Schriftelijke vragen : Het bericht 'Meesters veruit in de minderheid in basisonderwijs: ’Kinderen in de klas hebben mannelijke rolmodellen nodig’'
Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie) aan de Minister en Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Meesters veruit in de minderheid in basisonderwijs: «Kinderen in de klas hebben mannelijke rolmodellen nodig»» (ingezonden 27 oktober 2025).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Meesters veruit in de minderheid in basisonderwijs:
«Kinderen in de klas hebben mannelijke rolmodellen nodig»»?1
Vraag 2
Hoe reflecteert u op het feit dat het percentage mannelijke leraren tussen 2016 en
2022 niet is gestegen en hoe komt dit volgens u?
Vraag 3
Heeft u ook met instemming kennisgenomen van de uitspraak van de voorzitter van het
Landelijk Overleg Lerarenopleiding Basisonderwijs (LOBO) over dat ze in 2030 zo’n
30 procent aan mannelijke studenten willen hebben?
Vraag 4
Liggen er aan dat streefcijfer ook concrete afspraken tussen de lerarenopleidingen
ten grondslag, naast dat er in september tips zijn opgesteld?
Vraag 5
Op welke manier wordt bijgehouden of het percentage mannelijke studenten inderdaad
hoger wordt en hoe wordt bijgestuurd als stijging uitblijft?
Vraag 6
Herinnert u zich motie-Ceder c.s. en bent u het eens dat 30 procent mannelijke studenten
nog geen 30 procent meesters betekent, gezien de uitval van mannelijke studenten op
de pabo, evenals van startende mannelijke leraren?2
Vraag 7
Op welke manier zet het werkveld zich in voor het behoud van mannelijke leraren en
bent u bereid hen aan te moedigen om daar concrete afspraken over te maken en, in
navolging van de lerarenopleidingen, een streefcijfer op te stellen, in lijn met motie-Ceder c.s.?
Zo ja, wanneer kan de Kamer deze afspraken verwachten? Zo nee, waarom niet?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Don Ceder, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.