Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Vermeer over ‘drijvende zonnepanelen voor de kust van Egmond aan Zee’
Vragen van het lid Vermeer (BBB) aan de Minister van Klimaat en Groene Groei over drijvende zonnepanelen voor de kust van Egmond aan Zee (ingezonden 29 augustus 2025).
Antwoord van Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) (ontvangen 29 september 2025).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2025–2026, nr. 13.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Eerste drijvende zonnepark tussen windmolens komt voor
Noord-Hollandse kust»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat zon op zee zich nog niet heeft bewezen, ondanks eerdere proeven op zee,
zoals eerder gesteld in uw brief aan de Kamer in de vergunningswijziging windpark
op zee IJmuiden Ver Beta?2
Antwoord 2
Zon op zee is een energie-innovatie met de potentie om het aanbod van hernieuwbare
elektriciteit op zee te verhogen en het net op zee efficiënter te benutten. Hiermee
worden de relatieve kosten van het net op zee voor inwoners en bedrijven verlaagd.
Er zijn de afgelopen jaren meerdere succesvolle pilotprojecten voor zon op zee uitgevoerd.
Met dit demonstratieproject worden de potenties en de haalbaarheid van zon op zee
verder onderzocht.
Vraag 3
Welke publieke en private partijen zijn betrokken bij de financiering, uitvoering
en exploitatie van dit project, en welke financiële verplichtingen gaat de overheid
aan?
Antwoord 3
De overheid is geen financiële verplichtingen aangegaan voor de realisatie en exploitatie
van dit project. Het project wordt gefinancierd door initiatiefnemer CrossWind, welke
als vergunninghouder ook verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en exploitatie.
Daarbij wordt samengewerkt met onderaannemer en techniekontwikkelaar Oceans of Energy.
Rijkswaterstaat (RWS) is vergunningverlener en toezichthouder namens de Minister van
Infrastructuur en Waterstaat. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) houdt
toezicht op naleving van de eisen uit de vergunning voor het windpark namens de Minister
van Klimaat en Groene Groei.
Vraag 4
Hoeveel publiek geld wordt direct of indirect in dit project geïnvesteerd, inclusief
subsidies, belastingvoordelen en eventuele garantstellingen?
Antwoord 4
Voor dit project zijn er geen directe subsidies, belastingvoordelen of garantstellingen
vanuit de overheid verstrekt. De vergunninghouder draagt de volledige kosten voor
dit project. Indirect wordt er ongeveer € 520.000,- aan onbesteed subsidiebudget van
een ander zon op zee innovatieproject nu ingezet voor ecologische monitoring op dit
project. Het kabinet zet deze middelen actief in zodat realistische data wordt verzameld
op dit project over de ecologische effecten van deze technologie, waarmee bestaande
kennisleemtes worden verkleind.
Vraag 5
Welke afspraken zijn er gemaakt over risicoverdeling tussen overheid en private partijen
in geval van tegenvallende opbrengsten of technische problemen?
Antwoord 5
Hierover zijn geen afspraken gemaakt, alle technische en financiële risico’s zijn
bij de vergunninghouder belegd.
Vraag 6
Hoeveel procent van de theoretische opbrengst wordt tenietgedaan door slijtage, zoutaanslag,
vogelpoep, algenaanslag en mossel aangroei?
Antwoord 6
Het effect van deze verschijnselen is op dit moment nog grotendeels onbekend. Dit
project is bedoeld om eventuele opbrengstverliezen beter in te kunnen schatten. De
installatie is uitgerust met sensoren en er vindt monitoring plaats om de invloed
van deze verschijnselen in een realistische omgeving in kaart te brengen.
Vraag 7
Hoe is de verwachte levensduur van de drijvende zonne-installatie bepaald, en welke
onderbouwing ligt hieraan ten grondslag, en wat gebeurt er daarna met de installatie?
Antwoord 7
Voor dit project wordt gedurende één jaar operationele data verzameld, maar de technische
levensduur is langer. Die is gebaseerd op het ontwerp, gebruikte materialen, en onderhoud.
Na de demonstratie wordt de installatie ontmanteld, waarna componenten eventueel kunnen
worden hergebruikt.
Vraag 8
Welke onafhankelijke toetsing is uitgevoerd op de technische haalbaarheid en veiligheid
van zonnepanelen in de zware omstandigheden van de Noordzee?
Antwoord 8
Het aantonen van de technische haalbaarheid en veiligheid is onderdeel van de demonstratie
doelstelling van dit project. Onafhankelijke en hiertoe gekwalificeerde partijen,
zoals onder andere TNO, zijn betrokken voor technische analyses en beoordelingen.
Ook zijn praktijkervaringen van voorgaande testen en pilotprojecten op de Noordzee
meegenomen in het huidige ontwerp.
Vraag 9
Wat zijn de verwachte jaarlijkse onderhoudskosten en hoe verhouden deze zich tot de
verwachte opbrengsten in kWh en euro’s?
Antwoord 9
De opgewekte elektriciteit wordt niet aan land gebracht, waardoor er geen financiële
opbrengsten zijn. Er is voor dit project dus geen positieve business case. De kosten
worden gedekt uit private middelen van de vergunninghouder. Dit demonstratieproject
is opgezet om van te leren en om de techniek verder te ontwikkelen, niet om financieel
rendement mee te behalen.
Vraag 10
Hoe wordt voorkomen dat zeewater of vocht storingen veroorzaakt bij de drijvende of
de onderzeese kabelinfrastructuur?
Antwoord 10
De bestaande onderzeese kabelinfrastructuur van het windpark is niet aangesloten op
de installatie en daarmee geen onderdeel van dit project. Het drijfsysteem en de bijbehorende
dynamische kabelinfrastructuur is ontworpen conform relevante normen- en richtlijnen,
waarbij bescherming tegen vocht zorgvuldig is meegenomen. Echter worden er ook meerdere
innovatieve componenten gebruikt, waarvan het ontwerp voor deze specifieke toepassing
gedemonstreerd zal moeten worden op dit project.
Vraag 11
Welke impactstudies zijn uitgevoerd naar de effecten van het zonnepark op het zeeleven,
vogels en scheepvaartveiligheid?
Antwoord 11
Voor dit project heeft de initiatiefnemer een onafhankelijke impactanalyse laten uitvoeren,
welke de verwachtte effecten op de omgeving, waaronder effecten op scheepvaartveiligheid,
zeeleven en vogels, in kaart heeft gebracht. Vanwege de innovatieve aard is de kennis
over ecologische effecten van deze techniek echter beperkt. Het kabinet heeft daarom
een meerjarig zon op zee ecologisch onderzoeksprogramma opgezet, waarbij deze effecten
verder worden onderzocht, mede via monitoring op dit soort demonstratieprojecten.
Vraag 12
Hoe verhoudt dit project zich tot internationale veiligheidsnormen en -richtlijnen
voor gecombineerde offshore-energieproductie?
Antwoord 12
Zoals benoemd onder antwoord 10 is de installatie ontworpen en gebouwd conform de
relevante (internationale) normen- en richtlijnen. Voor innovaties kan het echter
zo zijn dat deze normen niet altijd volledig van toepassing zijn. Dit soort demonstratieprojecten
zijn nodig om deze normen- en richtlijnen verder aan te scherpen.
Vraag 13
In hoeverre is rekening gehouden met cumulatieve effecten op het mariene ecosysteem
door het stapelen van wind- en zonne-energie-installaties op dezelfde locatie?
Antwoord 13
Middels de onder antwoord 11 benoemde impactanalyse zijn ook de cumulatieve effecten
van dit project in combinatie met het omliggende windpark in kaart gebracht. Voor
het windpark zijn de ecologische effecten in een eerder stadium al in kaart gebracht.
Vraag 14
Hoe wordt het project gemonitord op ecologische gevolgen en wie draait op voor schade
bij bijvoorbeeld storm of aanvaring?
Antwoord 14
Eventuele schade door storm of aanvaringen valt onder het risico van de vergunninghouder.
De ecologische monitoring op dit project wordt uitgevoerd samen met de vergunninghouder,
de techniekontwikkelaar en betrokken onafhankelijke onderzoeksinstanties, middels
inzet vanuit het onder antwoord 13 benoemde meerjarige ecologische programma.
Vraag 15
Hoe verhoudt dit project zich tot de «zonneladder» die een beleidsinstrument is dat
een voorkeursvolgorde aangeeft voor het plaatsen van zonnepanelen, met als doel om
zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik te stimuleren?
Antwoord 15
De «zonneladder» biedt een beleidskader voor de ruimtelijke inpassing van zonne-energie
systemen binnen de landelijke omgeving en is voor zon op zee niet van toepassing.
Zon op zee draagt wel bij aan het doel van dit beleidskader om landbouw- en natuurgronden
te ontzien, door PV-systemen te plaatsen op beschikbare ruimte binnen windparken op
zee.
Vraag 16
Is er onderzocht of alternatieve locaties kostenefficiënter en ecologisch minder belastend
zouden zijn geweest?
Antwoord 16
Dit is niet verder onderzocht. De locatie binnen windpark «Hollandse Kust Noord» komt
voort uit de vergunningseisen van het windpark, waarvan de vergunninghouder voor dit
project ook de exploitant is. Een locatie binnen een windpark is ook in lijn met de
beoogde toepassing van deze techniek.
Vraag 17
Op welke wijze worden de energieopbrengsten van het zonnepark apart geregistreerd
en verantwoord ten opzichte van het windmolenpark?
Antwoord 17
De elektriciteitsopbrengst van het zonnepark wordt apart gemeten en geregistreerd,
zodat betrouwbare data beschikbaar komt. Hiertoe zijn de benodigde systemen aanwezig
op de installatie.
Vraag 18
Welke onafhankelijke evaluatie is gepland om het project na 1, 5 en 10 jaar te beoordelen
op rendement, betrouwbaarheid en ecologische impact, en wordt de Kamer hierover geïnformeerd?
Antwoord 18
Het project heeft een looptijd van één jaar. Gedurende die periode wordt intensief
gemonitord en geëvalueerd. De resultaten hiervan worden door de betrokken partijen
gedeeld met de overheid en de sector. Het kabinet zegt toe de Kamer over de opvolging
hiervan te zullen informeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.