Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
36 820 B Wijziging van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Miljoenennota)
Nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 29 september 2025
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst
van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 22 september 2025 voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties. Bij brief van 26 september 2025 zijn ze door de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, De Vree
De griffier van de commissie, Honsbeek
Vragen en antwoorden
Nr
Vraag
1
Hoe moeten gemeenten de passage in de septembercirculaire lezen waarin een relatie
wordt gelegd tussen dit compensatiebedrag en een mogelijke besteding ervan aan jeugdzorg?
Betekent dit dat het bedrag dan in feite twee keer aan jeugdzorg wordt uitgegeven?
De compensatie wordt toegevoegd aan de algemene uitkering van het gemeentefonds. De
algemene uitkering is vrij besteedbaar voor gemeenten.
2
Geven de woorden «kunnen» en «dan» in de passage van de septembercirculaire voldoende
mogelijkheden aan gemeenten om dit geld aan iets anders dan jeugdzorg te besteden,
bijvoorbeeld en met name aan die zaken waaraan in de bewuste jaren minder kon worden
besteed, juist door de financiële problematiek die de jeugdzorg met zich meebracht?
Zoals bij vraag 1 aangegeven. De compensatie wordt toegevoegd aan de algemene uitkering
van het gemeentefonds. De algemene uitkering is vrij besteedbaar voor gemeenten.
3
Drukten de uitgaven voor de jeugdzorg waarvoor de gemeenten nu worden gecompenseerd
in de jaren 2023 en 2024 in deze bovenstaande redenering (ook) op structurele uitgavenposten
van de gemeenten?
Het is aan de individuele gemeente hoe deze in de jaren 2023 en 2024 een evenwicht
op haar begroting en rekening hadden en of dit destijds heeft gedrukt op de structurele
uitgaven van de desbetreffende gemeente. Voor 2025 tot en met 2027 is bij Voorjaarsnota
2025 in totaal circa 3 miljard euro cumulatief beschikbaar gekomen voor jeugdzorg
en gemeenten, waarvan ook middelen voor de terugval in 2026 in het Gemeentefonds.
Verder worden de maatregelen uit de Hervormingsagenda Jeugd versterkt op inhoud en
beheersbaarheid en vanaf 2028 worden aanvullende maatregelen uitgewerkt.
4
Is deze eenmalige compensatie van de jeugdzorguitgaven door het Rijk nu een incidenteel
bedrag dat door gemeenten alleen incidenteel mag worden besteed?
De toevoeging aan het gemeentefonds is inderdaad een incidenteel bedrag, Het is aan
gemeenten hoe ze deze middelen besteden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.H. de Vree, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
G.C. Honsbeek, griffier