Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid El Abassi over het bericht ‘OP wil alsnog volledige sanering vervuilde grond Havenhoofd en Veerdam, maar dat lijkt een utopie’
Vragen van het lid El Abassi (DENK) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «OP wil alsnog volledige sanering vervuilde grond Havenhoofd en Veerdam, maar dat lijkt een utopie» (ingezonden 2 oktober 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Aartsen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 27 oktober
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2025–2026, nr. 268.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «OP wil alsnog volledige sanering vervuilde grond Havenhoofd en Veerdam, maar dat
lijkt een utopie»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u ermee bekend dat de desbetreffende grond met minstens achttien gifstoffen,
waarond polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s), kwikdichloride en arseen
is vergiftigd?
Antwoord 2
De uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving voor bodemsanering zijn
gedecentraliseerd. Daarom is naar aanleiding van de vragen contact gezocht met het
bevoegd gezag voor deze saneringslocaties, de provincie Zuid-Holland en via de provincie
met de omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ). De provincie Zuid-Holland is verantwoordelijk
voor beheer en nazorg op de locatie, behalve voor de periode van 2011 tot en met 2020.
In die periode was via een bestuurlijke overeenkomst de gemeente Papendrecht opdrachtgever
voor het beheer van de nazorglocaties namens de provincie. De OZHZ heeft taken uitgevoerd
namens de provincie en gemeente. Veel informatie is te vinden in de recente beantwoording
van vragen aan de provincie2 en de gemeente3 over deze locatie.
Van het bevoegd gezag is vernomen dat in het verleden op de locatie een houtverduurzamingsbedrijf
stond waardoor de bodem verontreinigd is geraakt. In 1996–1997 is de locatie gesaneerd.
Onder de toen aangebrachte leeflaag van ongeveer een meter dik is een restverontreiniging
aanwezig. In 1999 heeft de provincie, toen bevoegd gezag, vastgesteld dat de sanering
voltooid is en dat in het kader van zogenaamde nazorg een monitoring moest worden
uitgevoerd. Deze monitoring heeft in de periode 1999–2024 plaatsgevonden. Op basis
van de resultaten van de monitoring is geconcludeerd dat een stabiele eindsituatie
is bereikt, waarna met de monitoring kon worden gestopt. Hiermee is ingestemd door
de OZHZ, waar de provincie Zuid-Holland de uitvoering van de betreffende bodemtaken
heeft belegd.
Vraag 3
Bent u ermee bekend dat er boven op de toxische grond 26 huizen zijn gebouwd waarvan
14 huishoudens te maken hebben gekregen met kanker?
Antwoord 3
De enige bij het ministerie bekende informatie hierover is een citaat van het Kamerlid
El Abassi in een bericht in de lokale media4. Ook bij de provincie is hierover geen informatie bekend.
Vraag 4
Is het uws inziens verantwoord dat de betreffende bewoners pas vijftien jaar na aankoop
van hun huizen werden geïnformeerd over de toxische grond waarboven ze leefden? Snapt
u hun zorgen over hun eigen gezondheid en veiligheid en die van hun kinderen?
Antwoord 4
De verontreiniging onder de leeflaag was in 2009 al bekend. Dit blijkt uit het saneringsverslag
en de beslissing van de provincie hierop. Hierin wordt aangegeven dat de locatie geschikt
is om op te wonen. Hierbij geldt wel de gebruiksbeperking dat de aangebrachte leeflaag
in stand gehouden moet worden. Door de leeflaag is er bij gewoon gebruik geen blootstelling
aan de verontreinigde grond onder deze laag en zijn er dus ook geen gezondheidsrisico's.
De verkoper moet de koper hierover informeren. Informatie over de verontreinigingssituatie
staat in de koopcontracten van de nieuw gebouwde woningen, zie ook de antwoorden op
de vragen die hierover aan de gemeente Papendrecht gesteld zijn (zie voetnoot 3, antwoord 1.20
en 2.1 van de gemeente).
De bewoners zijn vertegenwoordigd in een bewonerscomité. In 2009 is in overleg met
dit comité een verifiërend deklaagonderzoek uitgevoerd. Het onderzoek bestond onder
meer uit het vaststellen van de dikte en van de kwaliteit van de leeflaag in de tuinen
en uit het uitvoeren van luchtmetingen in verschillende kruipruimten (zie ook het
antwoord op vraag 6). Het onderzoek en de metingen waren voor het bevoegd gezag geen
aanleiding om terug te komen op het oordeel dat door de sanering de locatie geschikt
was voor de functie. Er bleken uit dat onderzoek geen risico’s voor de menselijke
gezondheid.
Vraag 5
Snapt u dat de bewoners zich zorgen maken dat de gemeente miljoenen ontvangen heeft
om de grond te reinigen, maar uiteindelijk van totale sanering heeft afgezien, terwijl
het ook onduidelijk is wat er wél met het geld is gebeurd?
Antwoord 5
Het is goed voorstelbaar dat bewoners vragen hebben over de besteding van middelen.
Bij een sanering wordt doorgaans niet alle verontreinigde grond verwijderd. Doel is
vaak om een locatie geschikt te maken voor het beoogd gebruik. Dat kan door het aanbrengen
van een leeflaag, zoals bij het Havenhoofd en de Veerdam is gedaan. Dit is een gangbare
en bewezen techniek. Door de leeflaag wordt contact met de onderliggende verontreinigde
grond voorkomen. Daarom is het ook belangrijk om de leeflaag in stand te houden. Bijzonderheid
bij de locatie in kwestie was dat sprake was van een verlaagd terrein. Daarom is vooral
grond aangebracht (ophoging) om de reguliere leeflaagdikte van één meter te bereiken.
Er hoefde daarom maar beperkt grond afgegraven en afgevoerd te worden.
De sanering (aanbrengen van een leeflaag) is dus wel uitgevoerd. Dit was in opdracht
en op kosten van de provincie, het bevoegd gezag. De gemeente Papendrecht heeft de
sanering namens de provincie uitgevoerd. Als bevoegd gezag heeft de provincie ingestemd
met het behaalde saneringsresultaat en het nazorgplan. De besteding van middelen aan
de sanering door de gemeente is door een accountant gecontroleerd en correct bevonden,
zo blijkt uit de beantwoording van de vragen door gedeputeerde staten van Zuid-Holland.2
Vraag 6
Wat vindt u ervan dat de kruipruimten in hun huizen niet dampdicht zijn en dat de
bewoners aangeven dat er pas na hun aankoop van de betreffende huizen, gasmeters zijn
geplaatst waarvan nog altijd niet bekend is door wie ze zijn geplaatst en hoe ze zijn
gemonitord?
Antwoord 6
Voor zover bij het ministerie bekend zijn bij de locatie Havenhoofd en Veerdam geen
permanente gasmeters geplaatst. Die hoeven dus ook niet gemonitord te worden. Wel
zijn na de sanering periodiek controlemetingen uitgevoerd om de situatie te monitoren.
In 2010 is een verhoogde binnenluchtwaarde (kwik) gemeten in een kelder en een studeerkamer.
Dit was waarschijnlijk te wijten aan een stukgevallen kwikthermometer. Voor de zekerheid
zijn daarna in 2015, 2018 en 2021 binnenluchtmetingen uitgevoerd. In 2015 is bij één
woning een verhoogde concentratie kwik gemeten in een kruipruimte. In de verblijfsruimte
was het gehalte kwik onder de detectiegrens. Sinds 2018 zijn geen verhoogde concentraties
meer gemeten. De resultaten zijn beoordeeld door het bevoegd gezag en akkoord bevonden.
Tot slot is het dampdicht maken van kruipruimtes een maatregel die genomen kan worden,
maar dat is niet altijd nodig. Ook door voldoende ventilatie kan voorkomen worden
dat gassen zich ophopen in de kruipruimtes en de kwaliteit van de binnenlucht beïnvloeden.
In deze situatie is destijds door het bevoegd gezag beoordeeld dat ventilatie voldoende
was.
Vraag 7
Bent u het er, uit het oogpunt van preventieve veiligheid, mee eens dat dit soort
maatregelen voorafgaand aan de verkoop van huizen genomen moet worden? Bent u het
ermee eens dat de desbetreffende bewoners daarom het recht hebben om hier alsnog nader
en compleet over geïnformeerd te worden?
Antwoord 7
In de praktijk is het treffen van maatregelen voorafgaand alleen mogelijk als op het
moment van verkoop de verontreiniging bekend is. Bij Havenhoofd en Veerdam was een
deel van de woningen al bestaand toen de historische verontreiniging werd ontdekt
en de sanering is uitgevoerd. Dan kunnen alleen maatregelen achteraf worden genomen.
Er is veel aandacht besteed aan het informeren van de bewoners wat betreft nazorg.
De beschikking op het nazorgplan is aan alle bewoners binnen het nazorggebied toegestuurd.
Daarnaast is door de gemeente ook een toegankelijke informatiefolder over de sanering
en nazorg beschikbaar gesteld.
In het verleden vond jaarlijks een overleg plaats met het bewonerscomité en de wethouder
van de gemeente. Hierin werd de stand van zaken rondom de nazorg toegelicht, waarna
het nazorgstatusrapport (inclusief samenvatting) aan het bewonerscomité werd toegezonden.
De rapportages en beoordelingsbrieven van de nazorg zijn conform beschikking elk jaar
naar het bewonerscomité verzonden. Vanaf 2020 is op verzoek van het bewonerscomité
de communicatie afgebouwd. Het nazorgstatusrapport (inclusief samenvatting) wordt
vanaf 2021 ter informatie gemaild naar het comité en een bewoner die daar specifiek
om verzocht heeft. Het laatste nazorgstatusrapport is op 24 juli 2024 ter informatie
verzonden.
Vraag 8
Bent u bereid om contact op te nemen met de relevante partijen om de lokale bestuurlijke
impasse te doorbreken, aangezien de kwestie dermate zwaarwegend is?
Antwoord 8
Zoals aangegeven bij antwoord 1, is contact opgenomen met het lokaal bevoegd gezag.
Uit de aangeleverde informatie blijkt niet dat er sprake is van een bestuurlijke impasse.
Bovendien heeft het bewonerscomité een brief geschreven aan de gemeente Papendrecht
waarin aangegeven wordt dat het overgrote deel van de bewoners zich geen zorgen maakt
over de uitgevoerde bodemsanering en aanwezige restverontreiniging onder de afdeklaag.
Vraag 9
Bent u het ermee eens dat er te veel onduidelijkheid bestaat omtrent dit dossier en
dat het alle partijen helpt als er een feitenonderzoek komt waar het ministerie het
overzicht over behoudt?
Antwoord 9
In provinciale staten van Zuid-Holland en in de gemeenteraad van Papendrecht zijn veel vragen gesteld in het verleden en beantwoord. Eventuele aanvullende
vragen kunnen het beste worden beantwoord door de overheden die op basis van de bodemregelgeving
hiervoor verantwoordelijk zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.A. Aartsen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.