Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Teunissen en Koekkoek over de Israëlische aanval op de Global Sumud Flotilla
Vragen van de leden Teunissen (PvdD) en Koekkoek (Volt) aan de Minister en de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over de Israëlische aanval op de Global Sumud Flotilla (ingezonden 25 september 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 11 november 2025).
Vraag 1
Bent u ermee bekend dat de Global Sumud Flotilla, bestaande uit meerdere schepen met
honderden internationale deelnemers, waaronder vijftien Nederlanders, in de nacht
van 23 op 24 september meermalen is aangevallen met drones door Israëlische troepen,
met aanzienlijke schade aan de schepen en gewonden tot gevolg?1, 2
Antwoord 1
Ja, het kabinet is bekend met deze berichten.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de meldingen dat er 13 afzonderlijke aanvallen hebben plaatsgevonden,
waarbij onder andere zeilen zijn kapot gereten en een deelnemer een bijtende stof
in het gezicht heeft gekregen?
Antwoord 2
Het kabinet keurt elke vorm van geweld tegen vreedzame actievoerders af. Er is op
dit moment nog veel onbekend over de precieze aard en toedracht van de voorvallen.
Vraag 3
Bent u ermee bekend dat twee van de Nederlandse deelnemers zich aan boord bevonden
van schepen die daadwerkelijk aangevallen zijn? Welke maatregelen neemt u om hun veiligheid
en die van de overige Nederlanders te garanderen?
Antwoord 3
Het kabinet beschikt niet over eigenstandige informatie over de vermeende droneaanvallen
en kan daarom niet bevestigen dat twee Nederlandse deelnemers zich aan boord bevonden
van de schepen waarop de vermeende droneaanvallen plaatsvonden.
Het kabinet heeft de Israëlische autoriteiten destijds geïnformeerd over de aanwezigheid
van Nederlandse staatsburgers op de schepen van de Flotilla en het Ministerie van
Buitenlandse Zaken heeft de Israëlische autoriteiten meermaals verzocht de veiligheid
van de schepen en hun opvarenden te waarborgen.
Daarnaast heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken destijds aan Spanje en Italië
verzocht om, via hun fregatten die zich op afstand van de Flotilla bevonden voor het
leveren van bijstand aan hun burgers en andere deelnemers van de Flotilla, ook eventuele
bijstand te bieden aan Nederlandse opvarenden in geval van nood.
Sinds de onderschepping van de schepen van de Flotilla door de Israëlische autoriteiten
op 1 en 2 oktober jl. heeft het kabinet zich op alle mogelijke niveaus ingezet voor
een spoedig vertrek van alle betrokken Nederlanders uit Israël. Daarnaast heeft het
Ministerie van Buitenlandse Zaken in contacten met de Israëlische autoriteiten meermaals
aangedrongen op een goede behandeling van de Nederlandse deelnemers.
Zie verder het antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Erkent u dat het aanvallen van schepen met internationale burgers op internationale
wateren een ernstige schending van het internationaal recht vormt? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 4
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de Israëlische autoriteiten verzocht om
een onderbouwing van de juridische basis voor het Israëlische handelen naar aanleiding
van de onderschepping van de schepen. Het kabinet is in afwachting van die onderbouwing.
Vraag 5
Bent u bereid de aanvallen op de Global Sumud Flotilla door Israël krachtig te veroordelen
en binnen de EU en de VN te pleiten voor onmiddellijke maatregelen om een veilige
doorgang voor de vloot te waarborgen?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 6
Bent u het eens met Italië dat in een democratie protest, mits in lijn met internationaal
recht, beschermd moet worden, ook wanneer het via schepen plaatsvindt op zee?
Antwoord 6
Op basis van internationale mensenrechten en het recht van de zee geldt de vrijheid
van demonstratie ook op zee. Dit is expliciet bevestigd in de uitspraak van het arbitraal
tribunaal in de Arctic Sunrise-arbitrage van 14 augustus 2015 (para. 225 e.v.). Wanneer
de vrijheid van demonstratie wordt uitgeoefend in de exclusieve economische zone van
een kuststaat of op volle zee, geldt deze als een internationaal rechtmatig gebruik
van de zee gerelateerd aan de vrijheid van navigatie. Ondanks het fundamentele belang
van de vrijheid van demonstratie is deze vrijheid niet zonder beperkingen. De vrijheid
mag worden ingeperkt wanneer dit nodig is ter bescherming van andere belangen. Dergelijke
inperkingen moeten echter wel voldoen aan de in internationale mensenrechtenjurisprudentie
uitgewerkte criteria (zoals wettelijke basis; gerechtvaardigd doel; en noodzakelijkheid
& proportionaliteit). Het kabinet hecht grote waarde aan de vrijheid van demonstratie,
ook op zee. Wel geldt voor demonstraties op zee, vanwege het feit dat de omstandigheden
op zee anders zijn dan op land, speciale aandacht voor de veiligheid van dergelijke
demonstraties.
Vraag 7
Hoe verhoudt de reactie van Israël zich tot de internationale oproepen, waaronder
die van VN-experts, voor een veilige doorgang van humanitaire flotilla’s?
Antwoord 7
Humanitaire hulp moet onmiddellijk en aanzienlijk worden opgeschaald en moet alle
mensen in nood kunnen bereiken in de hele Gazastrook. Professionele en gemandateerde
hulporganisaties moeten voldoende humanitaire toegang krijgen over land. Nederland
blijft dit benadrukken richting de Israëlische autoriteiten.
Vraag 8
Welke stappen onderneemt Nederland op dit moment, of zal Nederland nemen, om te garanderen
dat Nederlandse staatsburgers aan boord van de Global Sumud Flotilla of vergelijkbare
initiatieven veilig kunnen opereren?
Antwoord 8
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 9
Bent u bereid om, mede gezien de herhaalde aanvallen, binnen de EU te pleiten voor
een structurele VN-gecoördineerde humanitaire zee-corridor naar Gaza, waar ook burgerinitiatieven
zoals de Global Sumud Flotilla onder vallen?
Antwoord 9
Zie het antwoord op vraag 7.
Vraag 10
Bent u bereid om, mocht blijken dat Israël doelbewust schade heeft toegebracht aan
deze schepen met burgers aan boord, op internationaal niveau sancties of juridische
stappen te bepleiten?
Antwoord 10
Het uitgangspunt is dat in beginsel alleen de vlagstaat dergelijke stappen kan ondernemen.
Nederland zou derhalve uitsluitend bevoegd zijn, gelet op het bestaan van exclusieve
rechtsmacht, stappen te ondernemen ten aanzien van Nederlands gevlagde schepen. Voor
zover bekend is geen schade aangericht aan het Nederlands gevlagde schip. Het Ministerie
van Buitenlandse Zaken heeft de Israëlische autoriteiten verzocht om een onderbouwing
van de juridische basis voor het Israëlische handelen naar aanleiding van de onderschepping
van de schepen. Het kabinet is in afwachting van die onderbouwing.
Vraag 11
Bent u bereid deze vragen, gezien de ernst en urgentie van de situatie, voor het commissiedebat
Humanitaire hulp d.d. 25 september 2025 te beantwoorden?
Antwoord 11
De vragen zijn zo spoedig mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.