Verslag van een bijeenkomst : Verslag van een interparlementaire conferentie betreffende het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid (GBVB) en het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) van de Europese Unie
33 130 Interparlementaire Conferentie Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid
Nr. 27 VERSLAG VAN EEN CONFERENTIE
Vastgesteld 15 oktober 2025
Een delegatie van Eerste- en Tweede Kamerleden heeft van 26 tot en met 28 augustus
2025 deelgenomen aan de Interparlementaire conferentie voor het Gemeenschappelijk
Buitenlands en Veiligheidsbeleid en het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid
(IPC GBVB/GVDB) te Kopenhagen, Denemarken.
De delegatie brengt hierbij beknopt verslag uit van dit werkbezoek. De conferentie
werd georganiseerd door het Deense parlement.
Voorafgaand aan de conferentie werd de delegatie bijgepraat over de betrekkingen tussen
Denemarken en Nederland en het Deense EU-voorzitterschap door de Nederlandse ambassadeur
in Denemarken, mevrouw Nienke Trooster. De delegatie is haar zeer erkentelijk voor
de briefing.
De delegatie bestond namens de Tweede Kamer uit het lid Annemarie Heite (NSC). Namens
de Eerste Kamer nam het lid Koen Petersen (VVD, voorzitter commissie BDO) deel.
Opening en discussie over prioriteiten EU buitenland- en veiligheidsbeleid
De conferentie werd geopend door Christian Friis Bach, voorzitter van de Commissie
voor Buitenlandse Zaken van het Deense parlement. Hij legde de nadruk op het belang
van samenwerking in Europa om veiligheid en stabiliteit te waarborgen. David McAllister,
voorzitter van de Commissie Buitenlandse Zaken van het Europees Parlement, stelde
dat vrede de prioriteit moet hebben en dat Oekraïne onvoorwaardelijke steun verdient.
Hij pleitte ervoor de Russische toegang tot geavanceerde technologie te beperken en
benadrukte ook het belang van uitbreiding van de Europese Unie.
Søren Gade, voorzitter van het Deense parlement, riep op tot meer gezamenlijke Europese
inspanningen op het gebied van veiligheid en energievoorziening. De Deense Minister
van Buitenlandse Zaken Lars Løkke Rasmussen sprak via een videoboodschap en benadrukte
dat Europa in 2030 in staat moet zijn zichzelf te kunnen verdedigen, wat vraagt om
hogere defensie-investeringen.
Benedikta von Seherr-Thoss, directeur Vrede, Veiligheid en Defensie bij de Europese
Dienst voor Extern Optreden (EDEO), sprak over de prioriteiten van het EU-buitenlands-
en veiligheidsbeleid. Ze benadrukte dat extra investeringen in defensie noodzakelijk
zijn en dat minder regels de Europese concurrentiekracht kunnen versterken. Ze wees
ook op het belang van een stabiele relatie met de Verenigde Staten. Steun aan Oekraïne
blijft volgens haar cruciaal: ze juichte het toe dat de Verenigde Staten de oorlog
willen stoppen, maar uitte tegelijkertijd haar twijfels over de intenties van Rusland.
Oekraïne moet volgens haar duidelijke veiligheidsgaranties krijgen.
Sessie I – EU-NAVO samenwerking op het gebied van defensie en afschrikking
Troels Lund Poulsen, Deens vicepremier en Minister van Defensie, stelde dat de wereld
Europa niet vanzelfsprekend met sympathie tegemoet treedt. Volgens hem is meer coördinatie
tussen landen nodig en moet er een sterke Europese pijler binnen de NAVO ontstaan.
Poulsen verwees naar het Deense model van steun aan Oekraïne en benadrukte dat de
productietijd van militair materieel in Europa te lang is. Het model, opgericht in
2024 door Oekraïne en Denemarken, voorziet in directe financiering van Oekraïense
bedrijven in plaats van het schenken van militair materieel aan het land. Hij pleitte
ervoor Oekraïense bedrijven uit te nodigen om in Europa te produceren, zodat levertijden
aanzienlijk kunnen worden verkort.
Michael Zilmer-Johns, voormalig Deens ambassadeur bij de NAVO en voormalig speciaal
adviseur voor veiligheid en defensie van de hoge vertegenwoordiger van de EU, constateerde
dat er tien jaar geleden een groot verschil bestond tussen het defensiebeleid van
de EU en dat van de NAVO. De Russische inval heeft geleid tot meer begrip en samenwerking
tussen beide organisaties en rivaliteit verminderd. Zilmer-Johns benadrukte dat de
EU haar lidstaten moet helpen bij het financieren van nieuwe defensiedoelen en constateerde
dat de NAVO zich steeds duidelijker richt op de bescherming van het eigen grondgebied.
Koen Petersen (VVD) stelde in zijn bijdrage dat de EU moet investeren in strategische
capaciteiten zoals inlichtingen, nucleaire afschrikking en politieke slagkracht, zodat
Europa op deze gebieden niet meer afhankelijk is van de Verenigde Staten. Hij stelde
daarbij de vraag wat en hoeveel tijd ervoor nodig is om deze achterstand op de VS
in te halen.
Sessie II – Verdediging van vrijheid, democratie en een soeverein Oekraïne
De oorlog in Oekraïne stond centraal tijdens de tweede sessie van de conferentie.
De recent aangetreden Oekraïense premier Joelia Svyrydenko stelde in haar toespraak
dat Oekraïne klaar is om samen met Europese en trans-Atlantische partners veiligheidsgaranties
voor Oekraïne uit te werken. In dat kader onderstreepte zij het belang van een goed
functionerende Oekraïense krijgsmacht met voldoende materieel, dat als veiligheidsriem
kan dienen voor heel Europa. Ook voorzetting van Europese macro-financiële steun voor
Oekraïne is volgens premier Svyrydenko essentieel. De Oekraïense premier stelde daarnaast
dat Oekraïne klaar is om EU-toetredingsonderhandelingen te starten. In december zou
het land klaar zijn om alle onderhandelingshoofdstukken te openen.
De voorzitter van de buitenlandcommissie van het Oekraïense parlement, de heer Oleksandr
Merezhko, noemde tijdens zijn toespraak een vredesovereenkomst met Rusland «een illusie».
Volgens Merezhko zijn onderhandelingen met Rusland bij voorbaat kansloos omdat er
onoverbrugbare verschillen zijn. Hij pleit daarom voor veiligheidsgaranties die moeten
voorkomen dat Oekraïne opnieuw wordt aangevallen. NAVO-lidmaatschap is daarbij volgens
Merezhko de enige mogelijkheid. Annemarie Heite (NSC) sprak tijdens haar inbreng steun
uit voor een soeverein Oekraïne. Zij vroeg speciale aandacht voor de situatie van
Oekraïense kinderen die zijn ontvoerd naar Rusland. In reactie hierop stelde Merezhko
dat de druk op Rusland moet worden opgevoerd om de kinderen terug te brengen. Hij
noemde de ontvoeringen genocidaal.
Breakoutsessie migratie
In de breakoutsessie over migratie stelde Aija Kalnaja, plaatsvervangend directeur
capaciteiten bij Frontex, het EU-agentschap voor de bescherming van de Europese buitengrenzen,
dat de migratiedruk op Europa in 2024 sterk is gedaald. Toch kan deze druk volgens
Kalnaja snel weer toenemen omdat de onderliggende factoren nog steeds aanwezig zijn.
Afspraken met derde landen zijn volgens Kalnaja cruciaal om de migratiedruk te laten
afnemen. Ook Gerald Knaus, hoofd van het European Stability Initiative en nauw betrokken bij de totstandkoming van de Turkije-deal, pleitte voor afspraken
met veilige derde landen om irreguliere migratie te stoppen.
Breakoutsessie rol van de EU in het Midden-Oosten
Tijdens de breakoutsessie over de rol van de EU in het Midden-Oosten benadrukte Luigi
Di Maio, EU-Speciaal Vertegenwoordiger voor de Golfregio, de aanhoudende instabiliteit
in de regio. Terwijl staten als Syrië en Irak kampen met zwakke instituties, versterken
de Golfstaten hun positie als bemiddelaars. De Palestijnse kwestie blijft daarbij
een bron van spanningen, verscherpt door de oorlog in Gaza. Di Maio waarschuwde dat
de EU geloofwaardigheid verliest door verdeeldheid en inconsequent beleid, vooral
vergeleken met haar eensgezindheid over Oekraïne. Hij riep op tot consequente toepassing
van internationaal recht en intensievere samenwerking met de Golfregio.
Julien Barnes-Dacey, Directeur Midden-Oosten en Noord-Afrika bij denktank ECFR, bekritiseerde
eveneens het gebrek aan Europese eensgezindheid en zichtbaarheid in het Midden-Oosten,
vooral rond Gaza. Hij pleitte voor een actievere en strategische EU-aanpak, met sterkere
partnerschappen op energie, migratie en ontwikkeling, en meer betrokkenheid bij Syrië
en de Levant.
Sessie III – EU-uitbreiding als strategische investering in Europese veiligheid
Tijdens deze sessie benadrukte Lars-Christian Brask, ondervoorzitter van het Deense
parlement en vicevoorzitter van de Deense commissie voor Buitenlands Beleid, dat uitbreiding
een kernprioriteit van het Deense EU-voorzitterschap is. De Russische invasie van
Oekraïne heeft volgens hem het belang van uitbreiding herbevestigd als instrument
voor vrede, stabiliteit en veiligheid in Europa.
Miroslav Lajčák, voormalig EU-gezant voor de Westelijke Balkan, stelde dat de EU-uitbreiding
jarenlang stagneerde door interne crises, waardoor de geloofwaardigheid van de EU
afnam. De oorlog in Oekraïne bracht nieuw geopolitiek momentum, maar toetreding blijft
afhangen van hervormingen en politieke wil. Lajčák vindt dat de Westelijke Balkan
mentaal de focus moet verleggen van etnische tegenstellingen naar een Europese toekomst.
Marie Bjerre, Deense Minister voor EU-zaken, noemde uitbreiding een geostrategische
noodzaak. Lidmaatschap versterkt vrede, stabiliteit en de Europese waarden, maar het
huidige proces stokt door blokkades, vooral rond Oekraïne en Moldavië. Niet handelen
zou volgens haar een strategische fout zijn.
Cristina Gherasimov, Moldavische vicepremier voor Europese integratie, benadrukte
dat geopolitiek het venster heeft geopend, maar hervormingen dat venster moeten openhouden.
Moldavië heeft aanzienlijke vooruitgang geboekt in rechtspraak, energie-onafhankelijkheid
en EU-sanctiebeleid. Voor haar is toetreding de enige weg naar veiligheid, democratie
en veerkracht tegen Russische invloed.
Sessie IV – Kritieke infrastructuur, sociale weerbaarheid, energie en klimaat
De slotsessie richtte zich op Europa’s weerbaarheid te midden van geopolitieke spanningen,
hybride dreigingen en de energiecrisis door de oorlog in Oekraïne. Flemming Møller
Mortensen, lid van de Deense parlementaire commissie voor Buitenlands Beleid, opende
de sessie. Hij benadrukte dat de EU krachtig, strategisch en evenwichtig moet handelen
om infrastructuur te beschermen, maatschappelijke veerkracht te versterken en energie-onafhankelijkheid
te realiseren.
Torsten Schack Pedersen, Deense Minister voor Maatschappelijke Weerbaarheid en Noodvoorzieningen,
waarschuwde dat Europa door klimaatverandering, cyberaanvallen en onderlinge afhankelijkheden
kwetsbaarder wordt. Weerbaarheid is volgens hem geen luxe, maar een kernvereiste van
goed bestuur. Hij prees de EU-richtlijnen voor kritieke infrastructuur en cyberveiligheid,
maar benadrukte het belang van effectieve uitvoering, samenwerking en sociale veerkracht,
gebaseerd op vertrouwen, solidariteit en paraatheid van burgers en instellingen.
Dan Jørgensen, EU-commissaris voor Energie en Huisvesting, benadrukte dat energiebeleid
de kern vormt van Europese veiligheid, concurrentiekracht en klimaatbeleid. De EU
heeft haar afhankelijkheid van Russische energie fors verminderd (van 45% naar 13%
gas), maar importeert nog steeds voor miljarden per maand. Hij pleitte voor volledige
energie-onafhankelijkheid via massale investeringen in hernieuwbare energie, onderlinge
koppeling van elektriciteitsnetten en een volwaardige Energie Unie. Deze transitie
is volgens Jørgensen niet alleen essentieel voor klimaat en veiligheid, maar ook voor
economische groei en Europese samenhang.
Afsluiting
De conferentie werd afgesloten door de voorzitter van de buitenlandcommissie van het
Deense parlement, de heer Christian Friis Bach. De volgende Interparlementaire Conferentie
voor het Gemeenschappelijk Buitenlands, Veiligheids- en Defensiebeleid zal naar verwachting
van 3 t/m 5 maart 2026 plaatsvinden in Cyprus.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Indiener/ondertekenaar n.v.t., Functie n.v.t.