Motie : Motie van de leden Voordewind en Van Helvert over volkenrechtelijk advies vragen over mogelijke erkenning van de Republiek Artsach
35 570 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2021
Nr. 46 MOTIE VAN DE LEDEN VOORDEWIND EN VAN HELVERT
Voorgesteld 12 november 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Azerbeidzjan, gesteund door Turkje met inzet van terroristische
huurlingen uit het Midden-Oosten, tegen het volk van Nagorno-Karabach grove schendingen
van het internationale recht heeft gepleegd, zoals rapporten van Amnesty International
en van Human Right Watch hierover aangeven;
overwegende dat bij de erkenning van Kosovo het principe van remedial secession is
gevolgd, ook door Nederland, wegens ernstige schendingen van mensenrechten en de verplichting
om het recht op zelfbeschikking te respecteren en te bevorderen, en van de verplichting
zich te onthouden van elke gedwongen actie die volkeren dit recht ontneemt;
overwegende dat de Responsibility to Protect een van de kernprincipes is van het Nederlands
buitenlands beleid en dat een commitment van de internationale gemeenschap inhoudt
om te helpen volkeren te beschermen tegen genocide, oorlogsmisdrijven, etnische zuivering
en misdaden tegen de menselijkheid;
overwegende dat na het akkoord ter beƫindiging van de oorlog op 9 november tijdelijk
Russische peacekeepers zijn gestationeerd, om het staakt-het-vuren te bewaken, maar
dat, zolang het gebied geen volkenrechtelijke status heeft, de Armeense bevolking
geen bescherming kan ontlenen aan het volkenrecht;
verzoekt de regering, volkenrechtelijk advies te vragen over de mogelijkheid de Republiek
Artsach te erkennen op basis van het beginsel van remedial secession,
en gaat over tot de orde van de dag.
Voordewind
Van Helvert
Indieners
-
Indiener
J.S. Voordewind, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
M.J.F. van Helvert, Tweede Kamerlid