Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Dassen over de voorgenomen wijziging van het Besluit Aanwijzing hoofdspoorwegen met het oog op het slopen van de spoorbrug over de Maas in Maastricht
Vragen van het lid Dassen (Volt) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de voorgenomen wijziging van het Besluit Aanwijzing hoofdspoorwegen met het oog op het slopen van de spoorbrug over de Maas in Maastricht (ingezonden 12 november 2025).
Mededeling van Staatssecretaris Aartsen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
3 december 2025)
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de inbrengen in de internetconsultatie van het Besluit Aanwijzing
hoofdspoorwegen aangaande de spoorlijn Maastricht – Lanaken?1
Vraag 2
Herkent u het beeld dat de reacties van zowel Nederlandse als Belgische zijde van
de grens negatief zijn? Zo ja, hoe neemt u deze inbreng mee in de verdere besluitvorming?
Vraag 3
Hoe verhoudt uw voorgenomen besluit zich tot de aangenomen motie Van Dijk/Dassen d.d.
22 september 2025 (Kamerstuk 36 563-10)? Deelt u dat uw voornemen en de dientengevolge sloop van de brug niet past binnen
het verzoek van de motie om samen met uw collega’s uit België en Duitsland kansrijke
verbindingen te inventariseren en vervolgstappen te zetten tot reactivatie?
Vraag 4
Is er sinds het besluit om niet door te gaan met het project tram Maastricht – Hasselt
door u in samenwerking met de Belgische/Vlaamse overheden onderzoek gedaan naar een
alternatief? Zo nee, waarom niet? Zo ja, heeft u daarbij ook de mogelijkheden van
de spoorbrug onderzocht? Kunt u aangeven aan welk alternatief u werkt, welk budget
u hiervoor heeft en wat de planning is voor realisatie?
Vraag 5
Klopt het dat er sinds het stranden van het Spartacusplan geen gezamenlijk overleg
is geweest tussen Nederland, het Federale Ministerie van Mobiliteit, de provincies
Limburg, de Vlaamse Minister van Mobiliteit en Openbare Werken en de gemeenten Maastricht
en Hasselt over een integrale regionale mobiliteitsvisie voor de corridor Hasselt
– Maastricht inclusief de toekomstige rol van het openbaar vervoer?
Vraag 6
Bent u bereid een hernieuwd overleg te starten met alle betrokken overheden in Nederland
en België om te komen tot een gezamenlijk gedragen visie op de ontwikkeling van een
toekomstbestendige hoogwaardige OV-verbinding tussen Hasselt en Maastricht welke ook
bijdraagt aan een verbeterde verbinding tussen Antwerpen en Maastricht en tussen Hasselt
en Aachen conform de motie Van Dijk/Dassen?
Vraag 7
Deelt u de mening dat de spoorbrug in de verbinding Maastricht – Lanaken in de toekomst
mogelijk noodzakelijk kan zijn voor de weerbaarheidsopgave op het Nederlandse en Belgische
spoor gezien de beperkte redundantie in de bestaande west-oostverbindingen?2
Vraag 8
Kunt u bevestigen dat circa 15 jaar geleden 33 miljoen euro is besteed aan renovatie
van deze spoorbrug?
Vraag 9
Kunt u verantwoorden waarom u daarbovenop nu circa 10 miljoen euro, die bestemd was
voor een verbeterde OV-verbinding tussen Maastricht en Hasselt, wilt inzetten voor
de sloop van deze brug?
Vraag 10
Waarom behoudt u het genoemde budget van 10 miljoen euro niet voor het verbeteren
van de OV-verbinding tussen Maastricht en Hasselt?
Vraag 11
Heeft u of de provincie Limburg een marktconsultatie gedaan onder vervoerders om te
zien of er interesse is om te rijden met treinen tussen Hasselt, Lanaken en Maastricht
bijvoorbeeld als onderdeel van de nieuwe OV-concessie voor Nederlands Limburg vanaf
2031? Zo nee, waar baseert u de conclusie op dat er geen interesse is in spoorvervoer
via deze verbinding? Bent u bereid alsnog een marktconsultatie te doen?
Vraag 12
Klopt het dat er geen overleg is geweest tussen uw ministerie en de consumentenorganisaties
in het Locov over de sloop van de spoorbrug terwijl het Locov een wettelijke adviesorgaan
is voor reizigersrelevante spoorse zaken? Klopt het dat het Locov ook niet proactief
is geïnformeerd over de door u genomen besluiten over de spoorbrug in het BO-MIRT?
Hoe heeft u het reizigersbelang in uw besluitvorming geborgd?
Vraag 13
Deelt u de mening dat behoud van de brug onderdeel kan zijn van de oplossing om alsnog
te komen tot een snelle OV-verbinding tussen beide steden?
Vraag 14
Kunt u bevestigen dat technisch gezien een reistijd van circa 25 minuten tussen Hasselt
en Maastricht haalbaar is als de spoorlijn gereactiveerd zou worden terwijl de reistijd
per bus of trambus circa 70 minuten zal zijn?
Vraag 15
Bent u bereid ter uitvoering van voornoemde motie en in het licht van het initiatief
van Rover en Trein Tram Bus en gezien het mogelijke belang voor de weerbaarheid van
ons land uw voorgenomen besluit ten aanzien van het verwijderen van de spoorverbinding
Maastricht – Lanaken uit de hoofdspoorweginfrastructuur in te trekken? Zo nee, wilt
u deze vragen dan beantwoorden voor het CD Spoor d.d. donderdag 18 december 2025 en
uw definitieve besluit niet nemen voordat de Kamer deze heeft kunnen bespreken?
Mededeling
Op 12 november 2025 heeft het lid Dassen vragen (2025Z19686) gesteld over de voorgenomen wijziging van het Besluit Aanwijzing hoofdspoorwegen
met het oog op het slopen van een spoorbrug over de Maas in Maastricht.
De beantwoording van deze vragen vergt helaas meer tijd. Dit om het hoofdlijnenverslag
dat wordt opgesteld als resultaat van de internetconsultatie gelijktijdig te kunnen
publiceren met de beantwoording van de Kamervragen. Ik streef ernaar de antwoorden
zo spoedig mogelijk aan de Kamer te kunnen toesturen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.A. Aartsen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.