Motie : Motie van het lid Van den Brink c.s. over uitspreken dat het wenselijk is dat de Koning in de verkenningsfase de gesprekken voert die moeten leiden tot het voordragen van een informateur
35 788 Kabinetsformatie 2021
Nr. 228
MOTIE VAN HET LID VAN DEN BRINK C.S.
Voorgesteld 18 oktober 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de verkenningsfase niet politiek, maar staatsrechtelijk van aard is;
overwegende dat de verkenningsfase beperkt is en inventariserend van aard, met als
doel de nieuwe Tweede Kamer in staat te stellen snel en weloverwogen te komen tot
de aanwijzing van een (in)formateur als bedoeld in artikel 11.1 van ons Reglement
van Orde;
overwegende dat het conform het advies van de Raad van State de voorkeur verdient
om de verkenningsfase voortaan te verbinden aan een vast ambt, zodat in de korte fase
voor installatie van de nieuwe Tweede Kamer rust gecreƫerd kan worden, transparantie
gewaarborgd is en zorg gedragen wordt voor een gelijk speelveld;
constaterende dat het constitutionele staatshoofd, gelet op diens niet-politieke,
staatsrechtelijke en onafhankelijke positie, de meest neutrale plaats bekleedt;
spreekt uit dat het wenselijk is dat de Koning in de verkenningsfase de gesprekken
voert die moeten leiden tot een gemotiveerde voordracht voor het aanwijzen van een
informateur;
verzoekt de Kamervoorzitter alles te doen wat nodig is om de verkenningsfase na de
verkiezingen van 22 november 2023 op deze manier te laten verlopen;
verzoekt het Presidium om vervolgens met een voorstel te komen om deze inrichting
van de verkenningsfase te verankeren in het Reglement van Orde,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van den Brink
Drost
Van der Plas
Bisschop
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G. van den Brink, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
R. Bisschop, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
N. Drost, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Caroline van der Plas, Tweede Kamerlid