Schriftelijke vragen : De opvolging van aanbevelingen van de Ombudsman Pensioenen en het functioneren van de Geschilleninstantie Pensioenfondsen
Vragen van het lid Joseph (BBB) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de opvolging van aanbevelingen van de Ombudsman Pensioenen en het functioneren van de Geschilleninstantie Pensioenfondsen (ingezonden 16 oktober 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de signalen uit het jaarverslag 2024 van de Geschilleninstantie
Pensioenfondsen (GIP) en het interview met Ombudsman Jeroen Steenvoorden, waarin stevige
kritiek wordt geuit op de handelwijze van pensioenfondsen?1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de constatering van de Ombudsman dat pensioenfondsen te veel in «regeltjes»
denken en te weinig maatwerk toepassen, waardoor deelnemers in schrijnende situaties
tussen wal en schip kunnen vallen?
Vraag 3
De Ombudsman pleit ervoor om bij de uitvoering van pensioenregelingen nadrukkelijker
de menselijke maat te hanteren en gebruik te maken van hardheidsclausules. Wat gaat
u doen om ervoor te zorgen dat pensioenfondsen deze aanbeveling niet naast zich neerleggen?
Vraag 4
De Ombudsman signaleert structurele problemen bij arbeidsongeschiktheid (te strikte
toepassing van meldtermijnen), bij trage waardeoverdrachten, en bij gebrekkige communicatie
richting deelnemers. Deelt u de zorg dat hierdoor mensen onnodig financieel nadeel
ondervinden?
Vraag 5
Hoe monitort u of pensioenfondsen de adviezen van de Ombudsman opvolgen? Hoeveel van
deze adviezen zijn daadwerkelijk opgevolgd? En wat gebeurt er als pensioenfondsen
adviezen structureel negeren?
Vraag 6
Bent u bereid te onderzoeken of pensioenfondsen verplicht kunnen worden om gemotiveerd
te reageren op adviezen van de Ombudsman Pensioenen en deze in beginsel uit te voeren,
tenzij zwaarwegende redenen zich daartegen verzetten?
Vraag 7
Acht u het wenselijk dat deelnemers beter beschermd worden tegen fouten van pensioenfondsen,
bijvoorbeeld door het wettelijk versterken van de positie van de Ombudsman of door
aanvullende bevoegdheden voor toezicht en handhaving?
Vraag 8
Bent u bekend met het artikel «Uitspraken Geschilleninstantie doorgaans in nadeel
deelnemer» van Pensioen Pro van 13 oktober 20252?
Vraag 9
Klopt het dat sinds de oprichting van de GIP slechts drie van de achttien bindende
uitspraken in het voordeel van deelnemers zijn uitgevallen? Zo ja, hoe beoordeelt
u deze scheve verhouding?
Vraag 10
Deelt u de zorg van deskundigen, waaronder Mark Heemskerk en Wout Wijnbeek, dat deelnemers
zonder juridische bijstand aanzienlijk minder kans maken om hun gelijk te halen dan
pensioenfondsen die professioneel vertegenwoordigd zijn? Hoe waarborgt u dat deelnemers
een gelijkwaardige procespositie hebben?
Vraag 11
Acht u het wenselijk dat de GIP – zoals nu het geval is – geen bevoegdheid heeft om
de inhoud van pensioenreglementen te toetsen? Zo ja, waarom? Zo nee, overweegt u om
dit toetsingsverbod aan te passen?
Vraag 12
Bent u het ermee eens dat deze beperkte bevoegdheden ertoe leiden dat deelnemers vaak
met lege handen achterblijven, ook in situaties waarin sprake is van onduidelijke
communicatie vanuit pensioenfondsen?
Vraag 13
Zijn er signalen dat deelnemers ten onrechte verwachten dat zij via de GIP ook beleidsmatige
of stelselgerelateerde kwesties – zoals het invaren onder de Wet toekomst pensioenen
– kunnen aanvechten? Zo ja, wat gaat u doen om deze verwachtingen beter te managen?
Vraag 14
Overweegt u om de communicatievereisten voor pensioenfondsen aan te scherpen, zodat
deelnemers beter weten waar ze terechtkunnen met welke klachten?
Vraag 15
Hoe beoordeelt u de oproep van deskundigen om geschillen over pensioenen vaker door
de rechterlijke macht te laten behandelen, in plaats van via alternatieve geschilleninstanties?
Vraag 16
Bent u bereid om:
a. De rol en bevoegdheden van de GIP te evalueren;
b. Te onderzoeken of aanpassing van het toetsingsverbod mogelijk is;
c. De toegankelijkheid van juridische bijstand voor deelnemers te verbeteren?
Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Vraag 17
Hoe gaat u ervoor zorgen dat deelnemers ook daadwerkelijk vertrouwen kunnen hebben
in een eerlijke en onafhankelijke geschilbeslechting over hun pensioen?
Vraag 18
Kunt u garanderen dat de GIP, de Ombudsman en de toezichthouders voldoende middelen
en bevoegdheden krijgen om hun rol effectief te vervullen, juist in de komende jaren
van pensioentransitie?
Vraag 19
Kunt u deze vragen één voor één en binnen drie weken beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.S. Joseph, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.