Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het bericht dat tientallen asielkinderen veel te laat zorg krijgen die zij nodig hebben
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Asiel en Migratie over het bericht dat tientallen asielkinderen veel te laat zorg krijgen die zij nodig hebben (ingezonden 3 juni 2025).
Antwoord van Minister Keijzer (Asiel en Migratie) (ontvangen 30 september 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het onderzoek waaruit blijkt dat van zo’n 40 asielkinderen de gezondheid
achteruitging omdat zij pas te laat aan zorg waren geholpen?1
Antwoord 1
Ik ben op de hoogte van de reportage van Pointer van 31 mei jl. Het onderliggende
onderzoek is mij en het COA niet bekend. Het COA heeft ook geen toegang tot de medische
gegevens, weet niet om welke personen het gaat en wanneer zij verwezen zijn of worden
naar benodigde vervolgzorg. Die verwijzingen worden uitgevoerd door de huisarts, conform
de Nederlandse regelgeving.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat een aantal van deze zorgproblemen ook veroorzaakt zijn door
de erbarmelijke omstandigheden waarin deze kinderen soms in Nederland verblijven?
Antwoord 2
Zoals u bekend is, staat de opvang van asielzoekers al geruime tijd onder druk. Dit
brengt ook uitdagingen met zich mee voor de opvangsituatie van kinderen. Het beleid
is erop gericht om zoveel mogelijk reguliere locaties te hebben zodat kinderen zo
goed mogelijk worden opgevangen. Helaas lukt dat op dit moment onvoldoende, maar ik
herken niet dat de omstandigheden waarin kinderen verblijven erbarmelijk zijn. Binnen
de huidige situatie proberen de medewerkers in de opvang de situatie voor de kinderen
zo goed mogelijk te maken. Zie ook de brief van 23 april 2025 waarin wordt ingegaan
op de situatie van kinderen in de asielopvang2.
Vraag 3
Wat vindt u van de conclusie dat de toegang tot de zorg op sommige locaties nog niet
goed is geregeld?
Antwoord 3
Op of in de nabijheid van alle (nood)opvanglocaties is een huisartsenpraktijk ingericht
voor de laagdrempelige toegang tot de eerstelijns zorg. Indien verdere of medisch-specialistische
zorg nodig is kan de huisarts daar naartoe doorverwijzen. Dit gaat in de regel goed.
Daarnaast wordt op elke locaties waar kinderen verblijven de jeugdgezondheidszorg
(JGZ) uitgevoerd inclusief het Rijksvaccinatieprogramma. Zoals recentelijk ook door
de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd is aangegeven zijn kinderen goed in beeld en
ontvangen zij in de regel binnen de (wettelijke) zes weken een intake. Voor de zorg
voor asielzoekers wordt gebruik gemaakt van reguliere zorginstellingen. Eventuele
uitdagingen die er in de reguliere zorg spelen, bijvoorbeeld ten aanzien van wachtlijsten,
spelen ook voor asielzoekers.
Vraag 4
Kunt u zich vinden in de bevindingen van de artsen dat dit aantal slechts het topje
van de ijsberg is omdat veel meldingen niet binnen zijn gekomen?
Antwoord 4
Zoals aangegeven bij het antwoord op vraag 1, is bij het departement noch het COA
kennis van de medische dossiers van (minderjarige) asielzoekers. Louter op basis van
de berichtgeving kan ik die conclusie dan ook niet bevestigen.
Vraag 5
Wat vindt u ervan dat er een voorbeeld wordt genoemd waarin een kind al een aantal
maanden lang ondervoed was?
Antwoord 5
Vanzelfsprekend vind ik het van belang dat kinderen de juiste zorg krijgen en dat
daar goede en voldoende voeding ook bij hoort. Indien de ouders zich zorgen maken
over de gezondheid van hun kind en dit bespreken, zal het COA zeker adviseren en doorverwijzen
naar de huisarts of jeugdarts JGZ. Met de toestemming van de bewoner kan de casus
ook besproken worden in het multidisciplinair overleg dat op locaties plaatsvindt
met betrokken partners. Indien het kind een speciaal dieet nodig heeft dan krijgen
ouders aanvullende financiële vergoeding hiervoor.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het constant verhuizen van locatie naar locatie een negatief
effect heeft op de gezondheid van het kind, onder andere omdat de zorg vaak niet goed
aansluit of niet volledig wordt overgedragen?
Antwoord 6
Ik deel de mening dat het constant verhuizen een negatief effect kan hebben op de
gezondheid van een kind. Het uitgangspunt is ook dat kinderen zo min mogelijk verhuizen.
Daar wordt ook op ingezet. De huidige opvangsituatie zorgt er helaas voor dat verhuizingen
nog steeds nodig zijn.
Het COA, de GGD en de GZA hebben ten aanzien van verhuizingen wel afspraken vastgesteld
in een ketenrichtlijn continuïteit van zorg. Doel van deze richtlijn is het bieden van doorlopende kwalitatief goede zorg en
het voorkomen van medische risico's bij verhuizing voor bewoners van COA-locaties.
Vraag 7
Bent u ook van mening dat de begeleiding van asielzoekers in hoe ons zorgstelsel werkt
zou kunnen worden verbeterd en veel aandacht verdient?
Antwoord 7
Asielzoekers worden door het COA bij aankomst voorgelicht over hoe het zorgsysteem
in Nederland werkt, samen met de lokale GGD biedt het COA ook groepsvoorlichting aan.
In het kader van de gidsfunctie ondersteunt het COA individuele bewoners door het
signaleren van de problematiek, uitleg te geven en zo nodig door te verwijzen naar
bijvoorbeeld zorgverleners. Kwetsbare bewoners krijgen hulp bij het leggen van contacten
met de zorgverleners. Daarnaast is veel informatie over de zorg maar ook over het
leven in Nederland in verschillende talen te vinden op de website MyCOA. Verder is
er via de huisartsenpraktijk op of in de nabijheid van de locatie een laagdrempelige
toegang tot de eerstelijns zorg. Ondanks dat er mijns inziens dus voldoende aandacht
wordt besteed aan het goed informeren van asielzoekers over de medische zorg in den
brede, neemt dit niet weg dat het Nederlandse zorgsysteem, ook voor andere inwoners
van Nederland, ingewikkeld kan zijn. Voor eventuele aanvullende vragen kunnen asielzoekers
dan weer terecht bij de COA-medewerkers.
Vraag 8
Wat vindt u van de opmerking dat de spreidingswet kan bijdragen aan meer stabiele
opvanglocaties, wat weer leidt tot een vermindering in de hoeveelheid verhuizingen
en daarmee ook een stabieler zorgaanbod?
Antwoord 8
De belangrijkste oplossing voor dit vraagstuk is het naar beneden brengen van de asielinstroom.
Het kabinet zet daar dan ook op in. Het kabinet heeft aangekondigd de Spreidingswet
te willen intrekken. Bij die intrekking hoort een samenhangend pakket maatregelen
dat ervoor moet zorgen dat provincies en gemeenten kunnen blijven voldoen aan de opvang-
en huisvestingsopgave. In mijn brief van 11 juli jl. heb ik uw Kamer nader geïnformeerd
over dit samenhangend pakket. Daarnaast blijft de Spreidingswet van kracht tot deze
feitelijk is ingetrokken.
Vraag 9
Bent u, in lijn met het advies van Ekann, bereid om toe te werken naar multidisciplinaire
teams rond kinderen met complexe gezondheidsproblemen en hier ook financiering voor
te regelen?
Antwoord 9
Het COA organiseert multidisciplinaire overleggen specifiek voor kinderen op COA-locaties,
waar met toestemming van ouders de problematiek van het kind besproken kan worden
met de lokale huisarts en/of JGZ-arts. Verder dan dit mag het COA niet gaan. Voor
de zorg wordt gebruik gemaakt van reguliere zorginstellingen. Dit betekent ook dat
de zorg voor asielzoekers werkt volgens dezelfde werkwijzen en protocollen die daar
gelden. Als daar aanpassingen of verbeteringen worden doorgevoerd dan geldt dit dus
ook voor asielzoekers. Ik vind het niet wenselijk om daar aparte voorzieningen voor
in het leven te roepen.
Het COA kan in ieder geval vanwege het medisch beroepsgeheim geen rol spelen in multidisciplinaire
teams van zorgverleners, die over individuele casuïstiek gaan. Het Ekann kan zijn
advies ter verbetering van die overleggen aan de betreffende beroepsorganisaties voorleggen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, minister voor Asiel en Migratie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.