Amendement : Amendement van het lid Michon-Derkzen over het verhogen van het strafmaximum van vier naar acht jaar
36 463 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met verdere versterking van de strafrechtelijke aanpak van ondermijnende criminaliteit (versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit II)
Nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID MICHON-DERKZEN
Ontvangen 23 september 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel IV wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
In artikel 55, derde lid, aanhef, wordt «vier jaar» vervangen door «acht jaar».
Toelichting
De opkomst van 3D-printtechnologie en de online beschikbaarheid van blauwdrukken voor
vuurwapens vormen een bedreiging voor de nationale veiligheid. De Wet wapens en munitie
(WWM) is – ondanks dat de Politie al enkele jaren geleden zorgen heeft uitgesproken
over deze bedreiging – op dit moment niet in voldoende mate aangesloten bij deze digitale
ontwikkelingen.
Recente onderzoeken laten zien dat criminele netwerken 3D-wapentechnologie exploiteren
om niet-traceerbare wapens te produceren. Zonder strafrechtelijke interventie kunnen
deze ontwikkelingen leiden tot een toename van het aantal illegale vuurwapens in Nederland,
met alle gevolgen voor de openbare orde en de veiligheid op straat. Door een belangrijke
bron van het probleem aan te pakken, wordt de kans op fysieke wapenproductie verminderd.
Dit amendement beoogt de bestaande lacune over blauwdrukken voor vuurwapens te dichten
door het mogelijk te maken dat het overdragen, voorhanden te hebben, of verkrijgen
van blauwdrukken voor het maken van 3D-wapens strafrechtelijk kan worden gekwalificeerd
als strafbare voorbereidingshandelingen voor het vervaardigen van een wapen.
Het vervaardigen van een wapen is al strafbaar gesteld in artikel 9 jo. artikel 55
van de WWM.
Door het strafmaximum van het derde lid van artikel 55 van de WWM te verhogen van
vier naar acht jaar, kunnen de handelingen worden gekwalificeerd als strafbare voorbereidingshandelingen
op grond van artikel 46 Wetboek van Strafrecht (Sr). In dit artikel worden handelingen
zoals het opzettelijk verwerven en voorhanden hebben van voorwerpen, stoffen en informatiedragers
bestemd tot het begaan van een misdrijf strafbaar gesteld. Voorwaarde voor artikel
46 Sr is dat op het strafbare feit minimaal 8 jaar gevangenisstraf moet worden gesteld.
Daarom is gekozen om het strafmaximum te verhogen van vier naar acht jaar.
Michon-Derkzen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ingrid Michon-Derkzen, Tweede Kamerlid