Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kostic over de uitspraken van de minister over regenboogsymbolen en hakenkruizen
Vragen van lid Kostic (PvdD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de uitspraken van de Minister over regenboogsymbolen en hakenkruizen (ingezonden 10 september 2025).
Antwoord van Minister Moes (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 23 september
2025).
Vraag 1
Weet u nog dat u naar aanleiding van het bericht «Regenboogzebrapad in Appingedam
nog voor opening beklad met hakenkruis en leuzen» van de Telegraaf de volgende tweet
heeft geplaatst: «Zo werkt polarisatie. Jammer, van beide kanten jammer»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat bedoelde u precies met die reactie en «beide kanten» en «polarisatie»?
Antwoord 2
Zoals ik recent meermaals heb aangegeven, wilde ik zeggen dat het onderwerp gepolariseerd
is. Ik wilde nooit bedoeld of onbedoeld mensen pijn doen. Ik vind het belangrijk dat
iedereen zichzelf kan zijn. Daar sta ik voor. Ik verwijs graag naar mijn brief aan
uw Kamer op dinsdag 9 september jongstleden waarin ik dit schriftelijk verder heb
toegelicht.
Vraag 3
Welke beide kanten zijn er in deze situatie waarbij een symbool van liefde en jezelf
zijn wordt beklad met een hakenkruis?
Antwoord 3
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Deelt u de mening dat de enige juiste reactie op het bekladden van een regenboogsymbool
met een hakenkruis, een keiharde aanpak en veroordeling is van de bekladders en dat
er verder geen twee kanten aan het verhaal zijn? Zo nee, wat is dan precies uw opvatting?
Antwoord 4
Ik sta voor gesprek en open dialoog. Daarom keur ik iedere vorm van vandalisme of
intimidatie altijd af.
Vraag 5
Biedt u uw excuses aan de hele LHBTQIA+ gemeenschap en Joodse gemeenschap omdat u
niet meteen ondubbelzinnig en zonder kanttekeningen het bekladden van een regenboogpad
heeft veroordeeld?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 6
Weet u nog dat u op vragen hierover destijds antwoordde: «De kant die bedacht heeft
dat daar zo'n regenboogpad moet komen en daarmee volledig de belevingswereld van veel
jongeren daar negeert (misschien zelfs provoceert) en de kant die daar dan met hakenkruizen
tegenin gaat.» Staat u nog steeds achter deze woorden? Zo nee, wat bedoelde u dan
hiermee precies en biedt u hiervoor uw excuses aan?2
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 7
In een toelichting zei u het jammer te vinden dat de twee groepen «zo ver van elkaar
af staan»; begrijpt u dat u hiermee de antisemitische en LHBTQIA+ hatende mensen die
een hakenkruis hebben getekend, op gelijke voet zet als mensen die LHBTQIA+ zijn en
regenboogsymbolen in de publieke ruimte uitdragen en biedt u hiervoor uw excuses aan?3
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 8
In reactie op een statement van zes politieke fracties uit de Groningse provinciale
staten stelt u: «Ik sta voor mijn woorden, ik heb niks verkeerd gezegd. Mijn enige
punt is dat zo’n regenboogzebra niet het handigste middel is om discriminatie en onveiligheid
te bestrijden. Omdat het inderdaad júist de groepen die je wilt bereiken, wegjaagt.»
Staat u nog steeds achter deze specifieke uitspraak en dus achter uw woorden van toen
of biedt u ook hiervoor uw excuses aan?4
Antwoord 8
Als Minister sta ik achter het regeringsbeleid. Ik verwijs naar mijn brief aan uw
Kamer om mijn uitingen van voor mijn ministerschap te duiden.
Vraag 9
In een radiointerview vertelde u: «Polarisatie werkt zo: je hebt twee partijen die
tegenover elkaar staan en niet willen toegeven. Dat heb ik willen aankaarten.» Wat
bedoelde u hiermee en begrijpt u dat u hiermee de antisemitische en LHBTQIA+ hatende
mensen die een hakenkruis hebben getekend op gelijke voet zet als mensen die LHBTQIA+
zijn en regenboogsymbolen in de publieke ruimte uitdragen en biedt u hiervoor uw excuses
aan?5
Antwoord 9
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 10
Vindt u het normaal dat u regenboogsymbolen problematiseert terwijl ze met hakenkruizen
en haatleuzen zijn beklad?
Antwoord 10
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 11
Kunt u vertellen wat u weet over de geschiedenis van het regenboogsymbool en de belangrijke
betekenis ervan in de beweging voor LHBTQIA+ rechten?
Antwoord 11
Sinds de vorige eeuw zijn er politieke en maatschappelijke veranderingen geweest die
de emancipatie van mensen uit de LHBTQIA+ gemeenschap hebben gestimuleerd. Zo is homoseksualiteit
niet meer strafbaar sinds 1971. Als Minister vind ik het belangrijk dat iedereen zichzelf
kan zijn.
Vraag 12
Kunt u bevestigen dat u het regenboogsymbool van LHBTQIA+ gemeenschap belangrijk vindt
en ziet als een betekenisvol symbool van liefde en respect voor het recht van iedereen
om zichzelf te zijn, dat een plek in de publieke ruimte verdient?
Antwoord 12
Als Minister vind ik het belangrijk dat iedereen zichzelf kan zijn. Ik sta achter
het kabinetsbeleid.
Vraag 13
Kunt u schetsen of u begrijpt wat de meerwaarde is van regenboogsymbolen in de politieke
ruimte?
Antwoord 13
Zie het antwoord op vraag 12.
Vraag 14
Kunt u bevestigen dat u het regenboogsymbool van LHBTQIA+ gemeenschap in welke vorm
dan ook nooit de schuld geeft van welke vorm van polarisatie en haat dan ook?
Antwoord 14
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 15
Op 5 september stelt u dat u «de formulering heeft teruggenomen» en «ik snap heel
goed dat er mensen zijn die dat wel als provocerend of als pijnlijk hebben ervaren.
En het is natuurlijk netjes als je dan sorry zegt. En bij dezen doe ik dat ook.» Hoe
rijmen deze woorden met al uw bovengenoemde uitspraken waarbij excuses juist uitbleef?6
Antwoord 15
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 16
Waar zegt u precies sorry voor; dat mensen uw woorden als «provocerend en pijnlijk
hebben ervaren» of dat u destijds heeft laten zien geen enkel verstand te hebben van
LHBTQIA-worstelingen en het belang van het regenboogsymbool en dat u de suggestie
heeft gewekt dat er twee kanten aan het verhaal zitten bij het bekladden van een regenboogpad
met een hakenkruis?
Antwoord 16
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 17
Waarom heeft u al die tijd sinds het incident met de hakenkruis geen excuses aangeboden
richting LHBTQIA+ en Joodse gemeenschap en bleef u verwijzen naar twee groepen en
polarisatie?
Antwoord 17
Ik verwijs naar mijn brief aan uw Kamer om mijn uitingen van voor mijn ministerschap
te duiden.
Vraag 18
Begrijpt u dat u nu totaal niet geloofwaardig meer bent en het er nu ernstig op lijkt
dat u alleen uw eigen positie probeert te redden?
Antwoord 18
Nee.
Vraag 19
Kunt u deze vragen één voor één en met spoed beantwoorden, maar uiterlijk vóór het
volgende OCW-tweeminutendebat aanstaande donderdag?
Antwoord 19
Ik begon het tweeminutendebat Cultuur op dinsdag 9 september jongstleden met een mondelinge
toelichting over mijn eerdere uitingen. Diezelfde avond heb ik tevens een brief naar
uw Kamer gestuurd met een schriftelijke reactie op een verzoek van het lid Westerveld
(GL-PvdA). Eveneens heb ik aangegeven altijd bereid te zijn in gesprek te treden,
ook met uw Kamer.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G. Moes, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.