Amendement : Amendement van het lid Michon-Derkzen over het verhogen van boetecategorieën bij een aantal delicten
36 463 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met verdere versterking van de strafrechtelijke aanpak van ondermijnende criminaliteit (versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit II)
Nr. 12
AMENDEMENT VAN HET LID MICHON-DERKZEN
Ontvangen 23 september 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Na artikel I, onderdeel B, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ba
In artikel 132, eerste lid, wordt «vierde categorie» vervangen door «vijfde categorie».
II
Na artikel I, onderdeel H, worden vijf onderdelen ingevoegd, luidende:
Ha
In artikel 198, eerste lid, wordt «vierde categorie» vervangen door «vijfde categorie».
Hb
In artikel 207, eerste lid, wordt «vierde categorie» vervangen door «vijfde categorie».
Hc
In artikel 272, eerste lid, wordt «vierde categorie» vervangen door «vijfde categorie».
Hd
In artikel 285, eerste en tweede lid, wordt «vierde categorie» telkens vervangen door
«vijfde categorie».
He
In artikel 285d, eerste lid, wordt «vierde categorie» vervangen door «vijfde categorie».
III
Aan artikel I worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
K
In artikel 420bis.1 wordt «vierde categorie» vervangen door «vijfde categorie».
L
In artikel 420quater.1 wordt «vierde categorie» vervangen door «vijfde categorie».
Toelichting
In het wetsvoorstel wordt de boetecategorie van een tweetal delicten al verhoogd van
de vierde naar de vijfde categorie. Het gaat daar kortgezegd om gekwalificeerde diefstal
(artikel 311, eerste lid, Wetboek van Strafrecht) en handel in softdrugs (artikel
11, tweede lid, van de Opiumwet). De indiener constateert dat dit niet de enige twee
delicten zijn die verband houden met de georganiseerde criminaliteit en stelt voor
de boetecategorieën te verhogen bij een aantal delicten die verband houden met georganiseerde
criminaliteit.
Het amendement biedt de rechter meer ruimte om een passende en afschrikwekkende geldboete
op te leggen die beter aansluit bij de vaak aanzienlijke financiële belangen die zijn
gemoeid met ondermijnende criminaliteit en de zware impact van deze misdrijven op
de samenleving. Deze verhoging draagt aldus bij aan het doel van het wetsvoorstel
om de strafrechtelijke aanpak van ondermijning verder te versterken, waarbij de rechter
zoals altijd ruimte heeft om rekening te houden met de financiële draagkracht en andere
persoonlijke omstandigheden van de dader.
Michon-Derkzen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ingrid Michon-Derkzen, Tweede Kamerlid