Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eerdmans over het datalek bij het Openbaar Ministerie
Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het datalek bij het Openbaar Ministerie (ingezonden 25 augustus 2025).
Antwoord van Minister Van Oosten (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 4 november 2025).
            Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2025–2026, nr. 3103.
         
Vraag 1
            
Kunt u toelichten welke herstelstappen sinds de hack zijn gezet om herhaling te voorkomen
               en hoe u de effectiviteit van deze maatregelen verifieert, specifiek met het oog op
               bescherming van gevoelige categorieën informatie, zoals adressen van Blijf-van-mijn-lijf-huizen
               en andere beschermde opvanglocaties, gegevens over kroongetuigen en hun naasten, dossiers
               over zware georganiseerde misdaad en terrorisme, interne HR-dossiers die officieren
               van justitie en andere functionarissen mogelijk chantabel of afpersbaar maken?
            
Antwoord 1
            
Er zijn sinds de ontdekking van de ICT-inbreuk meerdere herstelstappen gezet. Hierover
               is uw Kamer per brief op 23 juli, 4 augustus, 12 augustus en 3 september geïnformeerd.1 Het OM voldoet aan de kaders en richtlijnen voor informatiebeveiliging die door het
               Rijk en het Ministerie van Justitie en Veiligheid worden voorgeschreven. Het OM is
               dit verplicht als zelfstandige organisatie binnen het justitiedomein. Dit zal voor
               de toekomst ongewijzigd blijven en langs deze kaders en richtlijnen zijn de herstelwerkzaamheden
               ook verder uitgevoerd.
            
De livegang van de systemen van het OM vond stapsgewijs plaats zodat per stap extra
               monitoring en detectie kon plaatsvinden. Elk systeem dient zeker te worden gesteld
               voordat het weer live kan gaan. Die fasering heeft te maken met de volgorde waarin
               systemen moeten worden opgestart; die volgorde voorkomt dat werkprocessen met en tussen
               ketenpartners worden verstoord als informatie uit de verschillende systemen niet in
               de goede volgorde wordt ingeladen. Over de impact op de strafrechtketen naar aanleiding
               van de offlinegang van het Openbaar Ministerie (OM) is uw Kamer reeds geïnformeerd.2 Ook is uw Kamer geïnformeerd over het besluit dat samen met het OM is genomen om
               onderzoek te doen over de ICT-inbreuk.3 Dat onderzoek zal zich onder andere moeten richten op de wijze waarop incidenten
               in de informatiebeveiliging in de toekomst voorkomen kunnen worden.
            
Vraag 2 t/m 5
            
In hoeverre kan technisch of forensisch worden vastgesteld of adressen van Blijf-van-mijn-lijf-huizen
               en andere beschermde opvanglocaties, gegevens over kroongetuigen en hun naasten of
               dossiers over zware georganiseerde misdaad en terrorisme, daadwerkelijk zijn ingezien
               of buitgemaakt?
            
Welke specifieke maatregelen zijn genomen om te achterhalen of HR-dossiers van medewerkers,
               inclusief aanklagers en officieren van justitie, mogelijk in handen van kwaadwillenden
               zijn gekomen en hen kwetsbaar maken voor chantage en/of afpersing?
            
Zijn er signalen of indicaties dat met mogelijk buitgemaakte informatie al pogingen
               zijn gedaan om procespartijen, getuigen of medewerkers van het Openbaar Ministerie
               (OM) te beïnvloeden of te intimideren?
            
Betekent, dat u stelt dat er geen aanwijzingen zijn voor datamanipulatie, ook kunt
               uitsluiten dat gevoelige gegevens zijn gekopieerd of op termijn kunnen worden misbruikt?
               Zo nee, welke voorzorgsmaatregelen zijn getroffen tegen langdurig sluimerend misbruik?4
Antwoord 2 t/m 5
            
Inmiddels is een eerste technisch en forensisch onderzoek uitgevoerd. Tot op heden
               zijn er geen aanwijzingen dat data (strafvorderlijk of anderszins) is gemanipuleerd
               of weggehaald. Er wordt nog nader strafrechtelijk onderzoek gedaan. Over het lopende
               strafrechtelijke onderzoek kan ik geen mededelingen doen.
            
Er zijn maatregelen genomen om risico’s zoals hernieuwd misbruik van systemen en het
               risico op datamanipulatie te mitigeren. Inmiddels is het OM weer online.
            
Vraag 6
            
Kunt u uiteenzetten hoe het OM en het ministerie ervoor zorgen dat ook ketenpartners
               zoals politie, rechtspraak en opvanginstellingen volledig op de hoogte zijn van de
               mogelijke risico’s, zodat zij preventief maatregelen kunnen nemen?
            
Antwoord 6
            
De gehele afsluiting van het OM van het internet had impact op het OM zelf en op alle
               samenwerkingspartners. De samenwerkingspartners werden goed geïnformeerd door het
               OM. Door alle betrokkenen is dagelijks hard gewerkt om de ontstane knelpunten en effecten
               zoveel mogelijk op te lossen, met als doel de impact zoveel mogelijk beperken en de
               mogelijke risico’s mitigeren. Over de impact op de strafrechtketen bent u op 12 augustus
               jl. geïnformeerd.5
Vraag 7
            
Acht u het zinvol en noodzakelijk om, naar analogie van de kritische financiële sector,
               zo snel mogelijk de eis neer te leggen dat bij organisaties met een essentiële rol
               in de rechtsstaat, zoals het OM, een onafhankelijke risicofunctie wordt belegd, met
               specifieke focus op cyberveiligheid en integriteitsbescherming?
            
Antwoord 7
            
Ik acht het zinvol dat het OM hier op in blijft zetten, vanwege de (digitale) weerbaarheid
               van deze kritische organisatie binnen de rechtsstaat. Dit vraagt continu aandacht
               gezien de toenemende dreiging van verschillende actoren. Grotendeels wordt dit vormgegeven
               door het CIO-stelsel Rijk6 en de compliance structuren die daaruit volgen. Voorbeelden hiervan waar het OM gebruik
               van maakt zijn de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) en het Voorschrift
               Informatiebeveiliging Rijksdienst Bijzondere Informatie (VIRBI).
            
Zoals ik onder mijn antwoord op vraag 1 ook heb vermeld, zal ik samen met het OM een
               onderzoek laten uitvoeren naar de ICT-inbreuk. Hiervoor zal een onafhankelijke commissie
               van nog aan te stellen deskundigen op het gebied van onder meer cybersecurity, IT
               en informatievoorziening worden ingesteld. Een deel van het onderzoek zal zich richten
               op het versterken van de weerbaarheid van de IT en informatievoorziening van het OM,
               mede in relatie tot de ketenorganisaties. Over de planning en resultaten van het onderzoek
               zal ik u op een later moment verder informeren.
            
Vraag 8
            
Bent u bereid de Kamer periodiek en vertrouwelijk te informeren over de stand van
               zaken, ook als er geen nieuwe incidenten worden ontdekt, om het vertrouwen in de veiligheid
               van het OM te herstellen en te behouden?
            
Antwoord 8
            
Ik informeer de Kamer al regelmatig over de stand van zaken.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.