Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dobbe over dat Israël humanitaire hulp Gaza verder gaat beperken met registratiesysteem
Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat Israël de humanitaire hulp in Gaza verder gaat beperken met een nieuw registratiesysteem (ingezonden 14 augustus 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Buitenlandse Zaken) en de Staatssecretaris van Buitenlandse
Zaken (ontvangen 25 september 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2024–2025, nr. 3093.
Vraag 1
Bent u bekend met de brandbrief van 55 organisaties over het nieuwe Israëlische registratiesysteem
voor hulporganisaties in de Palestijnse gebieden?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het nieuwe Israëlische registratiebeleid voor hulporganisaties in
de Palestijnse gebieden? Zo ja, wat is uw eerste oordeel?
Antwoord 2
De betreffende wetgeving baart het kabinet zorgen, in het bijzonder met oog op de
mogelijke consequenties die implementatie van de wetgeving kan hebben voor de humanitaire
hulpverlening in de Palestijnse Gebieden.
Redenen tot zorg zijn dat de nieuwe wetgeving Israël de mogelijkheid biedt om hulporganisaties
te weigeren op willekeurige gronden die geen verband houden met terrorisme of andere
veiligheidsoverwegingen, bijvoorbeeld politieke overwegingen. Dit zou consequenties
kunnen hebben voor de bewegingsvrijheid, werkzaamheden en samenwerking van het maatschappelijk
middenveld in Israël en de Palestijnse Gebieden.
Het verzoek van Israël aan de internationale ngo’s om ook persoonsgegevens van stafleden
en hun families te delen is volgens de Nederlandse Autoriteit Persoonsgegevens hoogstwaarschijnlijk
een overtreding van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
De hulporganisaties die actief zijn in Israël en de Palestijnse gebieden waar Nederland
mee samenwerkt zijn transparante, professionele organisaties met heldere interne controlemechanismes.
Nederland ondertekende op 12 augustus jl. een Foreign Ministers’ statement waarmee het, met 29 gelijkgezinde landen, de ernst van deze kwestie aankaartte
bij Israël. Nederland brengt dit thema ook bilateraal op bij de Israëlische autoriteiten,
bijvoorbeeld in recent onderhoud tussen Minister-President Schoof en de Israëlische
president Herzog. De Nederlandse inspanningen worden nauw afgestemd met hulporganisaties
die door deze wetgeving worden geraakt. Voor meer informatie is uw Kamer vandaag (24 september
2025) middels een vertrouwelijke brief geïnformeerd. De deadline voor herregistratie
van internationale ngo’s onder deze wet is overigens uitgesteld tot later in het najaar.
Vraag 3
Deelt u de mening dat noodhulp en/of ontwikkelingshulp niet gepolitiseerd dient te
worden, zeker niet door een illegale bezettingsmacht als Israël? Zo ja, deelt u de
mening dat dit nieuwe registratiesysteem in strijd is met dat principe? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 3
Ik heb begrip voor de veiligheidsaspecten waarmee Israël kampt, maar deel de zorgen
die bestaan over de genoemde wetgeving. Het politiseren van humanitaire hulp schaadt
de fundamentele principes van onpartijdigheid, neutraliteit, onafhankelijkheid en
humaniteit waardoor de toegang, verdeling of de voorwaarden van hulp beïnvloed worden.
Het is tevens belangrijk dat de continuïteit van humanitaire hulp in de Gazastrook
niet in het gedrang komt.
Vraag 4
Klopt het dat er in het nieuwe Israëlische registratiebeleid weigeringsgronden zijn
opgenomen als «het delegitimeren van de staat Israël» en het «steun uitspreken voor
verantwoording door Israël voor begane schendingen van internationaal recht»?
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Deelt u de mening dat deze weigeringsgronden vaag en politiek zijn en daarmee onwenselijk?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Het kabinet ziet dat de wetgeving de Israëlische autoriteiten de mogelijkheid biedt
om internationale ngo’s en/of hun stafleden op willekeurige gronden te weigeren. Zie
verder de beantwoording van vraag 2.
Vraag 6
Deelt u de zorg dat hulporganisaties die hun zorgen uiten over de omstandigheden in
de Palestijnse gebieden nu door Israël kunnen worden geweigerd op politieke en andere
arbitraire gronden voor het geven van humanitaire hulp?
Antwoord 6
Ja.
Vraag 7
Klopt het dat Israël persoonsgegevens van hulpverleners gaat opvragen binnen het nieuwe
registratiesysteem?
Antwoord 7
Ja.
Vraag 8
Deelt u de mening dat dit onwenselijk is, gezien de aanvallen die hulpverleners nu
al te verduren hebben vanuit Israël? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Ja. De veiligheid van hulpverleners in de Gazastrook is een serieus punt van zorg.
Vraag 9
Humanitaire organisaties geven aan dat zij tot nu toe in geen enkele context persoonlijke
informatie van medewerkers hebben moeten delen om hun registratie in een land te voltooien.Bent
u bereid om de Israëlische autoriteiten te vragen om af te zien van het opvragen of
verzamelen van gevoelige persoonlijke informatie van humanitaire medewerkers, in overeenstemming
met de internationale standaarden voor de bescherming van persoonsgegevens? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 9
Dit heeft Nederland reeds gedaan. Het kabinet zal zich, zowel bilateraal als in EU-verband,
blijven inspannen zodat professionele, vertrouwde humanitaire ngo-partners hun werk
veilig en adequaat kunnen uitvoeren in Israël en de Palestijnse gebieden. Voor meer
informatie is uw Kamer vandaag (24 september 2025) middels een vertrouwelijke brief
geïnformeerd.
Vraag 10
Bent u bereid de Israëlische regering op deze politisering van humanitaire hulp aan
te spreken en te pleiten voor een registratiesysteem zonder politieke en arbitraire
gronden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Zie de beantwoording van vraag 9.
Vraag 11
Bent u bereid om met de Israëlische autoriteiten over het nieuwe INGO-registratieproces
in gesprek te gaan om ervoor te zorgen dat «administratieve processen» het werk van
onpartijdige humanitaire actoren niet belemmeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
Het is evident dat dergelijke administratieve processen humanitaire hulp niet mogen
vertragen of verhinderen. Het kabinet spant zich reeds in voor veilige en ongehinderde
humanitaire toegang voor hulporganisaties. Hierover vindt frequent en op verschillende
niveaus contact plaats met de Israëlische autoriteiten. Voor meer informatie is uw
Kamer vandaag (24 september 2025) middels een vertrouwelijke brief geïnformeerd.
Vraag 12
Bent u bereid aan de oproep van de 55 organisaties te voldoen om middels politieke
en diplomatieke maatregelen humanitaire toegang te garanderen en internationale hulporganisaties
van juridische en diplomatieke steun te voorzien? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Het kabinet spant zich reeds diplomatiek in en hierover staat het Ministerie van Buitenlandse
Zaken in nauw contact met Nederlandse partnerorganisaties. Voor meer informatie is
uw Kamer vandaag (24 september 2025) middels een vertrouwelijke brief geïnformeerd.
Vraag 13
Bent u bekend met het statement van het landsteam voor de Palestijnse gebieden van
OCHA waarin staat dat «het merendeel van internationale NGO’s toegang dreigen te verliezen
op 9 september of eerder», waardoor levensreddende hulp in gevaar komt?2 Wat is uw reactie op dit statement?
Antwoord 13
Ja. Het kabinet deelt de zorgen van OCHA en heeft zich daarom reeds ingezet om dit
te voorkomen, zie hiervoor de beantwoording van vraag 2.
Vraag 14
Onderschrijft u de uitspraak in dit statement dat Israël hiermee humanitair recht
schendt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 14
Israël is op grond van het bezettingsrecht verplicht om de burgerbevolking in de Palestijnse
gebieden, waaronder de Gazastrook, te voorzien van onder andere voldoende voedsel,
schoon drinkwater en medicijnen. Wanneer een bezet gebied onvoldoende voorzien is
van deze essentiële levensbehoeften, dan is de bezettende macht verplicht om de levering
van humanitaire hulp door onpartijdige humanitaire organisaties toe te staan en te
faciliteren. Het weigeren van de levering van humanitaire hulp door dit soort organisaties
op basis van willekeurige gronden druist evident in tegen het humanitair oorlogsrecht,
in het bijzonder in het licht van de catastrofale humanitaire situatie in de Gazastrook.
Vraag 15
In uw tweet van 12 augustus geeft u aan dat deze maatregelen «reden tot zorg» zijn.3 Wat bedoelt u hiermee? Doet u ook iets met die zorgen, of blijft het bij tweetjes?
Antwoord 15
Zie de beantwoording van vraag 2.
Vraag 16
Bent u, nu humanitaire hulp naar de Palestijnse gebieden nog verder onder druk komt
te staan, met onvermijdelijk dodelijke slachtoffers als gevolg, wel eindelijk bereid
tot het nemen van sanctiemaatregelen richting Israël? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 16
Het kabinet zet een combinatie van druk en dialoog in om de regering-Netanyahu van
koers te laten wijzigen. Zie verder de beantwoording van vraag 9.
Vraag 17
Is het technisch mogelijk om alle wapenhandel met Israël te stoppen? Zo ja, waarom
gebeurt dit niet? Op basis van welke adviezen maakt u deze beslissing? Wilt u deze
adviezen met de kamer delen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 17
Nederland kent geen praktijk van het unilateraal instellen van een wapenembargo. Met
het oog op de effectiviteit neemt Nederland een dergelijke maatregel, daar waar dat
opportuun wordt geacht, in de regel samen met andere landen; bijvoorbeeld in EU-,
VN- of OVSE-verband.
In het kader van het in kaart brengen van alle handelingsperspectieven inzake de situatie
in de Gazastrook, de Westelijke Jordaanoever en de bredere regio heeft de toenmalig
Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp na 7 oktober 2023 ook informatie
ontvangen over het opschorten van de uitvoer van militaire goederen naar Israël.
Het kabinet is geen voorstander van een wapenembargo, mede omdat het kabinet de uitvoer
van onderdelen voor systemen met een puur defensieve werking, die niet raakt aan de
situatie in de Gazastrook of op de Westelijke Jordaanoever, conform de motie Kahraman
(motie 21 501-02, nr. 3170) wil blijven toestaan zolang dergelijke transacties de reguliere toets aan de Europese
wapenexportcriteria doorstaan. Hierbij valt te denken aan uitvoer ten behoeve van
het Iron Dome luchtafweersysteem.
Niettemin is het kabinet van mening dat bij uitvoer naar Israël van militaire goederen
die ingezet kunnen worden in de Gazastrook duidelijke risico’s bestaan op mensenrechtenschendingen
en ernstige schendingen van het humanitair oorlogsrecht en is bovendien van mening
dat die duidelijke risico’s eveneens gelden ten aanzien van mogelijke inzet op de
Westelijke Jordaanoever. In dat kader zijn sinds 7 oktober 2023 al 11 vergunningen
voor de uitvoer van militaire goederen naar Israël afgewezen. Zoals de situatie nu
is, is het uitgesloten dat Nederland een vergunning verleent voor de uitvoer of doorvoer
van Nederland naar Israël van militaire goederen of dual-use goederen met militair
eindgebruik die kunnen bijdragen aan de activiteiten van de Israëlische krijgsmacht
in de Gazastrook of op de Westelijke Jordaanoever. Daarmee volstaat het huidige toetsingsbeleid
om ongewenste transacties te voorkomen.
Omdat voorgenoemde ambtelijke adviezen concurrentiegevoelige informatie bevatten,
worden deze niet met uw Kamer gedeeld. Daarnaast zou het delen van deze adviezen de
Nederlandse diplomatieke betrekkingen kunnen raken.
Voor wat betreft de import van militaire goederen of componenten daarvan vanuit Israël
leveren Israëlische leveranciers diverse essentiële militaire systemen waarvoor geen,
minder geschikte of geen tijdige alternatieven beschikbaar zijn. Het stopzetten van
de bestaande samenwerking met deze leveranciers heeft grote gevolgen voor de operationele
slagkracht en het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht, alsmede voor de veiligheid
van onze militairen.
Nieuwe materieelaankoop uit Israël wordt per geval zorgvuldig gewogen, waarbij Defensie
onderzoekt of het materieel essentieel is voor de gereedstelling van de krijgsmacht,
of er geschikte alternatieven zijn en of deze alternatieven tijdig leverbaar zijn.
Vraag 18
Is het technisch mogelijk om alle militaire samenwerkingsverbanden met Israël op te
zeggen? Zo ja, waarom gebeurt dit niet? Op basis van welke adviezen maakt u deze beslissing?
Wilt u deze adviezen met de kamer delen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 18
Elke vorm van samenwerking met Israël wordt zorgvuldig en afzonderlijk afgewogen en
in het licht van de actuele ontwikkelingen bezien, hetgeen in de praktijk heeft geleid
tot een minimale, praktisch vrijwel opgeschorte, samenwerking. Zolang de situatie
in de Gazastrook niet aanzienlijk verbetert, zal dit niet wijzigen.
Vraag 19
Is het technisch mogelijk om de financiële investeringen vanuit of via Nederland in
Israël te verbieden? Zo ja, waarom gebeurt dit niet? Op basis van welke adviezen maakt
u deze beslissing? Wilt u deze adviezen met de kamer delen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 19
Indien er sprake is van een volkenrechtelijke verplichting, een aanbeveling van een
(orgaan van) een volkenrechtelijke organisatie of een internationale afspraak, waarin
bepaald is dat financiële investeringen in Israël verboden zouden moeten worden, dan
zou dit op basis van de Sanctiewet 1977 inderdaad verboden kunnen worden. Dit moet
wel altijd passen binnen Unierechtelijke verplichtingen.
Het kabinet is tegen een boycot van Israël. Het kabinet spant zich in voor versterking
van de (economische) betrekkingen met Israël binnen de grenzen van 1967. Hiermee wordt
invulling gegeven aan de motie Van der Staaij en Voordewind4 over het aanmoedigen van economische relaties tussen Nederlandse en Israëlische bedrijven.
Vraag 20
Is het technisch mogelijk het belastingverdrag tussen Nederland en Israël op te zeggen?
Zo ja, waarom gebeurt dit niet? Op basis van welke adviezen maakt u deze beslissing?
Wilt u deze adviezen met de kamer delen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 20
Nederland staat in beginsel open voor belastingverdragen met ieder land. Belastingverdragen
zijn primair bedoeld om fiscale belemmeringen weg te nemen bij het grensoverschrijdend
ondernemen en werken, bijvoorbeeld door dubbele belastingheffing te voorkomen en juridische
zekerheid te bieden aan burgers en bedrijven. Indien een verdragsland de gemaakte
afspraken eenzijdig niet naleeft of toepast, kan dat vanuit fiscale invalshoek aanleiding
geven om het belastingverdrag (gedeeltelijk) op te schorten. Voor het belastingverdrag
met Israël is dat op dit moment niet het geval.
Vraag 21
Is het technisch mogelijk om een verantwoordingsplicht in te stellen voor Nederlandse
bedrijven die actief zijn in Israël of de bezette gebeiden? Zo ja, waarom gebeurt
dit niet? Op basis van welke adviezen maakt u deze beslissing? Wilt u deze adviezen
met de kamer delen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 21
Het is op basis van de vraag onduidelijk wat met de technische mogelijkheden voor
een verantwoordingsplicht bedoeld wordt. In algemene zin geldt dat bedrijven zich
moeten houden aan de wet- en regelgeving in de landen waar zij actief zijn en verwacht
het kabinet dat zij zakendoen in lijn met de OESO-richtlijnen voor multinationale
ondernemingen.
Vraag 22
Is het technisch mogelijk om de consulaire bijstand aan Nederlandse bedrijven voor
investeringen in Israël te stoppen? Zo ja, waarom gebeurt dit niet? Op basis van welke
adviezen maakt u deze beslissing? Wilt u deze adviezen met de kamer delen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 22
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken verleent consulaire bijstand aan Nederlanders
in nood naar gelang de omstandigheden en mogelijkheden ter plekke. Aan Nederlandse
bedrijven wordt geen consulaire bijstand verleend.
Vraag 23
Is het technisch mogelijk om een handelsverbod in te stellen met illegale nederzettingen
in bezet gebied? Zo ja, waarom gebeurt dit niet? Op basis van welke adviezen maakt
u deze beslissing? Wilt u deze adviezen met de kamer delen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 23
Er is vooralsnog onvoldoende steun voor de handelspolitieke maatregelen tegen de illegale
nederzettingen in de door Israël bezette gebieden waarvoor Nederland pleit in EU-verband.
Wegens het uitblijven van draagvlak voor effectieve maatregelen op EU-niveau, zal
het kabinet zo spoedig mogelijk nationale maatregelen nemen om producten afkomstig
uit de onrechtmatige nederzettingen in de door Israël bezette gebieden te weren, in
samenwerking met gelijkgezinde landen. Tegelijkertijd blijft het kabinet samen met
gelijkgezinde lidstaten aandringen op een Commissievoorstel voor EU-maatregelen en
zich inzetten om het draagvlak onder EU-lidstaten daarvoor te vergroten, aangezien
EU-maatregelen het meest effectief zijn.
Vraag 24
Is het technisch mogelijk om medische evacuaties te organiseren voor Gazanen die dreigen
te sterven door de door Israël veroorzaakte hongersnood? Zo ja, waarom gebeurt dit
niet? Op basis van welke adviezen maakt u deze beslissing? Wilt u deze adviezen met
de kamer delen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 24
Het leed van mensen die medisch geëvacueerd moeten worden is schrijnend, in het bijzonder
waar het kinderen betreft. Het kabinet is vastberaden om verlichting en hulp te bieden.
Zoals bekend zet het kabinet in op het helpen van zoveel mogelijk patiënten in de
regio en het vergroten van capaciteit daartoe. Hiervoor zijn de noden hoog en op dit
gebied kan Nederland snel een concrete en zinvolle bijdrage leveren. Het kabinet onderzoekt
mogelijkheden voor concrete steun. De verschillende steunmogelijkheden worden interdepartementaal
in kaart gebracht, in samenwerking met Defensie en VWS.
Het kabinet spant zich in om de knelpunten die in de regio worden ervaren te verlichten.
Recent heeft Nederland een aanvullende bijdrage van 3 miljoen euro aangekondigd voor
de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waarmee de medische ondersteuning en evacuatie
van patiënten uit de Gazastrook naar landen in de regio kan worden bekostigd. Ook
in 2024 stelde Nederland een bijdrage van 3 miljoen euro beschikbaar voor de WHO ter
ondersteuning van medische capaciteit in de Gazastrook en de regio. Destijds heeft
het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport eveneens medische hulpmiddelen
ter waarde van 1,5 miljoen euro beschikbaar gesteld aan Egypte met oog op medische
evacuaties uit de Gazastrook.
Het kabinet maakt in 2025 25 miljoen euro vrij voor hulp aan mensen uit Gaza.
Dit gaat om humanitaire hulp en ondersteuning voor de langere termijn, zowel in de
Gazastrook als landen in de regio. Het kabinet biedt daarmee een substantiële bijdrage
aan de humanitaire medische noden in Gaza. Op dit moment wordt hierin prioriteit gegeven
aan medische evacuaties in de regio en ondersteuning van medische capaciteit daarbij.
Uit deze reservering wordt voorts 800.000 euro vrijgemaakt ter ondersteuning van het
werk van Save the Children voor patiënten die zijn geëvacueerd naar Egypte. Met deze bijdrage kan Save the Children circa 600 patiënten helpen voor een periode van één jaar.
Het kabinet identificeert verdere mogelijkheden, zoals het beschikbaar stellen van
Nederlandse medische expertise voor gecompliceerde zorgvragen waar beperkte behandelcapaciteit
voor aanwezig is in de regio. Daarbij wordt ook de medische capaciteit in de Westelijke
Jordaanoever en landen in de regio, zoals Egypte en Jordanië in ogenschouw genomen.
De nadere invulling van dit pakket voor hulp in de Gazastrook of de regio wordt te
zijner tijd aan uw Kamer kenbaar gemaakt. Bovendien heropen ik het contactpunt waar
partijen en medisch gekwalificeerde personen zich kunnen melden. Daar worden zij in
contact gebracht met de hulpverlening in de regio die daar wordt georganiseerd door
verschillende NGO’s en de WHO. Hiermee faciliteer ik de behoefte onder Nederlandse
zorgprofessionals om ter plaatse in de regio een bijdrage te leveren aan de zorg voor
Gazaanse patiënten. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport helpt mee door
het contactpunt actief onder de aandacht te brengen van de partijen in de Nederlandse
zorg.
Naast financiële ondersteuning voor medische evacuaties en behandelcapaciteit in de
regio zet Nederland zich diplomatiek in richting Israël en landen in de regio voor
de verruiming van mogelijkheden voor medische evacuaties uit de Gazastrook. Over deze
thematiek spreek ik met Ministers van Buitenlandse Zaken van landen uit de regio.
Vraag 25
Kunt u alle vragen afzonderlijk en voor het einde van de maand augustus beantwoorden,
gezien de urgentie van het onderwerp?
Antwoord 25
De vragen zijn afzonderlijk en zo snel mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
A. de Vries, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.