Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ceder over de belastingkwestie rond kerkelijke vastgoed in Jeruzalem
Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de belastingkwestie rond kerkelijke vastgoed in Jeruzalem (ingezonden 1 september 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 23 september 2025).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichten dat de gemeentelijke overheid van Jeruzalem
opnieuw onroerendgoedbelastingaanslagen oplegt aan kerken en christelijke instellingen
in Jeruzalem?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat de lokale autoriteiten van Jeruzalem sinds enige tijd pogingen ondernemen
om eigendommen van kerken te belasten die niet expliciet als gebedshuis of klooster
functioneren, zoals gasthuizen, scholen en culturele instellingen en inmiddels de
bankrekening van de Grieks-Orthodoxe patriarchaat is geblokkeerd?
Antwoord 2
Er is sinds enige tijd onenigheid tussen de gemeente en de kerken in Jeruzalem over
nieuw beleid rondom belastingen op kerkelijke eigendommen. Het klopt dat de bankrekening
van het Grieks-Orthodoxe patriarchaat begin augustus is geblokkeerd. De bevriezing
is op 22 augustus jl. opgeheven.
Vraag 3
Klopt het dat er inmiddels een bericht is uitgestuurd om een executieverkoop te houden
voor bezit van de Armeens-apostolische kerk? Hoe beoordeelt u deze situatie en bent
u bereid het gesprek aan te gaan met Israëlische (lokale) autoriteiten ten aanzien
van deze kwestie en te pleiten voor een bevriezing en het opnieuw overgaan tot overleg
voor een definitieve oplossing?
Antwoord 3
Het kabinet heeft geen kennis van een bericht over een executieverkoop voor bezit
van de Armeens-apostolische kerk. De Nederlandse ambassade in Israël heeft de gemeente
Jeruzalem over de bevriezing van de bankrekening van de Grieks-Orthodoxe kerk gesproken,
waarbij de ambassade opgeroepen heeft om door middel van onderhandelingen met de kerkelijke
gemeenschap tot een oplossing te komen.
Vraag 4
Deelt u de zorg van kerkelijke leiders dat deze stap het bestaan van kerken en bijbehorende
sociale en pastorale activiteiten in Jeruzalem bedreigt? Wat is uw appreciatie van
hun verklaring dat dit de status quo, die sinds de Ottomaanse tijd geldt, ernstig
schaadt?
Antwoord 4
Het kabinet vindt het bevriezen van de bankrekening van het Patriarchaat zorgelijk.
Dergelijke stappen zetten christelijke instituties en christenen in Jeruzalem onder
druk. De bescherming van de christelijke gemeenschap als minderheid is belangrijk
voor een pluriform Jeruzalem.
Vraag 5
Acht u het terecht dat deze kwestie opnieuw oplaait, terwijl in 2018 na internationale
druk en lokale protesten de belastingplannen van tafel zijn gehaald? Wat is er sindsdien
veranderd aan de juridische of politieke context die de lokale autoriteiten hiertoe
beweegt?
Antwoord 5
De afgelopen jaren neemt de druk op christenen in Oost-Jeruzalem en christelijke gemeenschappen
in Israël toe. Dit geldt ook voor moslims. Beide groepen worden bijvoorbeeld als bezoekers
beperkt bij het betreden van de Oude Stad van Jeruzalem, vooral tijdens religieuze
feestdagen. Dit zijn zorgelijke ontwikkelingen.
Vraag 6
Hoe beziet u deze berichten in het licht van het bevorderen van mensenrechten, waaronder
het recht op vrijheid van godsdienst?
Antwoord 6
De druk op christelijke instituties en christenen in Jeruzalem is zorgelijk, gezien
het recht op vrijheid van godsdienst en de speciale status die Jeruzalem zowel binnen
het jodendom, het christendom en de islam inneemt. Nederland zet zich wereldwijd actief
in voor de bescherming van de vrijheid van religie en levensovertuiging als een fundamenteel
mensenrecht. Dit doet Nederland onder andere via het Mensenrechtenfonds, het werk
van de Speciaal Gezant voor Religie en Levensovertuiging, bilaterale diplomatie en
in multilaterale gremia en initiatieven. Daarbij komt Nederland op voor de rechten
van alle religieuze groepen, met speciale aandacht voor kleine en kwetsbare geloofsgemeenschappen.
Verder steunt Nederland verschillende projecten gericht op de bevordering van vrijheid
van religie in Israël en de Palestijnse Gebieden.
Vraag 7
In hoeverre is er contact geweest met lokale kerkleiders en/of Europese diplomatieke
partners over deze belastingaanslagen en de impact op hun activiteiten en de christelijke
aanwezigheid in Jeruzalem?
Antwoord 7
De Nederlandse vertegenwoordiging in de Palestijnse Gebieden heeft contact gehad met
het Patriarchaat. De vertegenwoordiging en de Nederlandse ambassade in Israël hebben
bovendien met vertegenwoordigingen van meerdere EU-lidstaten en de EU-vertegenwoordiging
in Tel Aviv en Jeruzalem deze kwestie besproken.
Vraag 8 en 9
Welke mogelijkheden ziet u om bilateraal de Israëlische (lokale) autoriteiten aan
te spreken op het belang van het behoud van religieuze pluriformiteit en godsdienstvrijheid
in Jeruzalem, inclusief het respecteren van bestaande vrijstellingen en afspraken?
Bent u bereid dit onderwerp onder de aandacht te brengen in gesprekken met Israëlische
(lokale) autoriteiten en expliciet te pleiten voor het behoud van het religieus-culturele
erfgoed van christelijke gemeenschappen in Jeruzalem?
Antwoord 8 en 9
De Nederlandse ambassade in Israël heeft de gemeente Jeruzalem over de bevriezing
van de bankrekening van het Patriarchaat gesproken, waarbij de ambassade opgeroepen
heeft om door middel van onderhandelingen met de kerkelijke gemeenschap tot een oplossing
te komen. Vrijheid van religie en levensovertuiging is een fundamenteel mensenrecht
dat voor iedereen geldt, ongeacht achtergrond of overtuiging. Nederland en de EU spreken
Israël consequent aan op zijn verantwoordelijkheden onder internationaal recht en
de mensenrechtenverdragen, waaronder op het gebied van godsdienstvrijheid.
Vraag 10
Welke signalen ontvangt het kabinet verder over de ontwikkelingen op het gebied van
veiligheid van christelijke gemeenschappen in Jeruzalem? Bent u bijvoorbeeld bereid
om berichten over gespuug op christenen in Jeruzalem mee te nemen in overleggen met
Israëlische autoriteiten en aan te dringen op passende maatregelen?
Antwoord 10
Zie het antwoord op vraag 5 en 9.
Vraag 11
Welke inzet levert Nederland op dit moment voor de bescherming van christelijke minderheden
en instellingen in Israël, mede gezien het bredere belang van geloofsvrijheid in de
regio?
Antwoord 11
Zie het antwoord op vraag 6.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.