Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de Geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 21 oktober 2025 (Kamerstuk 21501-02-3259)
2025D44113 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Europese Zaken heeft een fractie de behoefte vragen
en opmerkingen voor te leggen over de brieven van de Minister van Buitenlandse Zaken
d.d. 3 oktober 2025 inzake de Geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van
21 oktober 2025 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3259) en de brief d.d. 16 september 2025 inzake Verslag van de Raad Algemene Zaken d.d.
19 september 2025 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3248).
De voorzitter van de commissie,
Van der Plas
Adjunct-griffier van de commissie,
Hoedemaker
Inhoudsopgave
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
•
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
II
Reactie van de Minister van Buitenlandse Zaken
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken
ter voorbereiding op de Raad Algemene Zaken van 21 oktober 2025, en willen in dit
kader enkele specifieke aandachtspunten onder de aandacht brengen.
Deze leden constateren dat tijdens deze Raad voor het eerst inhoudelijk zal worden
gesproken over de horizontale thema’s binnen het nieuwe MFK, waaronder het Europees
Fonds voor Concurrentievermogen (EFC). Deze leden achten het van groot belang dat
de EU-begroting de juiste prioriteiten weerspiegelt: minder bureaucratie, meer focus
op groei, innovatie en veiligheid. Europese middelen moeten aantoonbaar bijdragen
aan het versterken van de Europese concurrentiekracht.
De aan het woord zijnde leden onderschrijven de noodzaak van investeringen in strategische
technologieën, maar vragen het kabinet hoe het waarborgt dat het EFC daadwerkelijk
investeringen stimuleert in plaats van verdringt. Hoe beoordeelt het kabinet in dit
licht de recente waarschuwing van Mario Draghi dat de EU onvoldoende voortgang boekt
met het dichten van de investeringskloof? Is het kabinet bereid binnen de Raad te
pleiten voor concrete, meetbare voortgang op dit terrein?
Met betrekking tot de voorstellen voor nieuwe eigen middelen vragen de leden naar
de budgettaire consequenties voor Nederland. De leden van de VVD-fractie zijn van
mening dat het afschaffen van kortingen en het introduceren van nieuwe heffingen op
geen enkele wijze mogen leiden tot een onevenredige stijging van de Nederlandse afdrachten.
Acht het kabinet het realistisch dat de totale EU-afdrachten in reële termen niet
toenemen, zoals de Commissie stelt? En op welke wijze zal Nederland zich inzetten
voor behoud van een rechtvaardige bijdragegrondslag die past bij een zuinige en doelmatige
EU-begroting?
De voornoemde leden onderstrepen het belang van een slanke en toekomstbestendige Europese
Unie die ondernemers de ruimte geeft om te groeien. In dit verband vragen deze leden
het kabinet hoe binnen de Raad gestalte wordt gegeven aan de vereenvoudigingsagenda.
Welke concrete stappen zet het kabinet om te waarborgen dat vereenvoudiging ook daadwerkelijk
leidt tot minder administratieve lasten, met name voor het mkb?
Met groeiende zorg constateren de leden van de VVD-fractie dat de rechtsstaat in Hongarije
verder afglijdt. Terwijl de Europese Commissie herhaaldelijk concrete aanbevelingen
heeft gedaan, kiest de Hongaarse regering er keer op keer voor deze naast zich neer
te leggen. Daarmee ondermijnt zij bewust de kernwaarden waarop de Europese Unie is
gebouwd. Deze leden vinden het volstrekt onaanvaardbaar dat een lidstaat die de rechtsstaat
ondergraaft, tegelijkertijd blijft profiteren van Europese fondsen. Het vrijgeven
van zelfs een deel van de bevroren EU-gelden aan Hongarije zou een verkeerd signaal
afgeven: naleving van fundamentele waarden is geen onderhandelingsoptie, maar een
basisvoorwaarde voor lidmaatschap van de Unie.
Deze leden vragen het kabinet daarom met klem te bevestigen dat de vrijgave van 163,5
miljoen euro slechts een strikt tijdelijk voorschot betreft en volledig teruggedraaid
wordt indien Hongarije opnieuw voorwaarden schendt. Tevens verzoeken zij het kabinet
zich in te zetten voor een consequente toepassing van de rechtsstaatconditionaliteit
en geen enkele ruimte te laten voor politieke ruilhandel waarbij financiële steun
wordt gebruikt om veto’s af te kopen.
Tot slot hebben de leden van de VVD-fractie met belangstelling kennisgenomen van de
aangekondigde presentatie van het European Democracy Shield. Deze leden steunen initiatieven
die Europese democratieën weerbaarder maken tegen buitenlandse inmenging, cyberaanvallen
en desinformatie. Hoe ziet het kabinet de balans tussen bescherming van de democratische
infrastructuur en het voorkomen van overregulering?
II. Reactie van de Minister van Buitenlandse Zaken
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A.M. van der Plas, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken -
Mede ondertekenaar
E. Hoedemaker, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.