Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van lid Thijssen over de arbeidsinkomensquote (AIQ), de investeringsquote en pensioenfondsen
Vragen van lid Thijssen (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Economische Zaken over de arbeidsinkomensquote (AIQ), de investeringsquote en pensioenfondsen (ingezonden 18 september 2025).
Antwoord van Minister Karremans (Economische Zaken) (ontvangen 25 september 2025).
Vraag 1
Hoeveel procentpunt is de (marktrelevante) arbeidsinkomensquote (AIQ) gedaald sinds
2019? Hoeveel is dat in euro’s?
Antwoord 1
In 2019 was de AIQ in de marktsector 73,5%. In 2024 was de AIQ 69,9%. Dat is een verschil
van 3,6 procentpunt. De totale beloning van kapitaal en arbeid in de marktsector in
2024 was 572 miljard euro. Daar 3,6 procent van is ongeveer 21 miljard euro.
Deze cijfers zijn beschikbaar op Statline: StatLine - Arbeidsinkomensquote; bedrijfstak, nationale rekeningen
Vraag 2
Hoeveel procentpunt is de (marktrelevante) AIQ gedaald sinds de jaren tachtig? Hoeveel
is dat in euro’s?
Antwoord 2
In 1980 was de AIQ 79,5%, dat is 9,6 procentpunt hoger dan in 2024. Gemeten naar de
totale beloning van kapitaal en arbeid in de marktsector in 2024 vertegenwoordigt
dat 55 miljard euro per jaar.
Vraag 3
Hoe heeft de investeringsquote zich sinds 2019 ontwikkeld?
Antwoord 3
De investeringsquote van niet-financiële vennootschappen is gedaald van 17,8% in 2019
tot 16,6% in 2024.
Vraag 4
Hoe heeft de winstquote zich sinds 2019 ontwikkeld, zowel in procenten als in euro’s?
Hoeveel extra winst maken de winstgevende bedrijven in Nederland nu ten opzichte van
2019?
Antwoord 4
De winstquote in 2019 was 40,1 procent. In 2024 was de winstquote 42,4 procent. Een
verschil van 2,3 procent over de toegevoegde waarde van 650 miljard euro van niet-financiële
vennootschappen representeert 15 miljard euro.
Vraag 5
Kunt u het (vermeende) verband tussen winsten en hogere pensioenen met bewijs onderbouwen?
Hoe groot is dit verband?
Antwoord 5
Zie antwoord 6.
Vraag 6
Hoeveel van deze extra winst komt terecht bij Nederlandse werknemers via hogere pensioenen?
Hoeveel aandelen van Nederlandse bedrijven zijn in handen van Nederlandse pensioenfondsen?
Antwoord 6
Er is zoals bekend geen publiek aandeelhouderregister voor alle Nederlandse bedrijven.
We weten wel dat pensioenfondsen relatief veel investeren in Nederland. Dit doen ze
direct via aandelen en indirect via fondsen van bijvoorbeeld Blackrock, Vanguard en
via Private Equity. Hiermee hebben ze grote posities in zowel beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde
bedrijven in Nederland. Dat betekent dat ze ook flink meeprofiteren als deze bedrijven
winst maken.
Vraag 7
Als deze extra winst zou worden ingezet om de lonen te verhogen, hoeveel zouden de
lonen van de werknemers dan omhooggaan, zowel procentueel als in absolute euro’s?
Antwoord 7
Een verschil in de winstquote van 2,3 procent over de toegevoegde waarde van 650 miljard
euro van niet-financiële vennootschappen representeert 15 miljard euro. Dat is gelijk
aan 3,75 procent van het Nederlandse inkomen uit arbeid. Dit bedrag inzetten om de
lonen te verhogen gaat voorbij aan indirecte effecten op de economie. Zo bieden winsten
ruimte voor investeringen, die ook tot hogere lonen kunnen leiden.
Vraag 8
Als er zorgen zijn over de hoogte van de pensioenen, is het dan effectiever om meer
winst uit te keren (zodat dit indirect gaat naar hogere pensioenen) of om meer loon
uit te keren (zodat de pensioenafdracht omhooggaat)?
Antwoord 8
Dit valt niet zo een op een tegen elkaar af te wegen. Winsten zijn namelijk nodig
voor investeringen. Deze leiden tot meer groei, en uiteindelijk tot hogere lonen.
Daar profiteren ook pensioenfondsen dan weer van via hogere pensioenpremies. Daarnaast
leidt winst ook tot hogere dividenden en koersstijgingen.
Vraag 9
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden voor het commissiedebat Verdienvermogen
van Nederland op 25 september 2025?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.