Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Piri over beschietingen door de Libische kustwacht op NGO schepen in de Middellandse Zee
Vragen van het lid Piri (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over beschietingen door de Libische kustwacht op NGO schepen in de Middellandse Zee (ingezonden 1 oktober 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister van Asiel
            en Migratie (ontvangen 3 november 2025).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met de beschietingen van het schip Sea-Watch 5 op 26 september jl. en
               de Ocean Viking op 24 augustus jl.?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Heeft u ook kennisgenomen van het feit dat de betreffende schepen onder vuur zijn
               genomen, dat deze aanvallen ogenschijnlijk door de Libische kustwacht zijn gepleegd,
               dat deze aanvallen plaatsvonden op internationale wateren en dat onder de bemanning
               van de getroffen schepen ook Nederlandse staatsburgers waren?
            
Antwoord 2
            
Het kabinet heeft kennisgenomen van deze incidenten in de Middellandse Zee. Het kabinet
               beschikt niet over geverifieerde en bevestigde informatie dat de beschietingen werden
               gepleegd door de Libische kustwacht, en beschikt daarnaast niet over informatie dat
               zich onder de bemanning van de getroffen schepen zich ook Nederlandse staatsburgers
               bevonden. Voor zover bekend hebben zich geen Nederlandse staatsburgers aangemeld voor
               consulaire bijstand.
            
Vraag 3
            
Veroordeelt u deze beschietingen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
            
Het kabinet veroordeelt geweld tegen burgers, waaronder hulpverleners, altijd. Daarom
               is het van belang dat de Libische autoriteiten dit incident nader onderzoeken en gepaste
               maatregelen nemen. Hier hebben de Nederlandse ambassade en de EU-delegatie in Tripoli
               dan ook bij de Libische autoriteiten op aangedrongen.
            
Vraag 4
            
Welke acties heeft u sinds 24 augustus jl. ondernomen om Nederlandse staatsburgers
               en humanitaire hulpverleners op de Middellandse Zee te beschermen?
            
Antwoord 4
            
Sinds 24 augustus zijn geen verzoeken binnengekomen voor consulaire bijstand of dergelijke
               van Nederlandse staatsburgers op de Middellandse Zee. Het kabinet volgt de situatie
               en vraagt waar opportuun om aandacht voor het waarborgen van veiligheid van hulpverleners
               in het algemeen en Nederlanders in het bijzonder (zie ook vraag 3).
            
Vraag 5
            
In welke mate zijn de acties van deze Libische kustwacht volgens u gefaciliteerd door
               Europese gelden en tot in welke mate zijn ze aangemoedigd door Europees beleid?
            
Antwoord 5
            
De Libische kustwacht ontvangt sinds 2017 ondersteuning via Europese fondsen in het
               kader van het programma Support to Integrated Border and Migration Management in Libya
               (SIBMMIL). Deze steun is bedoeld om de zoek- en reddingscapaciteit van de Libische
               autoriteiten te verbeteren, mensenlevens op zee te redden, irreguliere migratie te
               beperken en mensensmokkel tegen te gaan. Daarbij is versterking van mensenrechtenstandaarden
               nadrukkelijk een onderdeel van de inzet.
            
Het is voor het kabinet niet met zekerheid vast te stellen of de beschietingen door
               de Libische kustwacht werden gedaan, en als dat wel zo zou zijn is het voor het kabinet
               ook niet met zekerheid vast te stellen in hoeverre het specifieke incident waarbij
               ngo-schepen zijn beschoten direct, dan wel indirect is gefaciliteerd door Europese
               middelen. Wel laat dit soort incidenten opnieuw zien dat het essentieel is dat Europese
               steun gepaard gaat met strikte voorwaarden en controlemechanismen. Nederland pleit
               dan ook consistent voor adequate monitorings- en evaluatiemechanismen in EU-financiering.
               De Europese Commissie monitort de uitvoering van programma’s en voert hier een dialoog
               over met de betrokken implementerende partners en overheden.
            
Vraag 6
            
Hoe beoordeelt u de rol van Nederland in het mogelijk maken, faciliteren of zelfs
               aanmoedigen van mensenrechtenschendingen en het niet naleven van internationale zeerecht-standaarden
               door Libische kustwacht en de Libische regering als geheel?
            
Antwoord 6
            
Nederland heeft de bescherming van migranten als rode draad in het beleid inclusief
               het naleven van internationale zeerechtstandaarden en Nederland zal betrokken partijen
               blijven aanspreken op het monitoren van de uitvoering van programma’s op een manier
               die strookt met de universeel geldende mensenrechten, alsmede de internationale standaarden
               van het zeerecht. Zie ook het antwoord bij vraag 5.
            
Vraag 7
            
Hoe verzekeren u en uw Europese collega’s dat de EU-financiering voor de Libische
               kustwacht niet leidt tot schendingen van het internationaalrecht?
            
Antwoord 7
            
Zie het antwoord bij vraag 5.
Vraag 8
            
Welke specifieke maatregelen bent u bereid te nemen om de veiligheid van Nederlandse
               burgers en humanitaire hulpverleners op internationale wateren te beschermen tegen
               geweldsincidenten?
            
Antwoord 8
            
Het kabinet hecht waarde aan de bescherming van hulpverleners wereldwijd. Op 3 juni
               2025 verstuurde het Ministerie van Buitenlandse Zaken een adviesaanvraag aan de AIV
               en CAVV voor een gezamenlijk advies over het bestrijden van straffeloosheid voor geweld
               tegen hulpverleners.2
Nederland neemt op voorhand geen specifieke maatregelen om burgers en hulpverleners
               op internationale wateren te beschermen, maar blijft wel aandacht vragen voor het
               respecteren van internationaal recht, waaronder de mensenrechten. Hulpverleners mogen
               nooit het doelwit zijn van geweld, ook niet wanneer zij zich in internationale wateren
               bevinden.
            
Vraag 9
            
Bent u voornemens om respectievelijk uw Libische, Italiaanse en andere Europese collega’s
               aan te spreken op deze beschietingen door de Libische kustwacht? Zo ja, met welke
               lezing van de gebeurtenissen en concrete voorstellen bent u van plan dit te doen?
               Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 9
            
Voor het kabinet is het terugdringen van irreguliere migratie een prioriteit. Het
               is daarom goed dat de EU een actieve bijdrage levert aan het versterken van de zoek-
               en reddingscapaciteit van de kustwacht, ook om verlies van levens op zee te voorkomen.
               Bij incidenten zoals de beschieting van de Sea-Watch 5 is het van belang dat de Libische
               overheid gedegen onderzoek uitvoert en, indien nodig, de misdaden bestraft en gepaste
               maatregelen neemt. Het kabinet blijft in EU-verband en bilateraal aandacht vragen
               voor (gewelds)incidenten waar de Libische kustwacht mogelijk bij betrokken is. Deze
               incidenten onderstrepen het belang van voortdurende monitoring, evenals de noodzaak
               om de voorwaarden en uitvoering van Europese steun aan Libische autoriteiten kritisch
               te blijven volgen en indien nodig bij te stellen.
            
Vraag 10
            
Bent u bereid om te pleiten voor opschorting van de Europese steun aan de Libische
               kustwacht, zolang de Libische autoriteiten geen concrete maatregelen nemen om deze
               beschietingen te voorkomen? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 10
            
Zoals verwoord in het antwoord op vraag 5 steunt Nederland de EU-inzet om Libisch
               grensmanagement te versterken en om doden op zee te voorkomen door SAR-capaciteit
               te verbeteren. Tegelijkertijd acht het kabinet het van belang dat er een gedegen onderzoek
               naar de incidenten plaatsvindt. Hiertoe heeft het kabinet bilateraal en EU-verband
               opgeroepen.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken - 
              
                  Mede namens
D.M. van Weel, minister van Asiel en Migratie 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.