Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Paulusma over intimiderende demonstraties bij abortusklinieken en scholen
Vragen van het lid Paulusma (D66) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over intimiderende demonstraties bij abortusklinieken en scholen (ingezonden 18 september 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Tielen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens
de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 9 oktober 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Demonstranten Jezus Leeft terug bij Utrechtse abortuskliniek,
grote zorgen bij directeur nabijgelegen basisschool»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat vrouwen vrij en veilig toegang moeten hebben tot abortuszorg,
en dat demonstraties die gepaard gaan met intimiderend gedrag dit recht onder druk
kunnen zetten?
Antwoord 2
Ja, ik sta pal voor het recht op veilige en toegankelijke abortuszorg. Demonstraties
zijn toegestaan, ook in de nabijheid van abortusklinieken. Intimidatie vind ik onacceptabel.
Het in goede banen leiden van demonstraties is een lokale aangelegenheid, de burgemeester
heeft daarin een bijzondere verantwoordelijkheid. Het is aan de politie en het Openbaar
Ministerie (OM) om te handhaven. Mij zijn geen signalen bekend van demonstraties waarbij
de toegang tot een abortuskliniek beperkt werd.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de signalen van basisschooldirecteuren dat leerlingen, ouders en
stagiaires in de directe omgeving van een abortuskliniek worden geconfronteerd met
intimiderende protesten, die bovendien geen betrekking hebben op de school of de kinderen
zelf?
Antwoord 3
Het is zeer betreurenswaardig dat protesten of demonstraties als intimiderend worden
ervaren. En nogmaals: intimidatie keur ik ten zeerste af. Wel merk ik op dat de inhoud van een demonstratie nooit reden mag zijn voor de overheid om beperkingen op te leggen
aan demonstranten. Met andere woorden, ook meningsuitingen die choqueren of als storend
worden ervaren zijn beschermd onder het demonstratierecht, geregeld in de Wet openbare
manifestaties (Wom).
Vraag 4, 5 en 6
Erkent u de moeilijkheden die gemeenten ondervinden in de afweging om nadere invulling
te geven aan de uitoefening van het grondrecht om te demonstreren en het belang van
de bescherming van vrouwen die een abortuskliniek bezoeken?
Bent u bereid om te inventariseren hoe nieuwe nationale wetgeving, binnen de grondwettelijke
kaders van het demonstratierecht, gemeenten kunnen helpen in de bescherming van vrouwen
die toegang tot abortuszorg zoeken?
Acht u het mogelijk om, binnen de kaders van de Grondwet en internationale verdragen
die zien op het demonstratierecht, een minimale bufferzone voor demonstraties bij
abortusklinieken op te nemen in de wet in formele zin, zoals het geval is in het Verenigd
Koninkrijk en Spanje?
Antwoord 4, 5 en 6
Ja, ik erken dat deze twee belangen – uitoefening van het grondrecht om te demonstreren
en het belang van de bescherming van vrouwen en begeleiders die een abortuskliniek
bezoeken – met elkaar kunnen schuren. Gemeenten kunnen daardoor in sommige gevallen
voor uitdagingen komen te staan. Momenteel is het kabinet in afwachting van een onderzoek
naar het demonstratierecht dat via het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum
(WODC) is uitgezet. In dat onderzoek wordt onder meer gekeken naar de categorie van
demonstraties waarbij (grond)rechten van anderen in het gedrang komen, waarbij ook
specifieke aandacht wordt besteed aan demonstraties bij abortusklinieken. Het WODC-onderzoek
wordt in november gepubliceerd. Na publicatie van dit onderzoek zal worden bezien
of nadere wetgeving wenselijk is.
Vraag 7
Zou het de wetgever en gemeenten kunnen helpen om meer empirische data te hebben over
de gevolgen van dergelijke demonstraties bij abortusklinieken, te denken aan in hoeverre
vrouwen, werknemers en voorbijgangers hinder en last ondervinden van de demonstraties,
en bent u bereid hiernaar onderzoek te laten verrichten?
Antwoord 7
Het Ministerie van VWS spreekt de bestuurders van abortusklinieken regelmatig, en
de uitdagingen rond demonstraties in de nabijheid van klinieken komen bij die gesprekken
ook aan bod. Ik zie op dit moment niet in hoe het verzamelen van meer empirische data
over hinder en last zal helpen bij het in goede banen leiden van demonstraties. Daarbij
geldt dat het opleggen van beperkingen aan een demonstratie per geval moet worden
beoordeeld (door de burgemeester). Een beeld van hinder en last in algemene zin is
daarvoor niet voldoende.
Vraag 8
Bent u bereid in overleg te treden met de VNG, burgemeesters en abortusklinieken om
te komen tot concrete handvatten voor gemeenten om dit soort situaties in de toekomst
te voorkomen?
Antwoord 8
In de afgelopen jaren heeft dergelijk overleg een aantal keer plaatsgevonden. In 2019
heeft de voormalig Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gesprekken gevoerd
tussen gemeenten en de abortusklinieken, om kennis uit te wisselen over mogelijkheden,
ervaringen en goede voorbeelden bij het faciliteren van demonstraties. In 2021 is
een expertmeeting door de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) georganiseerd om
gemeenten handvatten te bieden. Hierna is een factsheet over dit onderwerp gepubliceerd
met adviezen aan gemeenten en burgemeesters.2
Vraag 9
Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het eerstvolgende commissiedebat of schriftelijke
overleg over medische ethiek, zodat de Kamer deze beantwoording mee kan nemen in het
debat?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
F. Rijkaart, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.