Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van den Hul over een verdienmodel van een uitzendbureau met een wurgcontract voor docenten
Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over een verdienmodel van een uitzendbureau met een wurgcontract voor docenten (ingezonden 19 juni 2019).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 16 juli
2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Leraar waarschuwt tegen «wurgcontract» van uitzendbureau»?1 Hoe beoordeelt u dat een beginnende leerkracht die zou gaan werken via een Haags
arbeidsbemiddelingsbureau, moest ontdekken dat hij daardoor voorlopig bij vrijwel
geen enkele basisschool in Den Haag meer terecht kan voor een vaste baan?
Antwoord 1
Ja, dat bericht ken ik. Naar mijn mening toont het aan dat het belangrijk is dat leraren
die via een uitzend- of bemiddelingsbureau willen gaan werken het contract vooraf
goed lezen. Het is goed om leraren daarvoor te waarschuwen, zoals de leraar via dit
bericht doet.
Zoals ik eerder heb aangegeven op antwoorden van uw Kamer over de inzet van uitzendbureaus,
vind ik het onwenselijk wanneer de uitzendbureaus de schaarste op de arbeidsmarkt
in het onderwijs aangrijpen om de tarieven te verhogen. De tarieven worden mede verhoogd
omdat (potentiële) leraren worden verleid om voor hun te komen werken via op het eerste
oog aantrekkelijker arbeidsvoorwaarden, zoals een hogere beloning en/of het beschikbaar
stellen van een leaseauto. Hoewel het mijn beeld is dat dit uitwassen zijn, moet dit
zoveel mogelijk worden voorkomen.
Schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor het aanstellen van uitzendpersoneel, in
overeenstemming met wat daarover is afgesproken in de cao. In PO-Raad-verband hebben
besturen zich uitgesproken tegen de inzet van (te dure) uitzendbureaus. Op verschillende
plekken proberen besturen daarom ook gezamenlijk tot afspraken te komen over de inschakeling
van uitzendbureaus.
Vraag 2
Acht u het acceptabel dat een arbeidsbemiddelingsbureau in een contract met de schoolbesturen
vastlegt dat scholen een leerkracht die binnenkomt via dit bureau, daarna een bepaalde
tijd – grofweg tussen een half en een heel jaar – alleen in vaste dienst mogen nemen
als er een afkoopsom van zo’n 8.000 euro wordt betaald?
Antwoord 2
Schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor het aanstellen van voldoende personeel om
het onderwijs vorm te geven. Dat geldt ook voor de afspraken die bemiddelingsbureaus
en besturen maken over de voorwaarden voor de inhuur van personeel.
Hoewel het niet ongebruikelijk is in de wereld van de uitzendbureaus dat er een afkoopsom
wordt gevraagd wanneer een werkgever een werknemer overneemt van een uitzendbureau,
vind ik het niet gewenst dat hier onderwijsgeld aan besteed wordt. De inzet zal moeten
zijn dit te voorkomen (zie ook het antwoord op vraag 1).
Vraag 3
Vindt u het ten opzichte van de betrokken leerkrachten een zinnig excuus dat het contract
verder een zaak tussen het bureau en de school is en de leerkracht op papier nergens
aan vastzit, maar uiteraard wèl de gevolgen ervan ondervindt in de vorm van geringe
kansen op een vaste baan?
Antwoord 3
Uit de casus blijkt mijns inziens eens temeer het belang dat alle partijen vooraf
bekend zijn met de voorwaarden. Voor alle betrokken partijen ligt daarbij een verantwoordelijkheid.
Alleen dan kunnen de afzonderlijke partijen beoordelen of zij onder die voorwaarden
een samenwerking aangaan.
Vraag 4
Wat betekent de komst van zulke constructies voor de aantrekkelijkheid van het lerarenberoep?
Antwoord 4
Zoals geantwoord op vraag 3 zitten er aan het werken via een uitzend- en detacheringsbureaus
voor- en nadelen. Het is aan individuele leraren om een afweging te maken. Mijn advies
aan hen zou wel zijn om voor een duurzaam dienstverband te kiezen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.