Schriftelijke vragen : De kabinetsinzet bij de Ministeriële Conferentie van ESA 2025
Vragen van de leden Postma (Nieuw Sociaal Contract), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Sneller (D66) en Inge van Dijk (CDA) aan de Minister van Economische Zaken over de kabinetsinzet bij de Ministeriële Conferentie van ESA 2025 (ingezonden 16 oktober 2025).
Vraag 1
Waarom kiest u ervoor om bij de komende Ministeriële Conferentie (MC25) van de Europese
Ruimtevaartorganisatie (ESA) op hetzelfde nominale niveau van € 170 miljoen in te
schrijven als in 2022, terwijl toen nog sprake was van € 53,6 miljoen aan incidentele
ophogingen?1
Vraag 2
Klopt het dat Nederland daarmee opnieuw ver onder de ESA-norm blijft (ongeveer 2,4%
in plaats van 4,7% naar rato van het bruto binnenlands product (bbp)? Welke overwegingen
liggen aan dit besluit ten grondslag?
Vraag 3
Erkent u dat deze nominale bevriezing, gecorrigeerd voor inflatie, feitelijk neerkomt
op een reële bezuiniging van ongeveer 25%, zoals het Netherlands Space Office (NSO)
in zijn advies constateert?2
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de constatering in het NSO-advies dat het huidige budget «circa 25
procent lager ligt dan wat Nederland in 2022 heeft ingeschreven in technologieontwikkelingen
en productie via ESA-samenwerkingen» en dat hierdoor «invloed en toegang tot cruciale
diensten onder druk staan»?
Vraag 5
Het NSO adviseert om het ruimtebudget «zo snel mogelijk in lijn te brengen met de
door het kabinet onderschreven belangen en ambities» en waarschuwt dat Nederland anders
«niet een stap voorwaarts maar een stap achteruit» zet, dit advies is nu niet opgevolgd;
welke mogelijkheden ziet u nog om de investeringen in de ruimtevaart in lijn te brengen
met de kabinetsreactie op de Langetermijnagenda Ruimtevaart? Bent u bereid dit in
kaart te brengen voor de formatiegesprekken? (zie ook vraag 12)
Vraag 6
Welke gevolgen heeft deze lagere ESA-inzet voor de Nederlandse geo-return (NL: geografische teruggave) en voor de opdrachten aan de kennis- en industriële
partners die nu deelnemen aan programma’s zoals Ariane 6, Vega-C en Artemis?
Vraag 7
Klopt het dat de Nederlandse bijdrage aan ESA’s lanceerdersprogramma (€ 40–45 miljoen)
grotendeels verplicht is vanwege eerder aangegane toezeggingen bij de conferentie
in 2021 en dus weinig ruimte laat voor nieuwe strategische investeringen?
Vraag 8
Kunt u inzichtelijk maken hoe het budget met € 60 miljoen per jaar kan worden opgehoogd
naar het niveau zoals in de kabinetsreactie op de Langetermijn Ruimtevaartagenda wordt
voorgesteld?3
Vraag 9
Bent u bekend met het recente interview van de ESA-topman in NRC: «ESA-baas: «Met
zo’n lage bijdrage zal Nederland ruimtevaartactiviteiten verliezen»»?4 Wat vindt u ervan dat ESA activiteiten gaat weghalen bij het Europees Ruimteonderzoek-
en Technologie Centrum (ESTEC) in Noordwijk omdat de Nederlandse bijdrage relatief
veel lager is dan die van andere ESA-lidstaten? Vindt u het wenselijk dat met uw ambitie
om meer te investeren in innovatie en onderzoek, in deze tijden van geopolitieke spanningen
waarbij ruimtevaart essentieel is om de Europese veiligheid te waarborgen, ruimtevaartactiviteiten
in Nederland worden weggehaald?
Vraag 10
Bent u zich ervan bewust dat dit besluit concrete negatieve consequenties gaat hebben
voor de Nederlandse ruimtevaartindustrie? Hoewel de woorden in de brief mooi zijn
en spreken van ambitie, verhouden zij zich niet tot de gepresenteerde getallen in
de Kamerbrief; heeft u scherp of wegblijvende overheidsinvesteringen zullen zorgen
voor het vertrekken van hoogwaardige kennisbedrijven uit Nederland?
Vraag 11
Bent u zich ervan bewust dat ruimtevaart in negen van de 10 Nationale Technologiestrategiegebieden
een rol speelt? Ziet u dat deze brief daar haaks op staat?
Vraag 12
Met het actieplan om 3% van het bruto nationaal product (bnp) te besteden aan innovatie
en onderzoek laat u zien te willen investeren in innovatie; dragen bestedingen aan
ruimtevaart bij aan innovatie en onderzoek en daarmee aan het behalen van de 3% norm?
Hoeveel euro krijgt de samenleving terug voor elke euro die wordt besteed aan ruimtevaart?
Bent u het ermee eens dat deze brief over ruimtevaart en effectief een LAGER budget
voor ruimtevaart haaks staan op de brief over de 3% innovatie en onderzoek norm? Bent
u het ermee eens dat deze ruimtevaartbrief daarmee haaks staat op het lange termijn
verdienvermogen van Nederland?5
Vraag 13
Bent u zich ervan bewust dat ruimtevaart per definitie een kritieke infrastructuur
is en daarmee dual-use (NL: voor tweeërlei gebruik) is (1,5% bovenop het reguliere defensiebudget)?
Vraag 14
Kunt u voor de formatiegesprekken een BNC-fiche klaar hebben liggen waarin aangegeven
wordt waaruit de 60 miljoen euro per jaar gehaald zou kunnen worden zodat, mochten
de formerende partijen daartoe besluiten, deze alsnog neergelegd kan worden via de
formatie?
Vraag 15
Wat is de inzet van Nederland voor de Ministeriële Conferentie die over vier weken
plaatsvindt? Bent u bereid om naar zoveel mogelijk financiële middelen te zoeken zodat
hier meer neergelegd kan worden dan in de brief wordt aangegeven?6
Vraag 16
Bent u bereid de Kamer vóór de ESA-Ministeriële Conferentie te informeren over:
a. de exacte verdeling van de Nederlandse inschrijvingen per ESA-programma (communicatie,
aardobservatie, navigatie, lanceerders, exploratie);
b. de verschillen met 2022;
c. de verwachte geo-return; zodat de Kamer haar controlerende rol tijdig kan uitoefenen?
Indieners
-
Gericht aan
V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken -
Indiener
W.L. Postma, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Joost Sneller, Kamerlid -
Medeindiener
J. Thijssen, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Inge van Dijk, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.