Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ceder over ‘de berichtgeving dat een derde in Gaza al dagen geen eten heeft’
Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de berichtgeving dat een derde in Gaza al dagen geen eten heeft (ingezonden 28 juli 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Buitenlandse Zaken), mede namens de Staatssecretaris
van Buitenlandse Zaken (ontvangen 24 september 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2024–2025, nr. 3101.
Vraag 1
Bent u bekent met het artikel «Almost a third of people in Gaza not eating for days,
UN food programme warns»?1 Hoe beoordeelt u dit artikel?
Antwoord 1
Ja. Er komt evident nog steeds te weinig voedsel en andere humanitaire hulp bij de
mensen in nood in de Gazastrook. Hulporganisaties, waaronder WFP en UNICEF, geven
aan dat de mogelijkheden voor invoer en distributie van hulpgoederen onvoldoende zijn
om de noden te lenigen. Dit beeld werd bevestigd in de Integrated Food Security Phase Classification (IPC) analyse van 22 augustus jl., waarin wordt vastgesteld dat er hongersnood heerst
in delen van de Gazastrook.
Vraag 2
Welke stappen zet het kabinet zowel nationaal als in Europese Unie (EU)-verband per
ommegaande om te voorkomen dat er mensen sterven van de honger en om te zorgen dat
mensen op reguliere wijze voldoende voedsel hebben?
Antwoord 2
De oorlog in de Gazastrook moet stoppen. De inzet van het kabinet is daarop gericht,
door een combinatie van dialoog en druk. Sinds mijn aantreden heb ik gesproken met
mijn Israëlische, Palestijnse, Saoedische, Egyptische en Jordaanse evenknie. Tijdens
het gesprek met mijn Israëlische counterpart riep ik Israël onder meer op om tot een
staakt-het-vuren te komen, de humanitaire situatie te verlichten en geen stappen te
zetten die een twee-staten-oplossing verder onder druk zetten. Met mijn Jordaanse,
Saoedische, Palestijnse, Egyptische en evenknie sprak ik onder meer over medische
evacuaties, de situatie in de Gazastrook en regionale ontwikkelingen.
Zoals toegelicht in de brief aan uw Kamer over de situatie in de Gazastrook van 28 juli
jl.2, 9 september jl.3 en 18 september4, en de recente Kamerdebatten op 7, 21 en 22 augustus en op 10 september jl., zet
het kabinet zich zowel op nationaal niveau als in EU verband in om de Israëlische
autoriteiten te bewegen om de situatie in de Gazastrook en Westelijke Jordaanoever
te verbeteren. Uit de humanitaire updates van de EU blijkt dat er nog altijd onvoldoende
sprake is van toereikende verruiming van mogelijkheden voor humanitaire hulpverlening,
ook al zijn op sommige punten kleine stappen gezet. De situatie in de Gazastrook blijft
vreselijk, met ernstige tekorten aan onder meer voedsel, water, en medische zorg.
Het kabinet blijft zich in het kader van de opvolging van de evaluatie in het kader
van artikel 2 van het EU-Israël Associatieakkoord inzetten op EU-maatregelen om de
druk op Israël te vergroten en hiervoor steun te vinden bij andere lidstaten. Tevens
blijft het kabinet pleiten voor additionele sancties tegen Hamas en Palestijnse Islamitische
Jihad en blijft benadrukken dat Hamas de gijzelaars onmiddellijk en onvoorwaardelijk
vrij moet laten, de wapens neer moet leggen en geen rol mag hebben in het toekomstige
bestuur van Gaza.
Verder dringt het kabinet op EU-niveau in samenwerking met gelijkgestemde partners
aan op een voorstel van de Europese Commissie voor handelspolitieke maatregelen ten
aanzien van goederenimport uit de illegale Israëlische nederzettingen in bezet gebied,
conform de motie Van Campen en Boswijk.5 Omdat er op EU-niveau onvoldoende draagvlak is voor dergelijke maatregelen, werkt
het kabinet conform de motie van Paternotte6 aan nationale maatregelen gericht op de invoer van producten uit deze illegale nederzettingen.
Nederland stemt deze inspanningen af met gelijkgezinde landen en voert deze parallel
uit.
Vraag 3
Hoeveel ton aan voedsel zou er nu momenteel, minus reguliere dagelijkse consumptie,
in totaal in Gaza moeten zijn? Hoeveel mensen lijden momenteel aan gebrek aan voedsel
in Gaza en hoeveel ton aan voedsel zou er omgerekend nodig moeten zijn om zij die
geen voedsel hebben van voedsel te voorzien?
Antwoord 3
Vrijwel de gehele bevolking in de Gazastrook lijdt aan ernstige voedseltekorten; de
IPC-analyse van 22 augustus jl. bevestigde het volgende: «As of 15 August 2025, Famine (IPC Phase 5) – with reasonable evidence – is confirmed
in Gaza Governorate. After 22 months of relentless conflict, over half a million people
in the Gaza Strip are facing catastrophic conditions characterised by starvation,
destitution and death.»7 Om in de humanitaire basisbehoeften te voorzien is volgens het Wereldvoedselprogramma
circa 62.000 ton voedsel per maand nodig, maar gezien de huidige voedselcrisis is
er op dit moment veel meer nodig. Het gaat daarbij niet alleen om de kwantiteit: de
hulp moet de mensen bereiken die het nodig hebben en er is ook gespecialiseerde voeding
nodig om ondervoeding tegen te gaan. Toegang tot de hele Gazastrook voor gespecialiseerde
zorg is nodig om de acute ondervoeding van kinderen adequaat te kunnen behandelen.
Vraag 4
Zou er, afgezien van de vele trucks vlak buiten en binnen Gaza bij de corridors, momenteel
genoeg voedsel in Gaza zou moeten zijn om honger en de huidige catastrofe onder Gazanen
te voorkomen? Indien dat niet het geval is, kan het kabinet aangeven tot wanneer er
genoeg voedsel er zou moeten zijn geweest?
Antwoord 4
De bevolking van de Gazastrook heeft onvoldoende toegang tot voedsel. De huidige catastrofale
humanitaire situatie is ontstaan als gevolg van de maandenlange volledige blokkade
van humanitaire hulp die Israël op 2 maart jl. afkondigde en de voedselzekerheid verder
heeft doen afnemen. Een dergelijke afname van voedselzekerheid is geen lineair proces
en enkel het tellen van de absolute aanwezige hoeveelheid voedsel doet geen recht
aan de complexe humanitaire realiteit.
Vraag 5
Hoeveel ton voedsel is tijdens het staakt-het-vuren van 18 januari tot 2 maart 2025
Gaza binnengegaan?
Antwoord 5
Volgens Israël kwam in de periode van het staakt-het-vuren 339.000 ton voedsel de
Gazastrook binnen. De Verenigde Naties (VN) meldden na afloop van het staakt-het-vuren
dat de humanitaire partners van de Food Security Sector (FSS, het coördinatieplatform geleid door het Wereldvoedselprogramma en de Voedsel-
en Landbouworganisatie van de VN) tussen 19 januari en 1 maart circa 78.000 ton voedsel
de Gazastrook hadden binnengebracht, in aanvulling op de distributie van meel door
UNRWA aan 1,28 miljoen mensen.
Vraag 6
Zou dit volgens de maatstaven van het World Food Programme (WFP) voldoende moeten zijn om de gehele bevolking van Gaza ongeveer vijf-zes maanden
te voeden? Zo nee, wat waren dan de schattingen van het totaal aantal geleverde trucks?
Kunt u indien mogelijk documenten overleggen die dit ondersteunen?
Antwoord 6
WFP en UNRWA, de grootste humanitaire organisaties voor voedseldistributie in de Gazastrook,
waren eind april door hun voorraden heen. Rond deze periode waren ook de prijzen op
de markten – waar een beperkte hoeveelheid voedsel wordt verhandeld – reeds sterk
gestegen. Dit geeft een indicatie van het tekort aan beschikbaar voedsel in de Gazastrook
in deze periode. Om ondervoeding tegen te gaan, moet het aanbod ook divers zijn. De
diversiteit kwam als eerste onder druk te staan. (Gekoelde) opslagplaatsen en andere
infrastructuur zijn vernietigd, waardoor het een grotere uitdaging is voedsel goed
te houden en te distribueren.
Vraag 7
Kan het kabinet de meerdere oorzaken aangeven waarom het voedsel niet de Gazanen heeft
bereikt en daarbij de rol van Israël, Gaza Humanitarian Foundation (GHF), Hamas en
andere betrokkenen zoals de Verenigde Naties (VN), de EU, de Arabische Liga en Egypte
afzonderlijk benoemen? Kan het kabinet zo zorgvuldig en gedetailleerd mogelijk zijn?
Antwoord 7
De huidige catastrofale humanitaire situatie in de Gazastrook is het directe gevolg
van de maandenlange blokkade door Israël van humanitaire hulp. Alhoewel de blokkade
in medio mei gedeeltelijk is opgeheven, blijft de toegang tot humanitaire hulp nog
steeds ernstig ondermaats. Ook blijft de invoer van goederen aan strenge Israëlische
restricties onderhevig die negatieve gevolgen hebben voor de kwantiteit en de kwaliteit
van hulp die de Gazastrook wordt ingevoerd.
De uitdagingen op gebied van distributie hebben verschillende oorzaken. Het voornaamste
probleem is het uitblijven van een staakt-het-vuren tussen Hamas en Israël. De aanhoudende
gevechten, en het gebrek aan mogelijkheden voor deconflictie met de Israëlische strijdkrachten,
zorgen ervoor dat hulp niet veilig vervoerd kan worden. De frequente plundering van
vrachtwagens door wanhopige menigten en gewapende groepen vormen een ernstig obstakel
voor distributie. Zolang er grote schaarste en wetteloosheid heerst, zal deze chaos
voortduren.
Het kabinet heeft ook kennis genomen van signalen dat Hamas een kwalijke rol speelt
wat betreft de catastrofale humanitaire situatie in Gaza en dat de organisatie de
voedseldistributie verstoort. Echter, het kabinet heeft geen betrouwbaar bewijs voor
de aantijging dat Hamas zich systematisch of grootschalig schuldig maakt aan ontvreemding
van humanitaire hulp sinds 7 oktober 2023. Het kabinet koestert echter geen illusies
over de intenties en het optreden van Hamas.
Nederland heeft reeds bij de aankondiging van het distributiemechanisme van de Gaza Humanitarian Foundation (GHF) zorgen geuit over de voorziene werkwijze. De manier van werken van GHF is niet
in lijn met de humanitaire principes, gaat gepaard met gedwongen ontheemding, en plaatst
burgers in zeer gevaarlijke situaties. De dodelijke beschietingen van de afgelopen
maanden bij hulpdistributiepunten, in het bijzonder distributiepunten van GHF, zijn
onacceptabel. Ten slotte is de gelimiteerde hoeveelheid hulp die GHF distribueert
lang niet voor alle hulpbehoevenden in de Gazastrook toegankelijk.
Egypte speelt een belangrijke rol in de hulpvoorziening voor de Gazastrook. Hoewel
veel hulp via Egypte naar de Gazastrook wordt vervoerd, moet deze hulp via de grensovergang
bij Kerem Shalom in Israël naar de Gazastrook worden vervoerd. Zodoende kan deze hulp
nog altijd niet via de grensovergang bij Rafah naar binnen worden gebracht. Nederland
roept Israël en Egypte op om werk te maken van de snelle heropening van de Rafah-grensovergang
voor humanitaire hulp. De Arabische Liga, de EU en hun lidstaten hebben een belangrijke
rol op gebied van humanitaire diplomatie en financiering, maar kunnen toegang tot
mensen in nood in de Gazastrook niet eigenstandig verbeteren.
Vraag 8
Hoeveel Gazanen zijn bij of nabij een GHF punt gestorven terwijl ze voedsel ophaalden?
Hoeveel van deze doden zijn aantoonbaar toe te rekenen aan de Israel Defense Forces (IDF)? Hoeveel van deze doden zijn te wijten aan Hamas? Hoeveel van deze doden zijn
toe te rekenen aan andere oorzaken en kan het kabinet aangeven wat deze oorzaken zijn?
Antwoord 8
De VN heeft melding gemaakt van Israëlisch geweld tegen burgers bij alle distributiepunten.
Ook anonieme Israëlische militairen hebben aangegeven dat zij opdracht kregen om te
schieten op ongewapende Palestijnse burgers bij de distributiepunten. Het is cruciaal
dat dit geweld per ommegaande stopt en dat alle partijen zich houden aan het humanitair
oorlogsrecht.
Op 1 augustus deelden de VN dat, in de voorgaande twee maanden, 1373 hulpbehoevenden
waren gedood terwijl zij hulp probeerden te bemachtigen. 859 van de doden vielen in
of nabij de GHF-distributiepunten. Hoeveel hulpbehoevenden precies door Israëlisch
vuur zijn gedood bij hulpdistributies, waaronder bij GHF-locaties, is op dit moment
niet bekend. Volgens Israël heeft het enkel waarschuwingsschoten gelost in of nabij
de distributiepunten, waarbij mogelijk enkele mensen zijn geraakt. Het blijft onduidelijk
of, en zo ja op welke schaal, Hamas burgers heeft gedood bij de GHF-distributies.
Overigens geeft GHF aan dat er ook slachtoffers zijn gevallen door onder meer verdrukking
en vertrapping. Het kabinet kan berichten hierover niet eigenstandig verifiëren.
Vraag 9
Hoeveel Gazanen zijn er bij of nabij andere distributiepunten of een VN-konvooi gestorven
terwijl ze voedsel ophaalden? Hoeveel van deze doden zijn aantoonbaar toe te rekenen
aan de IDF? Hoeveel van deze doden zijn te wijten aan Hamas? Hoeveel van deze doden
zijn toe te rekenen aan andere oorzaken en kan het kabinet aangeven wat deze oorzaken
zijn?
Antwoord 9
Volgens de VN zijn er tussen 27 mei en 1 augustus 2025 514 doden gevallen langs routes
bestemd voor hulpkonvooien. Zie verder de beantwoording van vraag 8.
Vraag 10
Heeft Nederland de Israëlische autoriteiten aangesproken vanwege de vele slachtoffers
bij distributiepunten? Wat is hieruit gekomen? Is er daarbij ook gesproken over de
berichtgeving over mogelijke instructies om bewust te schieten? Kan het kabinet aangeven
hoe zij deze berichtgeving beoordeelt?
Antwoord 10
Het kabinet blijft zich zeer kritisch uitspreken over GHF en hun werkwijze. De chaos
en dodelijke incidenten van de afgelopen tijd zijn onacceptabel en in strijd met het
humanitair oorlogsrecht. Dit heeft Nederland veelvuldig onderstreept in contacten
met de Israëlische autoriteiten. Zie verder de beantwoording van vraag 8.
Vraag 11
Kan het kabinet gedetailleerd aangeven op welke onderdelen de GHF volgens de EU niet
voldoet aan de standaarden die gewenst zijn voor adequate hulpvoorziening? Is tijdens
de afspraken met de EU zoals aangekondigd op 10 jl. besproken om deze op te lossen?
Zo nee, waarom niet? Kunnen de afspraken tussen de EU en Israël per ommegaande naar
de Kamer worden gestuurd? Hoe beoordeelt het kabinet de stelling dat het verhongeren
van de bevolking een bewuste strategie van Israël en GHF is?
Antwoord 11
De hongercrisis in de Gazastrook is het gevolg van menselijk handelen. Israël heeft
hierin een belangrijke verantwoordelijkheid. De chaos en slachtoffers die bij distributiepunten
van de Gaza Humanitarian Foundation (GHF) vallen zijn onacceptabel. Het hulpmechanisme
en de werkzaamheden van GHF zijn niet in overeenstemming met de humanitaire principes
van humaniteit, onpartijdigheid, onafhankelijkheid en neutraliteit, gaan gepaard met
gedwongen verplaatsing en leiden tot dodelijke situaties. De hulpdistributies geschieden
op vier locaties die onbereikbaar zijn voor de meeste mensen in Gaza. Bij distributie
geldt nu het recht van de sterkste, waardoor de meest kwetsbaren middels dit mechanisme
niet worden bereikt. Veel van de goederen die GHF uitdeelt zijn niet ready-to-eaten vereisen water en brandstof, waaraan een groot tekort bestaat. De op 10 juli overeengekomen
afspraken tussen de EU en Israël gaan niet specifiek over GHF, maar focussen op verruiming
op de mogelijkheden voor invoer en distributie van humanitaire hulp door de professionele
humanitaire organisaties.
De updates van de EU worden vertrouwelijk met uw Kamer gedeeld.
Vraag 12
Hoe beoordeelt het kabinet het statement van Israëli woordvoerder David Mencer: «in
Gaza is er momenteel geen hongersnood die door Israël is veroorzaakt. Er is een door
de mens veroorzaakt tekort, veroorzaakt door Hamas»?8 Overwegende dat Mencer de Hamasmilitanten ervan beschuldigt dat ze de voedseldistributie
verhinderden en dat ze hulpgoederen voor zichzelf roofden, hoe vaak komt dit voor
en hoe groot is dit probleem volgens het kabinet?
Antwoord 12
De uitdagingen bij de distributie van hulp zijn het directe gevolg van de extreme
noden die zijn ontstaan door de maandenlange blokkade van humanitaire hulp, de intensieve
gevechten, plunderingen, de opeenvolgende evacuatiebevelen en de aanhoudende tegenwerking
van professionele hulporganisaties waaronder de VN en internationale ngo’s door Israël.
Het kabinet heeft ook kennis genomen van signalen dat Hamas een kwalijke rol speelt
wat betreft de catastrofale humanitaire situatie in Gaza en dat de organisatie de
voedseldistributie verstoort. Echter, het kabinet heeft geen betrouwbaar bewijs voor
de aantijging dat Hamas zich systematisch of grootschalig schuldig maakt aan ontvreemding
van humanitaire hulp sinds 7 oktober 2023. Wel ziet het kabinet dat Hamas een forse
(mede)verantwoordelijkheid toekomt voor het ontstaan van deze situatie en het uitblijven
van een staakt-het-vuren. Hamas vormt nog steeds een dreiging voor de veiligheid van
Israël, en het optreden van Hamas verdiept en verlengt het leed van de burgerbevolking
in Gaza. Het kabinet heeft geen betrouwbaar bewijs voor de aantijging dat Hamas zich
systematisch of grootschalig schuldig maakt aan ontvreemding van humanitaire hulp
sinds 7 oktober 2023.
Vraag 13
Klopt het dat Hamas de hulpdistributie in Gaza probeert te saboteren? Zo ja, op welke
wijze doen ze dat? Kan het antwoord met concrete voorbeelden aangeleverd worden en
kan daarbij ook aangegeven worden hoeveel slachtoffers er mede door deze handelingen
zijn gevallen?
Antwoord 13
Zie de beantwoording van vraag 12.
Vraag 14
Is het kabinet van mening dat het verhongeren van de bevolking een bewuste strategie
van Hamas is? Zo ja, kunt u daar mogelijke uitspraken of documentatie van handelingen
van overleggen? Zo nee, kan het kabinet aangeven waarom niet? Klopt het dat Hamas
heeft gesteld zich niet verantwoordelijk te voelen voor voldoende humanitaire hulp
richting de Gazaanse bevolking?
Antwoord 14
Hamas is een terroristische organisatie die al jarenlang zijn eigen bevolking onderdrukt,
mensenrechten schendt en door zijn gruwelijke daden van 7 oktober 2023 een spiraal
van geweld ontketende. Hamas is in belangrijke mate (mede)verantwoordelijk voor het
uitblijven van een staakt-het-vuren in de Gazastrook. Het kabinet koestert geen illusies
over de intenties en het optreden van Hamas. Over of het verhongeren van de bevolking
een bewuste strategie is van Hamas kan het kabinet op dit moment echter niet oordelen.
Vraag 15
Hoeveel voedsel ligt er momenteel nog in pakhuizen in Gaza? Waar zijn deze pakhuizen
en wie beheert en bewaakt deze pakhuizen? Kan het kabinet een overzicht en uitsplitsing
meesturen?
Antwoord 15
Het is niet bekend bij het kabinet hoeveel voedsel er momenteel nog in pakhuizen ligt
in de Gazastrook. Indien het inderdaad zo is dat pakhuizen worden bewaakt, dan heeft
het kabinet hier geen nadere informatie over. Het staat vast, zo wordt ook onderstreept
door de IPC-analyse van 22 augustus jl., dat de Gazaanse bevolking lijdt onder de
aanhoudende tekorten van voedsel, water, medicijnen en onderdak. Tevens is veel van
de opslagcapaciteit van humanitaire organisaties, zoals WFP, door het aanhoudende
oorlogsgeweld vernietigd of onbereikbaar.
Vraag 16
Hoe wordt met verschillende clans gewerkt in Gaza om ervoor te zorgen dat het voedsel
bij alle groepen terecht komt? Worden deze clans ook tegengewerkt zo ja door wie?
Welke groepen zijn het meest kwetsbaar gebleken de afgelopen maanden?
Antwoord 16
De situatie in Gaza is erg volatiel. De mogelijkheid voedsel en andere levensreddende
goederen bij mensen te krijgen neemt in de afgelopen maanden drastisch af. Hulporganisaties
doen al ruime tijd een beroep op de Israëlische autoriteiten voor nadere coördinatie
om meer hulp het gebied in te krijgen. Organisaties blijven zich richten op formele
wegen en het kabinet beschikt niet over informatie dat er samengewerkt wordt met clans.
Zoals eerder genoemd in de beantwoording van vraag 8 blijven hulporganisaties echter
kampen met het gebrek aan volledige humanitaire toegang en aanhoudende belemmeringen
voor de effectieve distributie van humanitaire hulp, waardoor hulp niet alle hulpbehoevenden
in de Gazastrook kan bereiken. Volgens UNICEF en WFP zijn de meest kwetsbare groepen
vooral jonge kinderen, zwangere vrouwen en moeder, omdat zij het hoogste risico lopen
op acute ondervoeding en een gebrek aan medische zorg. Nederland staat in nauw contact
met hulporganisaties om de ontwikkelingen nauwgezet te volgen.
Vraag 17
Hoe hoog zijn de prijsstijgingen in Gaza inmiddels sinds de beëindiging van het staakt-het-vuren?
Welke redenen zijn daarvoor? Kan Nederland of de EU nog iets betekenen om eten betaalbaar
te houden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 17
In de Gazastrook is er sprake van een hoge prijsinflatie waarbij veel essentiële goederen
veel duurder zijn dan vóór 7 oktober 2023. Sommige goederen zijn aan hogere prijsstijgingen
onderhevig dan andere, en prijzen zijn volatiel en variëren sterk per locatie. De
marktanalyse van WFP, van eind juni, liet bijvoorbeeld zien dat een kilo meel op dat
moment circa 6,50 euro kostte in Khan Younis en 16,70 euro in Gaza-stad (een prijsstijging
van meer dan 3000 procentpunten). De hoge en volatiele prijzen hebben ernstige impact
op de voedselzekerheid van veel mensen in de Gazastrook. Tevens, zoals onderbouwd
in de meest recente IPC-analyse van eind augustus, hebben veel mensen in de Gazastrook
geen toegang tot markten. In sommige regio’s in de Gazastrook betreft dit zelfs een
ruime meerderheid.
De voedselprijzen houden direct verband met de toegang voor humanitaire en commerciële
goederen. De Nederlandse inzet is op de verruiming van toegang voor de invoer en distributie
van voedsel en andersoortige humanitaire hulp. Tevens ondersteunt Nederland humanitaire
partnerorganisaties, zoals de VN, de Rode Kruis- en Halve Maanbeweging en de Dutch
Relief Alliance die zich, onder meer door invoer en distributie van voedsel, inspannen
om de toegang tot voedsel te verbeteren.
Vraag 18
Wat zijn de redenen waarom mensen genoodzaakt zijn om eten te kopen mensen in plaats
van voedsel via noodhulp te ontvangen? Spelen Hamas en de Palestinian Islamic Jihad (PIJ) nog een rol bij deze prijsstijgingen en profiteert Hamas van inkomsten van
voedsel dat niet via de distributiepunten gaat?
Antwoord 18
Hulpverlening wordt in de Gazastrook ernstig belemmerd door onder andere de blokkade
van humanitaire hulp en de veiligheids- en operationele belemmeringen voor hulporganisaties.
Hierdoor komt er te weinig hulp binnen, en bereiken de goederen niet alle hulpbehoevenden
in de gehele Gazastrook. Tegelijkertijd is de situatie zo ontwrichtend dat de Gazaanse
bevolking niet in staat is om de torenhoge prijzen te betalen voor het beperkt aantal
goederen op commerciële markten. Gewapende groepen die hulpkonvooien plunderen drijven
de prijzen verder op door hulp te verkopen voor exorbitant hoge prijzen. Het kabinet
heeft geen indicatie dat Hamas of de Palestinian Islamic Jihad een rol hebben in de prijsstijgingen, maar kan dit ook niet uitsluiten.
Vraag 19
Wordt er gedistribueerd voedsel op de markt verkocht? Zo ja, hoe kan dat en mag dat?
Wordt hiertegen opgetreden, nu er berichtgeving verschijnt dat groepen te weinig eten
krijgen, terwijl het eten dat gedistribueerd wordt zo onevenredig verdeeld wordt dat
een deel zichzelf kan voorzien en tegelijkertijd genoeg over heeft om te verkopen?
Antwoord 19
Het kabinet heeft geen zicht op of er gedistribueerd voedsel op de markt wordt verkocht.
Wel ziet het kabinet dat de aanhoudende humanitaire blokkade, het geïntensiveerde
geweld, de stijgende voedselprijzen en de ernstig beperkte toegang van humanitaire
en commerciële goederen de voedselzekerheidssituatie drastisch hebben verslechterd.
Vraag 20
Kan de conclusie getrokken worden dat er momenteel mensen in Gaza niet vanwege een
kwantitatief gebrek aan voedsel een hongersdood sterven, maar vanwege distributie
bij de juiste personen? Zo ja, erkend het kabinet dat dit een schandelijke situatie
is? Welke verantwoordelijkheid acht het kabinet te hebben in deze en wat wordt er
gedaan om per ommegaande ervoor te zorgen dat er voldoende voedsel bij de juiste mensen
in Gaza komt?
Antwoord 20
Nee. Er is momenteel sprake van een hongercrisis in de Gazastrook vanwege de maandenlange
blokkade van humanitaire hulp door Israël en de aanhoudende belemmeringen voor toevoer
en distributie van hulp. Dit wordt ook onderstreept in het gepubliceerde IPC-rapport
op 22 augustus jl., waarin hongersnood wordt vastgesteld in delen van de Gazastrook.
Dit is een gevolg van menselijk handelen. Hulporganisaties, zoals WFP en UNRWA, hebben
voldoende ladingen met goederen om de Gazastrook te voorzien van voedsel, maar worden
belemmerd in de toegang, levering en distributie van hulp. Bovenal is de huidige operationele
context, die zich kenmerkt door wanhoop en chaos vanwege de aanhoudende tekorten en
het geïntensiveerde geweld, belemmerend voor effectieve hulpverlening. Voor verdere
beantwoording over hoe het kabinet de situatie tracht te verbeteren zie het antwoord
op vraag 2.
Vraag 21
Kan het kabinet deze vragen individueel beantwoorden en uiterlijk op 28 juli 2025?
Antwoord 21
Ik heb de vragen individueel beantwoord. Het is niet gelukt om de beantwoording op
28 juli toe te sturen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
A. de Vries, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.