Schriftelijke vragen : Landbouwgif in populaire snoepgroenten voor jonge kinderen
Vragen van het lid Kostić (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over landbouwgif in populaire snoepgroenten voor jonge kinderen (ingezonden 6 november 2025).
Vraag 1
Heeft u de uitzending gezien van KASSA over pesticiden in populaire snoepgroenten
voor jonge kinderen?1
Vraag 2
Deelt u de bezorgdheid van toxicoloog Scheepers van de Radboud Universiteit over de
door Pesticide Action Network Netherlands (PAN-NL) gevonden hormoonverstorende en
voor de voorplanting giftige pesticiden in deze producten?
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat jonge kinderen extra gevoelig zijn voor blootstelling aan gif,
omdat hun lichaam (met name hersenen, hormoonstelsel, immuunsysteem en voortplantingsorganen)
nog in volle ontwikkeling zijn? Zo nee, op welk concreet recent wetenschappelijk onderzoek
baseert u zich dan?
Vraag 4
Klopt het dat op basis van twee adviezen van het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke
voeding nog steeds twijfel bestaat over de adequaatheid van de bestaande waarden voor
de aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) van landbouwgiffen en residuen, met het oog
op de bescherming van de gezondheid van zuigelingen en peuters, zoals in de richtlijn
2006/125/EG is vermeld?
Vraag 5
Klopt het dat voor een potje voeding voor een peuter van drie jaar een pesticidenorm
is gesteld van maximaal 0,01 milligram per kilogram op basis van deze zorgen over
pesticiden?
Vraag 6
Klopt het dat op verse snoepgroente, veel gegeten in die leeftijd, tot wel soms 10
milligram per kilogram of meer residu (MRL) van bepaalde pesticiden mag zitten, dus
1000 keer zoveel?
Vraag 7
Kunt u bevestigen dat het schadelijk effect van een residu op een verse snoeptomaat
hetzelfde is als dezelfde hoeveelheid residu op een tomaat in een potje peutervoeding?
Zo nee, waarom niet en op welk concreet recent wetenschappelijk onderzoek baseert
u zich dan op?
Vraag 8
Bent u bereid wetgeving hierop aan te passen zodat voor specifieke producten die gericht
zijn op kinderen altijd deze veilige «babynorm» geldt? Zo nee, waarom niet en op welk
concreet recent wetenschappelijk onderzoek baseert u zich dan op?
Vraag 9
Indien u hier niet toe bereid bent, bent u dan bereid met supermarkten afspraken te
maken zodat zij voor deze producten deze veilige norm hanteren bij hun inkoopbeleid?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Bent u bereid jonge ouders en zwangere vrouwen te adviseren zoveel mogelijk gebruik
te maken van onbespoten of biologische producten? Zo nee, waarom niet en waarom laat
u ouders en kinderen bewust extra risico lopen met hun gezondheid?
Vraag 11
Klopt het dat de Europese Commissie (EC), het Europees parlement en de lidstaten al
in 2009 overeenkwamen dat er een uitfasering moest komen op hormoonverstorende pesticiden,
behoudens enkele uitzonderingen, gezien hun mogelijke langdurige en onherstelbare
schadelijke effecten, zelfs bij een lage blootstelling?
Vraag 12
Kunt u aangeven voor hoeveel van de als hormoonverstorend geclassificeerde pesticiden
de toelating sindsdien is ingetrokken en hoeveel nog steeds een toelating hebben in
Nederland?
Vraag 13
Kunt u aangeven wat de meest voorkomende redenen zijn dat bepaalde als hormoonverstorend
geclassificeerde stoffen nog steeds een toelating hebben?
Vraag 14
Kunt u deze redenen afwegen tegen de risico’s voor de gezondheid voor onder andere
jonge kinderen en daarbij aangeven of u het terecht vindt dat deze stoffen nog steeds
zijn toegelaten?
Vraag 15
Wat vindt u ervan dat er meerdere pesticiden met PFAS in snoepgroenten voor kinderen
zijn gevonden?2 3
Vraag 16
Kunt u bevestigen dat kinderen een lager lichaamsgewicht hebben, waardoor ze sneller
te veel PFAS binnenkrijgen en dit ertoe kan leiden dat het immuunsysteem minder goed
werkt?
Vraag 17
Deelt u de mening dat het zeer onwenselijk is dat de gezondheid van kinderen in gevaar
wordt gebracht doordat ze groenten eten die zijn bespoten met pesticiden met PFAS?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 18
Bent u ermee bekend dat Denemarken onlangs heeft besloten om de toelating van 23 landbouwgiffen
in te trekken omdat ze PFAS bevatten?4
Vraag 19
Is er verschil in de feitelijke situatie tussen Nederland en Denemarken waarom in
Denemarken een verbod op pesticiden met PFAS wel als wenselijk en haalbaar is beoordeeld
door de regering en in Nederland (vooralsnog) niet?
Vraag 20
Bent u bereid om alsnog op zeer korte termijn het besluit van Denemarken te volgen
en de toelating van pesticiden met PFAS zo snel mogelijk in te trekken? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 21
Wat vindt u ervan dat op de Nederlandse snoeppaprika’s van Lidl een verdacht reprotoxische
pesticide werd gevonden (spirotetramat) die in Nederland verboden is in de paprikateelt?
Hoe verklaart u dit?
Vraag 22
Hoeveel van de duizenden inspecties pesticiden die de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
(NVWA) jaarlijks doet, zijn de afgelopen vijf jaren gedaan bij snoepgroenten, welke
stoffen zijn gevonden en hoeveel keer werd de «babynorm» van 0,01 milligram per kilogram
overschreden, graag per jaar uitgesplitst?5
Vraag 23
Kunt u deze vragen één voor één en binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ines Kostić, Tweede Kamerlid