton of meer verdienen, kunnen het beter missen dan juist de middenklasse, die overal buiten valt. Ik kom er graag op terug.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Zeker, als u een amendement maakt, kijken we daar serieus naar.
De heer Dijk (SP):
Ik begrijp het verhaal van de PVV niet. Het is ook best een slecht verhaal. De halvering van het eigen risico treft met name mensen met een chronische ziekte, die arbeidsongeschikt zijn. Die worden heel erg gekort. Maar er stond een halvering van het eigen risico. De huren werden voor twee jaar bevroren, maar woningbouwcorporaties werden onvoldoende gecompenseerd om echt aan nieuwbouw te kunnen gaan doen. Voor de boodschappenprijzen werden voorstellen met meerderheden in de Kamer aangenomen, om te controleren, reguleren en, waar nodig, te blokkeren. Niemand werkte u tegen. Voor alle drie genoemde voorstellen waren er volle meerderheden, waarmee u had kunnen samenwerken om druk uit te oefenen. Sterker nog, deze drie voorstellen zijn allemaal van de SP. Daar waren meerderheden voor. U heeft de stekker eruit getrokken. U heeft ervoor gezorgd dat de huren niet worden bevroren, dat het eigen risico niet wordt gehalveerd en dat ook nog eens de boodschappenprijzen niet naar beneden gaan. Waarom heeft u dat toegestaan?
De voorzitter:
Waarom heeft de PVV dat toegestaan. Meneer Van Dijck.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Gisteren kwam, geloof ik, nog naar voren bij de Raad van State dat het eigen risico ook geen goed idee was. De huren bevriezen; ik weet niet onder welke steen u gezeten heeft, maar je kon geen krant openslaan of de huurbevriezing was "het slechtste idee dat in decennia voorbij was gekomen". En dat terwijl vier jaar geleden — maar ook twee jaar geleden — de huren ook werden bevroren. U zei het net zelf al. Toen hoorde je daar niemand over. Er ging stilzwijgend een ministeriële regeling door de Kamer en toen waren de huren bevroren. En nu zou de wereld vergaan, het licht uitgaan en de bouw zou helemaal stilvallen. Met andere woorden, als u dat geen tegenwerking noemt, als u niet ziet dat alles uit de kast is gehaald: van mevrouw Spies tot en met mevrouw Keijzer tot en met de Raad van State tot en met Aedes … Echt iedereen werd voor de camera getrokken om te zeggen dat het een slecht idee was. Dat noem ik tegenwerking. Dat hebben de huurders niet verdiend. Nu krijgen ze weer 4,5% voor hun kiezen. Zelfs de PvdA, die initiatieven heeft genomen om de huren te bevriezen, was opeens tegen ons voorstel. Lag het dan aan het voorstel of lag het aan het feit dat de PVV het had ingediend? Ik weet het niet, maar ik vind het wel meer dan verdacht.
De heer Dijk (SP):
Dit is zo'n slachtofferrol. U bent de grootste partij. Ik zeg het net: er waren volle meerderheden. Toen de huren werden bevroren in 2021 was het op initiatief van de SP met volle compensatie voor de woningbouwcorporaties door de verhuurdersheffing te korten. Dat is een totaal ander verhaal. U had kunnen blijven zitten. U had dat voorstel kunnen verbeteren. U had het voorstel voor de halvering van het eigen risico kunnen verbeteren. Dat heeft u niet gedaan. U had het voorstel om de prijzen voor de boodschappen te verlagen, kunnen verbeteren. Dat heeft u niet gedaan. U loopt gewoon weg. U loopt gewoon weg als een dief in de nacht. Jullie zíjn hier nooit en als het erop aankomt … Potdorie! Dan worden jullie de grootste partij van al die mensen die jullie nodig hebben en dan loopt u weg, als een dief in de nacht. U merkt het aan mijn toon, daar word ik boos van, omdat u ze verraadt. En dan gaat u hier een zielig verhaal houden. Bent u een stoere kerel of bent u een beetje een mietje?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Oké.
De voorzitter:
Meneer Tony van Dijck.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik weet niet of ik hierop antwoord. Ga maar verder met de heer Vermeer, want ik laat me hier niet voor mietje uitmaken. Zeker niet door deze puntje, puntje, puntje.
De heer Dijk (SP):
Voorzitter, het niet-beantwoorden van deze vraag geeft eigenlijk al een antwoord.
De voorzitter:
Meneer Dijk, we doen het debat via de voorzitter, dus het is fijn als u ook via de voorzitter spreekt.
De heer Dijk (SP):
Voorzitter, het niet-beantwoorden van deze vraag is precies het antwoord. U loopt er steeds voor weg. U houdt hier een mooi verhaal. U loopt op X de hele tijd te zeggen dat u wordt tegengewerkt door van alles en iedereen. Het zijn allemaal grove leugens. Het is verraad naar de werkende klasse, naar mensen die u nodig hebben en hun vertrouwen in u hebben gesteld. Jullie lopen er allemaal bij weg. Of het nou mevrouw Agema, mevrouw Faber, u of meneer Wilders is, jullie lopen er allemaal bij weg. Ga er eens staan als een stoere kerel. Zorg er eens voor dat je iets voor elkaar krijgt. Roeptoeters!
De voorzitter:
Ik hoorde geen vraag.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Goed zo. Ik hoorde ook geen vraag. Gelukkig.
De voorzitter:
Meneer Vermeer dan.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Hij had mijn verhaal ook niet begrepen, dus …
De voorzitter:
Meneer Van Dijck, ik heb net het woord aan meneer Vermeer gegeven.
De heer Vermeer (BBB):
Ik wil de heer Tony van Dijck graag meegeven dat niet alle kritiek op een regeling meteen als tegenwerking gezien moet worden, want dan zouden we hier ook niet meer hoeven debatteren. Maar even over de huurbevriezing. Wat vindt de heer Tony van Dijck ervan dat die huurbevriezing niet mogelijk was voor mensen die van een particuliere verhuurder een woning huren, omdat daar niet eens register van is, en dat er ook nog een alternatieve methode is voorgesteld om alles gewoon in de huurtoeslag te verwerken, zodat netto al die mensen die een woning huren op die manier gecompenseerd zouden worden en we ook geen grote structurele kosten zouden hebben? De PVV stelde die huurbevriezing namelijk vooral voor als tijdelijke maatregel, als incidentele maatregel. Kan de heer Van Dijck aangeven waarom dat voor de PVV niet bespreekbaar was, terwijl dat sowieso voor honderdduizenden extra mensen een oplossing had geboden?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Zoals ik al zei, werd de huur twee jaar geleden en vier jaar geleden ook bevroren, via een ministeriële regeling. Die bevriezing gold voor alle sociale huurders. Dat kan dus gewoon in deze Kamer geregeld worden via een AMvB en dan waren de huren gewoon stilzwijgend bevroren. Mevrouw Keijzer was het vanaf dag één niet eens met deze huurbevriezing. Ik snap dat wel, want zij had bij de Woontop natuurlijk de afspraak gemaakt dat die huurstijging door zou gaan. Daar werd dus al een beetje op gerekend. Ik begrijp dat dus wel. Maar in plaats van dat mevrouw Keijzer vanaf dag één zei "dat ga ik niet uitvoeren, ga terug naar de onderhandelingstafel", heeft ze de schijn opgehouden dat ze het wel ging doen. Ze heeft wetgeving gemaakt, die niet nodig blijkt, want twee jaar geleden is het via een ministeriële regeling gedaan. Ook heeft ze erin gefietst dat er een vorm van differentiatie was tussen particuliere huurders en corporatiehuurders, wat voor ons ook niet de bedoeling was. We hebben daar tijdens die onderhandelingen — u zat daar zelf bij — helemaal niet over gesproken. Voor ons ging het over alle sociale huurders, maar de corporaties zouden worden gecompenseerd met 1,1 miljard. De particuliere sociale verhuurders zouden wij niet compenseren. Waarom zouden we die compenseren? Die hoeven niet te bouwen. Wij compenseren de corporaties omdat die een bouwopgave hebben. Dat is de reden voor de compensatie. Mevrouw Keijzer heeft dus a een wet erin gefietst en b een gedifferentieerde behandeling tussen particuliere huurders en corporatiehuurders. Daardoor loop je tegen de Raad van State en Aedes op. Ze heeft haar vriendin, mevrouw Spies, gebeld om te zeggen: maak een hoop herrie. Dat zijn allemaal redenen … U hoeft dat geen tegenwerking te noemen, maar die huurbevriezing was er nooit gekomen, en als we hier in deze Kamer met de coalitie misschien een meerderheid hadden gehad, dan was die wel in de Eerste Kamer gesneuveld. Het was dus gewoon trekken aan een dood paard. Op een gegeven moment ben je doodmoe van het trekken aan een dood paard. Wij waren er klaar mee.
De heer Vermeer (BBB):
Ik denk dat dat het meest eerlijke antwoord was: dat de PVV er klaar mee was. Maar wat de heer Van Dijck hier even tussen neus en lippen zegt, dat particuliere verhuurders niet hoeven te bouwen, is natuurlijk ook echt volstrekte nonsens, want we hebben niet alleen corporaties nodig voor de extra woningbouw. We hebben alles en iedereen die wil investeren in woningbouw nodig. Maar nogmaals, ik krijg geen antwoord op mijn vraag: waarom was voor de PVV niet gewoon een compensatie van de huurverhoging via de huurtoeslag, een-op-een, bespreekbaar? Want het gaat toch om de portemonnee van de burger en niet om welke constructie een PVV'er bedenkt?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Die vraag heb ik dus beantwoord door te zeggen: mevrouw Keijzer heeft de schijn opgehouden dat ze dit ging uitvoeren. Dus waarom zouden wij met alternatieven komen als zij bezig is met wetgeving om de huren te bevriezen? Wij hebben afgesproken om de huren voor twee jaar te bevriezen. Wij hebben de boodschappenbonus afgesproken. We hebben afgesproken dat we de corporaties gaan compenseren. Zij zou dat allemaal in een pakket via wetgeving naar de Kamer brengen. Voor ons hoefde die wetgeving niet, maar zij wilde dat kennelijk graag. Ze heeft erbij verzonnen dat de particuliere huurders anders behandeld moesten worden dan corporatiehuurders. U zegt: natuurlijk wil ik dat particuliere verhuurders ook bouwen. Maar die hebben niet de bouwopgave zoals afgesproken tijdens die bouwtop. Met andere woorden, die compensatie geldt alleen maar voor de corporaties, zodat zij de bouwopgave kunnen vervolmaken. Dat is heel logisch. Ja, natuurlijk, de huurtoeslag had ook gekund. Dat was een heel andere maatregel. Maar dat was niet afgesproken. We hebben toch afgesproken om de huren te bevriezen? Daar zat u toch zelf bij? Waarom hebt u bij die onderhandelingen niet voorgesteld: laten we niet de huren bevriezen, maar de huurtoeslag verhogen? Dat heb ik u ook niet horen zeggen. Dit was de afspraak. Dit wordt uitgewerkt en nu sneuvelt het op de valreep vanwege alle tegenwerkingen, alle negatieve publiciteit.
De voorzitter:
Meneer Dassen heeft ook een interruptie voor u.
De heer Dassen (Volt):
18-jarigen verdienen op dit moment de helft van wat een 21-jarige verdient voor hetzelfde werk dat ze doen. Dat lijkt mij zeer oneerlijk. Nu zien we dat er in de Voorjaarsnota een klein stapje wordt gemaakt om te zorgen dat 18-jarigen iets meer gaan verdienen en dat het wat meer gelijk wordt getrokken, maar nog steeds veel te weinig. Voor elke €10 die een 21-jarige verdient, krijgt een 18-jarige er €6. Wat vindt de heer Van Dijck daarvan? Moeten we dat niet aanpakken om te zorgen dat dat meer rechtgetrokken wordt?
De heer Tony van Dijck (PVV):
U zegt het terecht: we hebben een eerste stap gezet. We hadden het liever ook helemaal rechtgetrokken, maar dat was gewoon drie stappen te ver. We moeten goed kijken welke consequenties dat heeft. Toevallig was ik gisteren bij de Albert Heijn. Wat een 21-plusser daar per uur verdient, is bijna €19. Dat is niet het minimumloon, maar wat de Albert Heijn ze betaalt. Dan lees je "kom hier werken" en zie je de prijzen die Albert Heijn betaalt. Dat zijn voor een 21-plusser of een 22-plusser best wel hoge bedragen. Dan snap ik ook wel die differentiatie tussen 18 en 22. Ik heb het dus niet over het minimumloon.
Ik heb het gewoon over wat bedrijven, zoals de McDonald's en de Albert Heijns van deze wereld waar veel jeugd werkt, betalen aan de jeugd.
De heer Dassen (Volt):
Een 21-jarige verdient dus inderdaad meer dan een 18-jarige die hetzelfde werk doet. Dat is precies mijn punt. Dat is volgens mij heel oneerlijk. De heer Van Dijck zegt ook terecht dat dat raar is. Het is ook een verdienmodel van supermarkten om dat op die manier te doen. Tegelijkertijd zien we dat één op de tien jongeren financieel gezond is. Dat betekent dat negen van die tien jongeren niet rond kunnen komen en dus ook moeite hebben om een kamer te vinden, de huur te betalen, de boodschappen zelf te kunnen betalen en dat ze levenskeuzes uitstellen. De werkdruk wordt hoger. Is de heer Van Dijck het niet met mij eens dat we nu ook een snellere stap met elkaar kunnen maken? Daar willen wij een voorstel voor doen. Ik hoor dat de PVV daar sympathiek tegenover staat, dat de heer Van Dijck daar sympathiek tegenover staat. Moeten we deze kans nu niet aangrijpen en zeggen: we kunnen sneller die stap maken om te zorgen dat 18-jarigen ook een eerlijk loon krijgen voor hetzelfde werk dat ze doen als al die anderen?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Zeker. Wij vinden dat ook. Wij vinden ook dat die differentiatie tussen 18, 19, 20 en 21 eigenlijk nergens op gebaseerd is. We hebben een eerste stap gezet, maar ik zeg wel: kijk goed naar de consequenties. Als daardoor die Bic Mac opeens een euro duurder wordt, dan heeft dat ook weer consequenties. Het is dus niet zomaar gezegd, zo van: losse flodder, dat doen we even. Je moet wel even goed doorrekenen en doordenken wat voor consequenties dit heeft voor Nederland, voor het bedrijfsleven, voor noem maar op. Maar ik ben het helemaal met u eens: dat onderscheid zou weg moeten.
De heer Dassen (Volt):
En die doorrekeningen zijn allemaal gemaakt, ook bij de vorige verhogingen. Toen waren deze zorgen er namelijk ook. Daaruit is gebleken dat de kosten voor de consument bijna niet omhoog zijn gegaan. Voor de supermarkten scheelt het namelijk niet zo veel in de totale omzet die zij maken. De hamburger waar u het over heeft, wordt voor de eindconsument dus geen euro duurder hierdoor. Daarmee weten we wel al die jongeren die nu financieel in zwaar weer zitten, uit de problemen te halen door ze een eerlijk loon te geven. Ik kom met een voorstel. Ik ben blij dat de heer Van Dijck daar serieus naar wil kijken, zodat we daadwerkelijk wat voor die jongeren kunnen doen.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Geen probleem.
De voorzitter:
Ik zie meneer Dijk naar de interruptiemicrofoon lopen.
De heer Dijk (SP):
Ik ga het toch nog een keer proberen, omdat ik het belangrijk vind. U merkte net mijn irritatie wel en ook een beetje mijn boosheid. Waarom heeft de heer Van Dijck geen gebruik gemaakt van een meerderheid in deze Tweede Kamer die ook huurbevriezing wilde, met een fatsoenlijke compensatie voor woningbouwcorporaties, die lagere boodschappenprijzen wilde door prijzen te reguleren en te blokkeren indien nodig, en die het voorstel voor een halvering van het eigen risico wilde verbeteren, zodat chronisch zieken, gehandicapten en arbeidsongeschikten niet de dupe werden? Waarom heeft de PVV dat niet gedaan maar is ze weggelopen?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Omdat het ons gewoon allemaal te mager was. Kijk, we hebben geknokt — ik zei het al in het begin — voor dat beetje extra koopkracht voor de burgers. Net bij de interruptie op de heer Van der Lee bleek ook dat de burgers geen lastenverlaging maar een lastenverhoging hebben gekregen. Wij wilden een asielstop. Wat hebben we gekregen in Nederland? Een asielrecord. Niet minder asielzoekers, maar meer asielzoekers. Wij zijn in dit kabinet met 37 zetels ... 2,5 miljoen mensen hebben op ons gestemd. Wat wilden die 2,5 miljoen mensen? Die wilden lagere lasten, dus meer koopkracht en minder asiel. Dat was onze insteek. Als wij na elf maanden erachter komen dat we meer asiel krijgen en hogere lasten voor de burgers, dan is het snel klaar. Wij hebben gevochten en wij hebben het eigen risico meer dan gehalveerd. Wij hebben de huren bevroren. Dat wordt allemaal teruggedraaid. Dat was allemaal niet welkom. Het wordt allemaal weer … Dat moet u niet mij verwijten. Ik wilde het eigen risico naar nul. Daar heb ik voor geknokt. Dáár zitten mijn getuigen. Ik heb tot de laatste minuut gezegd: het eigen risico willen wij op nul, anders praten we niet verder. We kwamen tot meer dan de helft; we kamen uit op €165. En ja, dan tel je je zegeningen. Dat heb ik u de vorige keer ook gezegd: ben blij dat het in ieder geval €165 wordt. We hadden liever nul, maar het is €165 geworden in plaats van €385. En dat is nu nog maar de vraag, want ik hoorde mevrouw Yeşilgöz gisteren zeggen: "Dat eigen risico, dat slopen we. Dat gaat naar Defensie." Met andere woorden: zelfs de vermindering van het eigen risico wordt de burgers in dit land niet gegund. Dat ligt niet aan de PVV. Dat ligt aan al die andere partijen. En dat ligt ook niet aan de SP, eerlijk is eerlijk. Maar het ligt wel aan al die andere partijen. U moet dus niet bij mij zijn met uw kritiek, behalve dan als u zegt dat de beloftes niet zijn waargemaakt. Maar dat is coalitieland, dat is water bij de wijn doen en dat is het niet hebben van 76 zetels.
De voorzitter:
Ook antwoorden mogen kort en compact.
De heer Dijk (SP):
Die 76 zetels waren er in de Kamer. U, meneer Van Dijck, heeft daar alleen nooit gebruik van gemaakt, niet voor het eigen risico, niet voor de boodschappenprijzen, niet voor het bevriezen van de huren. Want u bent weggelopen. Mijn vraag is: waarom heeft u daar nooit gebruik van gemaakt? Waarom ben u nooit naar de Kamer teruggekomen en heeft u hier niet gezegd "moet je horen, op een paar punten …"? De halvering van het eigen risico is veel te weinig. Dat weet u. De belofte was: naar nul. Maar goed, nu noemt u de halvering. Ook dat heeft u niet geprobeerd aan te passen via de meerderheid die er in deze Kamer voor dit soort voorstellen gewoon is. Er is een overgrote meerderheid op het vlak van het eigen risico, de huren en de boodschappen. U heeft dat niet gedaan. U bent weggelopen. U heeft niet eens de moeite genomen om de plannen hier via die meerderheid beter te maken.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Nou ja, ik zie al die moties van de SP voorbijkomen, maar die meerderheden zie ik niet. U dient elke week een motie in voor het verlagen van de huren en voor het eigen risico naar nul, maar u krijgt nooit een meerderheid. Dus ik weet niet waar u die meerderheden ziet. En als die meerderheid al een keer, incidenteel, in deze Kamer zou voorkomen, dan sneuvelt die wel in de Eerste Kamer. Dat hebben we gezien bij de Onderwijsbegroting. Wij hadden een paar puntjes wat betreft de Onderwijsbegroting, zoals de btw op kunst en de maatschappelijke dienstplicht. Nou, dat werd allemaal door de christelijke partijen teruggedraaid, omdat we anders in de Eerste Kamer tegen de muur waren aangelopen. Met andere woorden: u noemt het geen tegenwerking en u denkt "je had de meerderheden", maar zo makkelijk ligt het niet. We hadden geen meerderheden. De btw op kunst en cultuur: man, man, man, de wereld was te klein! En nu worden de belastingen verhoogd om die btw en de kunstliefhebbers uit de wind te houden. Nou, ik heb liever lagere belastingen voor iedereen dan een btw-verlaging voor de kunst- en cultuurliefhebbers.
De voorzitter:
Gaat u verder met uw betoog, meneer Van Dijck.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Voorzitter. Dat de huurbevriezing is ingetrokken is niet alleen slecht nieuws voor anderhalf miljoen gezinnen, maar is ook slecht nieuws voor de schatkist. Deze minister van Financiën komt vanaf 2029 structureel 492 miljoen tekort. Minister Keijzer zoekt nog naar een dekking. Hoe staat het daarmee? Want dat hoefden wij niet te flikken. Als wij iets hadden ingediend en 500 miljoen tekortkwamen, dan had deze minister wel gezegd: ga je huiswerk doen. Maar en passant pakt hij dan wel eventjes onze boodschappenbonus, die daar niets mee te maken heeft, de eenmalige bonus die makkelijk kan worden betaald uit de compensatie van de woningcorporaties, van de mensen af. Ik stel dus voor om vanaf volgend jaar te zoeken naar die die 492 miljoen van mevrouw Keijzer en niet vanaf 2029 en die mensen de boodschappenbonus terug te geven. En als u een dekking zoekt: die vind je bij de eenmalige compensatie van de woningcorporaties, want die is overbodig geworden.
Ik heb meer dan eens het gevoel dat wij de enige partij zijn die zich echt bekommert om het welzijn en de portemonnee van de gewone Nederlander. Dat in Nederland één derde van de huishoudens niet of nauwelijks rond kan komen, interesseert hier kennelijk niemand. Wij trekken aan een dood paard. Zelfs de halvering van het eigen risico staat nu ter discussie. Als ik de Raad van State moet geloven, dan staat die ter discussie. Als ik de VVD gisteren goed hoorde — die wilde daar vanaf het begin al niet aan — dan staat die ter discussie. Maar ondertussen wordt Nederland steeds duurder en kan een grote groep mensen de rekeningen niet meer betalen.
Voorzitter, ik zie dat het al tijd is. Ik weet niet hoe dat kan, maar ...
De voorzitter:
Tja ...
De heer Tony van Dijck (PVV):
Tellen die interrupties mee of zo?
De voorzitter:
Acht minuten had u, en die zijn nu op.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik heb net twee blaadjes uitgesproken. Dat is echt geen acht minuten. Ik heb geoefend voor de spiegel.
De voorzitter:
Ik ga u vragen om af te ronden. Maar voordat u dat doet, geef ik de heer Eerdmans de gelegenheid voor een interruptie.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik vind het zo stil vanuit de VVD en BBB op dit moment. Ik dacht dat ze dit niet over zich heen zouden laten gaan. Toch? Dus dat het de schuld is van ...
De heer Tony van Dijck (PVV):
Dat zou je denken.
De heer Eerdmans (JA21):
Dat de heer Van Dijck hier als enige staat om de koopkracht te bewaken. Ik dacht dat daar wel wat meer over te zeggen is. De partij van Van Dijck is weggelopen. We hadden een prachtig pakket volgens mij, en daar is niks meer van over. Dus ik hoopte dat daar ook een paar woorden aan zouden worden gewijd, aan wat ontzettend jammer het is voor Nederland dat dit kabinet is gevallen en dat we nu met de brokken zitten, met een deur die opengaat naar links in plaats van naar rechts; ga daar maar van uit. En daar geef ik ook de heer Van Dijck de schuld van. "Ja, potverdorie," zegt u dan. Of niet?
De voorzitter:
Ik zeg: gaat u door. Uw interruptietijd ...
De heer Eerdmans (JA21):
Maar nou even over dat eigen risico dan. Want ja, ik geloof ook niet dat de coalitiepartijen er heel erg rouwig over zijn dat die halvering verdwenen is. En waarom? Ik sta er wel achter dat die moet verdwijnen, omdat dat namelijk leidt tot een veel hogere premie. En dat gaat de gewone Nederlander juist geld kosten, omdat er daardoor veel meer vraag komt naar zorg. Die is er dan niet en dan komen er wachtlijsten bij. Kortom, alle deskundigen zeggen: doe dat nou niet, heel erg kortetermijndenken, PVV. Net als met die huurbevriezing, allemaal veel te korte termijn. Gelukkig gaat dat allemaal van tafel.
De voorzitter:
En uw vraag aan de heer Van Dijck?
De heer Eerdmans (JA21):
Mijn vraag is: waar denkt de heer Van Dijck de "hoop, lef en trots" vandaan te halen — laat ik het dan maar zo formuleren — dat er nog eens een regering komt die wél aan de portemonnee denkt van de gewone, normale Nederlander, die hard werkt maar ook eens wat in de portemonnee wil overhouden en niet met allerlei taksen wil worden geconfronteerd? En ik zal het maar vertellen: die zaten er al een weekje bij, met een vliegtaks, in het pakket van de PVV en Schoof I. Maar straks komt die vleugel dáár aan de macht, kijk maar, en dan vliegen de belastingen ons weer om de oren. Dus: is de heer Van Dijck daar niet, met JA21, een beetje bezorgd over?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Nou, nee. Wij zijn er redelijk van overtuigd dat de Nederlanders straks in oktober de goeie keuze maken. Maar ik maak me wel bezorgd over uw opmerking, over de opmerking van JA21, als het gaat om het eigen risico en de huren bevriezen. Want u zegt enerzijds dat u iets wil doen voor de burgers, maar anderzijds dat dat van het eigen risico een slecht idee was en dat de huren bevriezen een slecht idee was. Met andere woorden, u krijgt twee goede ideeën die veel doen voor de portemonnee van de burgers en u laat zich leiden door wat de instituties zeggen en wat de spin is dat het zogenaamd een slecht idee is. U weet zelf ook dat wij het eigen risico halveren, meer dan halveren, maar dat dat 5 miljard kost. En als dat de premies zou verhogen, dan had het geen 5 miljard gekost. Met andere woorden, wij verlagen de lasten voor burgers en compenseren die verhoging van die premies volledig, zowel via de loonbelasting als via de toeslagen. Met andere woorden, niemand voelt straks dat die premie omhooggaat. Maar u laat zich weer leiden door het spinnen van de mensen die het niet willen, en dan krijg je dit soort interrupties.
De heer Eerdmans (JA21):
Als je zuinig bent op je eigen risico, dan ga je weer meer betalen, tuurlijk: we gaan 200 euro premie bijbetalen. Dus dit is een fabel. Dit zijn dus domme plannen zonder daarover na te denken. Daarom vinden deskundigen en instituten dat ook "domme plannen" — ja, dat wordt er dan inderdaad bij gezegd. Als je dat eigen risico niet terugdraait, heb je 5 miljard over en kan je die vervelende accijnsverhoging aan de pomp zo meteen achterwege laten. Want vanaf januari gaan we weer een kwartje bijbetalen; de "Barrybonus", zeg maar. Of dat zeiden we altijd vroeger; de "minister van Verkeer", zeg ik er maar bij. Dat kun je dan doen, ja. Dan kun je accijnzen verlagen, de btw verlagen. Dat zijn structurele maatregelen om ons wat meer geld te geven. Dat simpele snijden in het eigen risico gaat voor een deel van de mensen dan inderdaad wat opleveren, voor mensen die heel vaak naar het ziekenhuis gaan, maar de gezonde mensen gaan daar zéker voor betalen. Daar denkt de PVV gewoon niet over na. En die huurbevriezing is allang afgeschoten door allerlei mensen eigenlijk, die zeiden: jongens, dat leidt tot een totale verstopping, of meer, van die hele woonsector; daardoor gaan we dus gewoon geen huizen meer bouwen. Dat zeggen de corporaties ook. Daarvoor kun je allemaal je kop in het zand steken, maar het is wel de waarheid. Dus, kortom: ja, we staan denk ik aan dezelfde kant waar het gaat over meer geld in de portemonnee, minder accijnzen, minder btw en minder belastingen, maar dan niet door kortetermijnmaatregelen, die even heel leuk lijken voor de huiskamer. Zoals die vraag van die mevrouw in dat programma, en met Wilders toen: ja, dat gaan we nu regelen, nú regelen. Nu regelen is heel dom, want de mensen gaan daar uiteindelijk meer voor betalen.
De voorzitter:
Meneer Van Dijck.
De heer Eerdmans (JA21):
Meneer van Dijck, wat vindt u daarvan?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Dat moet u dan tegen die mevrouw zeggen, dat ze heel dom is en dat ze het eigen risico lekker moet betalen. U kunt het makkelijk betalen, maar wij zijn ervan overtuigd dat het eigen risico naar nul moet. Wij vinden het eigen risico een schandalig iets. Een schandalige maatregel, een boete op ziek zijn. Mensen die ziek zijn en het toch al krap hebben, laat je gewoon €385 betalen, terwijl ze het niet kunnen betalen. Als u dat een mooie maatregel vindt, is dat uw probleem. Wij blijven ervoor knokken om het eigen risico van tafel te krijgen, zolang we hier zitten.
De voorzitter:
Heel kort, meneer Eerdmans, in derde instantie.
De heer Eerdmans (JA21):
Hoezo kort?
De voorzitter:
Ik heb aan het begin van het debat gezegd dat de interrupties kort horen te zijn, maar ik geloof dat u iets later binnenkwam. Ik heb er al eentje van u dubbel geteld. Gewoon kort, zodat er ook een beetje vaart in het debat blijft.
De heer Eerdmans (JA21):
Dat is de nieuwe lijn. Die is gisteravond ingegaan. Als je iets te lang praat, geldt dat als dubbele interruptie. O, geldt het al langer? Oké. Mijn punt is: die mevrouw heeft dus helemaal niets gekregen. Wilders zei tegen Timmermans: het moet nú geregeld worden. Maar die mevrouw staat nu ook te kijken van: we gaan weer naar de stembus.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Een halvering.
De heer Eerdmans (JA21):
Nee, dat is dus allemaal mislukt, omdat jullie weggelopen zijn en er niet uitgekomen zijn met elkaar. Dat is gewoon ontzettend jammer, in dat opzicht. Maar nou even het volgende. De verkiezingen komen eraan. De PVV wordt uitgesloten door de VVD, D66, de Partij van de Arbeid, door heel links. Kortom: met wie moet de PVV straks nog regeren?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik ga daar niet op vooruitlopen. De vorige keer werden we ook uitgesloten. We haalden 37 zetels en gingen regeren. Als wij nu 50, 60, 70, 80 zetels halen … Met 80 zetels hebben we zelfs niemand nodig. Met 50, 60 zetels zijn er altijd mensen die met ons willen praten en noem maar op. Je kunt niet 2,5 miljoen, 3, 4, 5 miljoen mensen in dit land in de steek laten en zeggen: jullie doen er niet toe. Dat kan niet. Dus dan neem ik aan dat de democratie gewoon haar werk doet. Iedereen die nu zegt "we willen niet meer met die en we willen niet meer die" … Ze hebben een grote mond over de democratie, maar als íéts ondemocratisch is, is het wel iemand van tevoren uitsluiten.
De heer Eerdmans (JA21):
Daar ben ik het van harte mee eens. Laten we ervan uitgaan dat jullie geen 76 zetels halen. Er zal dus altijd iets bij moeten. Dan denk ik dat het steeds lastiger wordt. Hier vertrouw ik de VVD dan wel in, dat ze liever met links gaan praten dan met jullie. Dat vind ik als rechtse kiezer en vertegenwoordiger een probleem. Dus ik sluit me er niet bij aan. Ik vind dat je met alle partijen moet praten en afhankelijk van de uitslag gewoon het gesprek moet voeren. Maar ik vrees wel dat het heel erg lastig wordt. Ja, ik hoop ook dat het niet nog lastiger gaat worden. Maar goed, JA21 zal zijn uiterste best doen om zo veel zetels binnen te slepen dat we mogelijk toch nog wat zonlicht gaan zien na oktober, voor de rest van Nederland.
De voorzitter:
Ik hoorde geen vraag. Ik weet niet of meneer Van Dijck erop wil reageren.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Laten we het hopen. Maar ik heb nog één puntje.
De voorzitter:
U heeft geen tijd meer.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Maar het is wel een heel belangrijk puntje.
De voorzitter:
Dan had u daarmee moeten beginnen, misschien.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Als u mij toestaat, zal ik het heel kort …
De voorzitter:
Ik geef u nog een paar seconden.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Het gaat erom dat we toch iets kunnen doen voor de boodschappen. Het probleem zit 'm in de etikettering. Dat kost niks. Ik zie de minister van Financiën opfleuren, want het kost niks. Kunnen we niet iets verzinnen met etikettering? In Nederland hebben we een nationale kop gezet op de EU-verordening dat een etiket in begrijpelijke taal moet worden opgesteld. Nederland heeft gezegd dat dat in het Nederlands moet, terwijl we allemaal weten dat heel Nederland ook Engels, Duits en Frans kan. Als ze het niet kunnen, heb je er heel handige tools voor. Dus laten we die nationale kop schrappen, zodat we in ieder geval de Duitse en Engelse producten, met een etiket in een andere taal, ook kunnen verkopen in de Nederlandse supermarkt, want dat scheelt namelijk heel veel geld. Ik zal geen namen noemen, maar er is nu al een supermarkt die alles gaat omverpakken om er een Nederlands etiket op te plakken.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Dijck.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Dat scheelt euro's per product.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Dijck. Dank u wel.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Dus ik hoop op een …
De voorzitter:
Neenee, ik ga daar geen interrupties op toestaan. We zijn echt toe aan de bijdrage van meneer Vijlbrief.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ik wil echt nog een interruptie plaatsen. Het is mijn eerste interruptie in het debat, en graag aan de heer Van Dijck.
De voorzitter:
Nou, meneer Van Dijck, loopt u nog even terug naar de katheder, alstublieft? Want meneer Van der Lee heeft heel lang gewacht om een interruptie te plegen, maar ik gun het hem.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ik dacht: ik luister tot de laatste letter. Ik heb echt nog nooit zo'n huiliehuilieverhaal gehoord van de PVV.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Over die etiketten?
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Het ligt allemaal aan anderen. "Wij hebben keihard onderhandeld." Ze hebben ingestemd met begrotingsregels die ze niet kenden, met een meevallerregel die zo vaag is dat er niks staat. En nu achteraf klagen. U heeft helemaal niet keihard onderhandeld. U heeft echt heel dom onderhandeld. Dat zien we op allerlei terreinen terug. Neem daar eens verantwoordelijkheid voor. Ik ben benieuwd waar de PVV nu staat. Voordat u ging regeren, zei u: we hebben geen financieel anker voor het tekort. Heeft de PVV dat nu weer niet meer? Gaat de PVV doorrekenen? Gaat de PVV aan Nederland laten zien dat ze wat ze allemaal roepen, blaten, ook waar kunnen maken? Of gaat u gewoon door op de oude voet en komt er weer helemaal niets van terecht?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Tja, ik weet niet goed wat precies de vraag is. De PVV heeft allerlei plannen. We hebben onderhandeld, keihard onderhandeld. De onderhandelaars kunnen dat beamen. Maar ik zei het al: nu de huurbevriezing van tafel is ... We liepen gewoon een doodlopende weg op, in de zin van: wij wilden minder migratie en we kregen meer migratie, en we wilden minder lasten en we kregen meer lasten. Met andere woorden, wat is er dan nog het nut van om in dit kabinet te blijven zitten? De heer Van der Lee trekt een hele grote broek aan, maar hij heeft het zelf ook meegemaakt toen hij een keer met de VVD in een kabinet ging zitten. Toen ging hij volgens mij van 38 zetels naar 9 zetels, omdat hij toen het VVD-programma heeft uitgevoerd. Met andere woorden, wij willen dat voor zijn. Wij gaan niet vierenhalfjaar lang het VVD-programma uitvoeren. Wij zeggen: genoeg is genoeg, dus laat de kiezer maar weer spreken. Dat had de PvdA toen ook moeten doen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Dijck. We gaan luisteren naar de bijdrage van de heer Vijlbrief. Hij spreekt namens de fractie van D66.
De heer Vijlbrief (D66):
Voorzitter, dank u wel. Het voorjaar is mijn favoriete seizoen: de dagen worden dan langer en na de val van dit kabinet is de zon echt gaan schijnen. Dat hebben we allemaal kunnen zien. Het voelt alsof alles beter wordt.
Vooruitgang was de drijfveer achter mijn wens om de politiek in te gaan. Acht maanden geleden hield ik op deze plek mijn maidenspeech. Ik zei toen: ik wil opkomen voor mensen met een zachte stem, voor mensen die geen grote mond hebben en worden verdrukt door een almachtige overheid, maar ook voor mensen die het volgens anderen zogenaamd wel niet begrepen zullen hebben en voor mensen in de toekomst die nog helemaal geen stem hebben. En je zou het misschien niet denken, maar het debat van vandaag gaat over deze mensen: mensen die hun leven op pauze zetten omdat ze geen woning kunnen vinden, mensen die moeite hebben met lezen en schrijven, mensen die zich iedere maand weer afvragen hoe ze de energierekening moeten betalen, ondernemers die verdwaald raken in regels en bureaucratie en steeds minder goed kunnen concurreren. Dat zijn de mensen waarvoor ik hier sta. Die mensen kijken naar de politiek voor oplossingen.
Dan ligt er nu een Voorjaarsnota waar zij eerlijk gezegd helemaal niks mee opschieten. Ik ga het toch zeggen: er is broddelwerk afgeleverd. Dat bleek net ook al uit het debat. Ik citeer hoogleraar Jacobs: "Het kabinet heeft meer maatregelen genomen die de economie schaden dan maatregelen die de economie vooruithelpen." Hij doelt daarbij ongetwijfeld op die opnieuw hele grote bezuiniging op het onderwijs, op leerlingen in het basisonderwijs, het mbo en het hoger onderwijs, op jonge kinderen op het vmbo, op kinderen die dit het hardste nodig hebben, op mbo- en hbo-studenten. Dat is onverstandig, niet alleen omdat ieder kind het beste onderwijs verdient, maar ook omdat het getuigt van economische roekeloosheid. Dat heb ik al eerder gezegd. In een tijd van krapte op de arbeidsmarkt, technologische veranderingen en onzekerheid op de financiële markten zet het kabinet opnieuw het mes in de kenniseconomie. We hebben het hier eerder over gehad, maar ik wil toch nog een keer aan de minister vragen hoe hij als VVD-minister ons zo terug in de tijd kan werpen op dit punt. Zou hij daar wat over willen zeggen?
Voorzitter. Alles begint bij dat onderwijs. Daarom doet D66 vandaag met een aantal andere partijen voorstellen om die fikse onderwijsbezuiniging in de Voorjaarsnota terug te draaien. Dat doen we niet alleen, maar met een samenwerking die eerder heeft gefunctioneerd: D66, CDA, ChristenUnie, SGP en JA21. We hebben een keurig gedekt voorstel ingediend dat deze bezuiniging terugdraait. Ik roep partijen in deze Kamer op om daaraan mee te werken, partijen die de economie hoog in het vaandel hebben staan en de kenniseconomie belangrijk vinden. Gisteren in het NAVO-debat kwam het een aantal keren terug: het is ook belangrijk dat je economisch op je eigen benen staat. Ik roep de Kamer dus op: laten we dit met z'n allen terugdraaien. Ik wijs er ook nog een keer op — zo werkt dat in een democratie — dat er ook nog een Eerste Kamer is waarin allerlei andere partijen zitten die dit ook weer tegen zullen houden als dit nu niet van tafel gaat.
Zoals u weet, zal D66 geen enkele bezuiniging op het onderwijs accepteren. Er ligt dus ook een voorstel om, naast de half miljard die het kabinet extra bezuinigd heeft, de hele bezuiniging op onderwijs terug te draaien. Want onderwijs, leerlingen en studenten zijn geen kostenpost, maar vragen om investeringen.
Ik zie een interruptie, voorzitter.
De voorzitter:
Inderdaad, die zie ik ook. Mevrouw Aukje de Vries.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik stel het altijd op prijs als er wel een poging gedaan is om dekking te zoeken voor voorstellen die men graag anders zou willen zien. Maar ik was toch een beetje teleurgesteld in de dekking in het amendement. Wij hebben natuurlijk eerder over de begroting van OCW gesproken. Toen heeft de flexibilisering van de AOW ook op tafel gelegen. Ook het andere voorstel, de kartelboetes, heeft op tafel gelegen. Daar is toen van gezegd: dat kan niet. Waarom denkt D66 nu dat het wel kan? Dat komt op mij dan ook wel over als broddelwerk. Als u dat wilt plakken op de Voorjaarsnota, dan vind ik dit amendement eigenlijk ook wel broddelwerk.
De heer Vijlbrief (D66):
Toch nog een keer over waarom we dit doen, voordat ik inga op de dekking. Het gaat om een bezuiniging, 150 miljoen op de onderwijskansenregeling, die het onderwijs voor de kinderen in het vmbo die de meeste moeite hebben, ondergraaft. Dan even naar de dekking. Van die kartelboetes is volgens mij nooit gezegd dat het niet kan. Sterker nog, het staat in alle verkiezingsprogramma's, dus ik vermoed ook in dat van de VVD, voor dit bedrag. Het zal straks ook weer voor datzelfde bedrag in de boeken staan. Wanneer het gaat om de flexibilisering van de AOW: op lange termijn een nul, maar de lange termijn is dan 2050. Ik durf dit broddelwerk wel te vergelijken met wat dit kabinet tot nu toe heeft opgeleverd. In 2035 levert het namelijk gewoon het bedrag op dat daar staat. Ik zie het broddelwerk hier dus niet.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
U mag natuurlijk altijd iedereen de maat nemen, ook over de Voorjaarsnota. Daar staan we hier ook voor. Maar dan wel even serieus. De flexibilisering van de AOW levert inderdaad structureel niks op, maar u wilt er wel 200 miljoen mee dekken. Dat klopt dan volgens mij niet. Wat betreft de boetes van de ACM geloof ik dat er de afgelopen jaren nog minder dan €100.000 aan boetes geïnd is. Men moet zich daar gewoon aan de regels houden. Het is een onafhankelijke toezichthouder. Er zijn ook Europese richtlijnen voor hoe je dat moet doen. Ook daarvan wordt gezegd, nog even afgezien van wanneer je het allemaal zou kunnen uitvoeren, dat het niet klopt. Dus als u zegt dat u inderdaad als doel wilt om de bezuiniging op die regeling te schrappen, dan zou ik willen voorstellen om opnieuw naar de dekking te kijken, want dit kan echt niet.
De heer Vijlbrief (D66):
Ik ben het hier gewoon niet mee eens. Mevrouw De Vries en ik zijn het hier niet over eens. Kartelboetes staan voor 200 miljoen in de doorrekening van het CPB bij de verkiezingsprogramma's van bijna alle partijen. De flexibilisering van de AOW levert inderdaad in 2050 nul op, maar in 2035 dit bedrag, dus ik begrijp uw punt niet.
De heer Vermeer (BBB):
Ik zou graag willen dat de heer Vijlbrief even uitlegt waar dat geld dan vandaan gehaald wordt. Als iets op termijn niets oplevert, dus gewoon op nul staat, maar voor de korte termijn dekking oplevert, dan gaat er iemand geld betalen. Kan de heer Vijlbrief uitleggen wie dat gaan betalen en wanneer?
De heer Vijlbrief (D66):
Ja, dat is heel eenvoudig. Bij de flexibilisering van de AOW werkt het zo dat mensen langer doorwerken en dus langer premie afdragen. Daarom is het saldo op de hele lange termijn nul, maar tot 2035 kan het dit makkelijk dekken.
De heer Vermeer (BBB):
Ik heb het dus goed begrepen dat de mensen die langer doorwerken dit betalen?
De heer Vijlbrief (D66):
Jazeker. Zij betalen namelijk langer premie en krijgen later ook een hogere AOW-uitkering, en daarom valt dat tegen elkaar weg in 2050. In 2035 levert dit dus geld op, ja.
De voorzitter:
Meneer Van der Lee heeft ook een vraag voor u.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Vooropgesteld dat we het eens zijn over het doel: die maatregel moet van tafel. Daarom loopt die ook mee in ons bredere amendement, gedekt uit een aantal specifieke lastenverzwaringen. Ik heb ook wel een probleem met wat er gezegd wordt over de flexibilisering van de AOW. Ik heb namelijk nog eens goed gekeken naar de doorrekening en daar staat structureel een tegenvaller van 100 miljoen. Dat loopt niet rond, omdat de AOW-rechten die men opbouwt groter zijn en per saldo niet volledig worden gedekt uit de premies die worden betaald. Feitelijk gaat het op termijn geld kosten. Ik wou dat toch gezegd hebben, omdat ik denk dat ons amendement veel beter is, omdat daarmee de hele bezuiniging van tafel gaat, inclusief de maatregel die D66 ook graag van tafel wil. Laten we elkaar daar dan op vinden.
De heer Vijlbrief (D66):
Nog één keer. Ik denk dat de heer Van der Lee en ik aan dezelfde kant van het touw trekken wanneer het gaat om wat we hier proberen te doen. Deze flexibilisering van de AOW levert tot 2035 — 2035 vind ik structureel genoeg, als ik zie wat dit kabinet allemaal in elkaar geflanst heeft — dit geld op. Maar als die dekking het grote probleem wordt, dan kan de heer Van der Lee altijd met mij praten over een andere dekking, alleen niet over wat hij voorstelt. Dit is een prachtige gelegenheid om dat even te zeggen. Ik ben het met de dekking die GroenLinks-PvdA in haar amendementen aanbrengt, totaal oneens. Ik vind het onverstandig om de verdiencapaciteit van Nederland aan te tasten. Ik vind dat geen verstandige dekking, maar er zijn voldoende andere bronnen. In de hele btw-discussie hadden we er wel twintig. Ik heb ook het eigen risico altijd genoemd. Dat gebruiken we voor het grote amendement, maar dat kan ook hiervoor ingezet worden. Wat dat betreft: geld vinden we hier wel voor, maar het gaat mij erom dat de bezuiniging op de onderwijskansenregeling van tafel gaat.
De voorzitter:
Gaat u verder.
De heer Vijlbrief (D66):
Voorzitter. Een echte doorbraak is ook nodig voor een bloeiende nieuwe economie. Als het kabinet serieus zou hebben ingegrepen en zou hebben geïnvesteerd in het net, hadden mensen straks misschien de energierekening weer kunnen betalen. Dat net piept en kraakt namelijk. Het vergt een investering van — hou je vast! — 200 miljard om dat op orde te krijgen. Dat is een van onze grootste investeringen sinds de Deltawerken. Wij zijn daartoe bereid. D66 vindt — daarover hebben wij eerder dit debat gehad — dat wij hier als rijksoverheid direct in moeten investeren. Zo verlagen we de maatschappelijke kosten en versnellen we de transitie. Zo worden de kosten van deze investering eerlijk verdeeld over de huidige generatie en de komende generatie. Mijn vraag aan de minister blijft — we hebben het hier eerder over gehad — waarom hier niet naar wordt gekeken in de Voorjaarsnota.
Ten slotte defensie. Heel kort daarover, want daar is gisteren een groot debat over geweest. Daarin is een grote investering nodig en ik geloof dat de Kamer het daarover behoorlijk met elkaar eens is. Ik vind het heel goed dat het kabinet naar 3,5% wil, maar er staat geen begin van een dekking in het voorstel van het kabinet. Daarom zou ik toch aan de minister willen vragen: wat is deze belofte eigenlijk waard en hoe ziet hij dat voor zich in de toekomst?
Ik begon mijn bijdrage met te zeggen dat ik hier sta voor mensen. Dat vraagt om een andere politiek, voor vooruitgang en voor doorbraken. Dat vraagt niet om stilstand en kortzichtige bezuinigingen, maar om investeringen in onderwijs, woningbouw, veiligheid en klimaat, zodat mensen het beter krijgen. Daarvoor zit ik in de politiek. Ik hoop dat ik dat mag blijven doen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Vijlbrief. Dan zijn we toe aan de inbreng van de VVD-fractie, bij monde van mevrouw Aukje de Vries.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Dank u wel, voorzitter. De Voorjaarsnota van een demissionair kabinet behandelen is natuurlijk uitdagend. De VVD vindt het belangrijk dat we ook in deze demissionaire periode onze verantwoordelijkheid nemen, zodat het kabinet kan doorwerken en kan doen wat nodig is voor de mensen en bedrijven in ons land. De VVD vindt dat we als Tweede Kamer de rust moeten bewaren en geen onverantwoordelijke dingen moeten doen. De VVD neemt verantwoordelijkheid om ook in een demissionair kabinet door te werken. Daar hoort wat de VVD betreft bij dat we er geen financiële gatenkaas van maken, dat er geen ongedekte cheques worden uitgedeeld en dat gratis bier — daar hebben we het net al over gehad — niet aan de orde kan zijn. De VVD wil niet nu geld uitgeven zonder na te denken over hoe we dat in de toekomst zouden moeten gaan betalen. Wij willen de rekening niet doorschuiven. Ook willen wij niet allerlei voorstellen doen en aannemen die goed voelen, maar die vooral aangeven dat er geen lef is om moeilijke beslissingen te nemen. We moeten de rust ook behouden voor onze ondernemers. Zij hebben behoefte aan zekerheid.
Voorzitter. Bij de vorige kabinetsval is flink verbouwd aan de begroting, het Belastingplan. In een handomdraai werden financiële maatregelen genomen met grote gevolgen, maatregelen die onze bedrijven keihard raken en die ons vestigings- en investeringsklimaat schade berokkenden. De VVD heeft dit bij de onderhandelingen over het hoofdlijnenakkoord terug kunnen draaien. Vorige week gebeurde er iets vergelijkbaars met een motie om enkele voorstellen in de zorg te schrappen. SP, GroenLinks-PvdA, PVV, JA21, Volt, Partij voor de Dieren en DENK steunden een voorstel met een ongedekte cheque van 3,1 miljard. Afgelopen dinsdag kwam er nog weer eentje bij, voor 2 miljard. Allemaal gratisbiermoties van partijen op de flanken. We zien het ook weer aan de amendementen die nu voorliggen bij de Kamer. Is dit hoe we het de komende tijd gaan doen? De VVD vindt dat onverantwoord. Terughoudendheid is gepast.
Voorzitter. Terug naar de Voorjaarsnota. De VVD staat voor een solide financieel beleid dat werkt voor de mensen in ons land. De prioriteiten voor de VVD bij deze Voorjaarsnota zijn allereerst veiligheid en weerbaarheid.
De voorzitter:
Voor u verdergaat, is er een interruptie voor u van meneer Dijk.
De heer Dijk (SP):
De partijen die voor dat goede voorstel stemden om die bezuiniging op de zorg te schrappen, hebben er allemaal hun commitment aan geven om er de komende tijd voor te zorgen dat die bezuiniging geschrapt wordt. Wil de VVD ook dat commitment geven?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Wij hebben tegen die motie gestemd. Ik vind ook niet dat je dit soort commitment kunt geven zonder te kijken naar waar het uit betaald wordt. Ik vind dat onverantwoord; mijn partij vindt dat ook onverantwoord. Wij zullen dat soort voorstellen, die niet goed onderbouwd zijn en die niet passen binnen de prioriteiten die wij hebben — dan kijk ik naar de dekkingen bij een aantal amendementen die nu door andere partijen wél voorgesteld worden — dus niet steunen.
De heer Dijk (SP):
Ik zal vandaag met een voorstel komen om daar een dekking bij te leveren. Ik vind inderdaad dat dat goed is en dat dat zo hoort. Maar er is hier gisteren een debat gevoerd, iets meer dan 12 uur geleden, waarin ook uw partij een commitment gaf van twee keer 16 tot 19 miljard euro. Dat is geen flesje gratis bier. Dat is geen krat gratis bier. Dat is geen fust gratis bier. Dat is een hele gratis bierfabriek! Dus effe een beetje dimmen als het gaat om gratis bier, zou ik tegen de VVD willen zeggen. U heeft echt een boel boter op uw hoofd. Een commitment van 16 tot 19 miljard — twee keer! — dat is pas echt gratis bier. Ga hier nou niet de draak lopen steken met andere mensen. U maakt andere keuzes; dat kan. Maar wij kiezen voor de zorg en u niet.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Wij hebben met deze Voorjaarsnota natuurlijk al een stapje gezet. Wij denken ook dat we dit ook stapsgewijs moeten doen. Het is niet zo dat we volgend jaar al dat hele percentage en al dat geld moeten overmaken. Dat is nog niet het geval. We hebben gisteren volgens mij ook een aantal richtingen aangegeven waarin wij dat willen zoeken. Dat zijn waarschijnlijk niet de richtingen die de heer Dijk aantrekkelijk vindt. Het gaat dan bijvoorbeeld om het terugdraaien van het eigen risico. Je zou ook nog een aantal besparingen kunnen doen, bijvoorbeeld op niet-effectieve zorg. Je zou nog kunnen prioriteren met ontwikkelingshulp. Dat gebeurt ook in het VK met de zogenaamde Starmernorm. Wij staan voor een kleine overheid. Dat vinden wij belangrijk. Wij vinden dus ook dat we daar heel kritisch naar moeten kijken en dat we die moeten verkleinen.
De heer Dijk (SP):
Dat kan de VVD allemaal doen. Dat kan de VVD allemaal zeggen. Maar ik heb geen voorstel gezien, dus het is allemaal gratis bier. Het is allemaal luchtfietserij. Ik kom vandaag met een voorstel om de 350 miljoen euro die nu wordt bezuinigd op de ouderenzorg, gehandicaptenzorg en ggz te gaan schrappen, mét een dekking. Ik kom met iets heel concreets. We kunnen stapsgewijs de bezuinigingen in de zorg in 2026 afschaffen, maar de VVD kiest gewoon voor iets heel anders. Stop dus even met het valse frame neerzetten dat partijen hier met moties zonder dekking komen. Dat is namelijk echt ongelofelijk flauw.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Volgens mij had u een motie met 3 miljard aan bezuinigingen op zorg terugdraaien. Volgens mij is er gisteren ook nog een motie aangenomen van uw partij met zo'n 2 miljard, als ik het allemaal bij elkaar optel, voor de gemeenten. Het gaat dan om 5 miljard. Ik hoor nu een voorstel voor dekking om dingen stapsgewijs te doen. Ik kijk naar het amendement, maar ik denk niet dat wij dat zullen steunen, want ik denk dat ik wel ongeveer weet waar de dekking gezocht gaat worden. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het ook wel heel bijzonder vind dat de amendementen ons op dit moment om de oren vliegen. Waar praten wij nu over? We praten over de Voorjaarsnota en over de begrotingswijzigingen die zien op dít jaar. Ik zie allemaal voorstellen om in 2027 wat terug te draaien of in 2026; daar gaan de begrotingswijzigingen die nu voorliggen niet over. Die gaan over het lopende jaar. U weet zelf dat we al moeite genoeg hebben om in het lopende jaar de budgetten die nu in de begroting zitten uit te geven. Ik vind het dus ook wel een bijzondere discussie worden met elkaar.
De heer Van Houwelingen (FVD):
De VVD merkt altijd op dat het belangrijk is om dekking te vinden en dat we geen gratis bier moeten uitdelen. Ik wil hier toch wel op doorgaan. Er is die steun aan Oekraïne; die valt buiten het uitgavenkader. Daar is dus eigenlijk geen dekking voor. De VVD wil nu ook die NAVO-norm verhogen. Dat gaat om tientallen miljarden. Ik zou dus weleens een betoog van de VVD willen horen over hoe die partij dat denkt te gaan financieren.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Volgens mij heb ik dat net opgenoemd. Ik kan het nog een keertje herhalen, maar dat lijkt me een beetje tijdsverspilling.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Dat telt dus niet op tot het benodigde bedrag van tientallen miljarden euro's. Dat is waarschijnlijk een van de redenen dat de staatsschuld gaat oplopen. Bij de stukken zit het advies van de Raad van State. Daar zou ik graag een reactie van de VVD op willen hebben. Die zegt: de staatsschuld gaat stijgen de komende tien jaar, van ongeveer 43% van het bbp nu naar de helft, naar 50%. Hoe kijkt de VVD daar nou tegen aan?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Volgens mij heb ik zonet een aantal voorstellen opgenoemd. Je kunt kijken naar het terugdraaien van de verlaging van het eigen risico. Dat gaat om 4,3 miljard. Een minder harde stijging van de bijstandsuitkeringen gaat om 800 miljoen. Het prioriteren van ontwikkelingshulp met de Starmernorm gaat om 1,6 miljard. Ik noem een overheid die focust op kerntaken met taakstellingen wat betreft ambtenaren en subsidies. Daar kun je ook wel een bedrag achter zetten. Ik denk dat dat wel in de richting van 1 miljard komt. Natuurlijk vraagt dit om moeilijke keuzes, maar ik denk echt dat we van een koude kermis thuiskomen als we nu niet bereid zijn om die moeilijke keuze te maken om te investeren in onze defensie en onze veiligheid. We zien wat er in de wereld gebeurt. We zien wat er aan de grenzen van Europa gebeurt in Oekraïne. We zien wat er in het Midden-Oosten gebeurt. De onzekerheid en onveiligheid zijn gigantisch. Het vraagt dan om moeilijke keuzes. Wij zijn bereid om die keuzes te maken. We laten dat dan niet maar ergens in een saldo lopen. We laten dan niet de staatsschuld maar gigantisch oplopen. Wij willen dat op een verantwoorde manier doen. U mag ervan uitgaan dat we dat ook stapsgewijs, in de begroting, richting het eindmoment waarop wordt afgesproken dat we op die 3,5% moeten zitten, doen. We gaan dat met elkaar op een nette manier doen.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Dat is niet waar. Het telt niet op tot 20 miljard euro. Dat zou ook helemaal niet kunnen. De Raad van State, een adviescollege dat de VVD altijd hoog heeft zitten, zegt zelf — reageer daar nou eens op, vraag ik via de voorzitter aan de VVD — dat de staatsschuld langs dit pad oploopt naar 50%. Dus het loopt toch op? De VVD doet toch alles op de pof? Dat is toch de waarheid? Dan kan mevrouw De Vries toch niet zeggen dat het niet waar is? De VVD doet dit juist en maakt geen keuzes.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Nou, ik denk dat wij een heleboel keuzes maken. Ik denk dat dat in het verkiezingsprogramma ook duidelijk zal zijn. Inderdaad, de staatsschuld loopt op. We blijven nog wel degelijk binnen de 60%, waar u waarschijnlijk helemaal niks mee heeft, dus binnen de begrotingsregels voor staatsschuld die wij met elkaar hebben afgesproken in Europa. Dat vinden wij belangrijke ijkpunten. Dat moet verantwoord zijn. Het begrotingstekort moet ook verantwoord zijn. Daarvoor heb je keuzes nodig. Nee, dit telt inderdaad nog niet op — dat ben ik met u eens — maar ik denk dat we ook nog wel even de tijd hebben om dit met elkaar op een goede en verantwoorde manier te doen, zodat er wel een fatsoenlijke dekking is voor die voorstellen. Dat gaat pijn doen. Dat betekent keuzes maken. Wij zijn bereid om die keuzes te maken, omdat wij gewoon in een veilig land willen wonen. Dat is de basis van alles. Wij moeten bereid zijn om daarin te investeren. Daarvoor moet je keuzes maken.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Heel fijn dat de VVD in ieder geval erkent dat de staatsschuld gaat oplopen. Nog één vraag over de omvang van de overheid. We lezen ook in het advies van de Raad van State dat die nu ongeveer hetzelfde blijft: 43% of 44% van het bruto nationaal inkomen. Dat gaat stijgen naar 50% van het bruto binnenlands product in 2030 of 2033, zeker als je die extra defensie-uitgaven, die 2% die dit gaat kosten, erbij optelt, wat we natuurlijk moeten doen. Dat is hoger dan het was onder Den Uyl. De Staat gaat dus enorm groeien in omvang. Nou is mijn vraag natuurlijk via de voorzitter aan mevrouw De Vries: hoe denkt de VVD er dan over als liberale partij dat de Staat en de overheid zo veel groter gaan worden?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik heb volgens mij aangegeven dat wij voor een kleinere, maar wel krachtige overheid zijn, die doet wat ze moet doen, maar niet de oplossing is voor elk probleem in het land. Ik heb volgens mij ook een aantal voorstellen opgenoemd die vooral over de uitgaven gaan en die de uitgaven ook beperken. Dat zou wat ons betreft ook de juiste weg zijn. Laten we niet allemaal lasten verhogen of dat soort zaken, maar echt heel kritisch kijken naar wat de overheid allemaal doet binnen verschillende onderdelen en taken. Wij willen daarin echt keuzes gaan maken.
De voorzitter:
Meneer Van Houwelingen in vijfde instantie op dit onderwerp. Zesde, zelfs.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Ja, ik rond af. Dat is dus het probleem: mevrouw De Vries zegt, zeg ik via de voorzitter, voor een kleine overheid te zijn, maar dat gebeurt dus niet. De overheid wordt onder de VVD steeds groter en groeit langs dit groeipad dus naar de helft van het bruto nationaal inkomen toe. Dat is groter dan de overheid was onder Den Uyl. De VVD — dat is mijn punt, voorzitter — zegt dus steeds het een, maar doet het ander.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik kijk uit naar het doorgerekende verkiezingsprogramma van Forum voor Democratie.
De heer Vijlbrief (D66):
Er zijn zo veel dingen waar je wat over kunt vragen, maar laat ik met het volgende beginnen. Mevrouw De Vries zegt net: ik ben voor een niet zo grote, maar wel krachtige overheid. Toch even terug naar de schade die nu wordt aangericht in het onderwijs. Die extra bezuiniging wordt natuurlijk door de partijen die eerder gesproken hebben met deze coalitie beschouwd als verraad, denk ik, want daar waren afspraken over gemaakt. Maar goed, laat dat maar even. Waarom heeft de VVD nou, als ze zo voor een krachtige overheid is, ingestemd met een bezuiniging op kinderen in het vmbo die moeilijk kunnen meekomen? Als er nou ergens een overheidsrol is, is het wel daar. Ik ben ook een liberaal, maar ik zie daar een overheidsrol in. Ik vraag me af: waarom heeft de VVD hier nou mee ingestemd? Ik heb het niet begrepen.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Omdat wij ook keuzes moeten maken. Wij hebben ook wel gekeken waar wij denken dat het op een redelijk verantwoorde manier kan. We hebben ook gezien dat de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de afgelopen jaren fors gestegen is, van 39 miljard euro in 2019 naar 60 miljard nu, meen ik. Dat is een fors bedrag. Wij kunnen daar niet echt uit afleiden dat de leerresultaten er zo veel beter van zijn geworden. Er blijven op het gebied van kansongelijkheid echt nog wel een aantal regelingen intact om leerlingen te kunnen ondersteunen. In het grotere plaatje moet je inderdaad keuzes maken. Daarbij hebben wij er als VVD bij de onderhandelingen over de Voorjaarsnota voor geknokt om een eerste stap te zetten naar meer geld voor Defensie. Dat is nog niet genoeg, maar wel degelijk 1,2 miljard euro. Daar moeten wij keuzes voor maken, omdat wij het ook financieel verantwoord vinden. Dat betekent dus dat je ergens moet gaan schrappen.
De heer Vijlbrief (D66):
Dat begrijp ik. Ik doe ook wat langer Financiën, dus ik begrijp dat. Maar u bent nu van de PVV af, met allemaal eisen die niet gedekt zijn en allemaal gedoe. U kunt nu gewoon weer VVD-beleid voeren. U kunt nu gewoon zeggen wat u wilt. Waarom bezuinigt u nou op deze groep? Ik begrijp dat er keuzes moeten worden gemaakt. Ik begrijp dat de OCW-begroting groot is. Maar de VWS-begroting is ook groot en de SZW-begoting is ook groot. Maar waarom nou bezuinigen op deze groep? Mevrouw De Vries is niet tevreden met de dekking die nu in het amendement zit. Dan ga ik naar de dekking kijken. Kan ik mevrouw De Vries uitnodigen om mee te doen met het amendement om deze bezuiniging terug te draaien? Jacco Vonhof, voorzitter van MKB-Nederland, zegt: doe dit niet. Het zijn precies de mensen waar mevrouw De Vries normaal gesproken op wijst. Luister naar die mensen; het gaat over ons vestigingsklimaat. Zij zeggen: doe dit niet. Waarom deze regeling? Ik begrijp er echt niks van.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Omdat je wel keuzes moet maken als je wilt investeren in bijvoorbeeld een defensie, in die weerbaarheid van de samenleving. Ik denk dat de heer Jacco Vonhof ook niet blij zou zijn als wij zeggen "we gaan het nou wel in de fiscaliteit zoeken", dus als we de lasten gaan verhogen. Er moeten uiteindelijk keuzes gemaakt worden, wil je een aantal investeringen doen in onze veiligheid. Wij denken dat dit cruciaal is. Dan zul je andere keuzes moeten maken. Gaat dat pijn doen? Ja, dat gaat op sommige punten pijn doen, maar ik denk dat dit verantwoord zou kunnen zijn. Als er nog een keer een nieuw voorstel voor een dekking komt van de kant van D66 of andere partijen, zijn wij natuurlijk altijd bereid om daarnaar te kijken, maar dan moeten het wel dekkingen zijn die ook realistisch zijn. Ik vind deze niet realistisch. Ze moeten ook passen bij waar onze prioriteiten liggen. Ik daag D66 wat dat betreft dus uit.
De heer Vijlbrief (D66):
Die handschoen pak ik graag gelijk op: de halvering van het eigen risico. Daar is de VVD altijd tegen geweest. U heeft daarvan heel weinig geld nodig. Er is 5 miljard. U kunt met een heel klein beetje voor het eigen risico dit probleem oplossen. U had het over een kleine, krachtige overheid. Dat kunt u hier doen.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ja, maar we hebben wel afspraken met elkaar gemaakt in het hoofdlijnenakkoord. Daarvan zijn er nog drie partijen over. We hebben afgesproken dat wij er wel voor staan zolang één partij nog steeds hecht aan het doorvoeren van een voorstel. Ik kan u zeggen dat dit voorstel niet terug te vinden zal zijn in ons verkiezingsprogramma, maar wij zijn goed voor onze handtekening onder de afspraken die wij nog hebben staan met NSC en BBB.
De voorzitter:
Meneer Vijlbrief, nog een keer?
De heer Vijlbrief (D66):
Dat nodigt toch uit tot nog een interruptie. Ik wilde het volgende al aan mevrouw De Vries vragen. Ik wilde dat ik apart doen, maar dit is zo'n prachtige aanleiding. Was dit het nou eigenlijk allemaal waard, in dat jaar waarin er helemaal niks is opgeschoten? De stikstofproblematiek: geen voortgang. De woningbouw: geen voortgang. De koopkracht: geen echte voortgang. Het bedrijfsleven: geen voortgang; bedrijven rennen weg. Dan gaat u nu "we zijn goed voor onze handtekening" zeggen, terwijl u bezuinigt op een regeling die bedoeld is — ik zeg het nog één keer, zodat iedereen die dit debat volgt, het begrijpt — voor vmbo-leerlingen die moeilijk kunnen meekomen, terwijl de VVD altijd de mond vol heeft van het belang van de vakkrachten. Was deze coalitie het waard, met al die fijne afspraken, die nu verbroken is doordat er iemand wegloopt? Was dat het dan waard? Ik begrijp de afweging niet.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Er was natuurlijk een heel duidelijke verkiezingsuitslag. De reden waarom de VVD in dit kabinet is gestapt, was de mogelijkheid om een aantal dingen in gang te zetten op asiel en migratie, die we met uw partij nooit hadden kunnen realiseren. Dat heeft helaas niet zo mogen zijn, omdat de PVV uiteindelijk weggelopen is. Maar ik vind het heel belangrijk om daarop te blijven inzetten. Dat zult u in ons verkiezingsprogramma natuurlijk terugzien. Wij blijven nu, in dit kabinet, ook knokken om daar echt nog stappen op te zetten.
Ik werp echt verre van mij dat er helemaal niks gebeurd is. Ik denk dat we op het gebied van Defensie een aantal goede dingen hebben kunnen doen, met extra investeringen. Zo zijn er nog een aantal punten op te noemen waarop we echt stappen hebben gezet. Is dat genoeg geweest? Nee, dat is na een jaar nog niet genoeg geweest. Daaraan zullen we verder moeten werken. Ik hoop ook dat het kabinet die handschoen oppakt, want er zijn nog grote problemen. Daarom vind ik het ook belangrijk dat wij nu de verantwoordelijkheid nemen om dat op een goede manier te doen en dat wij nu bij deze begrotingswijzigingen voor het jaar 2025 geen al te zotte dingen gaan doen, en allemaal gaten in begrotingen gaan schieten, die in de toekomst vervolgens opgelost moeten worden of die niet gedekt zijn.
De heer Vijlbrief (D66):
Je moet wel heel dapper zijn om een voorstel van ons, waarmee u het niet helemaal eens bent wat betreft de dekking, "een zot ding" te noemen terwijl het kabinet een voorjaarsnota heeft opgeleverd waar die huurbevriezingen in zaten. Sorry, dit kabinet heeft helemaal niks geleverd, ook niet op asiel en migratie. Er is helemaal niks en er is anderhalf jaar verspild.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik begrijp dat de heer Vijlbrief dat op zichzelf betrekt. Dat zegt misschien ietsje meer over hem dan ik bedoeld heb. Ik heb het in generieke zin bedoeld. Ik heb richting de heer Vijlbrief ook aangegeven dat ik waardeer dat er voorstellen worden gedaan waarbij er gezocht is naar dekking. Deze dekking vind ik persoonlijk broddelwerk. Maar goed, ik ben benieuwd wat het kabinet daar straks over zegt. Eerder hebben wij hierover namelijk al met elkaar gesproken. Toen hebben wij geconcludeerd: het kan niet. Dan daag ik de heer Vijlbrief uit om wel met een degelijke dekking te komen.
De voorzitter:
Uw zesde interruptie, meneer Vijlbrief.
De heer Vijlbrief (D66):
Ik constateer gewoon dat het voor de VVD belangrijker is om hier te zeggen dat deze dekking "broddelwerk" is. Dat is blijkbaar leuk om te zeggen. Ik heb al gezegd dat ik best naar een andere dekking wil zoeken. Wat betreft de kinderen die in die onderwijskansenregeling zitten, zegt mevrouw De Vries: ach, het zit in een begroting van vele miljarden, dus het is helemaal niet zo erg. Dat is blijkbaar de VVD.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik ben zelf niet over broddelwerk begonnen; de heer Vijlbrief begon zelf over broddelwerk bij de Voorjaarsnota. Dan is het niet zo raar dat ik, als ik vind dat de dekking niet deugt ... Nou ja, dat stelt mij teleur; laat ik het dan zo zeggen.
De voorzitter:
Ook meneer Ergin heeft een vraag.
De heer Ergin (DENK):
Ik heb even een vraag over een ander onderwerp. Als wij kijken naar onze socials, naar de beelden die uit Palestina binnenkomen, zien we dat er vandaag weer kinderen zijn vermoord.
De voorzitter:
Meneer Ergin, even, hoor. Dit debat gaat over de Voorjaarsnota.
De heer Ergin (DENK):
Ja, voorzitter. Het gaat over de Voorjaarsnota.
De voorzitter:
Kunt u dan ook een vraag stellen over de Voorjaarsnota?
De heer Ergin (DENK):
Het gaat over de Voorjaarsnota met een mutatie over de situatie in Palestina. Dus volgens mij mag ik er dan een vraag over stellen, omdat het in de Voorjaarsnota staat. Dat mag toch gewoon?
De voorzitter:
Gaat u even door, maar ik wil er geen Midden-Oostendebat van maken, want dat was er vorige week al.
De heer Ergin (DENK):
Voorzitter, u kunt het teruglezen. In de Voorjaarsnota is er een mutatie over noodhulp. Daar wil een vraag over stellen, als dat mag.
De voorzitter:
Dat is heel goed. Als u die vraag dan even wil stellen.
De heer Ergin (DENK):
Ik was bezig met mijn inleiding.
De voorzitter:
Ja, maar die inleidingen zijn zo lang. Maar dat geldt niet alleen voor u.
De heer Ergin (DENK):
Ik was bezig met mijn eerste zin, voorzitter.
De voorzitter:
Gaat u verder, meneer Ergin.
De heer Ergin (DENK):
De situatie is ongekend wreed. Als mensen en kinderen al niet doodgaan door de bommen die vallen, gaan ze wel dood van de honger. Wat ik dan niet begrijp, is hoe de VVD kan instemmen met een Voorjaarsnota waarin een bezuiniging staat ingeboekt op noodhulp. Een bezuiniging op medicijnen, een bezuiniging op brood, een bezuiniging op tenten; hoe kan de VVD daar nou mee instemmen, zou ik aan mevrouw De Vries willen vragen.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
We hebben afspraken met elkaar gemaakt in het hoofdlijnenakkoord. U heeft overigens ook ons verkiezingsprogramma kunnen lezen, waarin we zeggen dat we minder willen uitgeven aan ontwikkelingshulp. Dat wil niet zeggen dat we noodhulp niet belangrijk vinden. We vinden dat wel degelijk nog belangrijk, maar er zijn keuzes gemaakt in de beleidsbrief die daarover gestuurd is. U koppelt dat nu direct weer aan Gaza. We hebben ook gezegd dat we humanitaire hulp voor Gaza belangrijk. We vinden het ook belangrijk dat erkend wordt, wat de aanleiding is geweest en dat Israël de mogelijkheid heeft om zichzelf te verdedigen. Ik denk dat DENK daar wat anders in staat.
De voorzitter:
Meneer Ergin, in tweede instantie op dit onderwerp.
De heer Ergin (DENK):
Mevrouw De Vries van de VVD zegt: wij vinden noodhulp belangrijk voor de mensen die dat nodig hebben. Tegelijkertijd steunt ze een Voorjaarsnota waarin er 2 miljoen wordt bezuinigd. Het gaat niet om een gigantisch bedrag. Het gaat niet om honderden miljoenen. Het gaat niet om miljarden, waar het net over ging. Het gaat om 2 miljoen: een druppel op een gloeiende plaat. De broodjes en de koffie op het ministerie kosten zelfs meer. Al die onderzoeken, al die consultants die we hier in Den Haag inschakelen, kosten al meer dan die 2 miljoen euro. Ik wil antwoord op een simpele vraag; niet over wat er in het hoofdlijnenakkoord is afgesproken. Zijn de beelden van de mensonterende situatie in Gaza, in Palestina, niet voldoende voor de VVD om te zeggen: weet je wat, die bezuiniging van 2 miljoen laten we even voor wat het is; we gaan daar niet op bezuinigen, we gaan die mensen juist extra helpen?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik denk dat het belangrijk is dat er noodhulp geleverd kan worden op dit moment, als de Israëli's dat toestaan. Daar wordt ook druk op uitgeoefend. We hebben inderdaad keuzes moeten maken, ook keuzes om aan het aantal wensen van de Kamer tegemoet te komen. Dat betekent dat er ook een aantal maatregelen is genomen, die bij alle onderwerpen neerslaan. Ik kan dat uitleggen, omdat er ook nog voldoende budgetten beschikbaar blijven voor noodhulp.
De heer Ergin (DENK):
Dan kom ik tot de conclusie dat we te maken hebben met een regering die wegkijkt; die wegkijkt van de genocide. Het enige dat ik hier aan de VVD vraag is: maak die noodhulp mogelijk. Zorg er nou voor dat mensen brood kunnen krijgen, zorg ervoor dat mensen voldoende water krijgen. Zorg ervoor dat al die vaders die moeten vechten voor een noodpakket, voor een voedselpakket, dat gewoon kunnen krijgen. Bezuinig daar niet op. Als je ondanks alle beelden, ondanks alle instituties, ondanks al het nieuws dat ons bereikt nog steeds gierig doet over 2 miljoen euro voor noodhulp, dan kijk je niet alleen weg, maar dan ben je gewoon harteloos. Harteloos! Ik heb daar geen ander woord meer voor.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik denk dat het belangrijk is om aan te geven dat er een heleboel andere factoren zijn, waardoor de noodhulp moeilijk naar Gaza komt op dit moment. De heer Ergin zegt dat wij wegkijken bij dingen. Dat is zeker niet het geval. U heeft een heleboel ondersteuning van ons gekregen voor humanitaire hulp. Dat vinden wij ook belangrijk. Maar dan vind ik het ook belangrijk dat DENK niet wegkijkt bij de reden, namelijk dat er ook een veroordeling is van wat Hamas doet en wat Hamas heeft gedaan, en daar hoor ik DENK dan weer nooit over.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Dat mevrouw De Vries geen spat wil veranderen aan de Voorjaarsnota verbaast mij niet. Totaal geen verrassing. Daar ga ik ook geen energie in stoppen. Maar wat mevrouw De Vries zegt over de wijze waarop de VVD de NAVO-norm wil gaan invullen, vind ik echt schaamteloos. Dat gaat ten koste van mensen die weinig geld hebben, ongezond zijn en dan toch een hoog eigen risico voor de kiezen gaan krijgen. Het gaat ten koste van mensen die aangewezen zijn op de meest basale basisvoorziening in Nederland, de bijstand. Om daarop te gaan korten! Om te korten, nadat er miljarden zijn bezuinigd op ontwikkelingssamenwerking, daar nu nog een keer de kaasschaaf over te gaan halen! Dat is geen solidariteit, dat is de allerzwaksten laten opdraaien voor de noodzakelijke investeringen in defensie. Hoe kan de VVD dit nou in godsnaam verantwoorden?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik vind dit altijd weer zo'n verhaal waarvan ik denk: wat moet ik hier nu mee? Dat komt vooral omdat ik allemaal voorstellen voorbij zie komen van GroenLinks-PvdA, of het nu om defensie gaat of om allerlei andere gebieden, nu over onderwijs, waarbij de lasten worden neergelegd bij bedrijven. Waar wordt uiteindelijk de verzorgingsstaat, die ons beiden dierbaar is, van betaald? Dat begint wel bij bedrijven. Die hebben mensen in dienst en die betalen weer inkomensbelasting. Daar begint het wel. Dan vind ik het wel wrang om te horen dat GroenLinks-PvdA juist daar de bijl aanzet, want ik denk dat we groei nodig hebben. Ik kom daar straks in mijn verhaal ook nog op terug. Ik denk ook dat we goede bedrijven nodig hebben, die kunnen zorgen dat ons verdienvermogen groter wordt, zodat we die verzorgingsstaat uiteindelijk ook in de benen kunnen houden. Ik denk dat dát het fundamentele verschil is tussen GroenLinks-PvdA en de VVD.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Dat zie ik toch net een slag anders. Het fundamentele verschil is dat wij de lasten willen leggen op de sterkste schouders. De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten. Dat is niet alleen het bedrijfsleven, dat zijn ook de mensen die het meest verdienen. Kennelijk haalt de VVD uit dat soort voorstellen de legitimatie om te zeggen: nee, wij gaan helemaal aan de andere kant zitten; wij gaan het betalen door de allerzwaksten te benadelen; op het eigen risico, op de bijstand, op ontwikkelingssamenwerking. Dat is onze toekomst. Dan is het helder en gaan wij in deze campagne strijden om de vraag of je een asociaal Nederland wilt of een sociaal Nederland. Dat is dan kennelijk de keuze die voorligt, maar dat lijkt mij echt een totaal verkeerde route als het gaat om het draagvlak voor de benodigde defensie-uitgaven.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik denk dat het belangrijk is dat mensen ook een baan hebben, werk hebben. Het gaat niet alleen om hun salaris, om hun inkomen, maar ook om een heleboel andere dingen die ze daaraan kunnen ontlenen. Ik denk dat dat belangrijk is. Als je kijkt naar de kritiek die er nu ligt op bijvoorbeeld het voorstel van het verlagen van het eigen risico, dan is het wel degelijk zo dat dan ook de premies omhooggaan. Wij waren daar in ons vorige verkiezingsprogramma geen voorstander van en ik denk dat we dat in ons toekomstige verkiezingsprogramma evenmin zullen zijn. Maar het getuigt van een rare werkelijkheid om te zeggen dat dan alleen maar de allerarmsten daaronder te lijden hebben. Ik denk dat wij netjes omgaan met zaken zoals de zorgtoeslag voor mensen. Die gaat vaak omhoog als de premie ook omhooggaat. Ik vind de weergave van de heer Van der Lee dan ook een hele rare weergave van de werkelijkheid.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
We worden het daarover niet eens en dat komt ook doordat de financiering van de verlaging van het eigen risico in die premie is gezocht. Dat hoeft helemaal niet. Wij hebben daarin een heel andere keuze gemaakt in onze doorrekening. Maar dat doet niets af aan het feit dat de VVD ervoor kiest om de cruciale investering die nodig is om ons land veilig te houden, te laten dragen door de mensen die het het minst kunnen opbrengen. Dat is toch ten diepste asociaal? Dat is toch een volstrekt gebrek aan solidariteit, terwijl Nederland nu de handen ineen moet slaan om samen deze opgave aan te gaan? Ik snap niet dat de VVD zo veel riskeert als het gaat om onze eigen veiligheid maar ook het op orde houden van onze beschaving en het in stand houden van onze weerbaarheid.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik denk dat hier echt een ander wereldbeeld achter zit. Wij denken dat wij de koek groter moeten maken. Ik denk dat de heer Van der Lee zegt: joh, we gaan het nog wat meer nivelleren. Daar zijn wij geen voorstander van. Wij zijn er wel voorstander van dat wij ons concurrentievermogen op orde hebben, dat wij kunnen concurreren met andere landen en dat we bedrijven die wij heel belangrijk vinden, Nederland niet uitjagen en de Europese Unie niet uitjagen. Ik hoor mensen bij andere debatten de hele tijd zeggen: wij moeten onze autonomie weer terugkrijgen; we moeten strategische sectoren hier in Nederland én in Europa hebben. Dan moet je daarin ook wel keuzes maken, zodat ze hier gewoon blijven. Je moet ook zorgen voor banen en zorgen dat de koek uiteindelijk groter wordt. Ik denk dat dat de belangrijke keuze is die we voor de toekomst moeten maken, zodat wij de verzorgingsstaat en alle voorzieningen die we hier in Nederland hebben opgebouwd, op een goede manier in stand kunnen houden, ook met een vergrijzende bevolking in de toekomst.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
De campagne is begonnen. De ideeënstrijd gaat hier alweer door de zaal. Dat is ook goed, want verkiezingen gaan natuurlijk om ideeën. Wie heeft de beste ideeën en waar wil ik achter gaan staan? Maar het gaat ook over het nakomen van afspraken. Oftewel: is dit nou de partij waar ik mijn portemonnee aan toevertrouw en gaat die de afspraken nakomen die we met elkaar gemaakt hebben? Ik snap dat er kritiek is op de dekking van het amendement over onderwijs dat we hebben ingediend. Daar willen we heel graag over doorpraten. Maar er staan ook een paar onderdelen in waar ook de handtekening van de VVD onder stond om daar niet op te bezuinigen. Dat waren namelijk het praktijkleren en de kolom doorstroom. Ik hoorde mevrouw De Vries net zeggen: ik sta voor de handtekeningen die ik met de coalitiepartners heb gezet. Dat vind ik goed. Maar wij hadden ook een afspraak met elkaar, breed. Dan zou ik het wel chic vinden als we die afspraak óók netjes met elkaar nakomen, zodat de buitenwereld ziet dat een afspraak in Den Haag ook echt een afspraak is.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik denk dat het belangrijk is om te weten dat wij in het totale pakket natuurlijk ook hebben moeten kijken hoe we bijvoorbeeld een verhoging van de btw op sport, cultuur en media — dat was ook wens van een aantal partijen in deze Kamer — hebben kunnen terugdraaien. Daar hebben we een aantal keuzes in gemaakt. Dat zijn de wat meer technische keuzes, zeg maar. Die landen dan ook wel bij aantal andere onderwerpen. Is dat ideaal? Nee, dat is wat mij betreft niet ideaal. Ik heb richting de heer Vijlbrief ook al aangegeven dat wij altijd kunnen kijken naar voorstellen met een deugdelijke dekking, als wij daar ook inhoudelijk achter kunnen staan, maar ook de dekking daarvan kunnen dragen. Ik vind de voorgestelde dekking, die ook door het CDA nu is ingediend, niet fatsoenlijk, omdat die volgens mij niet oplevert wat er staat. Maar goed, daar horen we straks ook de minister nog wel over. Ik zou de uitdaging dan bij mevrouw Inge van Dijk neer willen leggen.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Die uitdaging pak ik graag op, want wij willen ook een fatsoenlijke dekking. Het is fijn dat het woord "fatsoen" nu ook door de VVD in de mond genomen wordt. Maar het is natuurlijk niet zo dat je de ene afspraak voor de andere afspraak kunt inruilen. We zijn echt blij dat het gelukt is met de btw. We hebben in het debat zorgen uitgesproken. We hebben in het debat zorgen uitgesproken, maar we hebben een afspraak met elkaar gemaakt en we vertrouwen erop dat die nagekomen wordt. Maar dat geldt dus ook voor die andere afspraken. Als we om wat voor reden dan ook vinden dat we die niet meer moeten nakomen, ga dan van tevoren met elkaar in overleg en probeer dat gewoon netjes met elkaar te fiksen. Dat is vooral het punt dat ik wil maken. Daarom hoop ik dus ook dat de VVD constructief zal nadenken over dit amendement.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Volgens mij heb ik gezegd dat ik de indienende partijen wil uitdagen om daarnaar te kijken. Het is overigens niet zo dat we met elkaar uitgesproken hebben dat er nooit, never, te nimmer en niet meer op onderwijs bezuinigd zou kunnen worden. We hebben echt moeilijke keuzes moeten maken. Wij hebben er bijvoorbeeld heel nadrukkelijk voor gekozen dat wij bij deze Voorjaarsnota nu een stap wilden zetten als het ging om extra investeringen in defensie. Dan kom je soms ook op keuzes uit die inderdaad niet makkelijk zijn. Laat dat ook helder zijn. Maar wij vinden dat je dat als verantwoordelijke partij wel moet doen en dan ook moet uitleggen waarom je die keuzes zo gemaakt hebt.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
"Nooit ofte nimmer" bestaat in de politiek gewoon niet, want de wereld verandert. Wij snappen heel goed dat je daarop moet meebewegen. Maar "nooit of te nimmer" of "binnen een paar maanden" vind ik al echt een andere discussie.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ja, maar dan vraag ik ook aan het CDA om een onfatsoenlijke dekking wel te regelen met een fatsoenlijke dekking.
De voorzitter:
Gaat u verder.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik ga even opzoeken waar ik was gebleven. O ja. De prioriteiten voor de VVD bij de Voorjaarsnota waren allereerst veiligheid en weerbaarheid, gelet op alles wat er gebeurt in de wereld, aan de grens van Europa in Oekraïne en in het Midden-Oosten, maar ook de onzekerheid over de importheffingen voor de handel, de economie en de banen in Nederland. De VVD is daarom blij dat er een eerste stap is gezet om extra geld voor defensie vrij te maken: 1,2 miljard extra voor veiligheid en weerbaarheid. Ook de zorg van mensen in het land over hun portemonnee was en is een speerpunt van de VVD. Er is onzekerheid bij mensen of ze het wel redden tot het einde van de maand. Daarom wilde de VVD de bezuiniging op de kinderopvangtoeslag van 300 miljoen euro terugdraaien en een lagere energiebelasting. Is dat allemaal al voldoende? Nee, maar wel weer een stap in de goede richting.
Voorzitter. Met het uitstel van de bijna gratis kinderopvang is de VVD natuurlijk niet blij, maar de planning van de invoering was helaas niet meer realistisch vanwege arbeidsmarkttekorten. Gelukkig wordt een fors deel van het geld nog wel ingezet voor lagere kinderopvangkosten. De VVD wil dat het gericht wordt ingezet voor de middengroepen. Dat staat ook zo en dat is ook zo afgesproken in de onderhandelingen. Hoe gaat het demissionaire kabinet dit doen? Voor de Miljoenennota 2026 wil de VVD sowieso inzetten op de middengroepen en op het feit dat werkenden er meer op vooruitgaan dan mensen met een uitkering, conform onze voorstellen en onze agenda voor werkend Nederland die we hebben gepresenteerd.
Voorzitter. De VVD kiest radicaal voor groei. Groei is wat ons betreft geen vies woord, zoals sommige partijen wel impliceren, maar is nodig voor een veilig en welvarend Nederland, zodat generaties na ons het beter krijgen dan wij het hebben. Ja … Ik wil ook wel doorgaan, maar …
De voorzitter:
Ik vind het altijd fijn als de zin afgemaakt wordt. Maakt u die rustig af, dan geven we daarna de gelegenheid aan meneer Flach.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik had net een punt gezet, dus ik wou aan een nieuw blokje beginnen.
De heer Flach (SGP):
Ik denk dat het mijn laatste interruptie is, dus ik hoop op een heel goed antwoord, waardoor ik weer kan gaan zitten.
De voorzitter:
U heeft er twaalf in totaal, maar dit is inderdaad uw zesde. Dan mag u zelf kiezen hoe u verdergaat.
De heer Flach (SGP):
Dat is waar. Dat is een vrijheid waar ik nog even aan moet wennen. Ik heb een vraag aan mevrouw De Vries. Ze zei net: de VVD staat voor de middengroepen. Ik heb dan toch een vraag bij de bezuiniging op het kindgebonden budget, die ik ook net aan de heer Van Dijck heb gesteld. Er wordt een extra knikpunt ingevoerd in het kindgebonden budget dat juist de middengroepen treft. Het is een besparing van 300 miljoen. Ik heb net geconstateerd dat dat eigenlijk niet iets is wat de PVV wilde. Is het iets wat ook de VVD eigenlijk niet wilde? Hoe is het dan in de Voorjaarsnota terechtgekomen?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Het is niet iets waarbij wij staan te springen. Laat dat helder zijn. Ik denk ook dat het heel goed is dat wij natuurlijk nog naar alle koopkrachtplaatjes gaan kijken. Dat is gebruikelijk bij de augustusbesluitvorming. Wij vonden het nu wel heel belangrijk — ik denk dat onze partijen daar een beetje in verschillen — dat wij de bezuiniging op de kinderopvangtoeslag zouden terugdraaien, omdat we denken dat dat voor werkende ouders heel veel zal schelen. Daarbij kijken we vooral ook naar de middeninkomens. Dat is een keuze die we hebben gemaakt. Ik denk dat we daarin iets verschillen van de SGP.
De voorzitter:
De heer Grinwis heeft ook nog een vraag.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Die bezuiniging op de kinderopvangtoeslag was eerst natuurlijk doorgevoerd door dit kabinet, deze coalitie. Dus ze herstelden een fout. Daarmee hoef je nog niet 300 miljoen van het kindgebonden budget bij de middeninkomens weg te halen door een extra knikpunt te introduceren. Daarom heb ik een vraag. Ik vraag niet om deze maatregel van tafel te halen. Ik vraag wel of mevrouw De Vries en de VVD-fractie zouden kunnen steunen dat de inzet bij het Belastingplan 2026 moet zijn dat de extra belastingdruk, de marginale belastingdruk, voor deze middengroepen per saldo niet hoger wordt.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Op deze manier ga ik dat niet zeggen, want dan gaan we wel weer heel erg als micromanagers aan de knoppen draaien. Ons belangrijkste uitgangspunt richting het Belastingplan — dat zal de heer Grinwis ook niet verbazen — is dat werkenden er meer op vooruit moeten gaan dan mensen met een uitkering. Wij willen natuurlijk uiteindelijk een evenwichtig koopkrachtbeeld hebben. Ik denk dat dat de belangrijke inzet is. Ik ga nu niet specifiek voor deze groep iets zeggen. Wij hebben ervoor gekozen de kinderopvangtoeslagbezuiniging terug te draaien, omdat wij ook zagen dat het niet realistisch was om de invoering van het nieuwe systeem in het tijdpad te doen dat wij voor ogen hadden. Wij vonden het dan wel slecht uitlegbaar dat je daar ook nog een bezuiniging overheen gooit.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Het principe van de VVD is zo algemeen. Dan ga je misschien wel harde maatregelen treffen, zoals een bezuiniging op de bijstand, wat niet onze keus zou zijn, gelet ook op het advies van de Commissie sociaal minimum. Maar dat terzijde. Het punt is dat het principe van de VVD zo algemeen is dat middeninkomens vanaf €60.000 — als je met z'n tweeën werkt, heb je dat al snel — gewoon niet veilig zijn bij de VVD. De marginale druk gaat gewoon omhoog en dus wordt het minder aantrekkelijk om meer te werken. Dat is de afstraffing die in deze Voorjaarsnota zit met die maatregel die de heer Flach ook al ter discussie stelde. Mijn enige vraag is: zullen we ervoor zorgen dat werken, en meer werken, voor deze gezinnen niet minder aantrekkelijk wordt? Dat doe je door de marginale druk niet te laten toenemen.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik denk dat we voor het probleem van de marginale druk een grotere oplossing zouden moeten vinden in het hele belasting- en toeslagenstelsel, want wij zien wel degelijk ook die problemen. U vindt ons altijd aan de zijde van het principe dat werken meer moet lonen. Maar ik ga het nu niet specifiek op deze groep pinpointen, want ik denk dat er nog heel veel andere groepen zijn. Ik wil eerst gewoon de totaalplaatjes zien van hoe mensen eruit komen met de maatregelen, want ook het terugdraaien van de bezuiniging op de kinderopvangtoeslag van 300 miljoen heeft wel degelijk effect voor deze groep. Ik heb ook specifiek gevraagd naar het inregelen van het bedrag dat wel nog geïnvesteerd wordt in de kinderopvangtoeslag, vooruitlopend op het systeem. Daar willen we vooral de middengroepen van laten profiteren. Daar zullen wij het kabinet ook zeer kritisch op volgen.
De voorzitter:
Gaat u verder.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik eindigde met: zodat generaties na ons het ook beter krijgen dan wij het hebben. Daarom zijn meer investeringen nodig in de toekomst, ons verdienvermogen en onze infrastructuur. De staatsschuld staat op een historisch laag niveau, maar met het begrotingstekort wordt wel strak aan de wind gezeild. Vorige week noemde ik dat in het Verantwoordingsdebat "bijna kafkaësk" en een "catch-22-situatie". Het kabinet heeft eerder toegezegd bij de Miljoenennota 2026 te komen met een economische structuuranalyse. De VVD vraagt het kabinet of hierin ook concreet gekeken wordt naar welke investeringen nodig zijn voor ons verdienvermogen en de structuurversterking, zoals investeringen in Invest-NL en Invest International, het energienetwerk en onze infrastructuur, inclusief het achterstallig onderhoud, want onze infrastructuur brokkelt aan alle kanten af. Kan het kabinet toezeggen dat aan de economischestructuuranalyse ook voorstellen en potentiële oplossingen voor dit probleem worden toegevoegd?
Voorzitter. Er is ook een heroriëntatie op de rol van de overheid nodig. Het aantal ambtenaren lijkt wel zelfrijzend bakmeel. Op dit moment lijkt meer overheid de panacee voor alles te zijn, maar op termijn is dat niet houdbaar. Wat gaat het kabinet nog doen om de doelen "minder ambtenaren" en "minder regels" te realiseren?
Voorzitter. De VVD staat voor een solide financieel beleid. Het geld voor onze veiligheid, voor de portemonnee van mensen in het land en investeringen in de toekomst van ons land moet ergens vandaan komen. We kunnen niet blijven werken met kasschuiven en kaasschaven. Er zullen keuzes gemaakt moeten worden. We moeten in begrotingen ook geen onrealistische ambities meer opnemen, maar een kleine en krachtige overheid realiseren.
Lastenverzwaringen voor mensen en bedrijven wil de VVD niet. De VVD vindt dat we de stijging van de uitgaven van de overheid moeten beteugelen. De zorguitgaven groeien jaar op jaar zeer fors. In 2024 groeiden die met maar liefst 8,4%, terwijl de economie in dat jaar groeide met 1%. Dat is onhoudbaar. De uitgaven voor de sociale zekerheid nemen tussen 2025 en 2030 toe met circa 10 miljard. De begroting van OCW steeg van 39 miljard in 2019 naar 60 miljard in 2025, terwijl de onderwijsresultaten er niet echt beter op werden. Elk voorstel op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Sociale Zaken en van Onderwijs zorgt voor een ontzettende commotie. Dat hebben we hier zonet weer gezien. De VVD zou er een voorstander van zijn om weer een traject van brede heroverwegingen te volgen. Kan de minister dat toezeggen?
We staan voor de enorme uitdaging om meer te investeren in onze veiligheid en defensie — daar hebben we het zonet ook al over gehad — in ons verdienvermogen en in structuurversterking, zodat we kunnen blijven groeien en de overheidsuitgaven ook in de toekomst kunnen blijven betalen. Dat zal om keuzes vragen van de politiek en om lef, want er is geen gratis geld.
Voorzitter. Tot slot wil ik graag nog melden dat ik de motie in stemming wil brengen die ik heb ingediend tijdens het Verantwoordingsdebat, waarin werd gevraagd om, in navolging van de annual technology summary in het Verenigd Koninkrijk, een verantwoording in de vorm van een jaarlijks bericht aan de belastingbetaler vorm te geven en in te voeren. De staatssecretaris is hier aanwezig. Dus ik hoop dat hij die nu van een appreciatie kan voorzien, zodat wij daar volgende week dinsdag over kunnen stemmen.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Voordat u het spreekgestoelte verlaat, geef ik het woord aan de heer Dassen voor een interruptie.
De heer Dassen (Volt):
Er worden natuurlijk veel mooie woorden gesproken over toekomstig verdienvermogen, over investeren in innovatie en over keuzes maken, maar ik denk dat de VVD in het afgelopen kabinet wel de bijl aan de wortel van ons toekomstige verdienvermogen en onze innovatie heeft gelegd: grote bezuinigingen, onder andere op onderzoek en wetenschap, op de sectorplannen en op kwantumcomputers, die we juist nodig hebben om dat toekomstige verdienvermogen te realiseren. Is de VVD van mening dat we dat moeten terugdraaien en dat we dat, zeker als we dat op dit moment kunnen, moeten voorkomen, juist om ervoor te zorgen dat we dat toekomstige verdienvermogen kunnen waarborgen?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik werp verre van mij dat het allemaal helemaal kapot is gegaan doordat een aantal bezuinigingen en verminderingen in de uitgaven hebben plaatsgevonden. Kijk, het demissionaire kabinet investeerde de afgelopen tijd nog iets van 1 miljard in Invest-NL en in Invest International. We hebben 9,5 miljard gereserveerd voor kernenergie. De Kamer heeft de Wbso, voor innovatie bij kleine bedrijven, verruimd. We hebben het SecFund, een innovatiefonds voor Defensie, opgericht. Het is dus echt niet dat een aantal zaken niet meer gebeurt. En er worden ook keuzes gemaakt. Ik denk dat we daar voor de toekomst nog meer aan moeten doen. Ik heb ook gevraagd naar de economischestructuuranalyse, die het kabinet al heeft aangekondigd. Maar dat zal ook wel weer om keuzes vragen, want ook dat moet wel weer fatsoenlijk en netjes worden gedekt vanuit het solide financiële beleid waar wij voor staan.
De heer Dassen (Volt):
Als ik het goed begrijp, hoor ik mevrouw De Vries dus inderdaad zeggen dat zij daar een voorstander van is, maar dat het goed gedekt moet worden.
In haar spreektekst heeft zij het ook over toekomstige generaties. We moeten ook voor hen investeren, zodat zij ook profiteren van hetgeen wij nu met elkaar investeren. Zou het een idee zijn om de bezuinigingen op de sectorplannen terug te draaien, en dat te dekken met het rekenforfait op de schenk- en erfbelasting? Dat is al 50 jaar niet geactualiseerd en voldoet niet meer. Het is gebaseerd op de leeftijdsverwachting, die inmiddels flink omhoog is gegaan. Daarbij geldt een rekenrente van 6%, terwijl je die op dit moment nergens krijgt. Daarmee zouden we de bezuinigingen op onderzoek en wetenschap kunnen terugdraaien. Is de VVD van mening dat we dat inderdaad zouden moeten doen? Daarmee zorgen we voor solidariteit tussen generaties en daarmee investeren we in de toekomst.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Nee, daar zou ik geen voorstander voor zijn. Dat gaat ervan uit dat alle investeringen in innovatie eigenlijk bij de overheid vandaan zouden moeten komen. En daar ben ik het gewoon niet mee eens. Ik denk dat het grootste deel van de investeringen in innovatie bij het bedrijfsleven vandaan moet komen. Twee derde daarvan wordt ook gedaan door het bedrijfsleven, en niet door de overheid. Dat is ook de reden waarom wij zeggen: "Jongens, laten we nu ook het bedrijfsleven die zekerheid geven en niet allemaal lastenverzwaringen daar neerleggen. Laat het bedrijfsleven doen waar het goed in is; dat is innoveren. En laten we daarbij de ondernemers vooral ook de ruimte geven." Dat zie ik eigenlijk bij Volt vaak weer niet.
De voorzitter:
U heeft in totaal in uw hele eerste termijn twaalf interrupties. U heeft er nu vijf gedaan. U mag kiezen of u die zeven nu op mevrouw De Vries af gaat vuren, of dat u ze nog een beetje bewaart voor straks.
De heer Dassen (Volt):
Nou, voorzitter, misschien zou dat wel mooi zijn. Maar ik vind het jammer dat er op het einde een jij-bak moest komen, terwijl er geen antwoord op de vraag komt. Kijk, dit zie je namelijk in Nederland. Mevrouw De Vries zegt dat dit niet alleen uit de overheid moet komen. Nee, tuurlijk niet. Daarvoor hebben wij ook verschillende voorstellen gedaan om te zorgen dat juist die private investeringen flink verhoogd worden. Maar we hebben daar ook afspraken over gemaakt. Je ziet nu met die Lissabondoelen dat Nederland daar niet aan voldoet. En zeker als je kijkt naar wat de Nederlandse overheid investeert, zie je dat dat juist naar beneden gaat. Dat lijkt me toch ook niet helemaal wenselijk. De overheid kan daar namelijk ook een aanjagende functie bij hebben, zeker bij nieuwe technologieën, bij innovaties waar de markt nog niet helemaal klaar voor is, om te zorgen dat we daar vooruitstrevend in zijn en we straks niet die innovaties uit China of de Verenigde Staten moeten halen, maar daar zelf toe in staat zijn. Dus is mevrouw De Vries het ook niet met mij eens dat die sectorplannen, die jaren geleden door deze overheid zijn afgesproken met de universiteiten en die de overheid vervolgens heeft teruggetrokken waarmee ze ook onbetrouwbaar is gebleken, juist een kans zijn om te zorgen dat we voorop blijven lopen in nieuwe technologieën zoals quantum computing? Dat zou de VVD toch ook moeten willen, juist die innovaties van de toekomst? En dan ben ik ook nog even benieuwd naar waarom deze dekking volgens mevrouw De Vries geen goede dekking zou zijn, aangezien die nu al 50 jaar niet geactualiseerd is.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Volgens mij heb ik daar nog helemaal niks over gezegd. Maar ik ben het met het voorstel niet eens, omdat dat er echt van uitgaat ... Ik heb volgens mij uw vraag beantwoord, want u vroeg naar uw voorstel en ik zei dat ik het daar niet mee eens was. Dan kunt u nog heel lang zeggen dat ik die vraag niet heb beantwoord, maar ... Kijk, ik vind het belangrijk dat het bedrijfsleven kan innoveren. Ik denk ook dat de belangrijkste innovaties vaak bij het bedrijfsleven plaatsvinden. Het is belangrijk dat het daar de ruimte voor krijgt. Wij denken meer — en dat is ook een voorstel van de VVD geweest dat nu in deze Voorjaarsnota zit — aan werknemersparticipaties bij start-ups en scale-ups, kleine, innovatieve bedrijven die door willen groeien, om daarvoor de ruimte te bieden. Dat zijn dan meer de keuzes die wij als eerste zouden maken.
De voorzitter:
We gaan luisteren naar de bijdrage van mevrouw Van Dijk namens het Christen Democratisch Appèl.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Dank je wel, voorzitter. Je zult maar minister van Financiën zijn in dit kabinet. Je zult maar de ambitie hebben om een nette begroting neer te leggen, maar de begrotingsdiscipline moeten opofferen voor kiezersgunst voor de partijen namens welke je in het kabinet zit. Dat moet knap ingewikkeld zijn. Deze Voorjaarsnota is een 100%-afspiegeling van hoe dit kabinet werkt. Want allereerst: een voorjaarsnota is bedoeld voor een lange doorkijk en is een integraal besluitvormingsmoment om rust, reinheid en regelmaat te borgen. Maar in plaats daarvan zien we een potje armpjedrukken van politieke partijen, inclusief dreigementen tot opstappen, met als doel om op korte termijn iets leuks te kunnen laten zien aan de achterban. We zien dat dit kabinet op een paar budgettaire punten knopen heeft doorgehakt. Dat vinden we goed, maar over de thema's waarover het echt zou moeten gaan, defensie, veiligheid, stikstof, economische groei, blijft het stil, terwijl iedereen ziet dat op de middellange termijn de groei vertraagt tot minder dan 1%, waardoor de staatsschuld harder stijgt dan de economie kan bijbenen. Iedereen, behalve deze coalitie, verblind door het hier en nu. CPB, OESO, IMF, DNB, Raad van State, ze doen allemaal min of meer dezelfde oproep: hervorm en investeer voor een op lange termijn houdbare schuld. Ik heb een paar vragen daarover.
De Raad van State is kritisch op de kabinetsplannen en adviseert het kabinet om in de toegezegde economischestructuuranalyse bij de Miljoenennota aandacht te besteden aan de verdere stijging van de consumptieve en overheidsuitgaven tegenover de zeer beperkte groei van de overheidsinkomsten. Mijn vraag is: kan de minister al een vooruitblik geven op wat de maatregelen in de Voorjaarsnota gaan betekenen voor groei, inflatie, werkgelegenheid en overheidsfinanciën? De Raad van State adviseert vervolgens ook om in de komende Miljoenennota de urgente thema's van langjarige investeringen — defensie, veiligheid, weerbaarheid en economie — van een beschouwing te voorzien, in samenhang met de beloofde visie op de economie. Is de minister van plan dit te gaan doen?
Voorzitter. Als je dan kiest voor de korte termijn, boek het dan in ieder geval netjes in. Kan de minister, die het altijd heeft over prudent begroten en het volgen van de regels, uitleggen waarom hij zelf zo veel uitglijders maakt? Uitgaven lopen weer verder op, de energiebelastingverlaging wordt gedekt uit het Klimaatfonds en het uitgavenkader wordt aangepast tijdens de wedstrijd, om over de kasschuiven nog maar niet te spreken. Waarom schuift hij de rekening en moeilijke opgaven door naar de toekomst?
Voorzitter. Ik wil ook nog inzoomen op een paar specifieke thema's. Ik wil beginnen bij het UWV. Het is onvermijdelijk dat geld vrijgemaakt moet worden voor de enorme puinhoop bij de WIA, waar heel veel mensen de dupe van zijn. De put van ellende lijkt iedere week dieper te worden: steeds nieuwe fouten en alsmaar langer wachten op een keuring. De 200 miljoen die het kabinet nu vrijmaakt, is veel geld, maar ik mis het plan erachter. De maatregelen lijken vooral gericht op het wegwerken van achterstanden bij het UWV, want voor een stelselwijziging is het veel te weinig. En inderdaad, we kunnen ook op korte termijn zaken bij het UWV verbeteren. Hoe kan het bijvoorbeeld dat extern ingehuurde keuringsartsen dubbel zo productief zijn als artsen in dienst bij het UWV? Waarom weigert het kabinet pertinent meer regie te nemen bij het oplossen van de puinhoop bij het UWV? Het CDA blijft hierop aandringen, want ze zijn niet in control en iedere keer geld storten in een onbestuurbaar vehikel is onzorgvuldig omgaan met ons gemeenschapsgeld.
Nog zo'n onbegrijpelijke keuze is de extra onderwijsbezuiniging. Het schrappen van de onderwijskansenregeling gaat zorgen voor minder begeleiding van scholieren en meer schoolverlaters. Het zet kinderen dus verder op achterstand en is daarmee typisch zo'n bezuiniging die de maatschappij veel meer gaat kosten dan het op korte termijn oplevert. Daarom hebben wij het amendement met meerdere partijen samen ingediend. We gaan met elkaar nadenken over een betere dekking.
Dan ons verdienvermogen. In de commissie EZK is Q3 inmiddels hét moment geworden dat allerlei strategieën uitgewerkt naar de Kamer komen, zoals productiviteitsagenda's en de uitwerking van de Nationale Technologiestrategie. Maar een uitgewerkte strategie zonder investeringen is gewoon niet meer uit te leggen. Dat bepleitten wij ook al in onze initiatiefnota over ruimte voor investeren in de toekomst van Nederland. Ik snap dat de Miljoenennota beleidsarm zal worden, maar toch zal ik de minister in de tweede termijn oproepen om wel geld te gaan reserveren om te investeren in ons verdienvermogen. Ik hoop dat de motie hier in de Kamer breed gedragen gaat worden en dat de minister zich daardoor ook gesteund gaat voelen.
Voorzitter. Nu de coalitie zich in een motie heeft uitgesproken voor het afschaffen van een Europese kop op nationaal beleid, wil het CDA het kabinet verzoeken door te pakken met het afschaffen van de CO2-heffing voor de industrie. Een belangrijke voorwaarde voor het afschaffen van de CO2-heffing was dat de industrie de mogelijkheid moest hebben om de uitstoot te vermijden, zoals door voldoende CO2-opslagmogelijkheden. Als we een gezonde industrie willen behouden voor Nederland, dan moeten we het oneerlijke speelveld iets minder oneerlijk maken en dus de CO2-heffing afschaffen. Ik zal er in de tweede termijn een motie voor indienen.
Voorzitter. Dan onze veiligheid. Over noodzakelijke defensie-investeringen sprak de Kamer gisteravond al uitgebreid. Ik hoor coalitiepartijen terecht roepen dat de veiligheid van onze inwoners een topprioriteit is. Hoe kan het dan dat het kabinet voorstelt om nog eens 50 miljoen te bezuinigen bij de politie, die al grote tekorten heeft? Vindt de minister dat verantwoord?
Tot slot. We moeten weer gaan bouwen aan veiligheid, verdienvermogen en gemeenschappen, zodat de samenleving weer ruimte krijgt. We moeten laten zien dat we met samenwerking wél moeilijke keuzes kunnen maken. Niet alles kan, maar sommige dingen moeten. Iets afbreken is niet zo moeilijk. Iets opbouwen vraagt commitment, niet weglopen als het moeilijk wordt en rust, reinheid en regelmaat.
Dank je wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw De Vries heeft een vraag voor u.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik wil toch nog even terug naar het amendement dat namens het CDA is ingediend. Wij hebben vorig jaar natuurlijk al een discussie met elkaar gehad over de begroting van Onderwijs. Daar hebben we ook deze dekkingen wel degelijk aan de orde gehad. Op zich zijn wij als VVD inhoudelijk niet tegen een flexibilisering van de AOW, maar het moet wel uitvoerbaar zijn. Het moet wel het geld opbrengen dat er staat. Eigenlijk is geconcludeerd dat dat niet zo is. Vindt u het dan netjes dat dat nu weer in het amendement staat, terwijl we eerder al hebben geconcludeerd dat het geen goede dekking is?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ik vind het netjes als wij gewoon constateren dat we een betere dekking gaan zoeken met elkaar, omdat we een probleem hebben dat we volgens mij samen willen oplossen. Wij nemen die handschoen graag op. Wij zullen daar met andere voorstellen voor gaan komen.
De voorzitter:
Uw negende interruptie.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ja. De vraag is dan wel of mevrouw Inge van Dijk kan erkennen dat dit de vorige keer ook al op tafel heeft gelegen en dit eigenlijk destijds geen deugdelijke dekking was. Dat was de conclusie die we volgens mij gezamenlijk, met een heel grote groep partijen, hebben getrokken. Dan vind ik het wel een beetje van cynische politiek getuigen als dit dan nu weer als een dekkingsmogelijkheid neergezet wordt.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ik ben absoluut niet van de cynische politiek. Ik heb inmiddels al meerdere keren aangegeven dat wij gewoon naar een betere dekking gaan zoeken. Ik vind dat de VVD een punt heeft. Wij hebben inderdaad vaker over een dekking gesproken. Het is inderdaad moeilijk om een dekking te zoeken. We gaan die handschoen gewoon met elkaar oppakken. Ik wil niet jij-bakken, want daar houd ik niet van, maar de reden dat we dit doen, is ook omdat er afspraken in staan die terugonderhandeld zijn. Dat is ook geen nette politiek.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Dijk. Ik stel voor dat we het woord nog geven aan de heer Idsinga namens Nieuw Sociaal Contract en dat we daarna de lunchschorsing doen. Meneer Idsinga, het woord is aan u.
De heer Idsinga (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Vandaag spreken wij over de Voorjaarsnota, een update van de begroting van 2025 en de daarop volgende jaren. We zijn er als Nieuw Sociaal Contract blij mee dat we een aantal van onze ingebrachte politieke wensen, met name op het gebied van bestaanszekerheid, in deze nota terugzien. Aan de ene kant zien we resultaten, maar aan de andere kant zit er ook een haar in de soep.
Want ja, we zijn blij dat we een oplossing hebben gevonden voor de btw op cultuur, boeken en sport. Ja, voor de hervorming van het arbeidsongeschiktheidsstelsel wordt structureel geld uitgetrokken. Ja, er wordt geld vrijgemaakt voor herstel en de problemen bij het UWV. Ja, er komt extra geld voor sociale advocatuur en groepen in de knel. Ja, het minimumjeugdloon gaat omhoog, een belangrijke stap voor meer bestaanszekerheid voor jongeren. Ja, er gaat geld naar gemeentes. Ja, een bezuiniging op de kinderopvangtoeslag wordt teruggedraaid. En ja, er komt een verlichting van de energielasten. Enzovoorts.
Maar dan de haar in de soep. Een tweetal grote beloften aan Nederlanders is niet nagekomen. Ik doel dan op de boodschappenbonus, in feite een verhoging van de huurtoeslag, en de huurbevriezing. En dat waren niet eens zozeer punten die door ons zijn ingebracht en waar we ook best kritisch op zijn geweest, maar die wel, ook door ons en de andere twee overgebleven coalitiepartners, als onderdeel van een totaalpakket werden gesteund en ondertekend, en die positief zouden uitpakken voor met name groepen mensen die dat goed hadden kunnen gebruiken. En als er dan tegen die beloftes in niet wordt geleverd, is dat zuur.
Alhoewel deze twee punten door de PVV waren ingebracht, steunden wij die op zich wel vanuit de gedachte van bestaanszekerheid, maar we waren kritisch. We hebben met name altijd bedongen dat de huurbevriezing niet ten koste mocht gaan van de investeringscapaciteit van woningbouwcorporaties. Dat was achteraf terecht, want na de beruchte nacht van de onderhandelingen is er veel commotie ontstaan rondom de haalbaarheid van deze huurbevriezing. Na de val van het kabinet op 3 juni is de huurbevriezing geschrapt. Dat snap ik nog. Dit betekent dat er automatisch meer huurtoeslag betaald zal worden. Uiteindelijk is er een gat van structureel 492 miljoen euro ontstaan. Dat is nu nog ongedekt. Dit is doorgeschoven naar de augustusbesluitvorming. Waar denkt de minister aan, vraag ik hem alvast.
Maar dan die boodschappenbonus, die 1 miljard extra huurtoeslag ...
De voorzitter:
Meneer Idsinga, ik probeer telkens een momentje te vinden waarop u een punt zet, maar het is telkens een komma. Er zijn namelijk twee mensen die interrupties willen doen, allereerst de heer Flach.
De heer Flach (SGP):
Het gaat weer over bestaanszekerheid. Ik wil het graag hebben over de stellen waarbij de een bij de politie werkt en de ander voor de klas staat of ambtenaar is bij een ministerie. Kortom, mensen die samen rond de €60.000 verdienen. Ik heb in dit debat wat onderzoek gedaan naar waar die rare maatregel rondom het kindgebonden budget nou vandaan komt, dat extra knikpunt. Ik heb geconstateerd dat die niet bij de PVV vandaan komt en niet bij de VVD vandaan komt, en van BBB weet ik dat ze dit ook geen goed voorstel vinden. Dus waarom heeft NSC maatregel 31 voorgesteld in die onderhandelingen, om dat extra knikpunt voor het kindgebonden budget in te zetten als dekking voor de bezuinigingen? En op welke manier draagt dat bij aan bestaanszekerheid? Dit is toch gewoon een rechtstreekse aantasting van die bestaanszekerheid van middengroepen?
De heer Idsinga (NSC):
Een terecht punt van de heer Flach, wil ik zeggen. Tegelijkertijd wil ik ook tegen de heer Flach zeggen dat wij keuzes hebben moeten maken. Er moest ook binnen de begroting van SZW nog een behoorlijk bedrag bezuinigd worden. Ik meen dat het ging om iets van 800 miljoen, zeg ik uit m'n hoofd. Er is toen gekeken: wat zijn daarvoor de dekkingsopties en welke dekkingsopties raken de echte onderkant het minst, de mensen met de allerkleinste portemonnee? Tegelijkertijd zijn er later in de onderhandelingen over de Voorjaarsnota ook weer een aantal maatregelen getroffen die weer voor verruiming zorgden. Helaas is politiek soms keuzes maken in schaarste. Dit was een van de pijnlijke keuzes — dat geef ik toe — die we hebben moeten maken.
De voorzitter:
Uw achtste interruptie, meneer Flach.
De heer Flach (SGP):
Die zet ik hier graag voor in, voorzitter. De heer Idsinga weet namelijk heel goed hoe het werkt, maar hij heeft hier toch mee ingestemd of er wellicht zelfs willens en wetens voor gekozen om dat knikpunt bij die €60.000 te leggen. Het is goed dat we kijken naar de mensen aan de onderkant van het inkomensgebouw, maar juist deze middengroep, die veel buiten allerlei regelingen valt, heeft het zwaar in Nederland. Waarom heeft u er niet voor gekozen om het knikpunt veel hoger te leggen, zodat het bij mensen terechtkomt die het prima kunnen missen? Als dat een foutje is geweest, kunnen we dat alsnog doen.
De heer Idsinga (NSC):
Mijn antwoord heb ik net gegeven. We hebben een keuze moeten maken. We hebben al moeten kiezen in een situatie onder druk, waarin hele grote bedragen nog gedekt moesten worden. Tegelijkertijd zijn er op bestaanszekerheidsgebied een aantal andere keuzes gemaakt. Die hebben wel een positieve bijdrage geleverd. Ik ben het met de heer Flach eens dat dit geen fraaie maatregel is. Maar nogmaals, politiek is helaas kiezen in schaarste. Dit was de uitkomst van dat proces.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Mijn klomp breekt wel. Juist oud-collega Omtzigt en ikzelf hebben ons met een motie ingespannen om de marginale druk voor middeninkomens te verminderen. Hiermee wordt de marginale druk juist enorm verhoogd. We moeten de precieze maatvoering nog teruglezen, maar het gaat om 300 miljoen, dus het zal geen gering afbouwpad worden. Misschien kan de staatssecretaris daar nog inzicht in geven.
Het punt waarop ik nu een interruptie wil plaatsen, is de huurbevriezing. Daar breekt mijn klopt helemaal. Ik heb samen met collega Welzijn uit de NSC-fractie, een zeer gewaardeerde collega, altijd gestreden voor betaalbare woningbouw. Collega Welzijn verwoordde het zeer terecht in haar reactie op LinkedIn: huurbevriezing is bouwbevriezing. De compensatie die door de NSC-fractie is uitonderhandeld, met 1,1 miljard, was bij lange na niet voldoende om ook maar enigszins tegemoet te komen aan het gat van 35 tot 49 miljard dat werd geslagen. Hier gaan zeggen dat de huurbevriezing eigenlijk wel een goede maatregel was, verhoudt zich niet met de inzet van collega Welzijn, de collega van meneer Idsinga, in de VRO-commissie. Ik begrijp werkelijk niet wat de heer Idsinga hier staat te vertellen. Dat is alsof hij het erg vindt dat de huurbevriezing van tafel is, terwijl hij juist de vlag zou moeten uitsteken en de huurders op een andere manier zou moeten helpen, namelijk met een structurele verhoging van de huurtoeslag. Dat is een veel betere methode.
De heer Idsinga (NSC):
De heer Grinwis doet het voorkomen als een enorme tegenstelling, maar volgens mij zijn wij het wel eens. Ik was ook nog niet aan het einde van mijn verhaal, want ik ga zo meteen iets zeggen over de huurtoeslag.
Even voor de goede orde: wij hebben in die onderhandelingen weliswaar ingestemd met een huurbevriezing, maar er stond wel een sterretje bij. Achter dat sterretje stond: wij stemmen alleen in met deze huurbevriezing als wij op het moment dat mocht blijken dat er onvoldoende geld is voor de woningbouwcorporaties om te investeren in nieuwbouw en verduurzaming de minister van Financiën vragen op zoek te gaan naar extra geld om de woningbouwcorporaties te compenseren. Dat is precies de lijn die mevrouw Welzijn heeft uitgedragen, ook in dit parlement. Dat weet de heer Grinwis ook.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dit is toch werkelijk bizarre politiek. Ik zal geen beledigend woord gebruiken, maar dit is wel de meest naïeve onderhandelingsstrategie die ik ooit heb gehoord. Deze minister van Financiën let alleen op wat er in de tabellen staat en niet op wat er in eventuele al dan niet opgeschreven bijsluiters bij een onderhandelingsproces staat. Omdat 1,1 miljard te weinig is en je eigenlijk 49 miljard nodig hebt, hoop je dat er in toekomst iets aan middelen wordt gevonden om de woningbouwcorporaties alsnog te compenseren. Zo werkt het niet in politiek Den Haag, meneer Idsinga. Je moet de knaken keihard in de tabel hebben staan, anders is het er niet. De NSC-fractie is op onverantwoorde wijze in het diepe gesprongen door de huurbevriezing alvast te accepteren, maar de compensatie niet te regelen. Van inspanningen en mooie woorden kunnen we niet leven.
Ik ben heel blij dat het nu is teruggedraaid. Gisteren hebben we, gelukkig ook met de steun van de NSC-fractie, een motie aangenomen omdat de structurele bezuiniging van 492 miljoen niet mag terugslaan naar de huurtoeslag en de VRO-begroting, woningbouw en woningzoekenden. Daar ben ik u ook erkentelijk voor. Maar met deze manier van onderhandelen heeft u wel buitengewoon veel risico genomen en het komt maar ternauwernood op z'n pootjes terecht. Is de heer Idsinga dat met mij eens?
De heer Idsinga (NSC):
De heer Grinwis claimt nu een monopolie te hebben op hoe het hier werkt in Den Haag. Hoe het hier werkt of zou moeten werken in Den Haag, is dat een afspraak een afspraak is. Als wij tijdens de onderhandelingen met de minister van Financiën, met de partijen, een afspraak maken over het sterretje dat ik net noemde, vind ik dat we uit moeten kunnen gaan van het adagium "een man een man, een woord een woord", tenzij ik in een andere werkelijkheid leef, namelijk misschien iets meer de werkelijkheid van buiten Den Haag, want daar kom ik vandaan; dat weet de heer Grinwis. We staan nu een hele leuke, theoretische discussie met elkaar te voeren over vertrouwen en "afspraak is afspraak", maar door externe omstandigheden is het resultaat nu uiteindelijk dat de huurbevriezing is ingetrokken. Zoals ik al zei, begrijp ik dat.
De voorzitter:
Meneer Grinwis nog? Dat is dan uw achtste interruptie.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik luister hier met stijgende verbazing naar. Het gaat hier niet om "afspraak is afspraak" of over woorden; het gaat hier om hele grote bedragen. Er is slechts 1,1 miljard opzijgezet. Dit bedrag waren we al kwijt, omdat de huurverlaging bij de particuliere verhuur al niet doorging. Het ging potentieel om 49 miljard aan investerend vermogen, aan investeringskapitaal, dat was verdampt door dit ene besluit van twee jaar huurbevriezing. Ik kan er met mijn hoofd niet bij dat je probeert om dat te regelen met zo'n apostrofje in de zin van "als, dan". Laten we het daar dan maar bij houden: de NSC-fractie en de ChristenUniefractie kijken op een andere manier aan tegen dit soort onderhandelingen, tegen de Voorjaarsnota en tegen bedragen in een tabel.
Feit is dat de huurders nu in de kou staan. Er is hun een huurbevriezing in het vooruitzicht gesteld. Die komt er gelukkig niet. De eenmalige huurtoeslagverhoging is ook van tafel. Hoe ga je nou structureel huurders daadwerkelijk helpen? Want zij hebben dat wel nodig. Daar is de ChristenUniefractie het mee eens. Wij hebben eerder een slimme huurbevriezing voorgesteld, in de zin van: doe die huurtoeslag dan iets omhoog. Gaat de NSC-fractie zo'n voorstel doen?
De heer Idsinga (NSC):
De heer Grinwis bevraagt mij op een punt waar ik eigenlijk net aan wilde beginnen in mijn bijdrage. Hij verwijt ons naïviteit en daar wil ik toch nog wel even op reageren. Een keiharde afspraak is gewoon een keiharde afspraak. Ik neem dit dus niet voor mijn kap. Dat wil ik toch nog even gezegd hebben. Het is allemaal mosterd na de maaltijd, want we zijn inmiddels ingehaald door de realiteit. Laten we ons dus focussen op die realiteit, en dat is inderdaad die extra huurtoeslag, de boodschappenbonus.
De voorzitter:
Gaat u verder.
De heer Idsinga (NSC):
De boodschappenbonus staat kennelijk ook ter discussie. Die gaat wat de minister van Financiën betreft niet door, omdat ze aan elkaar gekoppeld zouden zijn. De boodschappenbonus zou gekoppeld zijn aan de huurbevriezing. Het resultaat is dan dat twee beloften van de Voorjaarsnota om mensen met een kleine portemonnee tegemoet te treden, niet worden nagekomen, als het aan het kabinet ligt. Ik wil graag van de minister horen op basis waarvan hij deze een-op-eenkoppeling maakt, aangezien die naar mijn stellige overtuiging nooit zo is afgesproken tussen partijen. Daarover staat ook niets in de toelichting op de Voorjaarsnota zelf.
Nu worden de huurders dubbel gefopt, want ze krijgen een huurverhoging en ze krijgen niet de beloofde extra huurtoeslag. Voor veel mensen gaat dat toch om veel geld. Wat doet dit met het vertrouwen van de burger in de politiek? Natuurlijk moet er dekking voor zijn. Dat is het gebruikte argument: dat er geen dekking voor zou zijn. Ook NSC staat voor financiële degelijkheid en geen gratis bier. Welke opties heeft het kabinet daartoe onderzocht? Waarom is er geen oplossing gevonden? Is er tot het uiterste gezocht, en zo ja, waar? Wat was in dit kader de dynamiek tussen de ministeries van Financiën en het ministerie van Wonen? De ambtelijke nota van 12 juni onthult immers dat er nog geen overeenstemming is bereikt met VRO over het verzenden van een nota van wijziging waarin de gevolgen van het niet doorgaan van de huurbevriezing zijn verwerkt, inclusief de investering in sociale huur en de boodschappenbonus. Wat is …
De voorzitter:
Sorry, meneer Idsinga. Meneer Van Dijck heeft een vraag voor u.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Helemaal mee eens. Het sluit aan bij mijn betoog dat mensen dubbel gepakt worden. Dat is redelijk asociaal. De boodschappenbonus wordt nu geofferd vanwege het feit dat die huurbevriezing niet doorgaat. Ik heb toevallig een amendement gemaakt waarin die boodschappenbonus weer nieuw leven wordt ingeblazen, met als dekking de compensatie voor de woningcorporaties. Die hoeven nu niet meer gecompenseerd te worden, omdat die huurbevriezing niet doorgaat. Dat is allebei 1 miljard, dus ik neem aan dat er steun is van NSC. Misschien kan ik hem zelfs wel laten meetekenen?
De heer Idsinga (NSC):
Dank u wel, zeg ik tegen de heer Van Dijck. Interessant, interessant. Wij realiseren ons natuurlijk heel goed dat we als overgebleven weeskindjes van deze coalitie meerderheden zullen moeten zoeken. Dat zeg ik ook alvast tegen de heer Vijlbrief, die mij zo meteen ongetwijfeld ook iets gaat vragen over onderwijs. Ik doe er nu nog geen uitspraken over of ik dat wel of niet kan en wil gaan steunen. Dat kan ik nu nog niet zeggen. Ik wil alle amendementen rustig een keer naast elkaar gaan leggen. Ook vandaag, terwijl we hier leuk met elkaar aan het debatteren zijn, komen die allemaal binnen. Ik wil daar rustig een gewogen afweging in kunnen maken, want het spel verandert nu continu. Ik zeg tegen de heer Van Dijck: u weet dat wij niet van het gratis bier zijn. Ik zeg ook niet dat de heer Van Dijck dat nu voorstelt, maar ik wil het op een gewogen manier kunnen bekijken. Ik vraag ook aan de minister, via de voorzitter, om te reflecteren op dit amendement. Dat gaat hij denk ik sowieso doen. Hoe zit het met die dekking?
De voorzitter:
Meneer Van Dijck, in tweede instantie.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Nou ja, prima. Ik hoop dat we dan nog iets kunnen repareren van alles wat wordt teruggedraaid.
Ik wilde nog een andere vraag stellen. Er wordt constant gezegd dat de huur bevriezen 50 miljard kost en noem maar op. Ik neem aan dat de heer Idsinga ook weet dat dat pure bangmakerij is, want woningcorporaties lopen geen 50 miljard mis als de huren bevroren worden. Dat is nog geen half miljard. Ze hebben het steeds over de bouwcapaciteit, over wat ze ermee kunnen lenen. Daar wordt dus een ontzettende bangmakerij mee bedreven. Van het halve miljard dat ze mislopen compenseren wij twee jaar. Daarna moeten ze het weer zelf opvangen. Dat het bevriezen van de huur zo'n slecht idee zou zijn, is pure framing.
De heer Idsinga (NSC):
Ik hoorde geen vraag. Ik kan het antwoord ook niet geven, omdat ik geen deskundige ben op dit gebied. Ik wil alleen meegeven aan de heer Tony van Dijck dat wij niet aan bangmakerij doen.
De voorzitter:
Gaat u verder.
De heer Idsinga (NSC):
Mijn laatste vragen aan de minister. Wat is het verwachte koopkracht- en armoedebeeld voor groepen zonder deze bonus? Kan hij daar al iets over zeggen? Wanneer krijgt de Kamer de laatste cijfers daaromtrent? Welke rol speelt het niet doorgaan van deze maatregelen bij de aanstaande augustusbesluitvorming? Er wordt ook een andere rekening doorgeschoven, namelijk die van 500 miljoen structureel. Hoe zit het dan met deze rekening? Welke maatregelen gaat het kabinet verder mogelijk treffen om te verzekeren dat de armoede niet toeneemt of zich verdiept? In mijn tweede termijn heb ik nog een motie. Die zal ik straks toelichten.
Dank u wel.
De voorzitter:
Daar is de tweede termijn ook voor. Dank u wel. Meneer Vijlbrief heeft nog een vraag voor u.
De heer Vijlbrief (D66):
Ik ga binnenkort samen met de heer Idsinga wedden, want hij heeft voorspellende gaven. Ik wil hem wat vragen over het amendement dat wij hebben ingediend over de extra onderwijsbezuinigingen, samen met een brede groep christelijke partijen en JA21. Het gaat om het terugdraaien van die bezuiniging van 500, 400 miljoen. Daar zit ook die rare en nare onderwijsbezuiniging op de onderwijskansenregeling in. Vanuit het NSC-gedachtegoed over bestaanszekerheid et cetera zou ik eigenlijk verwachten dat hij ons gaat helpen bij dat amendement. Klopt dat?
De heer Idsinga (NSC):
Ik denk dat wij hier als volwassen mensen met elkaar tot de conclusie moeten komen dat de coalitie, or what's left of it, in goed Nederlands, geen meerderheid heeft in dit huis. Wij zullen moeten kijken op welke punten we eventueel een constructieve samenwerking met de oppositie kunnen aangaan. Dan is dat amendement — ik heb het even niet over de dekking, maar over de beleidsvoorstellen die de heer Vijlbrief verdedigt — er toevallig eentje waarvan ik denk: daar zal mijn collega die over onderwijs gaat, Aant Jelle Soepboer, heel blij mee zijn. Dat kan ik u alvast meegeven. Maar ik vind het te vroeg om nu al toe te zeggen bij welke amendementen we wel en geen zaken kunnen doen, met dien verstande dat ik dit politiek gezien, sprekend vanuit onze fractie, een sympathiek amendement vind.
De voorzitter:
De heer Dijk, uw negende interruptie. Er blijft weinig over voor straks.
De heer Dijk (SP):
Ja, ik probeer toch dingen voor elkaar te krijgen. Daarom probeer ik het bij de Kamer in plaats van bij het kabinet.
Ik stond drie weken geleden met 2.500 mensen die werken naar vermogen op het Malieveld. Die zijn allemaal slachtoffer van een nieuwe belastingmaatregel, de afbouw van de heffingskorting. Het gaat over mensen uit sociale werkplaatsen, werkontwikkelbedrijven, die er nu €45 per maand op achteruitgaan. We kunnen vandaag regelen dat zij gecompenseerd worden, zodat zij er niet €45 op achteruitgaan. Dat is slechts een bedrag van 40 miljoen euro. Als we 1% op de externe inhuur zouden korten, kunnen we dat daarmee in ieder geval voor dit jaar regelen voor die mensen. Ik wil de heer Idsinga van Nieuw Sociaal Contract vragen of hij bereid is dat amendement met ons in te dienen, zodat deze mensen bestaanszekerheid hebben in plaats van €45 per maand minder.
De heer Idsinga (NSC):
Dank u wel voor de moedige poging, zou ik tegen de heer Dijk willen zeggen. Het is een sympathiek verhaal, wil ik ook tegen hem zeggen. Nogmaals, we zullen hier met elkaar, met de coalitie, zonder kleerscheuren, uit moeten komen in het belang van dit land. Dat gaat niet zonder kleerscheuren. Ook hier zullen wij heel constructief naar gaan kijken. Alleen, ik ga onze steun nu nog niet toezeggen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Idsinga.
De beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Ik had al aangekondigd: als meneer Idsinga geweest is, dan ga ik schorsen voor de lunch. Ik schors tot 14.05 uur. Dan vangen we eerst aan met het tweeminutendebat Zorgverzekeringsstelsel, dat definitief doorgaat.
Ik ga ook nog een heel klein woordje spreken ten behoeve van mijn persoonlijk medewerker. Dit is namelijk mijn laatste dag in de Kamer, als alles goed gaat. Die spendeer ik heel graag op dit rostrum, maar voor de Handelingen is het wel heel fijn als ik mijn persoonlijk medewerker Ineke Uitterhoeve heel erg bedank. Ze had zich er eigenlijk op verheugd om vandaag de dag met mij door te brengen, maar ik zit hier. Dus: Ineke, dank je wel. Je staat in de Handelingen.
Iedereen een fijne lunch. Om 14.05 uur gaan we verder. Dag.
De vergadering wordt van 13.25 uur tot 14.07 uur geschorst.
Voorzitter: Postma
Mededelingen
Mededelingen
Mededelingen
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering.
Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.
Regeling van werkzaamheden
Regeling van werkzaamheden
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Aan de orde is een korte regeling van werkzaamheden.
Ik stel voor dinsdag 24 juni aanstaande ook te stemmen over de ingediende moties bij de notaoverleggen over veteranenbeleid en over de initiatiefnota van het lid De Korte over een kritische reflectie op euthanasie bij psychisch lijden van jonge mensen.
Ingekomen is een beschikking van de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake aanwijzing van het Eerste Kamerlid Van Gasteren tot lid in plaats van het lid Heijnen en van het Eerste Kamerlid Griffioen tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Gasteren in de OVSE Parlementaire Assemblee.
Op verzoek van het lid Ceder stel ik voor zijn motie op stuk nr. 438 (30950) opnieuw aan te houden.
Ik deel aan de Kamer mee dat voor de volgende debatten de termijn voor toekenning is verlengd:
- het dertigledendebat over een huisbezoek van de politie aan een demonstrant;
- het dertigledendebat over het Nationaal onderzoek moslimdiscriminatie.
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
Zorgverzekeringsstelsel
Zorgverzekeringsstelsel
Aan de orde is het tweeminutendebat Zorgverzekeringsstelsel (CD d.d. 18/06).
Termijn inbreng
De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Zorgverzekeringsstelsel. Ik heet welkom in vak K de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Ik geef het woord aan de heer Dijk.
De heer Dijk (SP):
Dank u wel, voorzitter. Ik kon helaas niet bij het commissiedebat van deze ochtend zijn, omdat er ook een debat over de Voorjaarsnota was. Ik kan nu wel hierbij aanwezig zijn, dus ik vraag toestemming om deel te nemen aan deze vergadering.
De voorzitter:
Ik kijk even rond om te zien of daar bezwaar tegen is. Ik zie geen bezwaar, dus dat betekent dat ik u op de lijst zet als spreker.
Dan geef ik graag het woord aan de heer Krul voor zijn inbreng namens het CDA.
De heer Krul (CDA):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet werkt aan een wetsvoorstel om per 1 januari 2027 het eigen risico te verlagen naar €165;
constaterende dat de Raad van State in zijn advies over het wetsvoorstel aangeeft dat de maatregel ongericht is, dat de toegang tot zorg niet verbetert en dat kwetsbare groepen erop achteruit gaan omdat de zorgpremie stijgt en onduidelijk is waar de compenserende lastenverlichting neerslaat;
overwegende dat deze maatregel bovendien de zorgvraag verder aanwakkert, terwijl de houdbaarheid van de zorg onder druk staat gezien de vergrijzing en personeelstekorten in de zorg;
overwegende dat het kabinet demissionair is;
verzoekt de regering de voorbereiding voor het wetsvoorstel om het eigen risico per 2027 voor iedereen te verlagen, te staken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Krul.
Zij krijgt nr. 1298 (29689).
De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Ik ben benieuwd of de minister mijn vraag kan beantwoorden. Hij heeft vanochtend aangegeven dat het kabinet voornemens is door te gaan met het wetsvoorstel. Ik kan daarvoor eigenlijk drie redenen destilleren. Eén is dat het kabinet een koppeling ziet met de gelden die nodig zijn voor het zorgakkoord, het AZWA. Twee is, zoals ook de VVD-fractie zei en zoals de minister herhaalde: afspraak is nou eenmaal afspraak en we willen ook een mate van consistentie laten zien. Dat zijn eigenlijk allebei oneigenlijke argumenten. Ik ben benieuwd of de minister kan uitleggen of er ook een derde argument is, namelijk: is het een goed voorstel? Het kabinet had twee doelstellingen voor ogen bij dit wetsvoorstel, namelijk het verbeteren van de toegang tot zorg voor mensen met een kleine beurs en voor chronisch zieken. Eigenlijk kunnen we nu al constateren — dat konden we ook al voor het Raad van Stateadvies — dat met dit voorstel allebei die doelstellingen niet gehaald worden. En dan zou ik toch willen zeggen: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan wil ik graag de heer Thiadens vragen om namens de PVV een inbreng te leveren.
De heer Thiadens (PVV):
Dank, voorzitter. Ik heb één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Zorginstituut Nederland (ZIN) gaat pilotten om nieuwe behandelingen niet op te nemen wanneer deze (te) arbeidsintensief zijn of omdat ze niet duurzaam (Green Deal) zouden zijn;
van mening dat effectiviteit van een behandeling leidend moet zijn en niet de CO2-uitstoot;
verzoekt de regering het Zorginstituut Nederland opdracht te geven te stoppen met dergelijke pilots,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Thiadens en Claassen.
Zij krijgt nr. 1299 (29689).
Hartelijk dank. Dan wil ik graag de heer Bushoff vragen, namens GroenLinks-PvdA.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet voornemens is om middels het wetsvoorstel Afschaffing van de tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten te korten op de bijdrage voor mensen met een WAO-, WIA- of Wajong-uitkering;
overwegende dat chronisch zieken er hierdoor zelfs met de voorgenomen verlaging van het eigen risico financieel op achteruitgaan, zoals ook de Raad van State constateert;
constaterende dat ook mensen met een laag inkomen die het eigen risico niet volledig betalen er door de kabinetsplannen op achteruitgaan;
overwegende dat de zorg voor deze groepen hiermee onbetaalbaar dreigt te worden;
verzoekt de demissionaire regering om geen stappen te zetten die ertoe kunnen leiden dat chronisch zieken en mensen met een laag inkomen er financieel op achteruitgaan,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Bushoff.
Zij krijgt nr. 1300 (29689).
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Dan de tweede motie, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de MRSA-bacterie wereldwijd ernstige en dodelijke infecties veroorzaakt en resistent is voor een aantal veelgebruikte antibiotica;
overwegende dat een deel van de patiënten die het virus bij zich dragen geen klachten ervaart, maar het virus wel verspreidt;
overwegende dat de kosten voor het behandelen voor het individu hoog zijn en er daarom soms van af wordt gezien terwijl de behandeling de samenleving als geheel dient met het beschermen van verdere infecties;
verzoekt de regering in kaart te brengen hoeveel mensen afzien van behandeling om financiële redenen en wat de financiële impact is om de diagnostiek en behandeling van het MRSA-virus uit te sluiten van het eigen risico,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Bushoff.
Zij krijgt nr. 1301 (29689).
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Tot zover.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Paulusma namens D66.
Mevrouw Paulusma (D66):
Voorzitter, dank u wel. We hadden vanochtend een heel goed debat met deze minister-van-één-dag van VWS. Ik heb nog drie moties. Twee ervan zijn om de minister aan te moedigen. De eerste luidt als volgt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat:
- gordelroos een ernstige, pijnlijke aandoening is die vooral ouderen en mensen met een verminderde afweer treft, maar waarvoor een effectief vaccin beschikbaar is;
- dit vaccin momenteel niet standaard wordt vergoed of opgenomen is in het Rijksvaccinatieprogramma;
overwegende dat opname in een structureel vaccinatieprogramma de volksgezondheid bevordert en toekomstige zorgkosten kan beperken;
verzoekt de regering om:
- het vaccin op te nemen in een structureel vaccinatieprogramma, bijvoorbeeld via het Rijksvaccinatieprogramma of een aanvullend publiek vaccinatieprogramma, en dit door te zetten ongeacht sluiting van het AZWA;
- daarbij gebruik te maken van de beschikbare middelen binnen het AZWA voor dekking van de kosten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Paulusma en Bushoff.
Zij krijgt nr. 1302 (29689).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat vrouwen met dicht borstweefsel een verhoogd risico hebben op borstkanker en dat mammografie bij hen minder effectief is in het opsporen van tumoren;
constaterende dat MRI bij dicht borstweefsel momenteel niet standaard wordt vergoed en/of doorverwezen;
overwegende dat aanvullende screening met MRI bij deze groep de kans op vroege detectie van borstkanker aanzienlijk vergroot en dus levens kan redden;
verzoekt de regering om:
- te zorgen voor vergoeding van MRI-scans voor vrouwen met dicht borstweefsel, als aanvulling op de bestaande borstscreening, en dit door te zetten ongeacht sluiting van het AZWA;
- gebruik te maken van de middelen binnen het AZWA voor de dekking van de kosten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Paulusma en Bushoff.
Zij krijgt nr. 1303 (29689).
Mevrouw Paulusma (D66):
Dan heb ik nog één motie, omdat we ook een heel interessant debat hadden over het halveren van het eigen risico. Ik hoorde de minister daarover een aantal uitspraken doen, namelijk dat we kritisch naar het plan en de uitvoering moeten kijken; ook naar het advies van de Raad van State. Ik hoorde dat we misschien ook wel moeten kijken naar "maatwerkgericht voor doelgroepen". Daarvoor heb ik de volgende helpende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat door de plannen van het kabinet om het eigen risico te halveren voor alle verzekerden, de zorgpremie explosief stijgt;
constaterende dat het halveren van het eigen risico leidt tot langere wachtlijsten;
overwegende dat het gericht helpen van de groep chronisch zieken en mensen met een beperking met een lager inkomen, de toegankelijkheid van zorg voor alle Nederlanders ten goede komt en de premie niet doet stijgen;
verzoekt de regering om:
- het eigen risico alleen voor chronisch zieken en mensen met een beperking en een lager inkomen met €220 te verlagen door voor deze groep een regeling treffen;
- de opbrengsten van het niet halveren van het eigen risico voor alle Nederlanders te investeren in onze defensie en zo een volgende stap te zetten richting een NAVO-norm van ten minste 3,5%,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Paulusma.
Zij krijgt nr. 1304 (29689).
Dank u wel. Mevrouw De Korte namens Nieuw Sociaal Contract.
Mevrouw De Korte (NSC):
Dank u wel, voorzitter. We hadden vanmorgen een goed commissiedebat. We hebben een paar goede toezeggingen gekregen, onder andere over de kraamzorg. De minister, of in ieder geval zijn opvolger, zal in gesprek gaan, ook ten aanzien van het waarborgen van fysiotherapie. We hebben nog één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de onderhandelingen over een Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA) zich in de afrondende fase bevonden toen het kabinet viel;
constaterende dat afspraken in het AZWA zich richten op het verbeteren van de toegankelijkheid van zorg en ondersteuning en het afwenden van het onbeheersbare arbeidsmarkttekort;
overwegende dat het van groot belang is dat betrokken partijen een akkoord sluiten zodat de uitdagingen in zorg en ondersteuning aangepakt kunnen worden,
overwegende dat onderdelen van het beoogde AZWA investeringen vragen zodat de noodzakelijke transitie in de zorg en welzijn in de volle breedte plaats kan vinden;
verzoekt de regering, in samenwerking met de betrokken zorg- en welzijnspartijen, op korte termijn tot een afronding van het AZWA te komen en de benodigde financiële randvoorwaarden hiertoe veilig te stellen, en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid De Korte.
Zij krijgt nr. 1305 (29689).
Mevrouw De Korte (NSC):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. U heeft een interruptie van de heer Krul.
De heer Krul (CDA):
Over de laatste zin heb ik een vraag. We hebben de minister vandaag gehoord. Hij zegt: wat de Kamer ook beslist, ik zou in overweging willen geven ervoor te zorgen dat het geld, dat gewoon nodig is voor het AZWA, veiliggesteld wordt. Begrijp ik nou goed dat de NSC-fractie hiermee eigenlijk zegt: ga hoe dan ook door met het verlagen van het eigen risico en feitelijk omarmen we de koppeling tussen die twee aspecten zoals die er nu is? Of zegt NSC: het gaat er gewoon om dat het geld beschikbaar is, ook als dat niet per se via het eigen risico gaat, als het maar beschikbaar is?
Mevrouw De Korte (NSC):
Dank u wel voor deze vraag. Wij willen in ieder geval dat het AZWA doorgaat en dat het geld beschikbaar blijft. Dat hebben we in deze motie willen aangeven. De minister heeft er inderdaad het een en ander over gezegd. Er is een soort afhankelijkheid van het een of ander. Maar we willen dit onderdeel, dat al geregeld was, behouden.
De voorzitter:
Een kort vervolg.
De heer Krul (CDA):
Tot slot. Ik had in het commissiedebat al even gerefereerd aan het interruptiedebat van gisterenavond tussen de heer Dijk en mevrouw Yeșilgöz. Het is helemaal niet zeker dat de halvering van het eigen risico ook in de volgende periode nog staat. We willen wel dat geld voor het AZWA. Ik zou dus nog één keer willen vragen: is de uitspraak "het geld er moet zijn" of is de uitspraak "we moeten hoe dan ook door het met verlagen van het eigen risico"?
Mevrouw De Korte (NSC):
Wij hebben inderdaad het debat gehad over het eigen risico. We houden ons aan het hoofdlijnenakkoord, maar we zien ook wel dat er het een en ander gebeurt, dus daarom willen we in ieder geval het gereserveerde geld voor het AZWA veiligstellen.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Ik denk dat iedereen wil dat het aanvullend zorg- en welzijnsakkoord snel gesloten wordt. Daar bestaat volgens mij geen enkele twijfel over. Mijn vraag is dan ook niet of de motie voor dat deel eigenlijk niet totaal overbodig is, ook gelet op de beantwoording van de minister. Het tweede deel van de motie verzoekt het geld dat daarvoor is gereserveerd veilig te stellen. Dan zou mijn vraag zijn: is er enige aanleiding om nu te denken dat dat geld is verdwenen?
Mevrouw De Korte (NSC):
We hebben de discussie gehoord. Het geld is niet meteen verdwenen. We willen het gewoon veiligstellen. Dat is hetgeen we voorstaan.
De voorzitter:
Tot slot.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Ja, tot slot. Maar als we de komende tijd allemaal moties gaan indienen met "als, dan", "stel dat we dit gaan doen", is daar toch geen beginnen aan? Dit is toch een totaal onzinnige motie in die zin dat iedereen wil dat het zorgakkoord gesloten wordt en dat er geen enkele aanleiding is om te zeggen dat het geld dat beschikbaar is voor dat zorgakkoord verdwenen is? Deze motie slaat dus nergens op. Het is gewoon een "als, als, als, dan"-motie. Daar kunnen we er nog wel tienduizend van indienen de komende tijd.
De voorzitter:
U mag daar nog op reageren, mevrouw De Korte.
Mevrouw De Korte (NSC):
Wij zien het gewoon als een steuntje in de rug voor onze minister dat dit in ieder geval doorgaat. We gaan echt niet allerlei "als, als"-moties indienen; die heeft u ook nooit zo van ons gezien. Maar gezien het grote belang van dit akkoord willen we dat het op deze manier ook doorgaat.
De voorzitter:
Dank u wel. O, u heeft nog een interruptie. Excuses, mevrouw De Korte.
Mevrouw Paulusma (D66):
De beantwoording op de vraag van de heer Krul verwonderde mij toch wel een beetje. We hebben namelijk vanochtend het debat gehad over het eigen risico. De minister heeft aangegeven: ik kom met een reactie, ook op de Raad van State; er komen misschien wel andere scenario's; misschien moet het helemaal niet. Gehoord hebbende wat de minister vanochtend gezegd heeft, wil ik graag de vraag van de heer Krul herhalen. Vindt NSC dan dat het AZWA door moet gaan, ook als de halvering van het eigen risico niet doorgaat?
Mevrouw De Korte (NSC):
Ik heb net aangegeven dat we nog steeds uitgaan van het hoofdlijnenakkoord. We weten niet wat er de komende weken gebeurt. Daarom willen we toch — dat heb ik net ook al gezegd — het bedrag veiligstellen dat nu al gereserveerd is voor het AZWA.
Mevrouw Paulusma (D66):
Maar dit is typisch des NSC's. Ik stel een vraag. Het is eigenlijk kiezen: a of b, een of twee, zwart of wit. Kiest u voor de middelen van het AZWA of kiest u voor het doorgaan van het eigen risico? Het is een van die twee.
Mevrouw De Korte (NSC):
Er wordt nu meteen of-of gezegd, maar het is voorlopig nog en-en.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan wil ik nu graag vragen of de heer Dijk namens de SP naar voren kan snellen om zijn inbreng te leveren.
De heer Dijk (SP):
Dank u wel, voorzitter. Een paar moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat vorig jaar bijna tien fysiotherapeuten per dag stopten met hun vak en nog eens 70% overweegt het vak te verlaten;
verzoekt het kabinet nog dit jaar met een noodplan fysiotherapie te komen om het aantal stoppende fysiotherapeuten terug te dringen en hierin in ieder geval het invoeren van een minimumtarief mee te nemen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.
Zij krijgt nr. 1306 (29689).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Zorginstituut heeft geadviseerd om de eerste twintig behandelingen voor fysiotherapie die op de zogenaamde chronische lijst staan vanaf 2026 te vergoeden;
verzoekt het kabinet dit advies op te volgen en deze behandelingen te vergoeden vanuit het basispakket vanaf 2026,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.
Zij krijgt nr. 1307 (29689).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat kinderbrillen niet standaard vergoed worden vanuit het basispakket waardoor 28.000 kinderen geen bril hebben, terwijl ze deze wel nodig hebben;
overwegende dat de uitkomsten van het onderzoek naar deze problemen pas rond de jaarwisseling komen en dit te laat is om een oplossing te bieden voor kinderen die op dit moment het schoolbord niet kunnen lezen;
verzoekt het kabinet met een oplossing te komen om kinderbrillen vanuit het basispakket tijdelijk te vergoeden totdat er een structurele oplossing is gevonden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.
Zij krijgt nr. 1308 (29689).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de kraamzorg in toenemende mate onder druk staat, veel kraamverzorgenden het vak dreigen te verlaten en het aantal gezinnen dat geen kraamzorg ontvangt enorm toeneemt;
verzoekt de regering om maatregelen te treffen om de kraamzorg in Nederland te behouden, en hiervoor voor het debat over de VWS-begroting voorstellen naar de Kamer te sturen en daarbij in ieder geval zorg te dragen voor toereikende tarieven voor de kraamzorg,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dijk en Dobbe.
Zij krijgt nr. 1309 (29689).
De heer Dijk (SP):
Voorzitter. Ik heb nog 30 seconden. Ik moet toch iets kwijt over het eigen risico. Ik heb de discussie van vanochtend teruggehoord, teruggeluisterd. Het grote probleem is dat er een halfbakken voorstel was, dat dit inderdaad mensen met een chronische ziekte of een arbeidsongeschiktheid hard kon treffen. Ik heb het voorstel van de heer Bushoff net gezien. Ik heb eigenlijk een vergelijkbaar voorstel klaarliggen voor het debat over de Voorjaarsnota. Volgens mij is dFat de manier om in ieder geval voor de korte termijn te regelen dat het goed is. Verder ben ik van mening dat het eigen risico helemaal afgeschaft kan worden met een inkomensafhankelijke premie. Dan gaat 80% van de mensen erop vooruit en de 20% rijkste mensen iets meer betalen. Dat is solidariteit, en doorberekend door het CPB op verzoek van de SP.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer El Abassi heeft ook aangegeven nog gebruik te willen maken van de twee minuten die hij heeft. Dus hij komt namens DENK zijn moties indienen.
De heer El Abassi (DENK):
Ik ga meteen aan de slag, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het eigen risico mensen ontmoedigt om zorg te zoeken, vooral mensen met een laag inkomen of met beperkte gezondheidsvaardigheden;
overwegende dat het eigen risico in de praktijk fungeert als een boete op ziek zijn;
verzoekt de regering het eigen risico in de zorg volledig af te schaffen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.
Zij krijgt nr. 1310 (29689).
De heer El Abassi (DENK):
Dan de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de zorgpremie sinds 2006 met bijna 80% is gestegen en dit voor veel mensen onbetaalbaar wordt;
overwegende dat de stijgende premie mensen dwingt te wisselen van verzekering om puur financiële redenen;
verzoekt de regering om de zorgpremie niet te verhogen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.
Zij krijgt nr. 1311 (29689).
De heer El Abassi (DENK):
De volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de verlaging van het eigen risico gepaard gaat met een premiestijging van €200;
overwegende dat de Raad van State deze maatregel ongericht en schadelijk voor kwetsbare groepen noemt;
verzoekt de regering te komen met gerichte maatregelen die mensen met lage inkomens daadwerkelijk helpen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.
Zij krijgt nr. 1312 (29689).
De heer El Abassi (DENK):
Dan mijn laatste motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de zorgpremie de afgelopen jaren fors is gestegen en de toegankelijkheid van zorg onder druk staat;
overwegende dat iedereen in Nederland recht heeft op toegankelijke en betaalbare zorg, ongeacht inkomen of achtergrond;
verzoekt de regering om alles op alles te zetten om de zorgverzekering voor iedereen betaalbaar te houden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.
Zij krijgt nr. 1313 (29689).
De heer El Abassi (DENK):
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Dan wil ik tien minuten schorsen, zodat de moties kunnen worden rondgedeeld en de minister terug kan komen met zijn beantwoording. Dan gaan we verder om 14.35 uur.
De vergadering wordt van 14.27 uur tot 14.39 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de appreciatie van de moties van het tweeminutendebat Zorgverzekeringsstelsel. Er zijn ook nog enkele vragen gesteld. Het woord is aan de minister.
Termijn antwoord
Minister Van Hijum:
Dank u wel, voorzitter. Het is een genoegen om die ene dag als minister van VWS ook nog plenair te mogen afsluiten; het is toch goed om dat mee te maken. Het was een plezierige en goede discussie, moet ik ook van mijn kant zeggen. Dank daarvoor. Er zijn een aantal moties naar aanleiding van het debat van vanmorgen.
De heer Krul stelde mij om te beginnen een vraag en diende een motie in om de regering te verzoeken het wetvoorstel Halvering eigen risico te staken. Die motie moet ik ontraden. Ik heb in het debat aangegeven waarom. Hij stelde me ook de vraag om welke reden dat nou eigenlijk is. Eigenlijk zijn alle drie de redenen die hij noemde goed. Het is namelijk inderdaad: een afspraak in het hoofdlijnenakkoord is een afspraak. Er is een relatie met het aanvullende zorg- en welzijnsakkoord dat het kabinet nog hoopt af te sluiten met de zorgpartijen. Daar kom ik zo dadelijk nog even op terug. Maar hij vroeg ook of het een goed voorstel is. Ik kan me voorstellen dat je een discussie kunt voeren over hoe je de toegankelijkheid tot de zorg verbetert voor mensen met een laag inkomen of mensen met een chronische ziekte die nu mede door het eigen risico een drempel ervaren om toegang te krijgen tot de zorg. Dat hebben we vanmorgen ook gewisseld. Het kabinet is van mening dat het wetsvoorstel Halvering eigen risico bijdraagt aan de toegankelijkheid, maar ziet ook de kritische opmerkingen van de Raad van State. Die opmerkingen gaan we zorgvuldig van een reactie voorzien. We zullen daar in het nader rapport — dat is de reactie van het kabinet op het advies van de Raad van State — op terugkomen in de richting van de Kamer op het moment dat het wetsvoorstel naar de Kamer wordt gestuurd.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1298 van de heer Krul is ontraden.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1299 van de heer Thiadens moet ik ook ontraden. Ik denk dat we daar in de commissie uitgebreid over hebben gesproken.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1299 is ontraden.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1300 van de heer Bushoff zou ik "ontijdig" willen noemen, omdat wij in dat nader rapport bij de kritiek van de Raad van State op het wetsvoorstel ook uitgebreid nader zullen onderbouwen wat de consequenties precies zijn voor lage-inkomensgroepen en chronisch zieken. Dan kunt u wegen of u vindt of dat wel of niet evenwichtig is.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1300 van de heer Bushoff is ontijdig. Ik kijk even naar de heer Bushoff of hij deze motie wenst aan te houden. Hij gaat erover nadenken.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1301 moet ik ontraden. Ik heb aangegeven dat ik naar aanleiding van het verzoek van de heer Bushoff bereid ben om het verzoek nogmaals bij het RIVM neer te leggen en er met het RIVM over te spreken. Maar de motie gaat er eigenlijk al van uit dat er met het oog op de volksgezondheid noodzaak is tot behandeling. Dat is nou juist het basispunt waar wij nog niet van overtuigd zijn. Ik zou hem willen vragen om dat gesprek af te wachten en dan te bekijken of deze aanvullende zaken ook in kaart moeten worden gebracht.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1301 van de heer Bushoff is ontraden.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1302 van mevrouw Paulusma en de heer Bushoff moet ik ook "ontijdig" verklaren. Ik begrijp heel goed wat zij wil. Ze verwijst naar het AZWA, maar zegt ook: als het AZWA er niet komt, regel het dan alsnog. In dat laatste geval heb ik die middelen op dit moment niet. Voor het eerste geval moeten we even wachten of dat akkoord gesloten kan worden. Dus ik zou zeggen: ontijdig. Op het moment dat het niet via de weg van het AZWA, het aanvullend zorg- en welzijnsakkoord, geregeld kan worden, dan hebben we weer een discussie met elkaar.
Dat geldt ook voor de motie op stuk nr. 1303, want die heeft dezelfde opzet en redenering.
De voorzitter:
Even samenvattend: de motie op stuk nr. 1303 geeft u ook het advies ontijdig.
Dan geef ik het woord aan mevrouw Paulusma.
Mevrouw Paulusma (D66):
Ik heb er net als de minister alle vertrouwen in dat dat AZWA gesloten wordt. Ik neem aan dat de Kamer daar ook heel spoedig over geïnformeerd wordt en dat dan in de eerste alinea staat: en de financiering voor het gordelroosvaccin en de MRI is bij dezen ook geregeld.
Minister Van Hijum:
Ik weet niet in welke regel dat precies staat, maar als dat akkoord gesloten wordt, dan is dat daar een onderdeel van en dan denk ik inderdaad dat deze moties geen gevolg hoeven te hebben.
De voorzitter:
Dan kijk ik nog even naar mevrouw Paulusma om te zien of zij de moties op stukken nrs. 1302 en 1303 wenst aan te houden. Ik zie haar knikken.
Op verzoek van mevrouw Paulusma stel ik voor haar moties (29689, nrs. 1302 en 1303) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1304 is ook van mevrouw Paulusma. Die zegt eigenlijk: ik heb een alternatief voor dat halveren van het eigen risico, namelijk door het gerichter te maken. Maar ze doet nog iets. Ze zegt: de besparingen die je daar vervolgens mee binnenhaalt wil ik graag investeren in defensie. Dat is een politieke afweging die mevrouw Paulusma mag maken, maar ik wil wel aangeven dat dit precies de reden is waarom ik vanochtend ben begonnen over die koppeling tussen het AZWA en het voorstel voor het eigen risico. Het zou mooi zijn als hier dan ook nog een derde streepje bij zou staan, namelijk de middelen voor het AZWA. Dit is exact de discussie. Op het moment dat wij, de politiek, de Kamer, het kabinet, de hele discussie loslaten over het eigen risico — nogmaals, ik zou er niet op vooruit willen lopen, maar het mag — dan is het verstandig om duidelijkheid en zekerheid te bieden aan de ondertekenaars van het zorgakkoord, dat onze handtekening hier in Den Haag iets waard is en dat de dekking die erbij hoort ook geleverd wordt.
De voorzitter:
Ik heb nog geen appreciatie gehoord, dus voordat ik mevrouw Paulusma het woord geef …
Minister Van Hijum:
Die moet ik dus om die reden ontraden.
De voorzitter:
Dank u wel. De motie op stuk nr. 1304 van mevrouw Paulusma is ontraden.
Mevrouw Paulusma (D66):
Ik heb even goed geluisterd naar de minister. Als ik er dus een derde punt aan toevoeg, de garantie voor de middelen van het IZA … AZWA … — de minister had het zelf ook al over die afkortingen — gaat de minister deze motie dan positief appreciëren?
Minister Van Hijum:
Nee, want dan ben ik het nog steeds niet eens met de afweging die hier staat. Dan is de motie voor mij nog steeds ontijdig, omdat je dan ook nog de hele discussie over het wel of niet doorgaan van het eigen risico hebt. Dan is mevrouw Paulusma, dan is de Kamer wel consistent. Dan zeggen we: wat er ook gebeurt, het AZWA wordt getekend en het geld wordt geleverd. Als wij aan dat eigen risico komen, dan zorgen we er ook voor dat we een potje reserveren om de afspraken uit het AZWA na te komen. Dat is wat ik voorstel. Dan neemt zij daarmee het wantrouwen weg bij zorgpartijen dat het … Nou, toch maar even … Nee, laat ik het anders zeggen. Zij schept daarmee een politieke basis om het akkoord te kunnen tekenen.
De voorzitter:
Tot slot.
Mevrouw Paulusma (D66):
Dit is wel een hele grappige bocht die de minister nu maakt. Ik geloof niet dat de Kamer het wantrouwen voedt als het gaat om het AZWA. Dat verwijt ik deze minister ook niet. Dat was de voorganger van deze minister, want die koos voor aanrommelen en zorgde ervoor dat er geen akkoord werd gesloten. Ik ben wel bereid om de motie aan te houden, want ik snap de druk die op het AZWA ligt. Maar dan hoop ik eigenlijk wel dat de minister kan toezeggen dat hij dit alternatieve scenario uitwerkt. Er gaat een brief komen met een beoordeling van het advies van de Raad van State. De minister heeft vanochtend ook gezegd: we gaan kijken naar allerlei scenario's. Dan wil ik aan de minister vragen of dit ook een van de uit te werken scenario's kan zijn.
Minister Van Hijum:
Nee, dat kan ik op dit moment niet doen. Ik heb al aangegeven dat het in de praktijk heel lastig zal zijn om die groep af te bakenen en dit uitvoerbaar te maken. Dat weet ik ook vanuit de sociale zekerheid. Nogmaals, wij gaan graag de discussie aan over wat de uitwerking van de halvering van het eigen risico moet zijn en of er alternatieven zijn. Die open discussie gaat gevoerd worden. Mij gaat het even heel specifiek om het punt dat als u aan dat voorstel komt ... Nogmaals, ik zeg niet dat dat niet mag. In de politiek mag dat. U kunt daar redenen voor hebben. U kunt het een slecht voorstel vinden. U kunt vinden dat het geld ergens anders naartoe moet. Maar dat AZWA is nu eenmaal gekoppeld aan de afspraken rond dat eigen risico. Dus als we dat doen, zorg er dan voor dat je dat potje apart zet, zodat we die afspraken kunnen nakomen.
De voorzitter:
Een hele korte vraag over de appreciatie van deze motie.
Mevrouw Paulusma (D66):
Ik kom in die zin de minister tegemoet, want ik zeg dat ik 'm aanhoud om ervoor te zorgen dat er vertrouwen is in de afronding van dat ASMA ... het AZWA. Die afkortingen, echt! Maar dan vraag ik de minister om een beetje beweging. Hij geeft aan dat hij een discussie wil over scenario's en alternatieven. Dit zou een hele goede kunnen zijn. Ik weet dat het ingewikkeld is, maar ook wij hebben het uitgezocht, want ik doe niet zomaar een voorstel. Het kan. Dan zou ik wel wat beweging van de minister willen, zo van: "Oké, mevrouw Paulusma houdt 'm aan en zorgt voor rust en ook vertrouwen. Dan ga ik ervoor zorgen dat in de brief een van de scenario's de uitwerking van dit voorstel is." En dan alleen op doelgroepen. Dat NAVO-verhaal kunt u dan parkeren, zeg ik via de voorzitter.
Minister Van Hijum:
Ik heb aangegeven wat mijn kaders zijn om vanuit het kabinet een beweging te maken. In antwoord op de vragen van de heer Krul heb ik gezegd dat voor ons het hoofdlijnenakkoord telt. Is afspraak ook afspraak? We hebben daar in het kabinet nog niet eens naar kunnen kijken. Dus dat is echt even het vertrekpunt. Moties zoals deze — nogmaals, ik betwist niet dat de Kamer die mag indienen; integendeel, je mag de discussie voeren — waren voor de zorgpartijen de aanleiding om na de val van het kabinet een stap terug te doen. Men vreest immers dat op het moment dat er discussie ontstaat over dat eigen risico, ook de dekking voor dat AZWA afvalt. Al zet u er alleen maar in zet "als we dat ooit ter discussie stellen, houden we er rekening mee dat we dat geld voor dat AZWA wel afzonderen", zou dat al helpen. Daarom doe ik dat verzoek.
De voorzitter:
Dit is al de vierde reactie op één motie. Ik wil er eigenlijk maar één toestaan per motie. Ik heb u zojuist al een kleine extra interruptie gegund. Ik hoorde u zeggen dat u de motie op stuk nr. 1304 eigenlijk ook wil aanhouden. Dat wil ik even verifiëren: klopt dat? Dus alleen ja of nee.
Mevrouw Paulusma (D66):
Ja, alleen heb ik een verzoek gedaan dat bij mijn reactie hoorde.
Minister Van Hijum:
Ja. Ik ga nog één poging doen. Laat ik dan toezeggen dat wij in het nader rapport ook zullen uitwerken waarom het wel of niet een optie is om een gerichte regeling voor chronisch zieken en mensen met een beperking te treffen. Dan zijn we er, zie ik.
De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Paulusma stel ik voor haar motie (29689, nr. 1304) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Ik zie de heer El Abassi staan, maar we praten nu over moties van mevrouw Paulusma. Hartstikke goed, dan zie ik u straks terug bij de interruptiemicrofoon.
Dan kunnen we verder met de motie op stuk nr. 1305.
Minister Van Hijum:
Dank u wel. Dat is de motie van mevrouw De Korte. Die zegt eigenlijk: als je het akkoord afsluit, zorg er dan in elk geval voor dat je de middelen veiligstelt. Ik lees dat als: linksom of rechtsom. Ik denk ook dat dat helpt in de richting van de partijen die straks hun handtekening moeten zetten. Wat mij betreft krijgt de motie op stuk nr. 1305 dus oordeel Kamer.
Wat de motie op stuk nr. 1306 betreft zou ik zeggen: ontijdig. Dat is het verzoek van de heer Dijk over een noodplan fysiotherapie. We hebben daar vanochtend wel een goede discussie over gehad. Ik heb ook aangegeven dat er na de zomer een brief komt, maar nu al een noodplan toezeggen vind ik ontijdig, omdat er ook een aantal stappen worden gezet. Daarna kunnen we uiteraard kijken hoe het verder moet.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1305 krijgt oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 1306 van de heer Dijk is ontijdig.
Minister Van Hijum:
Ja, de motie op stuk nr. 1307 moet ik …
De voorzitter:
Ik moet even kijken. De heer Dijk gaat nadenken of hij de motie wel of niet aanhoudt. Dat betekent dat de motie op stuk nr. 1306 vooralsnog gewoon in stemming wordt gebracht.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1307 moet ik, hoe spijtig dat ook is, ontraden, omdat we daar op dit moment geen dekking voor hebben. Dat heb ik ook in het debat gezegd.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1307 van de heer Dijk is ontraden.
Minister Van Hijum:
Voor de motie op stuk nr. 1308 geldt hetzelfde. Ook daarover hebben we gezegd: toegang tot die brillen is belangrijk. We zijn op dit moment bezig om de benodigde data, informatie, in kaart te brengen en te verkennen wat er kan. Maar ook hiervoor is op dit moment nog geen tijdelijke dekking. Er is wel een tijdelijke subsidieregeling.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1308 van de heer Dijk: ontraden.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1308 gaat over de kraamzorg.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1309.
Minister Van Hijum:
Excuus, de motie op stuk nr. 1309. Die is ook ontijdig wat mij betreft. Ik heb vanochtend toegezegd dat ik mijn opvolger, mijn collega, straks kan vragen om een gesprek te voeren met de kraamzorg. De Kamer heeft mij verzocht ervoor te zorgen dat dat een breed gesprek is over het toekomstperspectief voor die sector en haar te informeren over wat er uit die gesprekken is gekomen. Dat ga ik doen. Daarmee is deze motie wat mij betreft ontijdig.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1309 van de heer Dijk is ontijdig. Ik kijk even naar de heer Dijk.
De heer Dijk (SP):
Als de motie op stuk nr. 1309 ontijdig is, ga ik er even over nadenken. Ik laat het weten.
Mijn vraag gaat even over de motie op stuk nr. 1308 over de kinderbrillen. Dit is een steeds terugkerende discussie. Vorige keer heb ik volgens mij met de heer Bushoff — dat weet ik eigenlijk niet eens zeker — voor een dekking gezorgd, in ieder geval voor afgelopen jaar, door dat via fondsen als het Jeugdeducatiefonds te regelen. We hadden nu eigenlijk een beetje gehoopt dat het kabinet zelf ook ergens mee zou komen. Nou snap ik dat de minister na een dag nog niet per se met een kant-en-klaar voorstel hier binnen komt lopen. Maar dat is wel de achtergrond van waarom deze motie nu door mij wordt ingediend.
Minister Van Hijum:
Dat begrijp ik. Ik geloof dat die dekking twee keer een ton was. Ik vind het te gevaarlijk om daar nu heel veel concreter over te worden. Ik weet dat het de aandacht heeft. We hebben een afspraak gemaakt — de datum staat hier even niet bij — om de Kamer over het vervolg te informeren, zodat we de vervolgdiscussie op tijd kunnen voeren.
De voorzitter:
Meneer Bushoff, ik laat de interruptie even bij de heer Dijk. Het was zijn motie. Ik weet dat u eronder stond, maar ik wil graag even door met de volgende moties.
De motie op stuk nr. 1310.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1310 moet ik ontraden. Die gaat over het geheel afschaffen van het eigen risico.
Dat geldt ook voor de motie op stuk nr. 1311 over het niet verhogen van de zorgpremie. Het kabinet gaat ook niet over de premies, zeg ik ook even. Die worden door zorgverzekeraars vastgesteld.
De voorzitter:
Excuses, wij zijn even aan het kijken wat de appreciatie van de motie op stuk nr. 1310 is.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1310 is ontraden.
De voorzitter:
Ontraden. Excuses. De motie op stuk nr. 1310 van de heer El Abassi is ontraden. Dan de motie op stuk nr. 1311. De heer El Abassi heeft een vraag over de motie op stuk nr. 1310.
De heer El Abassi (DENK):
De motie om het eigen risico volledig af te schaffen wordt ontraden. Ik zou de minister willen vragen of hij in ieder geval kan garanderen dat die halvering plaatsvindt en dat het geld daarvoor, zeker gezien de motie die door mevrouw Paulusma is ingediend, niet naar defensie gaat. Dit wou ik even inbrengen. Ik wou er bijna een punt van orde van maken. Een uur geleden is er een artikel in de krant gekomen over ex-minister Agema waarin staat dat ze bang was dat geld dat weggehaald werd bij het eigen risico besteed zou worden aan defensie. Toevallig kom ik dat een uur later hier tegen. Ze maakte wel een gekke wandeling in het park. Ik dacht: ze heeft dat nodig. En nu komt het toch hier aan de orde. Ik zou de minister dus toch willen vragen om dit te voorkomen. Ik hoor dat vanuit de zaal "complot" wordt geroepen, maar het gaat mij er even niet om of dit vooraf is afgesproken. Daar gaat het mij totaal niet om. Het gaat mij erom dat het nu toevallig naar boven komt en het nu lijkt alsof de minister openstaat voor een verschuiving van het geld voor het eigen risico richting defensie. Ik zou de minister willen vragen om te bevestigen dat het niet de bedoeling is dat dat gaat gebeuren. Ik vraag hem of hij dat kan garanderen.
Minister Van Hijum:
Ik sta hier vanuit deze rol als minister echt even om een ordentelijk proces te bewaken. Ik vind van alles van het eigen risico. Ik vind van alles van defensie. Dat doet er even niet toe. We hebben een aantal afspraken gemaakt over hoe we met het eigen risico omgaan. Daarover heb ik gezegd: er zijn goede redenen om daar vooralsnog aan vast te houden. Als je die maatregel ter discussie stelt — dat mag, om allerlei redenen — dan valt er geld vrij. Het is een heel ingewikkeld verhaal. Daar kun je om allerlei redenen je oog op laten vallen. Ik vind het belangrijk om te constateren dat als dat gebeurt, er in elk geval één consequentie is: als wij een zorgakkoord sluiten, dan ontvalt ook een deel van de middelen daarvan. Stel dat dus alsjeblieft veilig. Wat je met de rest doet, is dan weer aan de politiek. Daar kunnen we nu eindeloos over discussiëren, maar als dit voorstel wordt gedaan, zullen daar de komende tijd nog veel debatten over gaan. Het kabinet houdt vooralsnog gewoon vast aan het halveren van het eigen risico.
De voorzitter:
Dan zijn we nog steeds bij de motie op stuk nr. 1311.
Minister Van Hijum:
Ja. Deze motie over het niet verhogen van de zorgpremies ontraad ik.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1311 van de heer El Abassi is ontraden.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1312 verzoekt de regering om te komen met gerichte maatregelen die mensen met lage inkomens daadwerkelijk helpen. Dat is een heel ruim geformuleerde motie. Op zichzelf genomen wil ik die wel oordeel Kamer geven. Ik zeg dan toe dat ik die betrek bij de reactie op het advies van de Raad van State. Ik wijs er even op dat wij vanochtend ook discussies hebben gevoerd over bijvoorbeeld gemeentepolissen, over wat gemeenten doen om mensen bijvoorbeeld toegang tot mondzorg te geven. Ik doel dan op de 640.000 mensen die de mondzorg te duur vinden en geen tandarts kunnen betalen. Daar hebben gemeenten soms regelingen voor. Je kunt ook nog bedenken hoe je samen met die gemeenten het niet-gebruik van die regelingen kunt terugdringen. Daar zijn allerlei mogelijkheden voor. Als u met die uitleg kunt instemmen, dan geef ik deze motie graag oordeel Kamer.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de heer El Abassi. Ik zie dat hij akkoord gaat met de uitleg. Dan krijgt deze motie dus oordeel Kamer.
De motie-El Abassi op stuk nr. 1313.
Minister Van Hijum:
Dat is de laatste motie. Deze motie verzoekt de regering om alles op alles te zetten om de zorgverzekering voor iedereen betaalbaar te houden. Nou, dat klinkt buitengewoon sympathiek, en dat is het ook. Alleen, in de discussie over zorg gaat het nooit alleen over betaalbaarheid. Daarin gaat het ook over toegankelijkheid. Het gaat over kwaliteit en over een goed basispakket. Het gaat ook over de vraag wat je dan precies wil verzekeren. Betaalbaarheid is dus niet het enige criterium, hoe belangrijk dat op zichzelf ook is. Om die reden ontraad ik de motie.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1313 van de heer El Abassi is ontraden. Ik kijk even of er nog vragen zijn die beantwoord moeten worden. Inmiddels zijn we hier al een uur mee bezig, en we hebben nog een hele plenaire vergadering te gaan. We hebben al een debat gehad. U mag nog één vraag stellen. Daarna wil ik afronden. De heer Krul.
De heer Krul (CDA):
Eén vraag en een mededeling, voorzitter. Ik denk dat ik mijn motie ga aanhouden, maar daarover heb ik nog een vraag. In de huidige systematiek vindt de indexatie plaats op basis van zorgkosten. De Raad van State zegt dat de zorgkosten door het verlagen van het eigen risico gaan stijgen. Dat betekent dus dat het vanaf 2030 extra duur wordt. Zou de minister dat in zijn reactie op het advies van de Raad van State willen meenemen? Als de minister zegt dat hij dat expliciet gaat meenemen in de reactie op het advies van de Raad van State, dan kan ik mijn motie namelijk aanhouden.
Minister Van Hijum:
Het lijkt mij geen probleem om dat toe te zeggen. Het lijkt mij dat de toelichting op het wetsvoorstel, ook naar aanleiding van kritiek van de Raad van State, ook op het terrein van "wat doet dat met de zorgvraag en de kosten?", gewoon moet kloppen, ook op de lange termijn. Dus die toezegging kan ik doen.
De voorzitter:
Dank u wel.
Op verzoek van de heer Krul stel ik voor zijn motie (29689, nr. 1298) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Tot slot geef ik het woord aan de heer Thiadens, die nog een vraag heeft over zijn motie.
De heer Thiadens (PVV):
Het gaat inderdaad over de motie op stuk nr. 1299. De appreciatie van de minister heeft mij in verwarring gebracht. Vanmorgen is het daar in het debat over gegaan. Als ik het goed heb gehoord — en volgens mij heb ik het goed gehoord — heeft de minister daarin toegezegd dat duurzaamheid nooit belangrijker kan zijn dan de effectiviteit van een behandeling. Dat is precies wat in deze motie staat. Daarom verbaast het mij dat de minister deze motie apprecieert met "ontraden". Misschien kan hij daar iets meer toelichting op geven.
Minister Van Hijum:
De motie vraagt de regering aan het Zorginstituut Nederland de opdracht te geven om alle pilots die hierover gaan en die beogen invulling te geven aan de criteria, te stoppen. Bij die pilots gaat het ook over de vraag of het iets doet met arbeidsinzet, arbeidsbesparing, of duurzaamheid, CO2, of circulaire economie, materiaalgebruik, en om dat inzichtelijk en praktisch hanteerbaar te maken. Dat is bedoeld om kennis te verwerven daarover, om dat ook praktisch hanteerbaar te maken. Die vervullen daar een belangrijke rol in. Ik heb ook gezegd dat ik niet van plan ben om deze criteria los te laten. Het is alleen zo dat het nooit zo mag zijn — en dat was het punt van de heer Thiadens — dat als er een effectieve behandeling is, die om die reden van de lijst valt, dus om andere redenen dan effectiviteit, namelijk duurzaamheid en arbeidseffecten.
De voorzitter:
Een hele, hele korte vervolgvraag.
De heer Thiadens (PVV):
Ten slotte. Dan begrijp ik dat de minister de mogelijkheid openhoudt om nieuwe behandelingen en behandelmethoden eventueel af te wijzen, dus niet te adopteren, omdat ze niet duurzaam zouden zijn, hoewel ze toch effectief en bewezen zijn.
Minister Van Hijum:
Bij gelijke geschiktheid — dat heb ik aangegeven — kan dat het geval zijn. Maar de effectiviteit van de behandeling is uiteindelijk doorslaggevend.
De voorzitter:
Helder, dank u wel. Dan is hierbij deze termijn ten einde. Hierbij sluit ik dit tweeminutendebat.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Over de moties zal op dinsdag 24 juni worden gestemd.
Ik wil zo direct door naar het volgende tweeminutendebat.
EU-Gezondheidsraad d.d. 20 juni 2025
EU-Gezondheidsraad d.d. 20 juni 2025
Aan de orde is het tweeminutendebat EU-Gezondheidsraad d.d. 20 juni 2025 (21501-31, nr. 790).
Termijn inbreng
De voorzitter:
Hierbij heropen ik de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat EU-Gezondheidsraad van 20 juni. Er hebben zich twee sprekers gemeld van de zijde van de Kamer. Ik heet de minister van Volksgezondheid, de heer Eddy van Hijum, van harte welkom. Ik zou de heer Blaauw willen vragen of hij namens de PVV zijn inbreng wil leveren.
De heer Blaauw (PVV):
Dank u, voorzitter. Naar aanleiding van het schriftelijk overleg over de aankomende EU-Gezondheidsraad heb ik één motie meegebracht.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat bij de herziening van de Europese geneesmiddelenwetgeving er alleen op Europees niveau naar de financiële gevolgen van de voorstellen is gekeken door middel van een impactassessment en niet op nationaal niveau;
verzoekt de regering eerst een impactassessment van de Europese geneesmiddelenwetgeving voor Nederland uit te laten voeren zodra er een definitief geldende wettekst is, maar nog voordat er een politiek akkoord wordt gesloten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Blaauw en Thiadens.
Zij krijgt nr. 791 (21501-31).
Hartelijk dank. Dan wil ik vragen of mevrouw De Korte het woord wil voeren namens Nieuw Sociaal Contract.
Mevrouw De Korte (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Hierbij één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat hart- en vaatziekten nog altijd een van de belangrijkste doodsoorzaken zijn in Europa;
constaterende dat binnen de Europese Unie wordt gewerkt aan een actieplan voor cardiovasculaire gezondheid;
overwegende dat een geïntegreerd en ambitieus actieplan op Europees niveau de aanpak van hart- en vaatziekten aanzienlijk kan versterken, naar het voorbeeld van het Europe's Beating Cancer Plan;
verzoekt de regering de Europese Commissie te vragen of en wanneer de Commissie komt met een volwaardig EU cardiovasculair health plan, gemodelleerd naar het Europees kankerbestrijdingsplan,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid De Korte.
Zij krijgt nr. 792 (21501-31).
Mevrouw De Korte (NSC):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Er zijn in totaal twee moties ingediend en er waren geen vragen. Ik schors heel kort, voor enkele minuten, en dan zie ik de minister zo snel mogelijk weer terug. Ondertussen worden de moties rondgedeeld.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Aan de orde zijn de appreciaties van de twee moties die ingediend zijn bij het tweeminutendebat EU-Gezondheidsraad van 20 juni. Het woord is aan de minister.
Termijn antwoord
Minister Van Hijum:
Dank u wel, voorzitter. Twee moties, inderdaad. Om te beginnen de motie op stuk nr. 791 van de heer Blaauw, over een impactassessment voor de herziening van de farmawetgeving. Die moet ik ontraden. Hoewel ik op zichzelf het verzoek kan begrijpen dat je goed wilt weten wat de impact is voor het land, zijn we al zo ver in die Europese wetgevingsprocedure dat de trilogen overal al zijn gestart op Europees niveau. Dat betekent dus dat de Raad al een positie heeft ingenomen, dat het Europees Parlement al een positie heeft ingenomen en dat ze nu samen de afweging maken hoe die wetgeving eruit gaat zien. Daar kan een nationaal impactassessment geen invloed meer op hebben. Bovendien zijn er Europese impactassessments uitgevoerd. Die geven ook zicht op wat de consequenties voor Nederland zijn.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik sta één interruptie toe van de indiener van de motie. De heer Blaauw.
De heer Blaauw (PVV):
Dan zullen we het daar maar mee doen vandaag. Ik had het antwoord van de minister enigszins verwacht. Kan hij dan wel garanderen dat, mocht dat impactassessment er niet komen, dit dan geen negatieve gevolgen zal hebben voor de Nederlandse farmaceutische industrie? Kan hij dat hier dan garanderen?
Minister Van Hijum:
Wat de precieze consequenties zijn voor de totale industrie op individueel niveau kan ik niet helemaal overzien. Ik kan wel overzien — dat is ook de reden waarom we tot nu toe een positieve houding hebben aangenomen ten opzichte van de wetgeving — dat we er als land ook veel aan hebben om hier samen met andere landen in op te trekken. Dat zal uiteindelijk ook onze industrie helpen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dat betekent dat de motie op stuk nr. 791 van de heer Blaauw is ontraden.
Minister Van Hijum:
Voorzitter. De motie op stuk nr. 792 van mevrouw De Korte kan ik oordeel Kamer geven. Zij verzoekt de Commissie te vragen wanneer de Commissie komt met een volwaardig EU cardiovascular health plan, om in mooi Nederlands te spreken, gemoduleerd naar het Europees kankerbestrijdingsplan. Ik ben graag bereid om de Commissie daarnaar te vragen tijdens de Gezondheidsraad op 20 juni. Ik zeg daar wel bij dat het huidige Meerjarig Financieel Kader afloopt. Dat betekent ook dat binnenkort de onderhandelingen over het nieuwe kader starten. Dat gaat in 2028 in. Daar kunnen we niet op vooruitlopen. Dat betekent ook dat we de Commissie langs die weg niet meteen aanzetten tot nieuw beleid, maar de vraag van mevrouw De Korte kan ik zeker bespreken op Europees niveau op 20 juni.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan heeft de motie op stuk nr. 792 hierbij oordeel Kamer gekregen. Dat betekent dat alle moties zijn voorzien van een appreciatie.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Morgenmiddag al, op donderdag, zal er over deze moties gestemd worden.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Voorjaarsnota 2025
Voorjaarsnota 2025
Aan de orde is de voortzetting van het debat over de Voorjaarsnota 2025 (36725).
Termijn inbreng
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de eerste termijn van het debat over de Voorjaarsnota. Ik heet van harte welkom de minister van Financiën, de heer Heinen, en de staatssecretaris van Financiën, de heer Van Oostenbruggen. Ik heb begrepen dat mijn voorganger heeft afgesproken om twaalf interrupties toe te staan. Ik kan u vertellen dat een aantal van jullie al flink op weg is met de interrupties. De heer Van Dijck moet lachen, want hij is daar een van. Maar weet, ik heb het briefje gekregen van mevrouw Tielen, dus ik weet precies hoeveel interrupties jullie nog hebben staan.
Dat gezegd hebbende wil ik graag verder met de eerste termijn van de Kamer. Ik geef het woord aan de heer Dijk, die zijn inbreng zal leveren namens de SP.
De heer Dijk (SP):
Dank u wel, voorzitter. In aanloop naar de Voorjaarsnota zijn heel grote en hoge verwachtingen gewekt. De nacht van de Voorjaarsnota, zoals ik 'm heb genoemd, verliep rommelig en chaotisch. We kunnen heel lang terugkijken, maar volgens mij is het beter om vooruit te kijken. Daarom kom ik met zes voorstellen om het beter en socialer te maken.
Maar laat ik toch kort op een paar punten terugkijken. Huurders worden nu drie keer gepakt. Er komt geen huurbevriezing, die wel beloofd was. Er komt geen boodschappenbonus, wat een gekke naam was voor meer huurtoeslag. Die was ook beloofd. Er kwam wel een versoepeling van de Wet betaalbare huur, waardoor de huren nog verder verhoogd werden. Huurders worden door rommelende en ruziënde partijen op rechts drie keer gepakt. Nu ligt er ook nog eens een tekort van 500 miljoen. Huurders is huurbevriezing beloofd.
De afgelopen weken is de SP in meer dan 100 buurten en dorpen in gesprek gegaan met huurders. De reacties zijn niet mals. Mensen kregen eerst een brief van de woningbouwcorporatie dat hun huur zou stijgen. Vervolgens kregen ze een brief waarin stond dat er een huurbevriezing zou komen, want ja, dat was beloofd. Afgelopen weken hebben veel huurders weer een brief op de mat gehad, waarin staat dat er toch een huurverhoging komt. Ze vóélen zich niet alleen bedonderd, dat zíjn ze ook. Huurders betalen nu voor de wooncrisis die is veroorzaakt door politici, niet door hen.
Voorzitter. Gelukkig komen er verkiezingen. Het moet beter en socialer. De huren kunnen bevroren worden. Door het schrappen van de winstbelasting op de woningbouwcorporaties en de zogenaamde ATAD kun je geld vrijmaken, zodat de huurbevriezing door kan gaan en woningbouwcorporaties wel extra geld krijgen voor nieuwbouw. Dat is ook een onderdeel van het SP-woonplan Wonen zonder winst. Dat is veel socialer voor huurders en voor woningzoekenden, die nu drie keer gepakt worden. Het mag dan ook niet verbazen dat er nu al 50.000 steunbetuigers zijn die al deze eisen steunen.
Voorzitter. Dan waren er nog bezuinigingen op de zorg: 350 miljoen op de ouderenzorg, de gehandicaptenzorg en de ggz. We hebben de afgelopen weken gesproken met mensen in de gehandicaptenzorg: dat lukt niet. Volgend jaar staat er nog eens een bezuiniging ingeboekt van 500 miljoen op de ouderenzorg, 150 miljoen op de gehandicaptenzorg en de ggz, en 450 miljoen op de jeugdzorg. Gelukkig is er vorige week een voorstel aangenomen in de Tweede Kamer om deze bezuinigingen te schrappen.
Voorzitter. Er komen verkiezingen aan. Het kan beter en socialer. De minister heeft aangegeven dat hij het aangenomen voorstel om deze bezuinigingen te schrappen, niet wil en niet gaat uitvoeren. Dan komen wij, de SP, dus met een eigen voorstel, met een dekking, om ervoor te zorgen dat deze bezuinigingen op de zorg definitief geschrapt worden. We dekken het met de honderden miljoenen die overblijven op de zorgbegroting, de meevallers, voor 2025, dus voor dit lopende jaar nog. Verder zien we voor het volgende jaar een bankenbelasting en we maximeren de fiscale pensioenvoordelen voor de topinkomens. Ik neem aan dat alle partijen die onze motie hebben gesteund voor het schrappen van de bezuinigingen op de zorg, dit ook kunnen doen. Als dat het geval is, hebben we 76 zetels. Dat zou mooi zijn.
Dan de halvering van het eigen risico. Het was al een half voorstel, dat slecht uitpakte voor chronisch zieken en gehandicapten. In het debat hiervóór heb ik samen met de Partij van de Arbeid een voorstel ingediend om dat probleem op te lossen, met name voor chronisch zieken en gehandicapten en voor mensen met een arbeidsbeperking.
Voorzitter. Er komen verkiezingen aan. Dat halve voorstel voor het halveren van het eigen risico moet veranderen in het volledig afschaffen van het eigen risico. De SP heeft door het CPB laten doorrekenen dat je, wanneer je een inkomensafhankelijke zorgpremie invoert, het eigen risico kan afschaffen en dat dan 80% van alle inkomens, oftewel de lagere en de middeninkomens, erop vooruitgaat, en dat de 20% hoogste inkomens dan iets meer gaan betalen. Dat noem je solidariteit.
Er zijn verschillende voorstellen ingediend om de bezuinigingen op het onderwijs te schrappen. Die steunen wij. Het voorstel van de Partij van de Arbeid is een voorstel waar onze naam onder staat. Daar ga ik dus even snel aan voorbij.
Voorzitter. Er komen verkiezingen aan. De boodschappenprijzen blijven stijgen en de inflatie ook. Er was weer een hogere inflatie in mei, met name als het ging om de prijzen van boodschappen. Eerder werd een voorstel van de SP aangenomen om die prijzen te gaan controleren, reguleren en, indien nodig, blokkeren. Wij zullen komen met een anti-inflatievoorstel naar Frans voorbeeld, met prijsplafonds voor duizenden producten, druk op grote voedselproducenten om de prijzen te verlagen en afspraken met supermarkten om een anti-inflatiemandje met goedkopere basisproducten te maken.
Voorzitter, tot slot. Een van de allereerste acties die ik ooit heb ondernomen met de SP, was bij de poorten van de sociale werkplaatsen. Ik kan het me nog goed herinneren. Die werden gesloten, de toegang werd beperkt en mensen gingen thuiszitten in plaats van dat zij naar vermogen mochten werken. Nu zien we dat deze mensen, die werken naar vermogen, er door een belastingmaatregel die heel negatief voor hen uitpakt, €45 per maand op achteruitgaan. Dat is een grove schande voor een kabinet dat heeft gesteld dat het bestaanszekerheid hoog in het vaandel heeft. Ook daar hebben wij een voorstel voor gemaakt, om dat belastingnadeel voor juist deze groep te voorkomen, zodat zij, als ze werken naar vermogen, een fatsoenlijk inkomen krijgen.
Voorzitter, tot zover. Zes voorstellen van de SP die de vooruitgang dienen, in plaats van rechtse, ruziënde partijen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan wil ik graag het woord geven aan de heer Vermeer, die namens BBB zal spreken.
De heer Vermeer (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Ik sta hier vandaag wel met een raar gevoel, want begin april hebben we vol goede moed onderhandeld over de Voorjaarsnota, tot zonsopkomst en daarna. Ik had niet gedacht dat ik me nu, medio juni, zou richten tot een demissionair kabinet. Dat doet pijn, maar tegelijkertijd is er ook nog ontzettend veel om voor te vechten. Dit soort begrotingsdebatten zijn toch momenten waarop we misschien meters kunnen maken voor onze voedselzekerheid, ons verdienvermogen en onze weerbaarheid.
Voorzitter. De onderhandelingen over de Voorjaarsnota waren niet eenvoudig — laat ik daar helder over zijn — want alle vier de partijen hadden een uitgebreide lijst met wensen. Ook de beschikbare bestedingsruimte was voer voor discussie. Op zich hoor ik ook vaak: jullie hebben zo veel gedoe in het kabinet en tussen de coalitiepartijen. Maar dat komt gewoon omdat we alle vier steeds strijden voor ons eigen verkiezingsprogramma en voor onze achterban. Het zou dus eigenlijk heel raar zijn als we daarmee niet aan de slag zouden gaan. Tijdens de onderhandelingen heeft BBB geknokt voor de Nederlandse burger, voor de regio en voor bedrijven. BBB heeft geknokt voor lastenverlichting voor burgers, voor infrastructurele projecten en voor de toekomst van boeren. Ook hebben we geleverd op het gebied van het Gemeentefonds. In de Voorjaarsnota is er 3 miljard bij gekomen voor gemeenten om de gevolgen van het ravijnjaar zo goed mogelijk te beperken. Wij laten lokale overheden in Nederland niet kapotbezuinigen.
De voorzitter:
U heeft een interruptie van de heer Eerdmans.
De heer Eerdmans (JA21):
Ja, die ontlokte de heer Vermeer mij toen hij zei: we waren het met z'n vieren best wel over dingen eens, maar het lukte niet; we gingen voor eigenlijk voor ons eigen doel in de coalitie. Dat is op zich heel prima; ik vind het goed dat je kleur bekent omtrent je eigen stokpaardjes en paradepaardjes. Maar ik heb nooit begrepen van de afgelopen coalitie, van het afgelopen kabinet, dat jullie zo vaak elkaars ballonnen aan het leegprikken waren. Dat is iets wat ik altijd geleerd heb: in een coalitie ...
De voorzitter:
Via de voorzitter.
De heer Eerdmans (JA21):
Ja, voorzitter. Ook meedoen? Een coalitie beschermt elkaar juist voor elkaar. Je wordt natuurlijk alleen maar zwakker als je elkaar de hele tijd gaat zitten bestoken en elkaar vliegen afvangt. Ik zou daar dus wel een reactie op willen hebben. Vinden jullie nou niet achteraf dat jullie als vier partijen jezelf in de etalage hebben gezet, maar ook heel veel je best hebben gedaan om elkaars ruiten in te gooien?
De heer Vermeer (BBB):
Daar ben ik het niet mee eens. Als de heer Eerdmans een concrete luchtballon heeft waarvan hij vindt dat we die van elkaar doorgeprikt hebben, hoor ik dat graag. Sowieso zou de term "luchtballon" betekenen dat er lucht in zit en verder niks. Volgens mij hebben wij steeds wel hele concrete, inhoudelijke voorstellen gedaan.
De heer Eerdmans (JA21):
Het gaat ook vaak meer om de toon, om de muziek. Jullie waren gratis bier, het constitutioneel hof was onzin, de asielwetten van Faber waren weer helemaal niks, dat mocht niet: jullie waren dus constant elkaar aan het bestrijden. We zeiden heel vaak in de oppositie: je hebt ons helemaal niet nodig om jezelf kapot te maken, want dat gaat hartstikke goed. Jullie gunden het elkaar niet, terwijl je volgens mij beter kan zeggen als coalitie: wij weten dat dit heel belangrijk is voor NSC, dit is voor ons belangrijk en de PVV heeft dat asielbeleid beloofd; daar gaan we voor, want we zijn sterker met z'n vieren als we elkaar die ruimte geven. Maar jullie vingen elkaar de hele tijd maar die vliegen af, of op X of via de televisie. Daar word je volgens mij alleen maar zwakker van.
Ik richt dit dus niet als verwijt aan alleen de heer Vermeer, maar ik richt het wel als verwijt aan de coalitie. Het is ook een les voor een nieuwe coalitie, denk ik, dat je elkaar daar veel meer in gaat steunen. Het was hier vaak eenzaam. Er stond een minister. Die werd door de rest eigenlijk gewoon alleen gelaten. Kijk naar mevrouw Wiersma, van jullie eigen partij: die stond helemaal alleen. Ik geloof dat de SGP op een gegeven moment als enige nog ter plaatse hulp bood. De rest liet haar gewoon stikken, liet haar letterlijk stikken in de stikstof. Het was gewoon triest om te zien. Dan denk ik: dan moet je toch even bedenken — en elkaar daar eerlijk op aanspreken — dat het zo niet meer moet.
De heer Vermeer (BBB):
Ik vind het een prima referaat van de heer Eerdmans, maar ik heb geen enkel voorbeeld gehoord dat over ons gaat. Want het gaat niet over ons. Wij hebben aan dat spel niet meegedaan. Wij zijn steeds uitgegaan van eigen kracht. Wij hebben voorstellen ingebracht en ons trouw aan het hoofdlijnenakkoord gehouden en dat gesteund. Als u het toch heeft over samenwerking en goede ideeën steunen, dan had ik heel graag gehad dat u de 10 miljoen Nederlandse pensioendeelnemers en gepensioneerden gesteund had in ons voorstel om de pensioenwet een nieuwe richting te geven. Misschien heeft u het over uzelf, maar wij hebben gewoon tijdens deze periode volledig gewerkt aan het uitvoeren van het hoofdlijnenakkoord en daar waar ruimte zat geprobeerd om ons eigen verkiezingsprogramma waar te maken. Dat is volgens mij wat je als volksvertegenwoordiger hoort te doen.
De voorzitter:
Meneer Eerdmans, wilt u nog een interruptie? Dan graag wat korter.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik hoef mezelf niet te herhalen. Ik zat niet in de coalitie. Het gaat mij erom hoe je beweegt in een coalitie. Misschien heeft de heer Vermeer best gelijk dat je als BBB nog redelijk de verbinder was tussen de vier, maar het is denk ik wel een belangrijke les dat je dus niet alleen jezelf in de etalage kunt zetten zonder de anderen ook te steunen in hun paradepaardjes. Anders wordt het gewoon niks. Het bleek dat het daardoor ook uit handen is geglipt, van alle vier, omdat er gewoon geen cement tussen zat.
De heer Vermeer (BBB):
Ik ben blij dat de heer Eerdmans ook volledig vanuit onze principes hier aan het spreken is en dat ondersteunt, dus wellicht betekent dat voor de toekomst een mooie samenwerking. Wij hebben in ieder geval de verantwoordelijkheid genomen om in een coalitie deel te nemen en ook moeilijke besluiten te nemen.
Er is extra geld bij gekomen voor stikstofmaatregelen. We hebben de realisatie weten af te dwingen van de Nedersaksenlijn en de Lelylijn op de lijst van nog openstaande projecten weten te houden, in plaats van die voorgoed in de Zuiderzee te laten verdwijnen. Een vraag aan de minister: hoe garanderen we dat ook in de toekomst de regio's structureel op het netvlies blijven staan bij grote infrastructurele beslissingen? Regio's aangehaakt houden is immers cruciaal voor het verdienvermogen van Nederland.
Ook de Raad van State onderstreept dat de eerdergenoemde gemeentefinanciën een belangrijk thema zijn. Volgens de raad is er onvoldoende overzicht wat betreft door het Rijk aan gemeentes gedelegeerde taken en uitgaven die gemeentes voor deze taken doen. Hoe voorkomt het kabinet dat gemeenten en provincies opnieuw taken moeten uitvoeren zonder voldoende middelen? Zij zeggen steeds: geen taken, geen knaken. Dan zou het prima wezen, maar tot nog toe is het vaak: wel taken, maar geen knaken. Dit vergroot de kloof tussen Den Haag en de regio alleen maar. Wat kan de minister daarover toezeggen?
Een ander punt uit de onderhandelingen waarvoor BBB zich sterk heeft gemaakt, is de backpay voor Indische weduwen. BBB is, overigens naast de SP, die daar ook al jarenlang voor strijdt, een pleitbezorger geweest om de weduwen in Nederland eindelijk te compenseren voor het werk dat hun echtgenoten hebben verricht voor de Kroon ten tijde van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië. Het is ons altijd een doorn in het oog geweest dat achtereenvolgende kabinetten-Rutte dit naar onze mening niet afdoende hebben willen regelen. Na die lange nacht onderhandelen in april maakt de regering daar eindelijk 50 miljoen euro voor vrij. Mijn fractie is in gesprek met het ministerie van Volksgezondheid over hoe we deze regeling zo goed mogelijk kunnen uitvoeren, zodat zo veel mogelijk nog levende, hoogbejaarde betrokkenen die zo broodnodige erkenning eindelijk kunnen krijgen.
Voorzitter. In de antwoorden van de minister op de feitelijke vragen lezen we dat de boodschappenbonus wordt opgeschort. Door de huurbevriezing niet door te voeren, zo schrijft de minister, zijn de ingeboekte opbrengsten niet te realiseren. Volgens de minister kunnen deze opbrengsten daarom niet worden ingezet voor het verhogen van de huurtoeslag, de zogenaamde boodschappenbonus. Mijn vraag is waarom uitgerekend deze inkomensondersteuning zonder overleg moet sneuvelen. Ik ben heel goed wakker geweest, tot in de laatste uurtjes, maar ik kan me niet herinneren dat de onderhandelende partijen de inverdieneffecten van de huurtoeslag ooit expliciet aan de boodschappenbonus hebben gekoppeld. De minister had net zo willekeurig met het terugdraaien van extra defensie-investeringen kunnen komen. Ik ben daar trouwens ook geen voorstander van. Ik wil heel graag een reflectie van de minister op dat proces. Hij was er tenslotte af en toe bij en wij zijn er de hele tijd bij geweest. Is de minister alsnog bereid in overleg te treden en met dekkingsopties te komen?
De voorzitter:
Voordat u verdergaat, zie ik dat de heer Van Dijck naar de interruptiemicrofoon loopt. Aan u het woord, meneer Van Dijck.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik ben blij dat de heer Vermeer toen wakker was. De collega van NSC en ikzelf waren ook wakker. Wij hebben die koppeling ook niet gezien. Die tovert de minister nu uit de hoge hoed door te zeggen: als de huurbevriezing niet doorgaat, dan verlies je ook de boodschappenbonus. Is de heer Vermeer bereid om te kijken naar ons amendement waarbij we het geld ter compensatie aan de woningcorporaties gebruiken om alsnog de boodschappenbonus te heractiveren?
De heer Vermeer (BBB):
Nu is de heer Tony van Dijck van de PVV iets soortgelijks aan het doen: hij koppelt dingen aan elkaar die totaal niet aan elkaar gekoppeld zijn. Het lijkt mij een zeer onverstandig actie om er op deze manier voor te zorgen dat er minder woningen gebouwd worden, zodat je wel extra geld hebt voor boodschappen maar geen woning. Wij kijken overigens naar alle amendementen met interesse. Wij zullen in overleg treden met de indieners als wij het met de dekking niet eens zijn, om te kijken of we daarvoor een oplossing kunnen verzinnen.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Volgens mij ben ik niet goed begrepen. Het gaat erom dat je de woningcorporaties niet hoeft te compenseren voor gederfde huurinkomsten als de huren niet bevroren worden. De huren worden namelijk niet bevroren. Dat geld schiet dus over. Dat overgeschoten geld zou je als dekking kunnen gebruiken. Ik wil het niet koppelen, maar dat geld valt vrij doordat de huurbevriezing niet doorgaat. Dat geld kun je gebruiken voor elk doel, maar ik wil dat graag gebruiken om de boodschappenbonus te heractiveren.
De heer Vermeer (BBB):
We hebben in de Voorjaarsnota een zorgvuldig bouwwerk gemaakt. Ik ben er niet voor om daar weer stenen tussenuit te gaan trekken. Daarom stel ik deze vragen. We hebben het bij de start van het overleg over de Voorjaarsnota van tevoren zo afgesproken: er is nooit een tussentijds akkoord, er is altijd pas een akkoord als het totaal is afgetikt met z'n vieren, over álle onderdelen. Eén steen ertussenuit halen, is gewoon het bouwwerk omvertrekken. Dat is feitelijk ook niet conform de afspraken die we met vier partijen hebben gemaakt.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik ben daar ook niet voor, want die stenen hebben we heel bewust, steen voor steen, gestapeld. Maar ik ben niet degene die de stenen eronderuit trekt. Het niet doorgaan van de huurbevriezing is een steen die eruit wordt getrokken door het kabinet, door mevrouw Keijzer. Het feit dat ze die eruit trekt, brengt het hele bouwwerk aan het wankelen. Daardoor verliezen we de boodschappenbonus en schiet geld ter compensatie aan de woningcorporaties over. Met andere woorden, ik probeer van het bouwwerk nog te redden wat er te redden valt. Daarom leg ik wel de koppeling tussen die twee. Maar ik ben het helemaal met u eens: de huurbevriezing zou eigenlijk gewoon moeten doorgaan.
De heer Vermeer (BBB):
Maar we hebben al tijdens de onderhandelingen duidelijk gemaakt dat er in de maatregel die door de PVV werd voorgesteld, een groot risico zit richting de woningmarkt en woningbouwpotentie. Vervolgens is dat geparkeerd onder het mom "dat gaan we nog oplossen". De heer Grinwis noemde het naïef om dat zo te doen. Ik kan hem vertellen: het alternatief was dat het kabinet direct zou vallen. Dat vonden wij onacceptabel. We hebben daar een paar weken mee gewonnen, zo blijkt achteraf. Maar ik had liever gehad dat ik dat niet op deze manier zou hoeven te vertellen.
De voorzitter:
Dank u wel. Gaat u verder met uw betoog.
De heer Vermeer (BBB):
Er is nog iets dat wij ook graag in de Voorjaarsnota hadden willen regelen, maar waar wij helaas mee moeten wachten tot na de verkiezingen. Dat wil zeggen: als de kiezer het ook wil, want dan moeten ze ons in grote getalen gaan steunen. We wilden de tarieven van de volstrekt onrechtvaardige belasting op een extra woning veel redelijker maken. Het gaat dan om het zogenaamde box 3-probleem. Daarvoor is inmiddels helaas een wet aangenomen.
Wij wilden ook aan de slag met de CO2-heffing. Die reduceert wel CO2 in Nederland. Maar door het sluiten van bedrijven die de heffing niet kunnen of willen betalen, stijgt de CO2-footprint van de Nederlandse consument alleen maar. Per saldo hebben we dan alleen ons eigen straatje schoongeveegd.
Natuurlijk hadden we ook nog wat meer willen doen aan het Gemeentefonds. Denk aan de hardwerkende Nederlander die liever geen hogere ozb heeft en wel lagere parkeerlasten, zoals sommige partijen hier ook wensen. Wij hadden steun gewild voor ons voorstel om extra geld in het Gemeentefonds te doen, zodat die belofte van ons, en van andere partijen, waargemaakt had kunnen worden. Helaas hadden we daar geen steun voor.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Ergin van DENK.
De heer Ergin (DENK):
Voorzitter, dank u wel. Wat heeft de PVV de Nederlanders verraden. Wat heeft de PVV de Nederlanders voorgelogen. Wat heeft de PVV de Nederlanders belazerd.
Voorzitter. De laatste Voorjaarsnota van het meest racistische kabinet ooit, is een bewijs van de leugenachtige PVV-politiek. Want iedereen werd tijdens de campagne door Wilders lekker gemaakt met prachtige beloftes. De boodschappen zouden goedkoper worden. Het eigen risico zou verdwijnen. De huren zouden omlaag gaan. De benzine zou goedkoper worden. De zorgpremie zou omlaag gaan. Wilders heeft al die beloftes van de PVV bij het grofvuil geplaatst of hij heeft het verprutst. Want de boodschappen zijn duurder geworden, de benzineprijs stijgt, de huren stijgen en de zorgpremie gaat omhoog.
Voorzitter. De erfenis van het PVV-kabinet is: gouden bergen beloven en uiteindelijk niets leveren. Ik ben zo ontzettend blij dat Nederland op 29 oktober kan afrekenen met de xenofobe en populistische bedrogpolitiek van de PVV en kan afrekenen met de PVV. Tekenend voor het faalbeleid van dit kabinet is de brief die ik gisteren kreeg. Die brief kreeg ik van een vrouw uit Rotterdam. Ze woont in een sociale huurwoning en is altijd bezig voor haar wijk, voor haar buurt, voor de jongeren en de kinderen in haar buurt. Zij woont overigens in een sociale huurwoning met een gaskachel en vol met schimmel. Zij kreeg eerst het nieuws dat de huren bevroren zouden worden. Ze danste van vreugde, want ze heeft niet heel veel te makken. Een paar weken later kreeg ze weer een brief. Die brief heb ik bij me. Daarin staat: sorry, de huren gaan toch omhoog, want minister Keijzer heeft het wetsvoorstel ingetrokken.
Voorzitter. Toen realiseerde deze mevrouw dat ze keihard is belazerd, in de steek is gelaten, besodemieterd door de PVV. Nu de racistische en extreem-rechtste PVV het kabinet uit is en de coalitie is gevallen, kunnen we afscheid nemen van hun afbraakbeleid en hun faalbeleid. We kunnen die pijnlijke bezuinigingen op het onderwijs van tafel vegen. We kunnen stoppen met het afknijpen van investeringen in ons talent. Dat kunnen we allemaal stoppen. Die vreselijke bezuiniging op ontwikkelingshulp, het pakken van de meest kwetsbare mensen in de wereld: dat kunnen we allemaal stoppen. De asociale bezuiniging op de jeugdzorg, de verschrikkelijke korting op de gemeentefinanciën, de bezuinigingen op diversiteitsbeleid: we kunnen dat allemaal stoppen en wat DENK betreft moeten we dat vandaag nog doen.
Voorzitter. Dan een punt over de brandstofprijzen, want wie in Nederland tankt, voelt zich bestolen bij daglicht. Het is niet meer normaal hoe duur het is om te tanken in Nederland. Belasting op belasting op belasting zorgt ervoor dat zelfs Zwitserland goedkoper is als het gaat om brandstof. Gekker moet het niet worden. Ik spraak laatst iemand uit Rotterdam die zei: ik werk vijf dagen per week en moet nu kiezen tussen tanken of mijn kind naar zwemles brengen. De PVV liet al deze mensen in de steek en het kabinet blijft dat doen, want de Nederlanders worden gewoon verwaarloosd. Ik vraag aan de regering wanneer ze er eindelijk mee gaat stoppen om de automobilist te zien als melkkoe. Wanneer gaan we zien dat bijvoorbeeld de accijnsverlaging die dit jaar nog geldt, ook volgend jaar verlengd wordt?
Voorzitter. Mijn laatste punt is de bezuiniging op noodhulp. Afgelopen week gingen 150.000 mensen de straat op in Den Haag. Zij vroegen aan de regering: trek een rode lijn. Zij vroegen aan de regering: voorkom genocide. Maar wat zien we in de stukken die de regering naar ons heeft toegestuurd? Een bezuiniging van 2 miljoen op noodhulp! Het gaat niet eens om tientallen of honderden miljoenen, het gaat om een paar miljoen. Zelfs de koffie, de broodjes en de noten op de ministeries kosten meer dan deze bezuiniging. Al die consultants, al die onderzoeken die wij hier keer op keer vragen en waarmee de coalitiepartijen de regering dekken om tijd te winnen, kosten veel meer geld dan dat. Het is schandalig — schandalig! — dat wij aan de ene kant zien dat kinderen meel van de grond moeten rapen en aan de andere kant hier een ordinaire bezuiniging doorvoeren.
Voorzitter. Daarom heb ik een amendement ingediend om ervoor te zorgen dat we niet meer gaan bezuinigen op noodhulp aan de Palestijnen. Als we dat namelijk wel gaan doen, heb ik geen ander woord meer dan dat het beleid hier harteloos is.
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan wil ik graag het woord geven aan het lid Kostić, die namens de Partij voor de Dieren het woord zal voeren.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Ik wacht even tot de mannen zijn uitgepraat.
Voorzitter. Dit kabinet is een ramp geweest, voor de dieren, het klimaat, de natuur en dus voor onze veiligheid: niets voor elkaar gekregen, wel heel veel kapotgemaakt. De onderhandelingen over de Voorjaarsnota waren tekenend. Alles in één nacht, ministers buitenspel, regio's boos en grote beloftes aan kwetsbare mensen, die dan toch niet worden nagekomen. De Voorjaarsnota werd trots gepresenteerd als een pakket dat de schuld niet naar volgende generaties doorschuift. Maar alle kortzichtige en ondoordachte besluiten zorgen er juist voor dat jongeren, dieren, kwetsbaren en toekomstige generaties de rekening moeten betalen, terwijl grote bedrijven en vervuilers met miljardenwinsten worden ontzien. Zo wordt het onderwijs uitgekleed, met de bizarre hulp van christelijke partijen zoals het CDA overigens. Het ov wordt duurder en betaalbaar groen wonen blijft een illusie. Door het totale gebrek aan natuur- en klimaatmaatregelen lopen de echte kosten voor jongere generaties in sneltreinvaart op. Ondertussen pampert dit kabinet de vee-industrie, die de burger jaarlijks 7 miljard euro kost. Deze minister van Financiën gaat dus juist roekeloos om met belastinggeld.
Voorzitter. Volgende week is de NAVO-top. Maar terwijl we discussiëren over de Trumpnorm, vergeten we waar onze veiligheid echt begint: bij een leefbare aarde en toegang tot basisvoorzieningen. De klimaat- en natuurcrisis zijn de grootste bedreigingen voor onze veiligheid van deze eeuw. Ja, bepaalde investeringen in de Europese defensie zijn nodig, maar niet investeren in onze ecosystemen is echt het stomste wat je kan doen. Dan zet je onze veiligheid alsnog op het spel. Terecht wil een meerderheid van de burgers actie voor klimaat en natuur. Maar dit kabinet schuift alles door en overtreedt zelfs zijn eigen wetten, die de natuur moeten beschermen.
Voorzitter. De staatssecretaris herijkt het belastingstelsel. Vergroening moet daarin worden meegenomen, anders heb je bij voorbaat geen toekomstbestendig systeem. En hoe dan? Nou, de vervuiler laten betalen. Dit levert ook heel veel geld op. Dat laten de maatregelen uit de Groene Belastinggids van Oxfam en Milieudefensie zien, waarmee 85 miljard kan worden opgehaald. Kan de staatssecretaris toezeggen om dit rapport mee te nemen in de hervorming van het belastingstelsel en het Belastingplan 2026?
Voorzitter. De Partij voor de Dieren heeft een aantal amendementen ingediend om dit kabinetsbeleid minder slecht te maken. Als we echt kiezen voor een gezonde toekomst, dan begint dat bij compassie. De manier waarop we met dieren omgaan, is daar de graadmeter voor. Daarom als eerste amendement: afbouw van belastinggeld voor proeven op apen. De Kamer wil al sinds 2016 dat het aantal proeven met apen zo snel mogelijk naar nul gaat. Vandaag gaan we dat eindelijk regelen en richten we ons op innovatieve alternatieven.
Dan geld voor opvangcentra voor wilde dieren. Zij vervullen een belangrijke maatschappelijke rol, maar door geldgebrek zijn er de afgelopen jaren al twaalf omgevallen. De overheid moet nu haar eerlijke deel aan financiering leveren. Dat is precies wat ons amendement regelt, in lijn met het advies van de Raad voor Dierenaangelegenheden en de wens van deze Kamer, van PVV en VVD tot en met DENK.
Voorzitter. Terwijl bommen in Gaza vallen en kinderen worden uitgehongerd, wil Nederland de steun voor UNRWA bijna volledig afbouwen, de enige levenslijn voor miljoenen Palestijnse vluchtelingen. Dit gaat niet over politiek, maar over medemenselijkheid. Kinderen zitten straks zonder voedsel, medicijnen en onderwijs. Als we UNRWA laten vallen, kiezen we voor medeplichtigheid. Zo mogen we niet de geschiedenisboeken ingaan. Daarom stellen we een herstel van de financiering van UNRWA voor en dus een herstel van compassie.
Voor een effectieve aanpak van de klimaatcrisis en voor een gezond Nederland is het beschermen van onze natuur ook van levensbelang. Daarom hebben we samen met onder andere Volt een voorstel ingediend om de vernietigende bezuinigingen op onze nationale parken en natuureducatie terug te draaien.
Ten slotte dienen we samen met onder andere GroenLinks-PvdA een voorstel in om de bezuinigingen op onderwijs terug te draaien. Wie rammelt aan onderwijs, rammelt aan de fundamenten van onze gezonde samenleving.
Voorzitter. Maar dit is allemaal natuurlijk verre van genoeg. Wat nodig is, is een fundamentele herinrichting van onze economie. Ecocentraal aan de slag in plaats van egocentraal. Het kabinet mag dan gevallen zijn, maar de planeet kan niet wachten. Mensen snakken naar duidelijkheid, naar eerlijk beleid, naar een overheid die de ecologische realiteit en de grenzen van de natuur onder ogen durft te zien.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Van Houwelingen namens Forum voor Democratie.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Dank u, voorzitter. Er staat weinig in de Voorjaarsnota waar wij vrolijk van worden. Zo lezen we dat er 2,5 miljard extra wordt uitgegeven aan steun voor Oekraïne. 2,5 miljard euro, extra. In totaal geeft het kabinet alleen al dit begrotingsjaar voor 6 miljard euro steun, zowel militair als niet-militair, aan Oekraïne. Een kolossaal bedrag, bijna net zo veel als we jaarlijks in totaal aan de bijstand uitgeven in Nederland. Terwijl veel Nederlanders met moeite de eindjes aan elkaar kunnen knopen, terwijl meer dan een half miljoen van onze landgenoten onder de armoedegrens moeten leven, terwijl jongeren zich geen woning meer kunnen veroorloven kiest dit kabinet ervoor dit jaar vele miljarden te stoppen in een oorlog die helemaal niet onze oorlog zou moeten zijn en waarvan het grote slachtoffer Oekraïne zelf is. 6 miljard euro, net zoveel geld dus als dit jaar naar alle Nederlanders gaat die van een bijstandsuitkering moeten rondkomen.
Voorzitter. We lezen verder in deze Voorjaarsnota dat Nederland meer dan verwacht moet betalen en afdragen aan allerlei internationale en supranationale organisaties, waaronder de Europese Unie, de NAVO, de OESO en de Verenigde Naties. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat zowel de VS als Rusland, heel verstandig, ervoor kiezen om zich uit dit soort internationale gremia terug te trekken en daarmee een financieel gat achterlaten in de begroting, dat onder andere door Nederland moet worden opgevuld.
Ondertussen — dit is voor ons een groot punt van zorg — blijft de overheid, blijft de Staat maar groeien, ook of misschien wel juist onder dit zogenaamd rechtse kabinet. De collectieve uitgaven, dat wil zeggen het percentage van ons nationaal inkomen dat wordt uitgegeven door de Staat, gaat naar verwachting stijgen van 43,5% in 2024 naar 46,3% in 2033. Maar daar zijn de extra uitgaven die dit kabinet wil gaan spenderen aan Defensie nog niet in verrekend. Als we dat wel doen, is de verwachting dat in 2033 bijna de helft, de helft van ons bruto binnenlands product zal worden uitgegeven door de overheid, door de Staat. Zelfs in het tijdperk-Den Uyl bleven de collectieve uitgaven als percentage van ons nationaal inkomen onder de 50%. In het kielzog van deze sterke stijging van de overheidsuitgaven die dit decennium verwacht wordt, zal ook onze staatsschuld gaan stijgen van 43% van het bruto binnenlands product nu naar 50% tegen het eind van dit decennium. Deze regering begroot dus op de pof en schuift de rekening door naar toekomstige generaties, generaties die ook steeds meer kwijt zullen zijn aan rentelasten, aangezien niet alleen de staatsschuld, maar ook de rente op de staatsschuld naar verwachting op zal lopen.
En dit alles, nogmaals, onder leiding van een zogenaamd rechts kabinet. Mijn vraag aan de minister van Financiën is dan ook wat hij hiervan vindt. Is deze minister, die zegt een liberaal te zijn, er blij mee dat onder zijn leiding de omvang van de Staat zo sterk stijgt? Is hij er trots op dat onder zijn verantwoording de Staat straks groter is dan in het tijdperk-Den Uyl? Vindt hij het wenselijk dat de staatsschuld stijgt naar 50% van ons nationaal inkomen? Maakt hij zich geen zorgen over het feit dat we een steeds groter deel van ons inkomen kwijt zijn aan het betalen van de rente over onze staatsschuld?
Tot slot, en in het verlengde hiervan, zou ik de minister graag nog willen vragen hoe het staat met het voornemen van dit kabinet om het ambtenarenapparaat af te slanken. Dit kabinet wil structureel 1 miljard euro bezuinigen op het ambtenarenapparaat. Met hoeveel fte is het aantal rijksambtenaren — dit is een concrete vraag aan de minister — inmiddels gedaald sinds het aantreden van dit kabinet? En waarom lukt het alsmaar niet om aan de Roemernorm van maximaal 10% externe en dus dure inhuur te voldoen? De externe inhuur bedraagt als percentage van de totale loonkosten voor het ministerie van Financiën — dat is dus het ministerie van deze minister — maar liefst 20%, het dubbele dus van wat is toegestaan. Hoe kan dit, zou ik de minister van Financiën tot slot willen vragen, en wat gaat hij hieraan doen.
We kijken uit naar de antwoorden van de minister.
De voorzitter:
De heer Dijk heeft nog drie resterende interrupties en hij wil er graag één aan u wijden. Het woord is aan u, meneer Dijk.
De heer Dijk (SP):
Ik heb eerder met de heer Van Houwelingen contact gehad over die huurbevriezing. Ik weet dat Forum voor Democratie niet per definitie een voorstander is van prijsregulering en huurbevriezing, maar ik wil het toch even anders insteken. Er zijn verschillende partijen die ook aangegeven hebben dat dit wel aan mensen is beloofd. Is Forum voor Democratie vatbaar voor dat argument? Ik heb zitten tellen en daarom heb ik ook gebeld. U kunt wel de doorslaggevende stem zijn als het gaat over het toch regelen van een huurbevriezing met compensatie voor woningbouwcorporaties. Ik wil u dus vragen: bent u vatbaar voor het argument dat heel veel huurders de belofte hebben gekregen dat er een huurbevriezing is? Forum voor Democratie kan die belofte nog waarmaken ook.
De heer Van Houwelingen (FVD):
We hebben hier inderdaad contact over gehad. Bedankt voor de vraag. Ik vind het ook een heel sympathiek initiatief. Ik zei net al: heel veel mensen hebben moeite om rond te komen. Het probleem is alleen — dat heb ik u ook laten weten — dat wij niet geloven in nog meer Staat. We zijn heel kritisch tegenover huurbevriezingen en prijsbevriezingen in het algemeen, want die leiden vaak tot nog meer staatsingrepen. U kent het boek van Hayek vast wel, The Road to Serfdom. De ene interventie van de overheid lokt de andere uit. Daarom zijn we heel huiverig voor prijsbevriezingen. Dat neemt niet weg dat mensen met een laag inkomen het heel moeilijk hebben; dat heb ik ook betoogd. Het geld — dat zijn we denk ik met elkaar eens — wordt aan allerlei dingen verspild in dit land waar het niet aan zou moeten worden verspild, bijvoorbeeld die enorme grote uitgaven die dit kabinet wil gaan doen aan defensie; daar zijn we het volgens mij ook over eens.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het de beurt aan de heer Flach namens de SGP.
De heer Flach (SGP):
Voorzitter. Het kabinet is gevallen en dat is teleurstellend. Nederland wacht namelijk op oplossingen voor tal van problemen. Het kabinet heeft op veel dossiers helaas niet geleverd. De SGP blijft, zoals altijd, constructief, hoewel onze steun ook de komende tijd niet gratis is. Vandaar dat de SGP de handschoen heeft opgepakt en vandaag een groot aantal voorstellen doet. Natuurlijk zitten er in de Voorjaarsnota ook mooie investeringen. Ik noem bijvoorbeeld de investeringen in defensie en veiligheid, in de jeugdzorg en in de infrastructuur. Maar de SGP mist ook een heel aantal zaken. Als eerste noem ik dan het gezin. Het kindgebonden budget voor middeninkomens wordt fors ingeperkt. Waarom kiest het kabinet er niet voor om, als er dan zo nodig bezuinigd moet worden, de rekening bij de allerrijksten te leggen? In sommige gevallen krijgen gezinnen die meer dan een ton verdienen, nog steeds toeslag. Of leg het bijvoorbeeld bij gezinnen met een hoog vermogen. Dan richt je het kindgebonden budget toch beter op de groep die het echt nodig heeft?
Ook de belastingkloof tussen een- en tweeverdieners is de SGP al jaren een doorn in het oog. Vorig jaar is er door een amendement van de SGP 100 miljoen vrijgemaakt voor deze groep. In het najaar komen we erop terug, maar alvast de volgende vragen aan het kabinet. Is het kabinet bereid extra maatregelen te nemen om de belastingkloof te verkleinen? Wil het daarbij specifiek kijken naar een uitbreiding van de overdraagbare heffingskorting?
Voorzitter. Vanaf de start van het kabinet had de SGP weinig hoop dat er iets goeds zou gebeuren op het terrein van de medische ethiek. Helaas is dat ook waarheid geworden, ondanks de extreme stijging van het aantal abortussen. Samen met Diederik van Dijk heb ik daarom een amendement ingediend om een moeder-en-kindfonds op te richten. Daarmee kan ondersteuning worden geboden aan vrouwen die onverwacht zwanger zijn geraakt en zich in een sociaal kwetsbare situatie bevinden. We reserveren 20 miljoen euro, waarmee duizenden moeders en kinderen geholpen kunnen worden. Het eigen risico verlagen we met één euro minder dan in de plannen staat. U hoort het goed: één euro. Graag hoor ik een reactie op dit amendement.
We hadden ook meer actie verwacht op de landbouw. Soms gaat het om kleine bedragen die veel betekenen voor de sector. Ik heb drie amendementen ingediend om geld vrij te maken, bijvoorbeeld voor gewasbescherming. Belangrijke subsidieregelingen hiervoor lopen dit jaar af. Onze voedselzekerheid wordt bedreigd door ziekten en plagen. Ik roep de collega's op om serieus naar onze voorstellen te kijken.
Voorzitter. Vorig jaar heeft de SGP een duidelijke winstwaarschuwing afgegeven: de koppeling tussen onze economische groei en het budget voor ontwikkelingshulp moest worden hersteld. Het kabinet heeft maar deels naar ons geluisterd. Er komt nog niet genoeg geld bij. Natuurlijk, onze eerste taak ligt in Nederland, maar als we meer welvaart krijgen, zouden ook de naasten ver weg dat moeten merken. Ik heb een amendement ingediend om nog dit jaar extra geld te reserveren. Volgend jaar kan de koppeling dan weer volledig hersteld worden. Anders wordt het voor de SGP heel lastig om voor de begroting van 2026 te stemmen.
Voorzitter. Het kabinet is voornemens om de verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken aan te scherpen, zodat een maas in de wet wordt aangepakt. Heel goed. Die 36 miljoen wordt nu echter ingezet om de stelpost fiscale regelingen in te vullen. Waarom wordt dat geld niet ingezet om een heffing op toegevoegde suikers een stap dichterbij te brengen?
In de Voorjaarsnota worden ook enkele bezuinigingen op de Onderwijsbegroting voorgesteld, waaronder de onderwijskansenregeling. Vorig jaar hebben we met een aantal partijen een groot deel van de bezuinigingen weten te voorkomen. Waarom kiest het kabinet nu toch weer voor bezuinigingen? Het kabinet ziet toch dat daar geen politieke meerderheid voor is?
Voorzitter, tot slot. De gevangenissen puilen uit. In de Voorjaarsnota is daar niets voor geregeld. Vandaar dat wij samen met JA21 de handschoen opgepakt hebben met diverse amendementen. We hebben een voorstel gedaan om 25 miljoen euro vrij te maken om sluiting van nog eens 4.100 detentieplekken te voorkomen.
Tot slot, voorzitter. Het kabinet is demissionair, de Kamer niet. De SGP doet vandaag tal van voorstellen om problemen aan te pakken. Ik hoop op een kabinet dat met open vizier naar de voorstellen kijkt en op een Kamer die de noodzaak van deze amendementen ook inziet.
Dank u wel.
De voorzitter:
Hartelijk dank voor uw bijdrage. Dan wil ik de heer Grinwis uitnodigen om naar voren te komen. Hij zal spreken namens de ChristenUnie.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Bij het aantreden van het kabinet zei Geert Wilders dat de zon weer zou gaan schijnen in Nederland. Toen voelde mijn fractie al nattigheid en recent waren we allemaal getuige van een politieke wolkbreuk van jewelste. Nu staan we hier dus alweer met een demissionaire minister en een demissionaire staatssecretaris van Financiën over hun eerste Voorjaarsnota te debatteren.
Politiek is kiezen in schaarste. Deze minister weet dat als geen ander, maar had daar toch wel een eenzijdige taakopvatting bij, namelijk die van een bijkans nihilistische bewaker van het begrotingskader. Vooropgesteld: oprecht complimenten voor het gegeven dat de begrotingskaders zijn bewaakt door deze minister en dat de druk van de toenmalige coalitiepartners is weerstaan om op basis van ramingssprookjes ongedekt meer geld uit te geven. Maar uiteindelijk is het bewaken van de kaders niet een doel, maar een middel. Het is niet: houdbare overheidsfinanciën, punt. Het gaat om het laten floreren van ons mooie land. Dat vraagt om goede keuzes en het goede doen met het geld dat je verschuift. Dat laatste perspectief was te weinig in tel. De begrotingshavik in deze minister prijs ik. De begrotingsnihilist bekritiseer ik.
Er waren allerlei instantoplossingen die even een warm gevoel gaven, maar op lange termijn ijskoud uitpakken. Ons land zit na dit kabinet nog meer op slot dan toen het kabinet aantrad. Vooral op het gebied van stikstof is de ramp compleet. Dat is deels echt onnodig, maar daar gaan we het later vanmiddag over hebben met de minister van LVVN.
Een pijnlijke illustratie hiervan is de Lelylijn, waar de coalitie de koektrommel heeft geplunderd en er slechts een schraal mariakaakje in heeft achtergelaten, in plaats van dit project van nationaal belang weer een stapje verder te brengen.
De klap op de vuurpijl was natuurlijk de huurbevriezing, waarbij de rekening op het bordje van woningcorporaties en woningzoekenden werd gelegd. Dat was niet alleen een domme, kortzichtige maatregel, maar ook eentje die opnieuw getuigt van het nihilisme dat ik bekritiseer. Het leverde namelijk een fijn inverdieneffect op in de begroting. Die structurele 492 miljoen euro kon deze minister mooi richting Defensie verschuiven. Gelukkig is het voorstel teruggedraaid. Gisteren hebben we als Kamer met mijn motie helder uitgesproken dat de nu niet gerealiseerde besparing niet op het bordje van VRO, oftewel bij onze volkshuisvesting, mag worden neergelegd. Ik neem aan dat de minister — netjes, volgens deze minister — het nog openstaande probleem voor 2030 en verder oplost en dat ik mijn amendement dat er nog ligt, met een gerust hart kan intrekken. Graag een reactie.
Voorzitter. De begrotingsregels zijn iedere keer grotendeels gevolgd. De financiële kaders staan fier overeind. De minister van Financiën heeft als handhaver van die kaders getriomfeerd, maar is dit nu het goede financiële bestuur geweest waar ons land van opbloeit? Hoe kijkt de minister daar nu zelf op terug? Eerst het zoet en daarna niet toegekomen aan het zuur; te veel consumptieve uitgaven en te weinig geïnvesteerd. Neem IenW, ooit de trots van de VVD, nu stiefmoederlijk behandeld, terwijl we allemaal weten dat we daar over tien à twintig jaar spijt van krijgen als haren op ons hoofd.
Voorzitter. Dat brengt me als vanzelf bij de bezuiniging van dit kabinet op het ov, in totaal 335 miljoen per jaar. Voor de ChristenUnie is dit een onacceptabele aanslag op ons ov. Bovendien staat dit in schril contrast met de Bikkergelden. Ik heb het al eerder aangekondigd: als dit niet wordt opgelost in de begroting van IenW voor 2026, stemmen wij tegen die begroting. Voor nu heb ik samen met collega De Hoop alvast een amendement ingediend om de dit jaar te ontvangen eerder te veel uitgekeerde beschikbaarheidsvergoeding van 65 miljoen euro aan te wenden om de bezuiniging op het ov van dit jaar en de gevolgen daarvan voor het schrappen van buslijnen en het extra verhogen van de ticketprijzen te dempen.
Voorzitter. Wat me als lid van een constructieve fractie minstens net zo dwarszit, is hoe na de moeizame deal over de Onderwijsbegroting van afgelopen najaar nu weer hard op de OCW-begroting wordt bezuinigd, ruim 400 miljoen structureel, dwars tegen afspraken van toen in, bijvoorbeeld op het mbo en het praktijkleren. Het treurige dieptepunt is de 177 miljoen op de onderwijskansenregeling. Wat een botte bezuinigingsbijl, toegepast op het onderwijs aan kansarme kinderen. Hoe dan ook, het monsterverbond strikes again om de bezuinigingen op OCW terug te draaien. Hoe wil de minister zo meteen eigenlijk een meerderheid voor deze begroting krijgen?
Voorzitter. Eenzelfde kritische opmerking zou ik kunnen maken over de bezuinigingen op onze nationale parken, maar soit, ik wil niet zuur worden vandaag. Daarom een andere vraag. De kabinetsval levert onzekerheid op. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de middelen die gereserveerd staan op de aanvullende post? Kan de minister daar uitsluitsel over geven per post? Een voorbeeld daarvan zijn de middelen voor agrarisch natuurbeheer voor 2026 en verder. Agrarische collectieven hebben geïnvesteerd in professionalisering en hebben zich voorbereid op uitbreiding, maar nu is onbekend of het geld op tijd bij de provincies is en of de provincies op tijd zekerheid geven aan deze boeren en natuurcollectieven en de deelnemende agrariërs. Wil de minister samen met zijn collega's nog voor de zomer helderheid bieden over de doorgang en voortgang van beleid dat gekoppeld is aan de middelen op de aanvullende post?
Het stuk over het Noodfonds Energie kort ik even in. Daar heb ik een mooi amendement op ingediend met wat collega's. Gaarne aanbevolen.
Mijn oproep aan de minister is ten slotte: maak van de halve koppeling bij ontwikkelingshulp gewoon een hele koppeling en let op de marginale druk bij het kindgebonden budget. Dan verwijs ik naar de interruptiedebatten die we hebben gevoerd.
Ik kijk uit naar de antwoorden in eerste termijn, ook al zal ik die niet allemaal live kunnen bijwonen, want er wacht ook een debat over stikstof.
Tot zover.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw inbreng. U heeft nog een interruptie. Blijft u nog even staan? Dan wil ik graag het woord geven aan de heer Van Dijck.
De heer Tony van Dijck (PVV):
De heer Grinwis doet mee aan die hele framing van: "Woningcorporaties lopen 50 miljard aan investeringscapaciteit mis. Er kan geen huis meer gebouwd worden. Er kan geen huis meer geïsoleerd worden." De heer Grinwis vond het bevriezen van de huren de domste maatregel ooit. De heer Grinwis heeft alle kennis en wetenschap in pacht. Maar het EIB, het Economisch Instituut voor de Bouw, zegt: "Niks aan het handje. Woningcorporaties kunnen gewoon doorgaan met investeren. Er ligt een investeringscapaciteit op de plank van 100 miljard. Tot 2030 hebben ze geld zat om te bouwen." Dit zijn allemaal excuses om deze maatregel van tafel te krijgen. Waarom gaat de heer Grinwis hierin mee? Een andere vraag is: hoeveel lopen woningcorporaties eigenlijk mis als we de huren zouden bevriezen dit jaar?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Halve waarheden zijn hele leugens. Wat de heer Tony van Dijck hier staat te beweren, klopt gewoon van geen kant. Ik wil een paar punten even demonteren. Ten eerste is het verhaal van de EIB over de investeringscapaciteit gedebunkt door professor Johan Conijn. Hij heeft zwart-op-wit op papier uitgerekend wat de gevolgen zijn van de tweejarige huurbevriezing. Andere instituten hebben dat ook gedaan. Daaruit blijkt ten eerste dat de investeringscapaciteit van woningcorporaties door die tweejarige huurbevriezing met 49 miljard achteruit zou kachelen. 49 miljard. Er was een klein overschot op de investeringsopgave van de woningcorporaties. Het investeringstekort op de opgave van de woningcorporaties zoals afgesproken in de prestatieafspraken zou met 35 miljard achteruit kachelen. Ja, dan zou er nog 75 miljard aan investeringscapaciteit resteren. Dat klopt. Maar de corporaties opereren niet in een soort leeg universum. Zij hebben zich te houden aan de regels die zwart-op-wit in de regelgeving staan van de autoriteit die toezicht houdt op de woningcorporaties. Ongeveer 60%, dacht ik, van de corporaties zou subiet in de problemen komen qua investeringstempo en -capaciteit, en zou dus hun investeringstempo omlaag moeten schroeven.
Dus nee, het zou niet pas na 2030 impact hebben gehad op de investeringen. Het zou per direct impact hebben gehad op de investeringen, de investeringen in nieuwbouw en de investeringen in isolatie en het verbeteren van woningen. Dus ja, de gevolgen van dit besluit van het kabinet, van de coalitie met name, van de PVV met name, zouden desastreus zijn geweest voor onze woningzoekenden, ook al omdat er slechts een schamele compensatie van 1,1 miljard was afgesproken, die bovendien nog eens op zou gaan aan de huurders in de particuliere sector, die niet zouden profiteren van de huurbevriezing. Kortom, de heer Van Dijck vertelt hier een half verhaal. De consequenties zouden echt verschrikkelijk zijn geweest. De huurbevriezing was de domste maatregel van dit kabinet en van deze eeuw.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Aardig gebrainwasht, zou ik zeggen. Maar hoeveel — dat was eigenlijk de belangrijkste vraag — inkomsten lopen de woningcorporaties mis als ik dit jaar de huren bevries? U hebt het over getallen van 49 miljard en 75 miljard. Het licht zou uitgaan. De bouw zou stilvallen. Maar hoeveel lopen ze feitelijk mis als ik één jaar de huren bevries?
De voorzitter:
Meneer Grinwis, een kort antwoord graag.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
De huurbevriezing zou voor twee jaar gelden en zou in totaal ongeveer een kleine 10% hebben gescheeld op de inkomsten van de woningcorporaties; dat heeft de heer Mooiman, een collega van de heer Van Dijck, vaak gezegd. Dus als je twee jaar de huren bevriest, dan is dat niet alleen een huurbevriezing van twee jaar, maar dan telt dat ook structureel door. Het heeft daadwerkelijk direct dit jaar al honderden miljoenen minder inkomsten tot gevolg voor de woningcorporaties, maar dat telt structureel door. Dat is één. Twee: voor iedere euro die je aan inkomsten binnenkrijgt als woningcorporatie kun je op de kapitaalmarkt bij de bank €32 lenen om te investeren. Dat betekent dus niet dat er met huurinkomsten gebouwd wordt voor woningzoekenden. Nee, de huurpenningen die ze binnenkrijgen zijn al te weinig om het onderhoud van de woningen en de woningverbeteringen voor de bestaande woningen bij te houden. Dus het is niet zo dat de huurpenningen werden gebruikt voor nieuwbouw. Maar die huurpenningen kun je dus wel gebruiken om op de kapitaalmarkt €32 per euro te lenen, om te kunnen investeren in bijvoorbeeld nieuwbouw. Dus dat zou echt desastreus zijn. De compensatie was ook gewoon ten enenmale onvoldoende. Bovendien heb je het schrappen van de vennootschapsbelasting voor woningcorporaties al nodig om in de toekomst de krachtigere instrumenten en organisaties te behouden die kunnen blijven investeren in woningbouw. Want woningbouw hebben we niet alleen nodig tot 2030, maar ook tot 2040 en 2050.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik weet niet of ik hierdoorheen kom ...
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik denk het niet.
De heer Tony van Dijck (PVV):
... want de heer Grinwis is zo gebrainwasht door al die lobbyisten en die invloedrijke Aedessen en mevrouwen Spies van deze wereld. Maar waar het om gaat, is dit. Er ligt 75 miljard op de plank. Tot 2030 kunnen ze bouwen. Het is echt niet zo dat de bouw stilvalt als je een jaartje de huren bevriest waardoor je nog geen half miljard aan inkomsten misloopt. Dat heeft u zich laten wijsmaken. Dat is wat ik bedoelde te zeggen. De huurbevriezing betekent een half miljard minder inkomsten en daardoor zou ineens "de bouw stil komen te vallen". Dat is grote BS — om het maar netjes te zeggen. Ik vind dat u zich veel te veel heeft laten leiden door de gedachtes en de ideeën en het niet willen uitvoeren van die huurbevriezing. Vier jaar geleden hebben we de huren bevroren en toen stonden ze hier niet met dat hele verhaal. Toen ging dat gewoon door met een algemene maatregel van bestuur, dus niet eens met wetgeving, niet eens langs de Raad van State. Iedereen happy. En nu is de wereld te klein. U heeft zich voor het karretje laten spannen van mevrouw Spies cum suis, en dat had u niet moeten doen.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter ...
De voorzitter:
Kort, kort.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik mag de heer Van Dijck, oprecht, graag. En nog complimenten voor het feit dat hij de btw-maatregelen op die manier van tafel heeft gehaald. Bij dezen nog applaus. Dat had hij gevraagd; nou, bij dezen. Maar verder is dit gewoon een sprookje. Ik kan er niks van maken. Ik zeg niet dat de woningbouw stilvalt. Ik zeg dat het een enorme impact heeft op de investeringscapaciteit en dat je dat wel direct bij heel veel woningcorporaties zou gaan merken in de investeringen in onderhoud en nieuwe woningbouw. Ik ga geen grote woorden gebruiken over "stilvallen" of wat dan ook. Maar door twee jaar huurbevriezing verdampen er gewoon structureel inkomsten bij woningcorporaties, en die hadden jullie onvoldoende gecompenseerd in de begroting. En ik voorspel je: op lange termijn heb je de compensatie die je als compensatie had bedacht, bijvoorbeeld het schrappen van de vennootschapsbelasting voor woningcorporaties, sowieso nodig omdat er op lange termijn gewoon een enorme investeringsopgave blijft liggen voor die woningcorporaties en de inkomsten uit huur te weinig zijn om het te organiseren. Dus er is gewoon op langere termijn collectief meer geld nodig voor volkshuisvesting in plaats van minder. Wat deze coalitie deed, is geld uit de volkshuisvesting trekken, terwijl wonen en woningbouw en woningnood probleem nummer één zijn in onze samenleving volgens de kiezers, en ook volgens mij.
De voorzitter:
Hartelijk dank. De heer Dassen staat al een tijdje klaar en te wachten tot hij het woord mag voeren. De heer Dassen namens Volt.
De heer Dassen (Volt):
Voorzitter. Ik heb eerst nog even genoten van het college van Pieter Grinwis. Je ziet dat hij dit vol passie uitdraagt, dus dank daarvoor.
Wat doen we voor de toekomst? De Voorjaarsnota hoort een serieuze tussenbalans te zijn, een moment waarop we kijken of de begroting op koers ligt richting die toekomst. Maar wat we hier voor ons hebben, is niet een plan voor volgende generaties. Nee, het is meer een verzameling van kortetermijnmaatregelen voor de eigen achterban. De grote vraagstukken van klimaat, wonen en bestaanszekerheid vragen om structurele keuzes. Maar in plaats daarvan zien we symboliek, incidentele gebaren, maatregelen die alweer achterhaald zijn voordat ze zijn ingevoerd. En ondertussen zien we een sluipend koopkrachtverlies, want de tabelcorrectiefactor wordt in 2026 slechts deels toegepast. In gewone taal: werkenden gaan meer belasting betalen dankzij dit kabinet. De arbeidskorting en de algemene heffingskorting worden niet volledig verhoogd. Deze sluipbelasting kost een gezin al snel meer dan €100 per jaar. Een klap in het gezicht van iedereen die gelooft dat werken meer zou moeten lonen. En dat terwijl het kabinet in het hoofdlijnenakkoord beloofde om transparanter te worden en juist minder via kortingen en meer via belastingschijven te werken. Kan de staatssecretaris reflecteren op het voornemen om niet te indexeren in relatie tot die zin uit het hoofdlijnenakkoord? "Werken moet lonen", hoorden we vaak vanuit het kabinet, maar waarom is er dan nu een lastenverzwaring? Zijn dan de 30 miljard aan ondoelmatige fiscale regelingen niet een veel logischere dekking? Ik zie de minister al knikken, dus dat is mooi.
Voorzitter. Nu het kabinet gevallen is, moet de Kamer kiezen voor de lange termijn. Volt presenteert daarom een reparatiekit in vijf punten, gericht op de toekomst.
Repareer de bezuinigingen op nationale parken. Een week voor deze Voorjaarsnota ondertekende de minister nog een manifest over het belang van nationale parken en een paar dagen later werd erop bezuinigd. Deze gebieden zijn echter cruciaal voor educatie, recreatie, biodiversiteit en de regionale economieën. Dus wat levert deze bezuiniging volgens de minister eigenlijk op en wat doet het voor de betrouwbaarheid van bestuur als de ene week iets ondertekend wordt en het de week daarna wegbezuinigd wordt? Erkent de minister dat dit op termijn juist tot hogere kosten gaat leiden? Wij zullen een voorstel doen om deze bezuiniging van tafel te krijgen. Dat is gelukkig al door een groot gedeelte van deze Kamer ondertekend.
Repareer de bezuinigingen op onderzoek en wetenschap. Nederland investeert te weinig in onderzoek en innovatie en het kabinet bezuinigt op onderzoek en wetenschap. We stellen voor deze bezuiniging terug te draaien en ervoor te zorgen dat elk kind toegang heeft tot digitale leermiddelen, voor de digitale weerbaarheid later. We willen dit dekken via het rekenforfait in de erf- en schenkbelasting, dat al 50 jaar niet meer is aangepast. De minister en staatssecretaris moeten het met me eens zijn dat dit wel de meest rechtvaardige belasting is die je kan verhogen voor toekomstige generaties. Graag een reactie. Kan de staatssecretaris ook uitleggen waarom dit al 50 jaar niet geactualiseerd is?
Repareer de ongelijkheid voor jongeren: verhoog het minimumjeugdloon. Jongeren worden geconfronteerd met hoge woonlasten, dure boodschappen en studieschulden en krijgen daarbovenop ook nog een lager loon voor hetzelfde werk. Het is goed dat het kabinet een eerste stap zet in de richting van het verhogen van het minimumloon, maar het is niet genoeg. Volt stelt: verhoog het loon in 2026 meer en schaf het vervolgens af. Zoals mevrouw Van Vroonhoven na de presentatie al zei: bestaanszekerheid kan niet wachten. Daar zijn wij het hartgrondig mee eens. Ik ben blij dat de heer Van Dijck vandaag ook aangaf dat dat moet gebeuren. Waarom zou een hoger loon voor jongeren moeten wachten, vraag ik aan de minister.
Repareer Oekraïne en het veiligheidsbeleid in plaats van aan symboolpolitiek te doen aan de grens. Het kabinet reserveert tot 2030 624 miljoen voor intensivering van grensbewaking, terwijl Schengen juist onze kracht is en deze maatregel de economie 75 miljoen euro per maand kost. Ondertussen zijn er 1.600 vacatures bij de marechaussee en is structurele steun nodig voor Oekraïne. Wat draagt dit werkelijk bij aan de veiligheid van Nederland en Europa, vraag ik aan de minister. Ik weet dat de minister Oekraïne hoog in het vaandel heeft staan en het belang onderstreept van de steun daaraan, dus waarom niet beter dat geld in echte veiligheid steken in plaats van in deze schijnveiligheidsmaatregel?
Voorzitter, als laatste. Repareer de kansen voor start-ups om talent aan te trekken. Grote werkgevers kunnen via de werkkostenregeling studieschulden van personeel aflossen. Kleine werkgevers hebben daar geen ruimte voor. Volt pleit voor een gerichte vrijstelling, zodat ook start-ups en het mkb jong talent een eerlijke kans kunnen geven. Kan het aflossen van de studieschuld een gerichte vrijstelling zijn voor start-ups en mkb, vraag ik aan de staatssecretaris. Is de staatssecretaris bereid te onderzoeken of kleine werkgevers fiscaal mogen bijdragen aan de aflossing van studieleningen via de werkkostenregeling, en hierover voor de Miljoenennota met een voorstel te komen?
Voorzitter. Laten we inzetten op de toekomst en daarin met elkaar investeren. Juist nu, nu het kabinet gevallen is, hebben we de mogelijkheid om het een en ander te repareren. We hebben vijf voorstellen gedaan. Ik hoop dat we die met deze Kamer verder kunnen brengen. Dank u wel.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Dan wil ik de heer Eerdmans vragen, namens JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter. Het meest van alles heb ik mij de afgelopen anderhalf jaar verbaasd over het klimaatbeleid van het meest rechtse kabinet ooit. Ik heb zitten zoeken, maar het beleid van de PVV was in feite een-op-een gelijk aan het beleid van Jetten. Het enige echte verschil dat ik heb kunnen vinden, was de niet meer verplichte warmtepomp. Maar de rest, de miljarden, de uitgaven, de ambitie van aardgasvrij, de vliegtaks, milieuzones, windturbines in je achtertuin, bleef ook met de PVV overeind. Het doel is dan klimaatverandering, maar ik heb altijd gezegd dat we ons juist moeten aanpassen aan het klimaat, in plaats van dat we in Nederland proberen om het wereldklimaat aan te passen. We weten namelijk wat we ervoor terugkrijgen, 0,0000 … Al die nullen en dan een 7. Dat is het antwoord. En nee, wij zijn geen klimaatwappies, zeg ik maar. Wij zien de opwarming van de aarde. Maar als je de doelen van Parijs voor 2030 wilt halen, moet je óf geen zakelijk verkeer meer toestaan op de weg, óf de accijnzen op fossiel verder omhoog doen, óf Tata Steel sluiten, óf de veestapel halveren. Maar waarschijnlijk moet je zelfs een combinatie van die dingen doen. Dat kan dus gewoon niet, simpelweg. Hoe kijkt het kabinet hiernaar?
Voorzitter. Een aantal beleidsvoorstellen kan met de val van het kabinet wat ons betreft de prullenbak in. Dat is dan het goede nieuws. Elk nadeel heb zijn voordeel. Denk aan de verlaging van het eigen risico en de huurbevriezing. Maar één ding blijft overeind, zelfs demissionair, namelijk dat de autorijder gewoon de sjaak is. De minister heeft gezegd: ik wil niet automobilistje pesten. Maar een kabinet dat de hoogste accijns op benzine in Europa heeft, voert natuurlijk niet een autovriendelijk beleid. De minister hield een bord omhoog met "we mogen weer 130". Ja, op een paar opritten in Groningen, geloof ik. De gemiddelde benzineaccijns in Europa is €0,53. In Nederland is die €0,79.
Op de Afsluitdijk mag je ook 130, hoor ik de heer Dijk zeggen. Nou, gefeliciteerd!
Voorzitter. Als wij niet ingrijpen — meneer Dijk, luister mee — gaat de benzineaccijns per 1 januari €0,25 omhoog. Omhoog, er nog eens bij! Weet waar we aan toe zijn. Dat is het kwartje van Barry, €0,25 erbij. Dat is "pijn als ik rij" in plaats van "blij dat ik rij". Die accijnzen gaan namelijk altijd omhoog; ze gaan nooit omlaag. Het begon met het kwartje van Kok. Ik zeg altijd: het is een sluipmoordenaar. 75% van de mensen die in een auto rijden, rijdt op brandstof. Het aantal benzineauto's blijft stijgen. Mijn vraag is dus: gaat het kabinet nou wel of niet die accijnsverhoging per 1 januari tegenhouden? Gaat de VVD daarvoor liggen in dit kabinet? Namens 8 miljoen autobezitters krijg ik graag een helder antwoord.
Voorzitter. Er kwamen vorig jaar netto 130.000 migranten naar Nederland. Dat zijn er natuurlijk te veel. We hebben gelukkig nog de twee strenge wetten van Faber, waarvan we er volgende week eentje gaan behandelen. Maar als wij strenger willen zijn — en dat willen we — hebben we meer capaciteit nodig bij de IND. Heel simpel. Want je wilt het kaf van het koren scheiden. De gemiddelde wachttijd voor een asielaanvraag is nu zeventien maanden. Je kunt niet én voor een streng asielbeleid zijn, én er geen geld voor uittrekken. Dat kan niet. Als je voor een streng asielbeleid bent, versterk je dus de IND en de rechtspraak. Daarvoor liggen twee amendementen van ons voor.
Voorzitter. Dan snel naar de koopkracht. De hardwerkende Nederlander — u weet het — is een kwart van zijn inkomen kwijt aan woonlasten. Dat is ver boven het Europees gemiddelde. We betalen hier meer voor gas dan in de meeste andere landen. Over de supermarkt zullen we het maar even niet hebben. De vaste lasten voor een gemiddeld gezin in Nederland zijn met €500 gestegen in het afgelopen jaar. Het kleine plusje op de loonstrook is dus alweer weg. Het is code zwart voor het koopkrachtplaatje, net als voor het gevangeniswezen. We weten het: 4.000 criminelen lopen vrij rond in Nederland en er zijn bonussen voor gevangenen die nog wel vastzitten. Er is dus ook geld nodig bij het gevangeniswezen. Hiervoor liggen vier amendementen voor van JA21, ingediend met de SGP. Het gevangeniswezen is geen politieke keuze, mensen. Het is een principe: je voert straffen die criminelen zijn opgelegd uit. Punt.
Voorzitter, tot slot. Het plaatje is voor JA21 vrij eenvoudig, zoals u hoort. JA21 wil meer geld voor lastenverlichting, een lagere accijns op benzine en meer geld naar gevangenissen en defensie. Gisteren hebben we een uitgebreid debat over de NAVO-norm gehad. En ja, dat betalen wij ook door het een en ander.
De heer Vermeer (BBB):
De heer Eerdmans begon net in een interruptie al over het verlagen van het eigen risico. Hij zei dat het een heel slecht idee is om het eigen risico te verlagen, terwijl hij het heeft over de portemonnee van de burger. Er zijn gewoon mensen die zorg mijden omdat ze bang zijn voor de rekening van het eigen risico. In zijn interruptie zei hij: dat leidt tot premieverhoging en tot extra wachtlijsten, want er is geen personeel. Maar het kan niet beide waar zijn. Of er zijn wachtlijsten en dan leidt dat niet tot premieverhoging, omdat het niet tot extra zorg leidt, of het leidt tot premieverhoging voor de korte termijn, omdat er meer mensen geholpen worden op de korte termijn, maar dan leidt het op de lange termijn tot premieverlaging, omdat die mensen gezonder zijn. Hoe zit dat volgens de heer Eerdmans?
De heer Eerdmans (JA21):
Als we iedereen gezond maken, dan zal de premie omlaag kunnen, maar dit moet ergens van betaald worden, toch? Je kunt niet het geld weggeven en het eigen risico met de helft verlagen en dan denken dat het zich wel oplost. Daar gaat de premie dus door omhoog. Dat geldt voor iedereen: iedereen die premie betaalt, zal meer gaan betalen. Zoals ik zei, zal het tot meer vraag naar zorg leiden, dus er zullen langere wachtlijsten komen, want die mensen zijn er niet. Het personeelstekort is er al, maar als je de zorgvraag dan ook nog aanwakkert, wat natuurlijk gebeurt als mensen meer zorg vergoed krijgen, dan gaan er meer mensen naar het ziekenhuis en dan gaan ze meer zorg vragen. Dat leidt dus absoluut tot meer kosten. Dat is al door heel veel deskundigen aangegeven. Dat leidt dus ook tot een hogere premie. Het zal gunstig zijn voor een x-aantal mensen — dat geef ik onmiddellijk toe — maar voor de grote gemene deler onder de premiebetalers zal het een verslechtering zijn.
De heer Vermeer (BBB):
Heeft de heer Eerdmans zich hier weleens echt in verdiept? Dan zou hij namelijk weten dat tien fysiotherapiebehandelingen goedkoper zijn dan een nieuwe knie. Als je mensen op tijd kunt helpen, bespaart dat kosten voor de lange termijn. Juist als de heer Eerdmans bang is dat er te weinig personeel is, moet hij nu dus actie ondernemen, zodat mensen hun zorg niet uitstellen, zodat we straks minder personeel nodig hebben. Ik zou de heer Eerdmans dus echt willen vragen om hierover niet de algemene modelletjes te volgen, maar gewoon eens met gezond verstand na te denken over wat het effect van zorgmijding is, wat dat veroorzaakt en hoe we dat kunnen voorkomen.
De heer Eerdmans (JA21):
Dat is echt een goede vraag. Alleen het omgekeerde is ook waar. Als je het eigen risico verlaagt, weet je zeker dat veel meer mensen zorg gaan vragen; die bal kan ik gewoon terugleggen bij de heer Vermeer. Natuurlijk is het waar dat mensen, als ze meer preventieve fysiotherapie krijgen, geen knieoperatie nodig zullen hebben, maar het zal ook weer niet voor alle gevallen waar zijn. Ik ga uit van wat de meeste gezondheidseconomen zeggen: het halveren van het eigen risico leidt tot die gevolgen, waaronder een premiestijging en meer zorgvraag. Ik denk dus dat je een heel beperkte groep helpt, die dus echt heel veel zorg nodig heeft, maar dat je de grote groep mensen die minder zorg nodig hebben, opzadelt met een hogere premie. Die mensen stellen geen zorg uit omdat ze het niet kunnen betalen, maar hebben die gewoon niet nodig.
De voorzitter:
U heeft ook nog een interruptie van de heer Dijk.
De heer Dijk (SP):
Ik stoor mij een beetje aan de discussie over het eigen risico die al lange tijd steeds gevoerd wordt. Dat heeft ermee te maken dat ook het CPB dit soort modellen hanteert. Dat is ook vaak de reden waarom de SP haar plannen niet laat doorrekenen door het CPB. Er zit namelijk een heel wantrouwend, negatief mensbeeld in dat heel veel problemen heeft veroorzaakt, bijvoorbeeld het toeslagenschandaal. Dat is het wantrouwende beeld — het is trouwens een neoliberaal mensbeeld — dat mensen zelfzuchtige wezens zijn en zichzelf zo veel mogelijk willen toe-eigenen. U zegt het nu zelf ook: dan gaan mensen extra zorg consumeren. Het is echt kolderiek; alsof mensen voor hun lol naar het ziekenhuis gaan, voor hun lol ziek worden. Het is echt flauwekul.
De keerzijde is waar. Een op de acht mensen mijdt zorg. 84% daarvan komt terug met zwaarder leed en hogere kosten. Dat stond vandaag uitgebreid in de krant. Het wordt dus een keer tijd dat liberale partijen in deze Kamer dit rare beeld over het eigen risico en dit vreemde mensbeeld dat tot schade leidt, gaan loslaten. Ik wil de heer Eerdmans vragen of hij zich weleens heeft verdiept in het eigen risico. Is hij weleens met zorgverleners, met huisartsen en met mensen die in ziekenhuizen werken in gesprek gegaan? Lees boeken van zorgverleners. Ze zeggen allemaal: stop hier nu mee.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik zou willen vragen: waarmee? Want ik lees juist precies het omgekeerde. De meeste, eigenlijk alle, gezondheidseconomen zeggen: daar moet je dus niet aan beginnen. Het beeld van de SP is: wij gaan eens lekker naar het ziekenhuis. Niemand gaat voor zijn lol naar het ziekenhuis; natuurlijk niet. Daar gaat het ook niet om. Het gaat erom dat mensen uiteindelijk meer zorg gaan gebruiken. Dat is wel zeker zo. Je kunt wel blijven zeggen dat het maar zorgeconomen zijn, maar daarmee tast je dus gewoon de expertise aan van mensen die daar verstand van hebben.
De voorzitter:
Even wachten. De interruptiemicrofoon staat niet aan, meneer Dijk. U heeft nog één interruptie over. Dus: of u kiest ervoor die interruptie in te zetten of u laat de heer Eerdmans uitspreken.
De heer Eerdmans (JA21):
De analyse van zorgeconomen is nou net: ja zeker, dat leidt tot meer zorgvraag. De vraag is natuurlijk: in welk opzicht zal het uiteindelijk voor de mensen die onder de huidige omstandigheden geen zorg gebruiken, tot hogere kosten leiden als zij hun bezoek hebben uitgesteld? Andersom is het heel gerechtvaardigd dat je denkt dat mensen, als ze extra zorg kunnen inkopen omdat ze er niet voor hoeven te betalen, dat ook zullen doen. Dat is uiteindelijk dan toch gewoon een extra behandeling; die kost geld. De SP kan daar wel iets van zeggen, maar die moet wel betaald worden. Het gaat om structureel 5 miljard per jaar. Ik heb daar meer wensen voor dan alleen het helpen van een beperkte groep mensen die extra zorg gaat inkopen.
Kan ik verder, voorzitter?
De voorzitter:
Zeker.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik was bij het totaalplaatje aangekomen. Dat is voor mij dus eenvoudig: JA21 wil meer geld naar lastenverlichting, lagere accijns op benzine, en meer geld voor gevangenissen en defensie — we hebben het gisteren over de NAVO gehad — en wil dat betalen door de halvering van het eigen risico te schrappen, door te snijden in de klimaatmiljarden en ontwikkelingssamenwerking weer terug te brengen naar de OESO-norm, naar het OESO-gemiddelde. Als het nodig is, zullen we misschien ook iets moeten doen om onze sociale zekerheid te moderniseren. Maar zoals u ons, JA21, kent en zoals we de vorige keer ook hebben laten zien, zullen wij ons verkiezingsprogramma wederom laten doorrekenen door het CPB, zodat u ook kunt zien of onze wensen betaalbaar zijn.
Voorzitter. Realistisch en uitvoerbaar beleid is wat we nodig hebben. Dat is het juiste antwoord op de val van het kabinet.
Dank je wel.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Wij zijn aan het einde gekomen van de eerste termijn van de Kamer. Ik wil graag de vergadering tien minuten schorsen. Om 16.40 uur komen wij hier weer samen; dan gaan we stipt van start. Dan gaan we verder met de eerste termijn van de zijde van de regering.
De vergadering wordt van 16.28 uur tot 16.41 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de eerste termijn van de kant van de regering. Ik zou als eerste het woord willen geven aan onze minister van Financiën, de heer Heinen.
Termijn antwoord
Minister Heinen:
Voorzitter, dank u wel. Gezien de klok zal ik proberen om het tempo erin te houden. Als de leden van uw parlement zeggen dat het te snel gaat, hoor ik dat vanzelf wel van u.
Allereerst dank voor alle vragen. Laat mij een paar inleidende woorden spreken en dan zal ik daarna doorgaan naar de onderwerpen waar allemaal vragen over zijn gesteld.
Laat ik beginnen met het volgende. In heel Den Haag werd naar deze Voorjaarsnota uitgekeken als een van de moeilijkste opgaves sinds tijden. De wensen waren immers eindeloos en elk twitterbericht voegde zo'n beetje een miljard toe aan het wensenlijstje. De druk om de kaders los te laten was zeer groot en het uitdelen van gratis geld leek voor sommigen toch wel een aantrekkelijk perspectief, terwijl we juist aan het werk waren om die geest weer wat terug in de fles te krijgen. De verwachtingen waren vooral hooggespannen omdat velen ervan overtuigd waren dat het kabinet over deze Voorjaarsnota zou vallen. Na lang vergaderen en een lange nacht is het toch gelukt om een Voorjaarsnota op te stellen. Dat vind ik belangrijk, want de problemen waar we voor staan, zijn groot, dus we moesten gewoon door. Je regeert voor vier jaar en niet voor een paar maanden. Het was ook gelukt om belangrijke wensen van partijen in te passen en rekeningen netjes te betalen, zodat het kabinet kon doorregeren.
Toch sta ik de Voorjaarsnota hier nu te presenteren als demissionair minister, namens een demissionair kabinet, omdat het kabinet alsnog is gevallen. Dat is echt spijtig, want de Voorjaarsnota verschijnt wel tegen de achtergrond van toenemende onzekerheid — dat lijkt men nog weleens te vergeten — want onze veiligheid verslechtert in rap tempo en onze welvaart staat echt onder druk; ook dit lijken we maar niet te beseffen. De risico's wat betreft de overheidsfinanciën nemen als gevolg daarvan toe. Daarom is het goed dat we nu, in goede tijden, vasthouden aan het trendmatig begrotingsbeleid, met sluitende uitgaven- en inkomstenkaders. Het is goed om te zien dat ook de Raad van State hierop wijst en erkent dat het is gelukt, maar de Raad van State heeft natuurlijk ook gelijk wanneer hij wijst op stijgende uitgaven op de middellange termijn, waardoor de overheidsfinanciën weer lijken te verslechteren, en op het belang om die met het oog op de toekomst te matigen. Daar kom ik zo verder over te spreken.
Het is gelukt om de staatsschuld en het begrotingstekort in de jaren zelf te doen dalen, maar dan in verticaal opzicht. In de stand van de Voorjaarsnota ten opzichte van de Miljoennota komen het tekort en de schuld dus beide lager uit in elk jaar. Dat is best een prestatie, al zeg ik het zelf, gezien alle wensen. Horizontaal bezien zien we het tekort echter wel oplopen op de middellange termijn. Ik wees er al op dat dat zorgelijk is. Dat noopt dus tot behoedzaamheid, zodat we de rekeningen niet doorschuiven en vooral voorkomen dat de belastingen in de toekomst weer omhoog moeten.
De vragen over de keuzes die hierbinnen zijn gemaakt, zal ik beantwoorden langs de volgende drie onderwerpen. Ik zal beginnen met de overheidsfinanciën. Dan zal ik kort stilstaan bij de economie en de inkomsten; daar zijn ook wat vragen over gesteld. De meeste vragen zijn gesteld over de beleidskeuzes die het kabinet en de coalitie hebben gemaakt. Daar zal ik dan bij stilstaan. Met uw toestemming ga ik daarnaar door.
Ik begin bij de heer Grinwis. Ik dacht: ik begin bij hem, omdat hij aangaf weg te moeten naar een ander debat. De heer Grinwis vroeg of goed financieel bestuur gehandhaafd is door het volgen van de begrotingsregels. Ik heb daar in mijn inleiding al wat over gezegd. De maatregelen zijn conform de gemaakte afspraken van het kabinet en passen binnen het trendmatig begrotingsbeleid. Nogmaals, dat was best een opgave, gezien de druk die hierop stond. We hebben geen rekeningen doorgeschoven naar volgende generaties. De Voorjaarsnota zet een stap om de overheidsfinanciën te beheersen, het tekort te beperken en de budgettaire kaders te behouden.
Nogmaals, we zouden dit jaar op zo'n 2,8% afstevenen. Dat wordt weleens vergeten. Dat buigen we nu ietsje bij, naar 2,6%. Volgend jaar zou het begrotingstekort ver door de 3% schieten, naar 3,7%. Dat hebben we weten om te buigen naar 3%, gewoon binnen de Europese normen. Als je kijkt naar de periode die dan de kabinetsperiode zou zijn, zie je dat het tekort na 2029, op basis van de standen die wij in onze begroting hebben, zelfs naar 1,9% gaan. Dan zouden we het tekort gewoon reduceren tot onder de 2%. De staatsschuld zou daarmee niet boven de 50% komen, maar loopt wel iets op. In Europees perspectief zijn dat gezonde overheidsfinanciën: een staatsschuld onder de 50% en een tekort onder de 2%. Ook economen zouden erkennen dat met gezonde economische groei en een tekort van 2% de overheidsfinanciën op zichzelf wel houdbaar zijn. Gegeven de opgave waarvoor we staan is het, denk ik, nog steeds wat aan de hoge kant, maar is er wel een voldoende buffer naar de -3%. Ik denk dat dat ons een goede uitgangspositie geeft voor de toekomst, maar ik wees er al op dat de risico's zich wel opstapelen. We kunnen niet achteroverleunen. We zullen echt aanvullende maatregelen moeten nemen, maar dat is dan voor een volgende coalitie, na de verkiezingen. Eerst is natuurlijk de kiezer aan zet.
Dan had mevrouw Van Dijk een aantal vragen over kasschuiven. Ik was het niet helemaal eens met de kwalificatie die mevrouw Van Dijk daaraan gaf, want zij zei: daarmee zijn de begrotingsregels geschonden. Dat is allerminst waar, want wij hebben naar aanleiding van de expertgroep ramingen gezegd: we gaan de uitgaven in een realistischer kasritme zetten. Ik heb met mijn collega's het gesprek gevoerd welke uitgaven later in het jaar kunnen plaatsvinden. Dat zijn die kasschuiven. Na de kasschuif van zo'n 7 miljard hebben we vervolgens de kadercorrectie toegepast om te voorkomen dat de lucht die ontstaat door de kasschuif, niet uitgegeven wordt. We hebben dus eerst gezegd: we gaan het in een realistischer kasritme zetten, dan doen we een kadercorrectie en vervolgens houden we die uitgavenkaders om te voorkomen, nogmaals, dat er allemaal meevallers worden ingezet.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ik heb hier ook iets over gezegd. Ik zal het even voorlezen: "De som van de kasschuiven komt niet op nul uit. Kasschuiven vinden ook plaats buiten de reguliere meerjarenperiode van t+5. Kasschuiven zijn dit keer niet volledig ingepast in het uitgavenkader." Alle drie de regels zijn dus niet gevolgd. Ik heb dit trouwens op basis van analyses van anderen …
Minister Heinen:
Nee, daarom.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
… namelijk van de staf van de commissie. Het is helemaal niet erg om dat te erkennen, want de Raad van State gaf dat ook toe. Die zei dat het grotendeels trendmatig is. Er is natuurlijk sprake geweest van enige saldosturing. Hier en daar zijn de regels niet helemaal gevolgd. Het is toch mooi om dat gewoon even te erkennen? Daar is toch niks mis mee?
Minister Heinen:
Dan moet het wel kloppen. Het klopt dat uitgaven naar latere jaren zijn geschoven. Het kan dan zo zijn dat die buiten de regeerperiode vallen. Maar de uitgavenkaders op zichzelf zijn behouden. De Raad van State, als begrotingsautoriteit, wijst daar ook gewoon op. Ik weet dus niet waar de heer Van der Lee op wijst. Ik wil het echt niet bagatelliseren. Tegelijkertijd houd ik me aan de officiële begrotingsautoriteit, de Raad van State, die zegt: het trendmatig begrotingsbeleid is gevolgd; zowel de uitgaven- als de inkomstenkaders zijn behouden.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Maar dit is toch vervelend? We hebben het gewoon … In het stuk van de Raad van State staat letterlijk "grotendeels gevolgd". Er staat dus niet "volledig". Er zijn namelijk een paar afwijkingen. Het zijn er niet veel, maar die komen wel voor. Ik vind het vervelend dat de minister dan doet alsof dat niet zo is. Nadat het advies was uitgekomen, heb ik dat ook nog mondeling besproken met de Raad van State. We zien het gewoon in de stukken die onafhankelijk zijn opgesteld, ook vanuit de staf van de commissie. Erken dat nou gewoon en doe daar niet moeilijk over.
Minister Heinen:
Ik vind het een beetje flauw. Ik hoorde de heer Van der Lee ook over saldosturing. Dat klopt, want zodra je door de 3% gaat, houd je niet meer vast aan het trendmatig begrotingsbeleid, maar moet je gaan saldosturen. Het trendmatig begrotingsbeleid wordt dus begrensd door de Europese afspraken die we met elkaar hebben gemaakt: tussen de 3% en de 60%. Als je daarvan afblijft, kun je trendmatig begroten. Zodra je door de 3% gaat, ben je genoodzaakt op saldo te gaan sturen. Dat wil je dus niet. Dat is ook de reden waarom je een gezonde buffer tot -3% wil houden.
Dan had de heer Van Dijck een vraag over de meevallerformule. Daar is natuurlijk veel discussie over geweest. In het verleden is de meevallerformule als volgt toegepast. Je hebt een plan voor de toekomst. Je kijkt of je meer kunt uitgeven of meer aan lastenverlichting kunt doen. Je wilt dan ook weten hoe het saldo zich naar de toekomst toe ontwikkelt. Daarvoor is nu in dit hoofdlijnenakkoord een meevallerformule afgesproken van 1,5 procentpunt. Er is afgesproken dat je de extra ruimte kunt uitgeven die ontstaat als het structureel daaronder zakt.
Er is door een aantal partijen aangegeven dat ze vooral terugkijken. Ik snap dat, omdat het saldo achteraf meeviel. Dat was natuurlijk in het voordeel van de partijen die daarvoor pleitten. Tegelijkertijd vond ik het zeer onverstandig om de formule op die manier te interpreteren. Ik heb weleens de volgende vergelijking gemaakt. Als je extra wilt uitgeven, zet je eigenlijk extra je voet op het gaspedaal. Als je op de snelweg rijdt en je trapt het gaspedaal in, dan kijk je toch echt door de voorruit en niet door de achterruit. Je zegt dan niet: nou, de weg achter mij zag er lekker rustig uit, dus ik kan planken. Je wilt dan toch ook weten wat voor obstakels er in de toekomst op je afkomen? Dat is volgens mij, om het wat minder technisch uit te leggen, hoe de meevallerformule ook in het verleden is toegepast. Nogmaals, je kijkt vooruit.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Tony van Dijck wil aan de slag met die anekdote.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Inderdaad, je kijkt vooruit. De discussie was inderdaad of je voor- of achteruit kijkt. Maar achteraf weet je pas wat het saldo feitelijk is geweest. Vooruitkijken is alleen maar een predictie van wat het eventueel zou kunnen worden. Aangezien wij al jaren achter elkaar veel te royaal begroten, waardoor het saldo altijd veel lager uitvalt dan verwacht, is vooruitkijken eigenlijk geen optie. We zijn dan eigenlijk een meevallerformule aan het definiëren die nooit tot uiting kan komen, want met vooruitkijken weet je niet zeker wat het wordt.
Minister Heinen:
Als ik door de voorruit kijk, weet ik in ieder geval hoe de weg eruitziet. Ik vind het een risicovolle strategie om achteruit te kijken en te denken: in mijn achterruit zie ik een snelweg, dus ik denk dat ik 130 kan rijden. Ik erken dat het saldo is meegevallen in de afgelopen jaren. Het is dus heel verleidelijk om te zeggen: nou, dan verwacht ik dat het zich in de toekomst ook zo zal voordoen. Tegelijkertijd is het heel verstandig om, als je beleid maakt, een onafhankelijk ramingsinstituut te laten ramen en je daarop te baseren. Dat is precies wat je doet om te voorkomen wat er dreigde te gebeuren in die nacht van de Voorjaarsnota. We waren toen namelijk op zoek naar extra ruimte. Hoe verleidelijk is het dan om te denken dat het in de toekomst ook wel zal meevallen? Je moet dan kijken naar wat er in je begroting staat. Ik ga er dan van uit dat dat ook wordt uitgegeven. Je ziet dat het tekort en de uitgaven dan stijgen. Het is dan dus zeer onverstandig om te zeggen: ik gooi er nog wat bovenop en ga ervan uit dat het niet wordt uitgegeven.
Ik heb daarbij ook aangegeven — de heer Van Dijck zat er ook bij — dat ik best kan begrijpen dat je naar het verleden kijkt en zegt: "Hoe realistisch is het dat ook in de toekomst alle uitgaven worden gedaan? Kan je in kaart brengen waar er eventueel lucht in de begrotingen zit?" Dat heeft geleid tot de kasschuiven die ook in de Voorjaarsnota staan. Dat betreft die 7 miljard. Daarvan hebben we gezegd: laten we het nou realistischer ramen en beter plannen in de tijd. Dat is om te voorkomen dat je op het punt komt waar, denk ik, de heer Van Dijck naar verwijst en waarop het toch weer meevalt. Dat leidt tot wantrouwen in de cijfers. Dat hebben we geprobeerd op te lossen door die expertgroep op te zetten en realistischer te begroten. U heeft de hele expertgroep kunnen horen over alle acties die zij hebben geïnventariseerd en die wij kunnen doorvoeren om dit nog beter te doen.
De heer Vermeer (BBB):
We hebben in gesprekken natuurlijk al veel discussie gehad over de meevallerformule. Voor mij is het volgende in ieder geval duidelijk. Daarover doe ik een oproep aan iedereen hier in de Kamer die ooit coalitieonderhandelingen moet doen. De heer Van Dijck zegt: trap er niet in. Maar hij was er zelf bij, dus dat mag je een ander nooit verwijten. Je moet alleen naar jezelf kijken. Zorg dat er een goede omschrijving komt van de meevallerformule, want een meevaller is per definitie iets onverwachts. Die kun je dus niet vooraf voorspellen. Dat kun je altijd alleen maar achteraf vaststellen. De heer Heinen gaat naar Luxemburg voor een vergadering. Als hij met zijn dienstauto gaat en in Luxemburg tankt, dan zal de Staat straks een meevallertje hebben ten opzichte van het geval waarin hij in Nederland getankt had. Dat kun je alleen maar achteraf constateren. Daar kun je niet op voorsorteren, want je weet niet of je dat tankstation zult halen. De heer Van Oostenbruggen begint er al op te anticiperen. De kern van de meevallerformule is dat er blijkt dat er al jarenlang geld overgebleven is en dat je dat geld dat incidenteel beschikbaar komt dan ook incidenteel in gaat zetten. Tijdens de Voorjaarsnota hebben we met bijna de helft van de mensen aan tafel goed moeten bepraten wat incidenteel is en wat structureel is. Dat is weer een hele andere discussie. Zoals die meevallerformule hier nu uitgelegd wordt, dan gaat hij alleen toegepast worden wanneer Pasen en Pinksteren op één dag vallen. Dat is nooit. Ik wil hier toch even markeren dat de meevallerformule in de huidige staat een stukje tekst op een papiertje is en nooit tot uitdrukking zal komen in geld om te investeren in Nederland.
De voorzitter:
Ik hoorde eerder een opmerking dan een vraag. Als u wilt, mag u daarop reageren, maar kort.
Minister Heinen:
Ik zal het kort houden, voorzitter. Of er een meevallerformule wordt afgesproken, is aan formerende partijen. Er is geen wet die het voorschrijft. Als econoom zou ik zeggen: de echte meevallerformule is het trendmatig begrotingsbeleid waarin meevallers naar de staatsschuld gaan in goede tijden, zodat je een buffer opbouwt voor slechte tijden. Dan ademt de inkomstenkant mee met de economie. Daarmee heeft het trendmatig begrotingsbeleid een macro-economische stabilisatiefunctie. Een meevallerformule laat zich dus lastig verhouden tot het trendmatige begrotingsbeleid. De reden waarom ik wel in kan stemmen met een meevallerformule is vanuit behoedzaamheid, om te voorkomen dat meevallers, als ze er zijn, 100% worden uitgegeven. Je moet afspraken maken dat die meevallers teruggaan naar de staatskas, dat kan 50% zijn of 75%. Dat hangt natuurlijk af van de politieke afspraken die je met elkaar maakt. In die zin zou je de meevallerformule nog als een meer disciplinerend instrument kunnen zien. Ik constateer dat hij in deze coalitie vooral gezien is als een formule om op het moment dat er een meevaller is extra uit te geven. Ik denk dat het in de tijd waarin wij leven een zeer onverstandige keuze is om hem op die manier te interpreteren, omdat het tekort al hoog is. We hebben veel krapte, de inflatie is hoog, dus als je meevallers hebt en je extra gaat uitgeven, denk ik dat je al deze elementen versterkt in plaats van oplost. Dat pleit ervoor om hem niet op deze manier te interpreteren, maar nogmaals: elke politieke partij gaat er uiteindelijk zelf over. Het trendmatig begrotingsbeleid staat in de Wet Hof, maar meevallerformules niet. Dat zijn dus interpretatiekwesties, maar als econoom zou ik een andere oproep doen.
Dan over de staatsschuld. De heer Van Houwelingen vraagt naar de toename van de staatsschuld en de rentelasten. Hij vraagt eigenlijk wat ik ervan vind. Het antwoord zal zich wel laten raden, denk ik. Ik ben daar geen voorstander van. In slechte tijden kan de Staat natuurlijk wel een deel van de klap opvangen, mensen helpen aan de keukentafel of ondernemers helpen om een deel te compenseren. Dan zal je zien dat de staatsschuld wat oploopt, maar dan is het wel heel belangrijk dat je, als de economie weer goed gaat, die buffers weer opbouwt. Ik constateer wel het volgende. Ik denk dat de heer Van Houwelingen dezelfde analyse maakt. In slechte tijden wordt vooral de oproep gedaan om meer uit te geven en in goede tijden is de oproep: nu is er geld, dus nu moeten we meer uitgeven. De krachten gaan dus altijd naar "meer uitgeven". Daarom is het ook zo belangrijk dat er politieke partijen zijn, voor een daarvan ben ik actief, die tegen die automatische kracht probeert te drukken en zegt: jongens, we kunnen niet altijd meer uitgeven, we moeten ook minder uitgeven, die staatsschuld omlaag brengen. Ik zeg dat ook vanuit het belang van een kleinere overheid. Ik ben geen fundamentalist die zegt: de kleinste overheid is de beste overheid. Ik denk wel dat je tegendruk moet geven aan die krachten, want als je dat niet doet, heb je uitdijende molochs en ik denk niet dat dit goed is voor de samenleving als geheel en de economie in het bijzonder.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Dank voor de beantwoording. Ik blijf toch met een vraag zitten. Als we op de Raad van State afgaan — en ik denk dat dit voor deze minister een gezaghebbend instituut is — stijgt de staatsschuld richting het eind van het decennium langzaam maar zeker richting die 50%, zeker als we de extra NAVO-uitgaven, die er toch komen, meerekenen. Dat geldt ook voor de collectieve uitgaven. De overheid wordt veel groter en de staatsschuld wordt veel groter. En dat gebeurt onder deze liberale minister in wat toch wordt gezien als een heel rechts kabinet. Hoe kan dat? Het blijft toch vreemd dat dit gebeurt in dit kabinet met deze minister.
Minister Heinen:
De defensie-uitgaven zijn nog niet op mijn begroting gezet. Er zijn nog helemaal geen uitgaven. Er is een politiek commitment afgegeven. Vervolgens gaat de discussie over de vraag waar de dekking vandaan moet worden gehaald. Als je de dekking niet vindt, kan je het ook niet uitgeven. Er is geen geld opgeplust op de Defensiebegroting. De heer Van Houwelingen heeft gelijk: als je de defensie-uitgaven er bovenop zet en je zou die niet dekken, maar de staatsschuld laten oplopen, of je zou die door lasten dekken, dan heb je een grotere collectieve sector. Ik denk dat het verstandig is dat als je deze uitgave in de begroting gaat inpassen en je meer uitgaven gaat doen, je dan ook de keuze moet maken wat betreft waar minder moet worden uitgegeven. Dat gaat samen op wat mij betreft.
Daar gaat een groot politiek debat aan vooraf, want partijen maken andere keuzen. Ik hoor partijen zeggen "laat de staatsschuld maar oplopen", terwijl andere partijen zullen kiezen voor de lasten. Ik denk dat het verstandig is om eerst naar de uitgaven te kijken. Maar nogmaals, we staan nog aan het begin van die discussie, dus je kunt hier nog geen conclusies aan verbinden over waar het heengaat. Ik constateer wel dat het tekort nu nog steeds aan de hoge kant is; als gevolg daarvan loopt de staatsschuld op. Dat is de trend die je nu ziet. Als we nu op onze handen blijven zitten, zal de staatsschuld stijgen naar 49,5% in 2029 en zal die uiteindelijk door die 50% heen schieten. Tenzij we hier politiek besluiten om minder te gaan uitgeven; dan kunnen we die trend weer keren.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Fijn dat de minister zo eerlijk is. Inderdaad loopt de staatsschuld behoorlijk op. De Staat zelf wordt ook groter. Er komt een grotere overheid. Ik wil het toch nog een keer proberen, want het is nog niet helemaal helder. Wat vindt deze minister van Financiën er nou zelf van dat dit de prognoses zijn?
Minister Heinen:
Ik denk dat je op meer manieren kunt kijken. Nogmaals, zeker in de economische situatie waarin wij nu zitten — er is economische groei, er is lage werkloosheid en de inflatie is aan de hoge kant — zou ik niet pleiten voor een expensievere begroting. Ik zou eerder pleiten voor behoedzaamheid en minder uitgeven. Het demissionaire kabinet zet hier extra stappen voor. Dat zie je ook terug als je de begroting verticaal leest, want dan zie je het tekort verder teruglopen. In goede tijden moet je zeker voorkomen dat het tekort te hoog is. Dat delen we met elkaar. Meer principieel zal de economie, als je naar een langere termijn kijkt, omhoog en naar beneden gaan. Met die conjunctuur beweegt een begroting mee. Dat is het trendmatige begrotingsbeleid. In slechte tijden zal je het tekort en de staatsschuld wat zien oplopen en in goede tijden, mits wij hier behoedzaam opereren, zul je die naar beneden zien gaan. Dat heeft een dempende functie, ook in de economie. Dat is macro-economische stabiliteit en dat is zeer verstandig. Je kan niet zeggen dat ten principale de staatsschuld nooit mag stijgen, want als er een economische klap komt, kan de overheid die deels opvangen. Nogmaals, dat moet altijd tijdelijk zijn en in goede tijden moet je dan wel die buffer opbouwen.
Voorzitter. Als laatste bij het onderwerp overheidsfinanciën was er nog één vraag van mevrouw De Vries. Zij vroeg of het kabinet kan toezeggen om voor de structuuranalyse in de Miljoenennota ook te kijken naar investeringsvoorstellen. Dat zal ik doen.
Dan wilde ik naar het onderwerp economie en inkomsten gaan. De heer Dassen vraagt waarom de lasten worden verzwaard als werken moet lonen. Hij verwees naar de tabelcorrectiefactor. De staatssecretaris zal daar straks nader op ingaan. In meer algemene zin hebben wij deze discussie precies gevoerd toen ik hier bij de Algemene Financiële Beschouwingen stond, en later bij de bespreking van het Belastingplan, die ik moest waarnemen. Toen ging het over de btw-verhoging. We hebben elke keer gezegd dat die btw-verhoging het niet-leuke onderdeel is van een pakket. Maar de opbrengsten daarvan worden teruggesluisd naar latere lasten op arbeid. Dat is onderdeel van een bredere wens in deze Kamer om te schuiven van directe naar indirecte belastingen om de lasten op arbeid te verlagen. We hebben toen ook aangegeven dat als de Kamer bij meerderheid besluit om de btw-verhoging niet te steunen, dat gevolgen zal hebben voor de lasten op arbeid. Dat zie je nu ook terug in de Voorjaarsnota. Ik had natuurlijk liever de lasten nog lager gemaakt. Ik wijs er wel op dat de lastenverlichting die wij aan het begin van de kabinetsperiode hebben doorgevoerd, in de sommen zit. Dat zie je terug in het positieve koopkrachtbeeld.
Mevrouw Van Dijk vroeg naar de vooruitblik op de economische effecten van de Voorjaarsnota. Op basis van de motie-Grinwis heeft het kabinet de effecten op inflatie al besproken in de Voorjaarsnota. Die staan omschreven. Het gaat om een heel klein effect. Een neerwaarts effect is waarschijnlijk dominanter dan een opwaarts effect. Het beleid in de Voorjaarsnota is verspreid over de jaren en budgetneutraal, dus een exact effect van individuele beleidsmaatregelen. De economische groei en werkgelegenheid is niet vast te stellen. Maar het Centraal Planbureau komt nog met de cMEV, de concept Macro Economische Verkenning. Dan komt het met een nieuw economisch beeld waarin ook het beleid van de Voorjaarsnota meegenomen is, net als eventuele wijzigingen die hier nog plaatsvinden. Dan zal mevrouw Van Dijk ook zien wat de gevolgen zijn voor bijvoorbeeld koopkracht, tekort en schuld.
Maar ik denk dat mevrouw Van Dijk deze vraag stelt tegen de achtergrond van een verslechterende economische situatie en dat zij die risico's ook ziet. Die zullen we ook in de cMEV terugzien. Het CPB houdt ook rekening met de internationale verslechtering. Dat zal denk ik een afboeking op de groeiprojecties betekenen. Ik denk dat we ons klaar moeten maken voor iets minder goede tijden. Dat wil niet zeggen dat we gelijk naar een recessie schieten; dat vind ik te somber. Maar we zullen zeker zien dat we op een iets lager economisch groeipad komen als gevolg van de handelstarieven, alle discussies daaromheen en voornamelijk door de onzekerheid, die impact heeft op de groeiramingen. Dat heeft natuurlijk ook weer gevolgen voor het saldo.
Mevrouw Van Dijk vroeg ook of ik van plan ben om een visie op de economie op te nemen in de komende Miljoenennota. Daar ben ik graag toe bereid. Ik probeer dat met wat terughoudendheid te doen. Als ik helemaal vanuit mijn klassiekere economische kijk de pen laat vloeien, komt er misschien een visie uit die mevrouw Van Dijk niet helemaal deelt. Ik denk wel dat dat heel verstandig is voor de hele economie. Ik zal proberen er een visie op te geven, maar gezien onze demissionaire status zal ik proberen er zo neutraal mogelijk vorm aan te geven.
De heer Van der Lee had nog een vraag over de arbeidsinkomensquote. Dat is zo'n standaardplaatje dat langskomt op elk fuifje dat we samen hebben. Ik snap dat de heer Van der Lee ernaar vraagt. Tegelijkertijd is de arbeidsinkomensquote slechts een deel van de totale som in de economie. De heer Van der Lee vraagt ernaar omdat hij ziet dat de arbeidsinkomensquote terugloopt. Daarmee kan hij het politieke punt maken dat arbeid aan het kortste eind trekt in vergelijking tot kapitaal. Maar ik moet er wel op wijzen dat die daling uiteraard het gevolg is van de hoge inflatie van de afgelopen jaren. Je ziet met de inhaalgroei op lonen dat de loonontwikkeling nu hoger ligt dan de prijsontwikkeling en dat er een correctie op de arbeidsinkomensquote plaatsvindt. Maar het is waar — we hebben dit debat best wel vaak gevoerd — dat de algemene trend een neerwaartse is. Waar dat precies vandaan komt, is lastig te zeggen. Je ziet dat in de hele westerse wereld. Het is een vraagstuk waar veel economen zich over buigen. Het kan te maken hebben met de structuur van de economie, die zich meer verplaatst naar een winsteconomie. Ik heb in het verleden al aangegeven dat ik hier in de Miljoenennota nader op inga, zodat we dit debat kunnen vervolgen met alle feiten die we dan hebben. Ik zal de economische literatuur daarin meenemen.
De voorzitter:
Het debat met de heer Van der Lee over dit onderwerp gaat verder.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ja, niet in de volle breedte. Ik erken zonder meer dat er allerlei factoren een rol spelen. Mijn punt was gekoppeld aan het directe effect van de Voorjaarsnota. Per saldo stijgen de lasten voor burgers in de periode die in de Voorjaarsnota wordt beschreven met 400 miljoen, terwijl ze voor bedrijven met 1,6 miljard dalen. Daardoor neemt het gat tussen de winstquote en de arbeidsinkomensquote weer verder toe. Daar spreek ik de minister op aan. Dat is het gevolg van zijn beleid. Erkent hij dat en is dat niet precies de verkeerde kant op bewegen?
Minister Heinen:
Ja. Tegelijkertijd werken natuurlijk ontzettend veel krachten in op deze quote. Daarom heb ik gezegd: laat me er in de Miljoenennota op terugkomen. Dan kan ik in kaart brengen wat alle effecten zijn op die arbeidsinkomensquote: loonontwikkeling, prijsontwikkeling et cetera. Dan kunnen we dat debat meer geïnformeerd voeren met elkaar. Dan zal ik, ook naar aanleiding van het verzoek van mevrouw Van Dijk om een visie op economie in de Miljoenennota te zetten, in het licht van de aiq schetsen dat we een heel debat kunnen hebben over de verdeling van de koek, maar dat we uiteindelijk ook moeten werken aan het vergroten van de koek.