Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Paternotte en Van der Werf over de beveiliging van de Israëlische delegatie door een voormalig legerofficier met illegale wapens
Vragen van de leden Paternotte en Van der Werf (beiden D66) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Buitenlandse Zaken over de beveiliging van de Israëlische delegatie door een voormalig legerofficier met illegale wapens (ingezonden 1 september 2025).
Antwoord van Minister Van Oosten (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
van Buitenlandse Zaken (ontvangen 11 november 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2025–2026, nr. 99.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Nederland spreekt Israël aan op beveiliging Israëlische delegatie door voormalig
legerofficier met illegale wapens»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Klopt het dat buitenlandse delegaties die beveiligers met wapens meenemen verplicht
zijn dit vooraf te melden bij de Nederlandse autoriteiten, waaronder de Nationaal
Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV)? Kunt u uiteenzetten hoe deze
procedure normaliter verloopt en welke diensten hierbij betrokken zijn?
Was bij het bezoek van de Israëlische delegatie in november 2024 tijdig melding gemaakt
van de aanwezigheid van bewapende beveiliging? Zo ja, welke instanties zijn toen geïnformeerd
en welke actie is daarop ondernomen? Zo nee, hoe is het mogelijk dat een dergelijke
omissie heeft kunnen plaatsvinden?
Antwoord 2 en 3
Ja, buitenlandse delegaties die bewapende beveiliging willen meenemen zijn verplicht
vooraf een verzoek bij de Nederlandse autoriteiten in te dienen. Voor het verlenen
van toestemming voor bewapende beveiliging bij bezoeken van buitenlandse delegaties
geldt in Nederland een strikt afwegingskader. Het betreffende land kan via het Ministerie
van Buitenlandse Zaken een verzoek indienen. Dat verzoek wordt ter beoordeling voorgelegd
aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid. De uitkomst van deze beoordeling wordt
teruggekoppeld aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Pas na expliciete toestemming
van deze bevoegde instanties mag er gewapende beveiliging mee tijdens het bezoek naar
Nederland. Voor delegaties waar geen expliciete toestemming is verleend of waar voor
het verzoek niet is gedaan, is het niet toegestaan om bewapende beveiliging te voeren.
Voor het bezoek waar u naar refereert is door de bevoegde Nederlandse instanties geen
verzoek uit het desbetreffende land ontvangen.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat een ingehuurde beveiliger, een voormalig Israëlisch legerofficier,
bij aankomst op Schiphol werd betrapt met twee pistolen afkomstig uit het illegale
circuit en dat bij hem thuis bovendien een AR-15 werd aangetroffen? Wat is uw oordeel
over deze constatering?
Antwoord 4
Het OM heeft aan mij bevestigd dat bij een op 14 november 2024 op luchthaven Schiphol
aangehouden persoon, zowel bij fouillering ter plaatse als bij een latere doorzoeking
van diens woning, verschillende vuurwapens werden aangetroffen. Wanneer verboden wapenbezit
geconstateerd wordt, is het aan het Openbaar Ministerie om iemand hier al dan niet
strafrechtelijk voor te vervolgen en aan de rechter om hier zijn of haar oordeel over
uit te spreken.
Vraag 5
Welke achtergrondcontroles en toezichtmechanismen bestaan er voor ingehuurde beveiligers
die buitenlandse delegaties in Nederland beschermen? Hoe kon het gebeuren dat iemand
met illegale wapens werd ingezet bij de beveiliging van een officiële delegatie?
Antwoord 5
Beveiligingsorganisaties die in Nederland beveiligingswerkzaamheden willen uitvoeren,
dienen op grond van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus
(Wpbr) te beschikken over een vergunning van de Minister. Wanneer deze beveiligingsorganisaties
personen willen inzetten ten behoeve van particuliere beveiliging behoren zij hiervoor
op grond van de Wpbr toestemming te verkrijgen van de Korpschef voor de betreffende
persoon. De Korpschef toetst hierbij de bekwaamheid en betrouwbaarheid van betrokkene.
Nadat toestemming is verleend controleert de Korpschef dagelijks of er aanleiding
is om het oordeel over de betrouwbaarheid van betrokkene te herzien. Indien wordt
vastgesteld dat de betrouwbaarheid niet langer boven elke twijfel is verheven, kan
de verleende toestemming worden ingetrokken. Het dragen van (vuur)wapens is ten alle
tijden verboden voor particuliere beveiligers.
Vraag 6
Kunt u uitsluiten dat de betreffende beveiliger, ondanks het bezit van illegale wapens,
trainingen heeft verzorgd voor Nederlandse politie- of veiligheidsdiensten? Indien
dit niet kan worden uitgesloten, bent u bereid de Kamer hierover op korte termijn
te informeren?
Antwoord 6
Het is aan de Nederlandse politie- of veiligheidsdiensten om te bepalen wie zij inhuren.
Beide organisaties hebben een eigen beleid ten aanzien van het afnemen van diensten
van derden. Navraag bij de politie en de Koninklijke Marechaussee heeft opgeleverd
dat beide organisaties in het verleden, dus in de periode vóór de aanhouding, incidenteel
diensten hebben afgenomen van het bedrijf waar de aangehouden persoon eigenaar van
is. Het ging onder andere om trainingen waarbij zelfverdedigingstechnieken werden
aangeleerd. Over trainingen bij de inlichtingen- en veiligheidsdiensten worden nooit
uitspraken gedaan.
Vraag 7
Zijn er signalen dat vergelijkbare incidenten (het gebruik van beveiligers met wapens
uit het illegale circuit) vaker voorkomen bij buitenlandse delegaties in Nederland?
Zo ja, kunt u de Kamer hierover informeren en aangeven welke maatregelen worden genomen
om dit in de toekomst te voorkomen?
Antwoord 7
Er zijn mij op dit moment geen signalen of aanwijzingen bekend dat vergelijkbare incidenten
zich eerder hebben voorgedaan bij inkomende buitenlandse delegaties in Nederland.
Vraag 8
Kunt u ingaan op de stelling van deze man in het NRC dat hij aanwijzingen had voor een aanslag? Kunt u aangeven of hij zulke informatie
gedeeld heeft met de overheid?
Antwoord 8
Ik doe in het openbaar nooit uitspraken over individuele gevallen. Wel kan ik u verzekeren
dat indien daartoe aanleiding is de benodigde maatregelen worden getroffen waar dat
nodig wordt geacht, bijvoorbeeld op basis van actuele dreigingsinformatie.
Vraag 9
Kunt u aangeven of de inzet van de Rijksoverheid momenteel voldoet voor de beveiliging
van Joodse instellingen en objecten, mede gegeven de toename van het aantal antisemitische
incidenten?
Antwoord 9
De beveiliging van Joodse instellingen in Nederland heeft de aandacht van het kabinet
en de lokaal bevoegde gezagen. Waar nodig worden door het lokaal bevoegd gezag veiligheidsmaatregelen
getroffen. Deze maatregelen worden zowel zichtbaar als onzichtbaar genomen en op basis
van actuele dreigingsinschattingen, waarbij volledige uitsluiting van risico’s niet
gegarandeerd kan worden. Het is schrijnend dat deze maatregelen in Nederland nodig
zijn, maar we zullen deze inspanningen onverminderd blijven voortzetten zolang de
situatie daarom vraagt.
Vraag 10
Bent u bereid de Kamer per brief te informeren over de lessen die uit deze zaak worden
getrokken, en welke organisatorische en juridische maatregelen u zult nemen om herhaling
te voorkomen?
Antwoord 10
Ik heb er vertrouwen in dat de beantwoording van deze vragen voldoende helderheid
geven over de zorgvuldige procedures die in Nederland worden gehanteerd in dit kader.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.