Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Rajkowski en Van der Burg over de aankondiging van Netanyahu dat migratiestromen uit Gaza zullen ontstaan
Vragen van de leden Rajkowski en Van der Burg (beiden VVD) aan de Ministers van Asiel en Migratie over de aankondiging van Netanyahu dat migratiestromen uit Gaza zullen ontstaan (ingezonden 14 augustus 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister van Asiel
en Migratie en de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (ontvangen 2 oktober 2025).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 3042.
Vraag 1
Kent u het bericht «Netanyahu: we zullen Palestijnen toestaan om Gaza te verlaten»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat onze samenleving op geen enkele manier een nieuwe migratiestroom
aankan, zoals de eerdere stromen uit Syrië, Afghanistan en Oekraïne, waar Netanyahu
op hint en dat het noodgedwongen verlaten van Gaza geen oplossing is voor dit conflict
en ook zeer onwenselijk is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
In algemene zin is het kabinet van mening dat de omvang van migratie naar Nederland
ingeperkt moet worden. Dat geldt ook voor asielmigratie. Om de druk op de asielketen
te verlagen werkt het kabinet aan plannen om te zorgen dat er minder asielzoekers
naar Nederland komen en meer afgewezen asielzoekers terugkeren, zoals door samen te
werken met landen langs de migratieroutes.
Voor het Nederlands beleid staat buiten kijf: Gaza is van de Palestijnen. Voor de
toekomstige situatie in de Gazastrook blijven de G7-principes uit 2023 leidend. Onderdeel
daarvan is geen gedwongen tijdelijke of permanente verplaatsing van Palestijnen vanuit
de Gazastrook. Het tegenovergestelde zou indruisen tegen het internationaal recht.
Vraag 3
Deelt u de mening dat als er migratiestromen ontstaan vanuit Gaza, het risico levensgroot
is dat Hamas strijders zich daar tussen zullen mengen en ook zij zullen proberen asiel
aan te vragen in landen als Nederland en we dat koste wat kost moeten voorkomen?
Antwoord 3
Het kabinet is er alles aan gelegen om de nationale veiligheid van Nederland te waarborgen.
Zo heeft Nederland een sterke en brede aanpak van wetgeving, bevoegdheden, specialistische
teams en organisaties die erop gericht zijn om eventuele internationale misdrijven
tijdig te onderkennen en verdachten hiervan op te sporen, te vervolgen en te straffen.
Tijdens de asielprocedure, waaronder het identificatie- en registratieproces, wordt
specifiek aandacht besteed aan het onderkennen van signalen die wijzen op betrokkenheid
bij oorlogsmisdrijven en mensenrechtenschendingen, mensenhandel, openbare orde of
signalen die de nationale veiligheid raken. Voor alle asielzoekers vanaf 12 jaar geldt
dat de IND een screening uitvoert na de aanmeldfase van het asielproces. Bij deze
screening is er specifieke aandacht voor signalen die kunnen wijzen op betrokkenheid
bij oorlogsmisdrijven of mensenrechtenschendingen (zoals bedoeld in artikel 1F van
het Vluchtelingenverdrag) of dat de vreemdeling een gevaar vormt voor de openbare
orde of de nationale veiligheid.
Naast deze screening, kunnen ook tijdens en ná afloop van de procedure signalen bij
de IND binnenkomen over mogelijke strafbare feiten of signalen waaruit 1F-indicaties
naar voren komen (klik- of tipbrieven van burgers, slachtoffers/getuigen van 1F-misdrijven,
meldingen vanuit de migratieketen), waarna een 1F-onderzoek kan worden opgestart.
Als dit aanwijzingen zijn dat iemand (mogelijk) een gevaar vormt voor de nationale
veiligheid dan wordt de asielaanvraag behandeld door het Team Speciale Zaken en wordt
het signaal gedeeld met de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Ondanks alle inspanningen, betrachte zorgvuldigheid en alertheid op signalen is niet
volledig uit te sluiten dat personen misbruik maken van de asielprocedure.
Vraag 4
Hoe kunt u ervoor zorgen dat al aan de buitengrens van de Europese Unie (EU) wordt
vastgesteld dat deze terroristen geen recht hebben op asiel in de EU en zij dus per
ommegaande worden teruggestuurd?
Antwoord 4
Het beheer van de buitengrenzen van de Europese Unie is een gedeelde verantwoordelijkheid
van de Europese Unie en de lidstaten. Lidstaten zijn verplicht om iedere persoon die
zich aan de buitengrens van de Europese Unie meldt, aan een grenscontrole te onderwerpen.
Databanken, onder meer het Schengeninformatiesysteem (SIS), maken het mogelijk om
gevaarlijke personen te onderkennen die door andere lidstaten zijn geregistreerd.
Wanneer een persoon aan de buitengrens internationale bescherming aanvraagt en er
aanwijzingen zijn voor terrorisme of internationale misdrijven, dan wordt de asielaanvraag
geregistreerd en volgt een vervolgonderzoek. De asielaanvraag kan dan in een grensprocedure,
waar nodig onder vrijheidsbeperkende maatregelen, worden afgehandeld.
Vraag 5
Deelt u de opvatting dat het Nederlandse kabinet naast het aandringen op humanitaire
hulp via Arabische landen, ook actief en publiekelijk druk moet uitoefenen op de regering-Netanyahu
om onmiddellijk een staakt-het-vuren in te stellen en onbeperkte toegang voor humanitaire
hulp te verlenen, en daarbij in de gaten te houden welk effect beslissingen van de
regering Netanyahu kunnen hebben op migratie richting de EU? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Het kabinet zet zich onverminderd in voor een staakt-het-vuren om daarmee het lijden
van de gijzelaars en de Gazanen te verlichten, en een weg naar een duurzame oplossing
voor het conflict in te slaan. Het kabinet voert via diplomatieke kanalen druk uit
om onbeperkte toegang en distributie van humanitaire hulp in Gaza te bewerkstelligen.
De principes voor de toekomst van Gaza die door de G7 zijn uitgedragen blijven voor
Nederland leidend, waaronder geen reductie van grondgebied, geen gedwongen verplaatsingen
van Palestijnen en geen permanente aanwezigheid van de Israëlische krijgsmacht in
de Gazastrook.
Vraag 6
Is er zicht op een doorbraak in de situatie door de zeer benodigde vrijlating van
alle gijzelaars door Hamas en zo ja op welke wijze? Zo nee waarom niet?
Antwoord 6
Voor het vrijlaten van alle gijzelaars, het lenigen van de humanitaire noden en een
duurzame oplossing blijft het essentieel dat er een onmiddellijk en permanent staakt-het-vuren
komt tussen Israël en Hamas. Israël en Hamas moeten beide hun verantwoordelijkheid
hiervoor nemen. Helaas constateert het kabinet dat de onderhandelingen zijn vastgelopen.
De posities van Hamas en Israël over een permanent einde aan het conflict liggen nog
ver uit elkaar. Het kabinet heeft het belang van een staakt-het-vuren meermaals bij
Israël benadrukt. Het kabinet staat in nauw contact met partners die een bemiddelende
rol spelen in de onderhandelingen.
Vraag 7
Hoe werkt het kabinet, in het licht van het recht van Palestijnen om op hun eigen
grondgebied te blijven wonen, concreet aan het beëindigen van het conflict en het
realiseren van een tweestatenoplossing, en bent u bereid om daarbij de regering-Netanyahu
expliciet te houden aan het beëindigen van disproportioneel geweld en het opheffen
van blokkades als essentiële stap, naast het erkennen van Israël door omliggende landen
en het ontmantelen van Hamas?
Antwoord 7
De oorlog in de Gazastrook moet stoppen. De inzet van het kabinet is daarop gericht,
door een combinatie van dialoog en druk. Zoals toegelicht in de brief aan uw Kamer
over de situatie in de Gazastrook van 28 juli2 en 9 september3 jl., en de recente Kamerdebatten op 7, 21 en 22 augustus en op 10 september jl.,
probeert het kabinet nationaal en in EU verband de Israëlische autoriteiten te bewegen
om de situatie in de Gazastrook te verbeteren. Het kabinet zet zich ook onverminderd
in voor een door beide partijen gedragen tweestatenoplossing. Nederland heeft daarom
de New York Declaration ondertekend en een voorstem uitgebracht op de ondersteunde VN-resolutie.
Het kabinet zet grote vraagtekens bij de proportionaliteit van het optreden van Israël
in de Gazastrook. Nederland spreekt de Israëlische regering consequent aan op het
belang van de naleving van internationaal recht en veroordeelt de blokkade van humanitaire
hulp en levering van elektriciteit. Tegelijkertijd is er geen rol voor Hamas in de
toekomst van Gaza en moeten zij worden ontwapend.
Vraag 8
Op welke manier zet Nederland zich in om een grotere hongersnood of grootschalige
migratie te voorkomen?
Antwoord 8
Zie ook het antwoord op vraag 7. Er is momenteel sprake van een hongercrisis in de
Gazastrook vanwege de maandenlange blokkade van humanitaire hulp door Israël en de
aanhoudende belemmeringen voor toevoer en distributie van hulp. Dit wordt ook onderstreept
in het gepubliceerde IPC-rapport op 22 augustus jl., waarin hongersnood wordt vastgesteld
in delen van de Gazastrook.
De Nederlandse inzet is gericht op diplomatieke inzet enerzijds, en financiële en
andersoortige ondersteuning van humanitaire organisaties in de Gazastrook en omliggende
landen anderzijds.
Vraag 9
Op welke manier zetten Nederland en de EU zich in wat betreft noodhulp en opvang in
de regio in de regio rond Gaza? Kan de inzet in EU-verband op beide punten vergroot
worden?
Antwoord 9
Zie de beantwoording van vraag 8. Verdere opvang van Palestijnse ontheemden in de
regio zou het gevolg zijn van een uiterst onwenselijk scenario, zijnde de etnische
zuivering van de Gazastrook, waarover ik niet kan speculeren. Zoals bekend zet het
kabinet wel in op het ondersteunen van de opvang, behandeling en zorg voor zoveel
mogelijk patiënten in de regio en het vergroten van capaciteit daartoe. Hiervoor zijn
de noden hoog en op dit gebied kan Nederland snel een concrete en zinvolle bijdrage
leveren.
Vraag 10
Hoe onderneemt u momenteel actie vanuit Nederland en in de EU om te waarborgen dat
eventuele vluchtelingen uit Gaza in de regio worden opgevangen en niet massaal naar
de EU komen om asiel aan te vragen?
Antwoord 10
Zie de beantwoording van vraag 9 voor de verdere opvang van Palestijnse ontheemden
in de regio.
UNRWA is daarnaast gemandateerd door de AVVN om basisdiensten te verlenen aan Palestijnse
vluchtelingen in de Gazastrook, de Westelijke Jordaanoever, Libanon, Syrië en Jordanië.
UNRWA verleent diensten aan Palestijnse vluchtelingen zoals UNHCR dat doet voor andere
vluchtelingen. Zo zijn zij verantwoordelijk voor onder andere gezondheidszorg en onderwijs,
waarmee ze bijdragen aan stabiliteit in de regio. Nederland geeft in 2025 15 miljoen
euro aan UNRWA zoals vastgelegd in het aangenomen amendement 36 600 XVII, nr. 50, en heeft recent tevens ingestemd met een EU-bijdrage uit NDICI-middelen aan UNRWA
(begroting 2025) ter waarde van 82 miljoen euro. Ook zet Nederland in op diversificatie
van humanitaire hulp in de Gazastrook door ook middelen beschikbaar te stellen voor
onder andere de Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging en WFP.
Vraag 11
Bent u bereid de Arabische landen aan te spreken op hun verantwoordelijkheid om opvang
in de regio te bieden alsmede te voorkomen dat door hun landen illegale migratieroutes
ontstaan richting Europa?
Antwoord 11
Het kabinet zet in op samenwerking met landen langs migratieroutes richting de Europese
Unie om irreguliere migratie tegen te gaan en terugkeer te bevorderen. Hiervoor heeft
het kabinet een beleidsagenda voor de Interdepartementale Taskforce Internationale
Migratie opgesteld.4 Het bevorderen en ondersteunen van opvang in de regio is eveneens een prioriteit
van dit kabinet, en is een terugkerend gespreksonderwerp met onze partners in de regio.
Vraag 12
Bent u bereid dit onderwerp in relatie tot mogelijke migratiestromen op de agenda
te zetten van de volgende Europese Raad en uw bilaterale gesprekken met de regering-Netanyahu,
alsmede de regeringen van de Arabische landen?
Antwoord 12
Het kabinet steunt de structurele bespreking van migratie op de agenda van de Europese
Raad en, waar opportuun, wordt migratie ook besproken in diverse bilaterale contacten.
Vraag 13
Bent u bereid om met Europese collega’s te kijken welke onderdelen van het EU Migratiepact
versneld in uitvoering kunnen worden gebracht om zo snel als mogelijk meer grip te
krijgen op de buitengrenzen van Europa? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Het kabinet steunt het voorstel van de Europese Commissie dat regelt dat lidstaten
enkele onderdelen van het asiel- en migratiepact voor de toepassingsdatum van 12 juni
2026 vrijwillig vervroegd kunnen toepassen5. Dat betreft ten eerste de nationale bevoegdheid om bij het aanmerken van een land
als veilig land van herkomst of veilig derde land uitzonderingen te maken voor bepaalde
gebiedsdelen of specifieke categorieën personen. Ten tweede krijgen lidstaten de mogelijkheid
om de versnelde procedure of de asielgrensprocedure vervroegd toe te passen als een
aanvrager afkomstig is uit een land waarvoor het inwilligingspercentage Uniebreed
20% of lager is. De onderhandelingen over dit voorstel tussen de lidstaten binnen
de Raad, en vervolgens met het Europees Parlement, zijn nog niet afgerond. Het kabinet
roept op tot een snelle afronding.
Vraag 14
Bent u bereid deze vragen een voor een en binnen twee weken te beantwoorden?
Antwoord 14
De beantwoording duurde langer dan verwacht. Vandaar dat er reeds een uitstelbrief
is gestuurd op 8 september.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
D.M. van Weel, minister van Asiel en Migratie -
Mede namens
A. de Vries, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.