Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Paulusma over RSvirus immunisatie voor alle kinderen in het eerste levensjaar
Vragen van het lid Paulusma (D66) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over RS-virus immunisatie voor alle kinderen in het eerste levensjaar (ingezonden 18 september 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Tielen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
6 oktober 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de Kamerbrief van haar voorganger van 8 oktober 2024 (kenmerk 3973253-1072527-IZB),
waarin werd aangekondigd dat immunisatie tegen het RS-virus vanaf het najaar van 2025
zou worden aangeboden aan alle kinderen in het eerste levensjaar?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u ermee bekend dat ouders die een kind van minder dan 1 jaar oud, maar dat vóór
1 april 2025 geboren is, momenteel te horen krijgen dat hun baby géén toegang krijgt
tot de immunisatie, ondanks dat deze kinderen nog steeds in hun eerste levensjaar
zijn?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Hoe verhoudt dit besluit zich tot de toezegging in bovengenoemde Kamerbrief én het
advies van de Gezondheidsraad, die beide uitgaan van immunisatie van alle baby’s in
hun eerste levensjaar?
Antwoord 3
Het risico op ernstige ziekte is het grootst bij kinderen jonger dan zes maanden.
Bij hen is het effect van de RS-prik groter. Kinderen die vóór april 2025 geboren
zijn hebben hun eerste RSV-seizoen al doorgemaakt en zijn bij aanvang van het nieuwe
seizoen ouder dan zes maanden. Daarmee is het risico op ernstig beloop van een RSV-infectie
aanzienlijk kleiner. Voor de uitvoering van het programma is daarom gekozen te starten
met baby’s geboren op of na 1 april 2025.Het advies van de Gezondheidsraad, dat mijn
ambtsvoorganger heeft overgenomen in de Kamerbrief van oktober 2024, gaat uit van
immunisatie van kinderen in hun eerste levensjaar. De Gezondheidsraad adviseert dat
kinderen beschermd hun eerste RSV-seizoen ingaan, met een prik tegen het RS-virus.
Vraag 4
Bent u bereid instructies te verlenen zodat ook deze groep baby’s – jonger dan 1 jaar
oud maar geboren vóór 1 april 2025 – alsnog toegang krijgt tot de immunisatie tegen
het RS-virus? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Nee. Het uitbreiden van de doelgroep naar kinderen die vóór 1 april 2025 geboren zijn,
is niet uitvoerbaar. Dit heeft immer aanzienlijke consequenties voor de planning,
logistiek en capaciteit van de jeugdgezondheidszorg en daarmee zet het de zorgvuldige
start van het programma onder druk. Daarnaast is de effectiviteit van immunisatie
voor kinderen ouder dan zes maanden beperkt (zie ook antwoord 3). Daarom is bewust
gekozen voor de grens van 1 april 2025, zodat de uitvoering tijdig en zorgvuldig kan
starten en de meest kwetsbare kinderen worden beschermd.
Vraag 5
Bent u bereid deze vragen zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk voor het verkiezingsreces,
te beantwoorden met het oog op de jonge baby’s die onnodige risico’s lopen als deze
situatie voortduurt?
Antwoord 5
Deze vragen zijn zo spoedig mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.