Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 847 Wijziging van de Kernenergiewet ten behoeve van bedrijfsduurverlenging van kerncentrale Borssele
ARTIKEL I
ARTIKEL II
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Kernenergiewet te wijzigen
om het vrijmaken van kernenergie in de kerncentrale Borssele voort te kunnen zetten;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Artikel 15a van de Kernenergiewet komt te luiden:
Artikel 15a
1. Om het vrijmaken van kernenergie van de in 1973 in werking gebrachte kernenergiecentrale
Borssele na 31 december 2033 te kunnen voortzetten, doet de vergunninghouder van de
kernenergiecentrale Borssele een aanvraag bij de Autoriteit voor het wijzigen van
de vergunning, bedoeld in artikel 15, onderdeel b, van die inrichting.
2. De wijziging van de vergunning strekt tot verlenging van de ontwerpbedrijfsduur en
het kunnen voortzetten van de exploitatie van de kernenergiecentrale Borssele na 31 december
2033, voor zover het betreft het vrijmaken van kernenergie. De vergunninghouder levert
hiertoe, naast de onderzoeken naar de gevolgen van de voortgezette exploitatie voor
het milieu, in ieder geval een geactualiseerd veiligheidsrapport aan.
3. De Autoriteit toetst de aanvraag tot wijziging van de vergunning aan de belangen,
bedoeld in artikel 15b.
4. De vergunninghouder mag het vrijmaken van kernenergie in die inrichting na 31 december
2033 voortzetten indien de Autoriteit de voornoemde wijziging van de vergunning heeft
verleend.
5. Dit artikel vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Klimaat en Groene Groei,
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.