Brief commissie : Brief van de vaste commissie voor Europese Zaken inzake de beëindiging van het parlementair behandelvoorbehoud bij de sectorale voorstellen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid bij het EU-voorstel: Verordening van de Raad tot bepaling van het Meerjarig Financieel Kader voor de jaren 2028 tot en met 2034 COM (2025) 571
36 798 EU-voorstel: Verordening van de Raad tot bepaling van het Meerjarig Financieel Kader voor de jaren 2028 tot en met 2034 COM (2025) 571
Nr. 3
BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR EUROPESE ZAKEN
Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 september 2025
Hierbij meld ik u dat de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid
en Natuur heeft geadviseerd het parlementair behandelvoorbehoud zoals vastgelegd voor
sectorale voorstellen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid in het Meerjarig Financieel
Kader 2028–2034 met de volgende afspraken formeel te beëindigen:
1. De Minister informeert de Kamer maandelijks, via de geannoteerde agenda van de (informele
en formele) Landbouw- en Visserijraad, over de voortgang van de onderhandelingen.
Dit betreft de voortgang van de inhoudelijke discussies in de Raad voor de totstandkoming
van de algemene oriëntatie, de discussies in de Raadswerkgroepen op hoofdlijnen en
de voortgang tijdens de triloogfase met het Europees Parlement.
In deze maandelijkse voortgangsrapportage gaat de Minister in ieder geval in op de
volgende onderwerpen:
• Ontwikkelingen binnen het Single Plan
• Ontwikkelingen over de inkomenssteun
• Steun aan jonge boeren
• Milieuverplichtingen
2. De Minister informeert de Kamer tijdig wanneer zij voorziet in de onderhandelingen
te moeten afwijken van het kabinetsstandpunt zoals weergegeven in het BNC-fiche en/of
nadien vastgelegd met de Kamer (bijvoorbeeld in toezeggingen, moties en nadere brieven).
3. De Minister informeert de Kamer tijdig wanneer er substantiële nieuwe elementen aan
de oorspronkelijke voorstellen lijken te worden toegevoegd tijdens de EU-onderhandelingen
(zowel door de Raad als door het Europees Parlement).
4. De Minister verstrekt zodra er nieuwe substantiële voorstellen op tafel liggen, een
eerste analyse. Deze analyse geeft een eerste inzicht in de verwachte financiële en
administratieve gevolgen voor Nederland en Nederlandse boeren, inclusief de uitvoerbaarheid
voor uitvoeringsinstanties zoals RVO en NVWA.
5. De Minister streeft ernaar de Kamer tijdig te informeren zodra een akkoord aanstaande
is, zodat dit in concept kan worden bestudeerd alvorens een formeel besluit wordt
genomen. Het betreft hier zowel de algemene oriëntatie in de Raad als het akkoord
volgend uit de triloogonderhandelingen met het Europees Parlement;
6. De Minister stuurt een appreciatie naar de Kamer van het bereikte onderhandelingsakkoord
tussen de Raad en het Europees Parlement. Daarin gaat de Minister ook in op hoe het
bereikte akkoord zich verhoudt tot de oorspronkelijke Nederlandse onderhandelingsinzet
en de gevolgen van het bereikte akkoord voor de uitvoering van het Gemeenschappelijke
Landbouwbeleid in Nederland in de komende jaren.
De vastgestelde afspraken zijn in bijgaande conceptbrief aan de regering vastgelegd1.
Namens de vaste commissie voor Europese Zaken verzoek ik u dit advies en de bijgaande
conceptbrief ter besluitvorming aan de Tweede Kamer voor te leggen.
De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, Van der Plas
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A.M. van der Plas, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken